Hollandse Luchten ontvangt eervolle vermelding in de European Union Prize for Citizen Science!

Hollandse Luchten ontvangt een eervolle vermelding binnen de European Union Prize for Citizen Science 2025. Deze prestigieuze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de meest opvallende burgerwetenschap initiatieven voor hun sociale en politieke impact op de ontwikkeling van een diverse, inclusieve en duurzame samenleving in Europa.

In Hollandse Luchten doen inwoners van Noord-Holland, overheden en experts samen onderzoek naar de luchtkwaliteit. Bewoners meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren. Samen met overheden en experts gaan ze over de data en luchtkwaliteit in gesprek. Zo werken we samen aan een gezonde leefomgeving. We zijn trots dat de kracht van deze samenwerking ook in Europa wordt erkend!

“Deze eervolle vermelding is te danken aan inzet van de inwoners die meedoen aan Hollandse Luchten Zij hebben deze erkenning meer dan verdiend. Dankzij hun inzet heeft Hollandse Luchten zich ontwikkeld tot een uniek platform. En het platform is nog volop in ontwikkeling.” – Pieter Out, projectleider Hollandse Luchten namens Provincie Noord-Holland

Vooruitblik

Komende jaren wordt in Hollandse Luchten gewerkt aan het verbeteren van de verbinding tussen burgerwetenschap en beleid.Ook richten we ons op innovaties op gebied van onderzoek naar luchtkwaliteit. Eerder werden bijvoorbeeld bewoners betrokken in een evaluatie van het provinciale Luchtmeetnet. In deze evaluatie hadden bewoners invloed op hoe het meetnetwerk  de aankomende jaren wordt ingezet.

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van Hollandse Luchten? Abonneer je op de nieuwsbrief.

Partners

Hollandse Luchten wordt gefinancierd door de Provincie Noord-Holland en is een samenwerking tussen Waag Futurelab, RIVM, TNO, GGD Amsterdam en AethiQs. Daarnaast zijn er lokale samenwerkingen met o.a. gemeenten, bibliotheken, scholen en omgevingsdiensten. Speciale dank aan de Hollandse helden en metende bewoners.

Community AI-tool signaleert verdachte wolken

Inwoners van de regio IJmond, de actiegroep Frisse Wind en Greenpeace hingen in 2022 drie camera’s op om luchtvervuiling door Tata Steel te monitoren. Deze camerabeelden zijn openbaar te bekijken. Zo kunnen mensen de beelden handmatig checken op verdachte wolken, maar dat kost veel tijd.

Met de ontwikkelingen rond kunstmatige intelligentie (AI) kan dat proces geautomatiseerd worden. Waag Futurelab en computerwetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) onder leiding van Yen-Chia Hsu nodigden inwoners van de IJmond uit om een community AI-tool te ontwerpen. Een aantal bewoners die lid zijn van Hollandse Luchten werkten mee aan de tool. De AI-tool maakt gebruik van de openbare camerabeelden en helpt bewoners om verdachte rookwolken te signaleren.

Labelen van data

Bewoners konden meebeslissen over het labelen van de data. Oftewel, het nauwkeurig bepalen wat een verdachte wolk is. Het systeem laat een foto zien met een vierkante markering rond de verdachte wolk. Bewoners kunnen deze markering aanpassen, om het systeem nauwkeuriger te maken. Doordat de gemeenschap data labelt en zo een training dataset opstelt, hebben mensen invloed op welke keuzes het model maakt.

Jos, inwoner van regio IJmond en lid van Hollandse Luchten, was aanwezig bij de workshop. “Er werd goed uitgelegd hoe zo’n wolk herkend wordt. Een computer kan niet zien en herkent zelf geen beelden. De parameters die gebruikt worden voor herkenning hebben we besproken.”

Aan de hand van de input van de bewoners wordt de tool aangepast. De AI-tool kan burgerwetenschappers helpen met onderzoek naar luchtvervuiling: zij kunnen de gesignaleerde wolken combineren met andere data, zoals fijnstofmetingen en windrichting.

Help mee

Je kunt nu helpen met het labelen van de data, daarmee draag je bij aan het verbeteren van het AI-tool. Help mee met het signaleren van verdachte wolken.
Hoe je dat kunt doen lees je in de uitleg over het labelen van data

Wat is een verdachte wolk?

De UvA traint de AI-tool om zwarte, gele, oranje of bruine wolken te herkennen. De kleur van een wolk geeft een indicatie van welke gassen of stoffen er in de wolk zitten. De kleuren zwart, geel, oranje en bruin geven een aanwijzing dat er schadelijke stoffen in de wolk kunnen zitten. In dit project wordt er niet gemeten welke stoffen of gassen er precies in de wolken zitten.

De website www.ijmondcam.multix.io wordt beheerd door de Uva.

Eerste bezoek bij Tata Steel

Hollandse luchten ging tijdens de rondleiding bij Tata Steel in gesprek over het samen meten.

Op woensdag 12 februari zijn leden van Hollandse Luchten op uitnodiging van Tata Steel langsgekomen voor een rondleiding over het terrein en langs een aantal meetpunten. Het was voor het eerst dat Hollandse Luchten langsging. Dit bezoek was voor de leden een moment om vragen te stellen aan experts van Tata en in gesprek te gaan over de metingen die Tata zelf doet. Ook is de vraag gesteld of we Hollandse Luchten sensoren kunnen ophangen op het fabrieksterrein van Tata, zodat we samen de luchtkwaliteit kunnen meten.

Aan het eind van de bijeenkomst zijn vier Hollandse Luchten sensoren aangeboden. We zijn momenteel in gesprek over of de sensoren worden opgehangen. Hollandse Luchten is een burgermeetnetwerk waarin bewoners zelf de luchtkwaliteit meten. Hollandse Luchten creëert met behulp van burgerwetenschap een context waarin bewoners, overheden, experts en bedrijfsleven samen kennis opbouwen, dialoog voeren en handelingsperspectieven verbeteren voor een gezonde fysieke leefomgeving.

Metingen

De experts van Tata vertelden uitgebreid over de vele metingen die Tata doet. Bepaalde bronnen meten ze continu en andere periodiek. De stofmetingen (betreft totaal stof) meten ze continu bij grote bronnen als de Sinterfabriek en de Kooks- en gasfabrieken. De metingen worden gedaan vlakbij de uitstoot bron; zo krijgt Tata zicht op hun emissiebijdrage. Eén van de aanwezige bewoners vroeg of die metingen openbaar zijn. De metingen zijn niet openbaar, maar de emissie per emissiepunt worden wel openbaar gemaakt in hun eMJV (elektronisch Milieujaarverslag).

Daarnaast werd gevraagd of Tata Steel ook buiten het fabrieksterrein meet. Tata meet momenteel alleen op het fabrieksterrein, wel zijn er meetstations van GGD Amsterdam in de omgeving. Deze worden beheerd door de GGD, maar de data is openbaar en deze gebruikt Tata Steel ook voor analyses. Hollandse Luchten heeft een fijnmazig burgermeetnetwerk in de IJmondregio. Om een breder inzicht te krijgen in de verspreiding van fijnstof zouden eigen metingen van Tata Steel ingezet kunnen worden, maar ook de metingen van het fijnmazige meetnetwerk van de Hollandse Luchten sensoren. Het samen meten met Hollandse Luchten sensoren op het Tata Steel terrein zou een verbinding kunnen zijn. Door – naast de Hollandse Luchten metingen buiten het terrein – met Hollandse Luchten sensoren op het fabrieksterrein te meten, kunnen we hopelijk samen nieuwe kennis opbouwen, dialoog voeren en handelingsperspectieven verbeteren.

Meetwagen

Met de tourbus kregen de aanwezigen een rondleiding over het terrein. Eén van de tussenstops die speciaal voor Hollandse Luchten werd gemaakt, was de meetwagen in het Meethonk. Daar vertelde een medewerker van Tata over hoe zij de stof- en gasmetingen uitvoert. Het fijnstof wordt met een soort stofzuiger in een filter gevangen. Het filter wordt vooraf en achteraf gewogen. Ook de hoeveelheid zware metalen wordt op die manier gemeten.

Burgerwetenschapdata: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder 

Een groep leden wil graag dat er citizen science sensoren van Hollandse Luchten op het terrein van Tata Steel opgehangen worden. Burgerwetenschapdata is een belangrijk startpunt voor gesprek. Daarnaast draagt burgerwetenschapdata en het delen van kennis bij aan handelingsperspectieven voor alle betrokkenen om de leefomgeving te verbeteren. We sloten de bijeenkomst af met de vraag of er Hollandse Luchten sensoren opgehangen kunnen worden op het fabrieksterrein van Tata Steel. Daarbij overhandigden we vier sensoren aan Tata Steel. We zijn nog met hen in gesprek of de sensoren worden opgehangen.

Over Hollandse Luchten

Hollandse Luchten is een burgermeetnetwerk waar bewoners, overheden, experts en bedrijven, samen kennis opbouwen, met elkaar in gesprek gaan en handelingsperspectieven verbeteren voor een gezonde fysieke leefomgeving. Burgerwetenschapdata is daarin een belangrijk middel. Aan de hand van zowel metingen met burgerwetenschapsensoren als metingen van officiële instellingen en bedrijven kunnen we gezamenlijk een beter beeld krijgen van de lokale luchtkwaliteit. Bijvoorbeeld hoe fijnstof zich verspreidt, of wat de effecten van bepaalde maatregelen zijn.

Bekijk de presentatie slides van Tata Steel

Foto gemaakt met de Pollution Painter. Een lichtinstallatie waarmee je fijnstof kunt fotograferen. Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND

Terugblik op 2024: een jaar vol hoogtepunten!

Gelukkig nieuwjaar! Hollandse Luchten viert het nieuwe jaar met een aantal hoogtepunten uit 2024!

We kunnen houstook meten

Al lange tijd zijn Hollandse Luchten leden geïnteresseerd in het meten van houtstook. Een jaar geleden begonnen TNO, Waag Futurelab, de OD IJmond en bewoners van de regio IJmond met de houtstookpilot. TNO ontwikkelde een sensor die mogelijk houtrook kan meten en zo startte de pilot. De roetsensoren werken goed! Daarnaast volgen de SODAQ-metingen het patroon van de roetsensoren. Dat betekent dat je met de SODAQ ook houtrook kunt terugzien in de metingen!

Het rapport over het eerste jaar van de Houtstookpilot verschijnt begin 2025. Heb je vragen over de Houtstookpilot in de IJmond of wil je graag het rapport over 2024 ontvangen? Stuur een mailtje naar Jikke [at] waag [dot] org.

Foto van een testopstelling tijdens het pilotproject, CC BY-NC-ND, Annabel Thomas, Waag Futurelab, 2024

Eindejaarpresentaties voor gedeputeerde en de wethouder in Haarlem

Leden van de meetgroep Haarlem presenteerden eind november hun onderzoeken tijdens de eindejaarsbijeenkomst. “We hebben als meetgroep presentaties voorbereid voor de wethouder Robbert Berkhout en gedeputeerde Jeroen Olthof.” vertelt Leon, Hollandse Held in de meetgroep Haarlem. Ook stelde de meetgroep vragen over wat de gemeente en provincie doen nu ze het Schone Lucht Akkoord hebben ondertekend. Het gesprek over de rol van Hollandse Luchten in die plannen is gestart. In 2025 gaan zij verder onderzoeken hoe de Hollandse Luchten data en bevindingen gebruikt kunnen worden door de gemeente.

Bekijk de video over de meetgroep Haarlem en de eindejaarbijeenkomst.

Henk, lid van Hollandse Luchten, presenteert zijn onderzoeksmethode op het provinciehuis

Henk is lid van de meetgroep in Zaanstad en houdt van data en programmeren. Hij deelde zijn kennis over data met de Hollandse Luchten meetgroepen en de provincie tijdens een bijeenkomst op het provinciehuis. Henk liet zien hoe je met de Hollandse Luchten data fijnstof afkomstig van industrie kunt onderzoeken. “De dataset is er en voor provincie is het mooi om te zien dat er mensen met de data aan de slag gaan” zegt Pieter Out, beleidsadviseur Luchtkwaliteit bij de provincie Noord-Holland. “Henk laat zien wat er met de data kan en welke inzichten het geeft.”

Kijk de presentatie van Henk terug.

Nieuwe data-analyse tools!

Afgelopen jaar zijn er handige nieuwe tools ontwikkeld om data te analyseren. Zo maakte het RIVM de minutendata beschikbaar van de Samen Meten sensoren, waaronder ook die van Hollandse Luchten! Ook vernieuwde het RIVM het Samen Meten dataportaal, ontwikkelde Waag Futurelab automatische sensorrapportages en visualiseerde zij winddata op de Hollandse Luchten kaart.

Hollandse Luchten biedt handelingsperspectief

 “We hebben het al jaren over handelingsperspectief. Maar wat betekent dat precies? In 2024 brachten we in kaart welke handelingsperspectieven bewoners, overheden en kennisinstellingen hebben vanwege Hollandse Luchten. Iedereen heeft een rol en kan acties ondernemen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit” vertelt Imme, hoofd van Waag Futurelab’s Smart Citizens Lab. Soms heb je dankzij Hollandse Luchten direct contact met RIVM. Zo zijn de minuutwaarden bijvoorbeeld beschikbaar gesteld nadat bewoners daarnaar vroegen. Begin 2025 komen we met publicatie en een tool die inzichtelijk maakt welke acties je kunt ondernemen als inwoner, kennisinstelling, gemeente en provincie.

Hoe Hollandse Luchten bewoners kan helpen lees je in het artikel ‘Wat kan Hollandse Luchten voor je doen’. Wil je ook bijdragen aan een betere luchtkwaliteit bij jou in de buurt? Word lid van een Hollandse Luchten meetgroep bij jou in de buurt.

 

En natuurlijk waren er nog veel meer hoogtepunten! Zo ondertekende de BEL-gemeente het Schone Lucht Akkoord mede dankzij Hollandse Luchten, zijn er SODAQ AIRsensoren op LMLstations geplaatst (co-locatie) en zijn bijeenkomsten vaker ook online te volgen.

We willen alle Hollandse Luchten leden, Hollandse Helden en partners bedanken voor een mooi 2024!

Verslag: in Zaanstad is er nog van alles om te meten

Tijdens de eindejaarsbijeenkomst bespraken oude en nieuwe leden van de meetgroep Zaanstad de plannen voor volgend jaar.

Tijdens de eindejaarsbijeenkomst op donderdag 14 november in buurthuis de Pelikaan in Krommenie, precies twee jaar na de eerste bijeenkomst van de meetgroep Zaanstad, blijkt dat er nog veel vragen spelen in Zaanstad. Zaanstad is een grote gemeente met negen verschillende kernen. Waar de leden van Hollandse Luchten Zaanstad eerder vooral kwamen uit de wijken Kogerveld (2020) en Koog aan de Zaan (2022), zijn nu ook bewoners uit andere delen van de gemeente betrokken. Dat betekent ook veel verschillende interesses en zorgen over luchtkwaliteit. Zo zijn er meetvragen die gaan over het vliegverkeer, wegverkeer en de scheepvaart, maar wordt er ook gemeten rondom de industrie, de afvalverwerking en de biomassacentrale.

Vorig jaar werd de meetvraag rondom de industrie in Koog aan de Zaan voor veel leden beantwoord (lees hier het verslag terug). Toch was er interesse om door te blijven meten: meer data kan leiden tot nieuwe inzichten. Ook zijn er nieuwe leden uit Westzaan met een interesse om houtstook te meten, en zijn er in het afgelopen jaar nieuwe vragen opgekomen in Krommenie.

Een gevarieerde groep mensen van Assendelft tot Zaandijk met achtergronden van politiek tot techniek, kwam samen om het afgelopen jaar te bespreken en vooruit te blikken. De provincie Noord-Holland en gemeente Zaanstad waren ook vertegenwoordigd, zowel politiek als ambtelijk. Elma Tenner, data-analist van het RIVM, beantwoordde vragen over de data en Sylke van Duijnen van Waag Futurelab begeleidde de bijeenkomst samen met stagiair Elzo Stijger.

Hoge concentratie fijn stof op de kaart

De bijeenkomst begint met een klein mysterie: op de luchtkwaliteitskaarten van het RIVM is een hoge concentratie fijnstof te zien in een klein gebied tussen Wormerveer en Krommenie. De kaarten zijn gebaseerd op modelmatige berekeningen, niet op metingen. In het gebied staat een fabriek waarbij de concentratie van fijnstof op basis van het model veel hoger uitkomt dan aannemelijk is. Dit illustreert de meerwaarde van lokale metingen bij de interpretatie van kaarten die voortkomen uit modellen.

Fijnstof 2022 (PM2,5) – kaart van Atlas Leefomgeving, RIVM

Biomassacentrale en houtstook

Verder komt de biomassacentrale in Zaandam ter sprake (lees hier het verslag van de bijeenkomst in maart). Co, die in de IJdoorn flat woont, houdt de uitstoot in de gaten met foto’s en video’s en maakt zich zorgen om de uitstoot op schoolgaande kinderen, de mensen in het ziekenhuis, en sporters in het park en de sportvelden in de buurt. Hij heeft meerdere meldingen gedaan bij de OD NZKG. Henk, de data-analist van de groep, keek naar de data van Co’s sensor, maar vond geen effect. Momenteel hangen er niet genoeg sensoren rondom de biomassacentrale in Zaandam om een effect te kunnen meten. Henk legde uit dat de sensoren onderling best kunnen afwijken, dus dat de absolute gemeten waarden minder zeggen dan de relatieve waarden ten opzichte van andere sensoren. 

Er zijn ook andere lokale bronnen, zoals houtstook, waar mensen zich zorgen over maken. Yvonne van den Berg, van de gemeente Zaanstad, heeft ook interesse in het meten van houtstook; dit is een belangrijke bron van luchtvervuiling, maar ook onderwerp van veel discussie, zoals we ook zagen bij de bijeenkomst over Gezondheid & Luchtkwaliteit. Yvonne: “Het meten van fijnstof met de sensoren van Hollandse Luchten, kan in combinatie met het bijhouden van een logboek, misschien meer inzicht geven in de bijdrage van houtstook aan de luchtkwaliteit.” Lees meer over het Hollandse Luchten logboek.

Nieuwe sensorlocaties

We blijven op zoek naar nieuwe sensorlocaties rondom de IJdoorn flat, alhoewel het vanuit Hollandse Luchten nu ook wachten is op nieuwe sensoren. Rita, voorzitter van Kontakt Milieubeheer Zaanstad denkt mee over mogelijke locaties, ook voor de andere onbeantwoorde meetvragen. Zo stelde zij zelf twee jaar geleden de vraag: wat is de impact van het toerisme rondom de Zaanse Schans op de luchtkwaliteit? Dit zou te meten kunnen zijn in het toegenomen wegverkeer, maar die is helaas moeilijk los te tellen van het andere verkeer door de gemeente.

In Krommenie zijn er ook veel zorgen om het verkeer over de Provinciale weg. Daarom is er in november een luchtmeetstation van TNO geplaatst, die een jaar lang blijft meten. Het is interessant om volgend jaar de resultaten te kunnen vergelijken. Pieter Out, projectleider Hollandse Luchten vanuit de provincie Noord-Holland, zou de twee projecten graag met elkaar verbinden. “Hollandse Luchten is de plek om met elkaar in gesprek te gaan over (onderzoek naar) de lokale luchtkwaliteit. De kennis en ervaring van de meetgroep is waardevol voor andere inwoners die vragen en zorgen hebben over de luchtkwaliteit nabij de N203. Andersom kan de data die de TNO-metingen oplevert, interessant zijn voor Hollandse Luchten.” 

Als laatste sluiten we af met een korte oefening geleid door Elzo. Vanuit Hollandse Luchten zijn we namelijk benieuwd hoe mensen graag in contact zouden blijven. Hiervoor vullen de leden een handout in en gaan vervolgens in gesprek. Er zijn verschillende ideeën over online communicatie; fora, email en whatsappgroepen komen allemaal voorbij. Maar de waarde van fysieke bijeenkomsten zoals vanavond wordt ook benadrukt: dit houdt de groep bij elkaar.

Bijeenkomst van de meetgroep in Krommenie

 

Wind op de kaart

Een nieuwe feature op de Hollandse Luchten kaart

Hollandse luchten presenteert vandaag een stormachtig nieuwe feature: windrichting op de kaart! Een langgekoesterde wens van veel leden is nu realiteit. 

Kijk vanavond nog hoe hard de wind van storm Conall gaat op de kaart: hoe groter de pijl, hoe harder de wind. Als je op een pijltje gaat staan, krijg je meer informatie over dat meetstation, de windrichting, windsnelheid en windkracht.

Met deze nieuwe feature kunnen de leden meetvragen beantwoorden over onder andere bronnen en de verspreiding van fijnstof. 

Waar komt de data vandaan?

De winddata komt van het KNMI, die hebben we mede dankzij de ontwikkelingen rondom de automatische sensorrapportages kunnen importeren in de data server van Waag Futurelab. Daarnaast halen we de sensordata van het Samen Meten platform van het RIVM.

Wil je meer van dit soort verbeteringen? Vul onze korte survey in! 

 

Kaart met offline sensoren

Technische Update

Door onderhoud aan de Samen Meten API is er op dit moment geen data beschikbaar via de Hollandse Luchten kaart

Vanaf 7 november 13:00 ’s middags vindt er langdurig onderhoud plaats aan de API van Samen Meten. Hierdoor is momenteel geen data beschikbaar via de Hollandse Luchten kaart. Op Samen Meten is de data wel in te zien, met een langere laadtijd. We houden jullie via dit bericht op de hoogte over het onderhoud.

Update 8 November 18:00

Het onderhoud aan de API van Samen Meten is voorbij. De sensoren kwamen vanaf 14:00 weer langzaamaan online en lijken nu allemaal online te zijn. De gemeten data van de afgelopen uren wordt met terugwerkende kracht aangevuld. 

Foto: Jimena Gauna voor Waag Futurelab

Verslag Bijeenkomst Gezondheid & Luchtkwaliteit

Welke rol kan burgerwetenschapsdata spelen in het onderzoek naar het verband tussen gezondheid en luchtkwaliteit? En wat kan het RIVM nu al vertellen over dit verband?

Op vrijdagmiddag 4 oktober organiseerden Waag Futurelab en Samen Meten (RIVM) vanuit het project Hollandse Luchten een bijeenkomst voor bewoners om meer te weten te komen over het verband tussen gezondheid en luchtkwaliteit en de rol van burgerwetenschapsdata daarbij. Kon je er niet bij zijn? Of wil je de informatie teruglezen? In dit artikel lees je de belangrijkste informatie van de bijeenkomst terug.

Bekijk de presentatieslides (download)

Luchtvervuiling: oorzaken & gezondheidseffecten

Het RIVM zet zich in voor een gezonde bevolking en een gezonde leefomgeving. Op het gebied van luchtkwaliteit en gezondheid deelt het RIVM kennis met overheden over welke stoffen er in de lucht zitten, waar deze vandaan komen, waar en hoeveel mensen deze stoffen inademen en wat het effect ervan is. Overheden kunnen met die kennis maatregelen nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren en daarmee ook de gezondheid van mensen beschermen.

Er is al veel bekend over de effecten van fijnstof op de gezondheid van mensen. Bij langdurige blootstelling (jaren) is er meer risico op vroegtijdige sterfte, hart- en vaatziekten, COPD, astma en longkanker. Bij kortdurende blootstelling aan fijnstof (paar uur – dagen) is er een dagelijkse variatie van gezondheidsklachten, en meer medicijngebruik, ziekenhuisopnames en mensen die dood gaan aan hart- of ademhalingsproblemen. Langdurige blootstelling aan stikstofdioxide (NO2) geeft ook een groter risico op vroegtijdige sterfte en luchtwegklachten bij kinderen, terwijl kortdurende blootstelling in verband is gebracht met meer ziekenhuisopnames door hartklachten en ademhalingsproblemen. Als laatste hebben verhoogde concentraties van Ozon (O3) bewezen nadelige effecten op de luchtwegen en longen. Er is dus nog veel gezondheidswinst te behalen door schonere lucht (Bron: Gezondheidsraad 2018).

Het RIVM onderzoekt gezondheidseffecten op populatieniveau aan de hand van verschillende informatiebronnen. Op basis van de geregistreerde emissies, metingen van de luchtkwaliteit en modellen van de luchtkwaliteit komen ze tot een concentratie, waarna ze de blootstelling berekenen en die vervolgens verbinden aan gezondheidseffecten. Dit doen ze door milieu-epidemiologisch onderzoek naar het verband tussen de hoeveelheid stoffen in de lucht en de gezondheidseffecten voor grotere groepen. De gezondheidsuitkomsten worden daarna uitgedrukt in een risico.

Ook doet het RIVM onderzoek naar de gezondheidseffecten van verschillende vervuilende stoffen. Dit vindt voornamelijk in het laboratorium plaats, waarbij de stoffen in gecontroleerde systemen in de lucht worden gebracht zodat (long)cellen daaraan kunnen worden blootgesteld om het effect te bekijken. Zo is er bijvoorbeeld bij het RIVM een experimentele opstelling voor het meten van de schadelijkheid van houtrook; in de meest ideale situatie (gecontroleerde labkachel) en in meer realistische situaties.

Hoe kun je zelf onderzoek doen naar luchtkwaliteit en gezondheid?

Nu hebben de meeste mensen thuis geen laboratorium om in te experimenteren, maar als burgerwetenschapper kun je wel met een sensor fijnstofconcentraties meten. Op basis van je sensordata is niet eenduidig aan te geven wat dit betekent voor je gezondheid. Dat komt doordat effecten niet individueel te voorspellen zijn. Wel kun je een indicatie krijgen op basis van de luchtkwaliteitsindex. Dit is wat je ziet als je bij Luchtmeetnet kijkt hoe goed de luchtkwaliteit is. Deze geeft per uur aan in hoeverre de luchtkwaliteit gemiddeld van invloed is op gezondheid. Er wordt dan gekeken naar uurgemiddelde stikstofdioxide (zeg maar uitlaatgassen), ozon en fijnstofwaarden in microgrammen per kubieke meter. De hoogste van deze waarden bepaalt de luchtkwaliteitsindex van dat uur. Je kan dezelfde indeling van de  fijnstofuurwaarden, PM2.5, gebruiken om een grof beeld te krijgen van wat de gemeten waarden van jouw sensor betekenen (zie de laatste kolom in Tabel 1. Hoe slechter de index is, hoe groter de kans dat een deel van de mensen in jouw buurt tijdelijke gezondheidsklachten hebben.

Tabel met een indicatie van de gemiddelde gezondheidseffecten van de stoffen in de lucht die de luchtkwaliteitsindex bepalen. De waarden zijn gegeven in microgrammen per kubieke meter. De laatste kolom geeft de indeling in klassen voor PM2,5, dat is wat de meeste fijnstofsensoren meten.

Samen Meten van het RIVM ontwikkelt een belevingsapp, waarbij in combinatie met lokale burgerwetenschapsdata verder onderzoek kan worden gedaan naar persoonlijke gezondheidsbeleving. In de belevingsapp kan een vragenlijst aan een locatie worden gekoppeld, zodat eventuele ingediende gezondheidsklachten naast de fijnstofdata gelegd kunnen worden. Doordat deelnemers zelf input kunnen geven op de vragenlijst, krijgt het RIVM een duidelijker beeld wat er precies speelt en hoe met beleid mogelijk gerichter op de klachten kan worden ingespeeld. Zo’n belevingsonderzoek werkt het beste als je een afgebakende tijdsperiode kiest, een duidelijk doel of vraag hebt, en als je deelnemers betrekt bij het opstellen van de vragenlijst.

Helaas is de belevingsapp nog niet beschikbaar voor gebruik in Hollandse Luchten, maar bij het RIVM zijn ze benieuwd of hier behoefte aan is en wat mensen willen onderzoeken in het kader van luchtkwaliteit en gezondheid. Daarom maken we tijdens de bijeenkomst ook een begin met het invullen van gezondheidslogboeken, een analoge versie van de belevingsapp. Naast de aanwezigen bij de bijeenkomst kunnen ook geïnteresseerde leden in Hollandse Luchten meedoen. Houd tussen nu en de eindbijeenkomst van jouw meetgroep twee weken lang je gezondheidsklachten bij in het logboek samen met de fijnstofmetingen en eventuele andere observaties. Hiervoor kan je je laten leiden door jouw meetvraag of een vraag in de buurt (zie ook slide 46 voor tips). Presenteer vervolgens op de eindbijeenkomst jouw bevindingen! Meld je aan voor de eindbijeenkomsten via de agenda en mail jouw contactpersoon als je wilt presenteren.

Meer informatie

Wil je lid worden? Meld je aan.

Blijf op de hoogte, meld je aan voor de nieuwsbrief.

Bekijk de presentatieslides (download)

Lees meer over het logboek.

Foto van beide SODAQ sensorkastje opgehangen op het meetstation in Beverwijk.

GGD rapport over onderzoek naar de kwaliteit van SODAQ AIR & Snuffelfiets PM2.5 sensorkastjes

De GGD Amsterdam heeft onderzocht hoe betrouwbaar de, in Hollandse Luchten gebruikte, SODAQ AIR sensorkastjes fijnstof meten. Daarvoor heeft de GGD een SODAQ AIR en een Snuffelfiets sensorkastje op daken van meetstations in Zaandam en Beverwijk geplaatst, op dezelfde plek waar ook de officiële monitoren staan van de GGD Amsterdam.

De GGD Amsterdam heeft twee soorten fijnstofsensorkastjes van SODAQ getest: de Snuffelfiets (een eerdere versie van de SODAQ AIR) en de SODAQ AIR (het sensorkastje waarmee we in Hollandse Luchten meten). Beide fijnstofsensorkastjes zijn bruikbaar op de fiets, maar ook als fijnstofmeter op een vaste plek. In Hollandse Luchten wordt de SODAQ AIR  op een vaste plek gebruikt. Door de sensorkastjes allemaal op dezelfde plaats te zetten, ook wel ‘colocatie’ genoemd, kun je de meetresultaten goed vergelijken. Het rapport over deze vergelijking is onlangs verschenen. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen.

SODAQ AIR, sensorkastje waarmee in Hollandse Luchten wordt gemeten Snuffelfiets, een eerdere versie van de SODAQ AIR.

Snuffelfiets, een eerdere versie van de SODAQ AIR.
SODAQ AIR, sensorkastje waarmee in Hollandse Luchten wordt gemeten.

Uitleg over het onderzoek: colocatie, correlatie en R2

De kwaliteit van de PM2.5 sensormetingen is onderzocht door de sensorkastjes naast de officiële apparaten te zetten, dat heet colocatie. Daardoor meten alle apparaten in principe dezelfde lucht. Ze zouden dan hetzelfde moeten meten. Of ze dat ook echt doen kun je op veel verschillende manieren bekijken.

Je kunt bijvoorbeeld kijken of de sensoren en de officiële meetapparaten op hetzelfde moment pieken en dalen laten zien, dat noem je te berekenen: dat is een maat voor of de apparaten hetzelfde soort gedrag vertonen. R2 kan variëren tussen 0 en 1. Bij een R2 van 0 zit er geen verband tussen de metingen, ze pieken dan totaal op verschillende momenten, en tenminste een van de apparaten is dan waarschijnlijk onzin aan het meten. Als de meetresultaten juist wel precies op hetzelfde moment pieken is de correlatie dicht bij de 1. Een correlatie die dichtbij de 1 zit, betekent alleen niet dat de gemeten waarden ook op hetzelfde niveau waren. Bijvoorbeeld, 1 sensorkastje meet in twee meetperioden eerst 10 en dan 20, en een 2e sensorkastje meet in dezelfde periode eerst 20 en dan 40. De R2 zal dan 1 zijn, omdat de metingen allebei verdubbelden op hetzelfde moment. Alleen meet het 2e sensorkastje twee keer zo hoog, maar dat kun je dus niet aan de R2 zien.

De resultaten

De kwaliteit van de PM2.5 metingen

In de studie vonden we dat het gedrag sensorkastjes en officiële metingen verschilden. In Zaandam was de correlatie goed (R2: 0,8 – 0,9), in Beverwijk iets minder (R2: 0,7). De SODAQ sensorkastjes zijn dus in staat om de algemene trends in PM2.5 concentraties te volgen.

De R2 vertelt je echter niet of de hoogtes van de pieken ook echt hetzelfde waren. We zagen bijvoorbeeld dat de sensorkastjes de gemiddelde PM2.5 concentraties flink overschatten. Bij meetwaarden hoger dan 10 µg/m3 was de overschatting van de concentratie nog groter, maar was de correlatie wel beter. Bij concentraties lager dan 10 µg/m3 was het omgekeerd, de correlatie was slechter, maar de overschatting van de concentratie was dan weer kleiner. De hoogste gemeten pieken waren vaak twee keer zo hoog als die van officiële luchtmeetstations.

De SODAQ AIR sensorkastjes zijn daarom niet geschikt voor nauwkeurige fijnstofmetingen of vergelijkingen met Europese normen of WHO advieswaarden.

Wel kunnen ze pieken in luchtvervuiling goed detecteren. Dit maakt ze onder andere goed bruikbaar als waarschuwingssysteem voor incidentele verhoogde luchtvervuiling, bijvoorbeeld bij een brand, vanwege de hoge tijdsresolutie van de metingen.

Verschillen tussen de sensoren

De Snuffelfietssensorkastjes presteren beter dan de SODAQ AIR sensorkastjes, ondanks dat ze dezelfde sensoren (Sensirion SPS30) gebruiken voor metingen. De oorzaak van dit verschil is nog niet duidelijk. Het zou kunnen komen door het verschil in behuizing of door in de luchtstroom binnen in het apparaat. Dit kan ook te maken hebben met de software in de sensorkastjes.

Verschillen tussen meetlocaties

Resultaten van de sensorkastjes komen beter overeen met officiële metingen in Zaandam dan in Beverwijk.

Oorzaken voor slechtere resultaten in Beverwijk kunnen zijn:

  • Andere samenstelling van het aanwezige fijnstof door nabijgelegen industrie.
  • Meer uitval van officiële meetapparatuur in Beverwijk.

Invloed van luchtvochtigheid en temperatuur

Als de lucht heel vochtig is, leidt dat tot meer en grotere meetfouten v. Vooral als de luchtvochtigheid boven de 80% komt.  PM2.5 pieken worden dan hoger door het vocht in de lucht. De SODAQ AIR sensorkastjes lijken wel hogere pieken te tonen en meer fouten te maken dan de Snuffelfiets sensorkastjes. Een belangrijke stap voorwaarts is dat er voor beide SODAQ kastjes bijna geen pieken zijn die alleen door vocht komen, zoals wel voorkwam bij de SDS011-sensoren (Holu-kit) die werden gebruikt in Hollandse Luchten fase 1 (voor 2022).

De invloed van de temperatuur op de sensormetingen is nog onduidelijk en wordt verder onderzocht. Een verdere analyse is gepland voor later in 2024, wanneer er meer meetgegevens beschikbaar zijn.

Voorbeelden van R2 bepalingen uit het onderzoek

In de scatterplot hieronder is de R2 bepaling te zien van SODAQ AIR 549 die hangt op meetstation Beverwijk, wanneer de PM2.5 concentraties gemeten door de officiële apparatuur (op de horizontale as) lager was dan 10 µg/m3. Dit is een voorbeeld van een lage R2 van 0.28. Hier kun je uit opmaken dat de metingen van het sensorkastje vaak niet hetzelfde gedrag vertonen als de officiële metingen, en is er een lage correlatie.

In de scatterplot hieronder is de R2 bepaling weergegeven van hetzelfde sensorkastje als hierboven, maar dan bij concentraties hoger dan 10 µg/m3. Deze R2 is een stuk hoger, namelijk 0.70,, wat betekent dat het sensorkastje bij hogere concentratie redelijk de officiële metingen volgt. Je ziet wel direct dat de gestippelde lijn veel hoger ligt dan de zwarte lijn. De zwarte lijn krijg je als de twee instrumenten precies dezelfde concentraties zouden meten. Aan de gestippelde lijn kun je zien dat de gemeten concentraties van het sensorkastje een stuk hoger waren dan de officiële metingen bij relatief hoge concentraties.

Hieronder is eenzelfde soort scatterplot weergegeven, maar hierbij is de gehele dataset van de meetperiode gebruikt. Het gaat hier om meetwaarden van de SODAQ AIR 541 die hangt op het meetstation Zaandam. Dit is een voorbeeld van een hele hoge R2 van 0.94. De metingen van dit sensorkastje pieken dus bijna precies op hetzelfde moment als de officiële metingen.

Wil je het hele rapport lezen?

Download het rapport

Techniek werkgroep leert SODAQ AIR-sensoren demonteren

De techniek werkgroep van Hollandse Luchten leert van David van SODAQ om zelf een sensorkit uit elkaar te halen, zodat we deze zelf kunnen gaan repareren. Hieronder vind je een fotoverslag van de bijeenkomst.

Gerard, Hollandse Held en voorzitter van de techniek werkgroep, organiseerde een workshop sensoren demonteren die door SODAQ werd gegeven. In deze workshop leerden we om zelf de SODAQ AIR-sensoren uit elkaar te halen, zodat we deze in de toekomst mogelijk zelf kunnen repareren. Hoe we dit gaan vormgeven wordt nog onderzocht door de werkgroep. De techniek werkgroep overlegt en adviseert over alle technische zaken binnen Hollandse Luchten. De techniek werkgroep komt ongeveer één keer per twee maanden bij elkaar.

Het is niet toegestaan om de sensorkit open te maken als je de workshop niet hebt gevolgd! Je kunt namelijk heel makkelijk iets breken!

De projectpartners komen regelmatig samen tijdens drie werkgroepen; communicatie, data science en techniek. De werkgroepen bestaan uit een mix van projectpartners en een vertegenwoordiging vanuit de Hollandse Helden. De Hollandse Helden zijn een groep actieve deelnemers die een trekkende rol binnen de meetgemeenschap hebben en zich mede- eigenaar voelen van het meetnetwerk.

Wil jij ook bij één van deze werkgroepen zijn? Meld je dan aan bij je contactpersoon.

Hoge waarden van sensor in Krommenie

Het is Hollandse Luchten leden opgevallen dat sensor 439 aan het Bertrand Russell college af en toe hele hoge waarden geeft. Ook als alle andere sensoren lage waarden tonen. Daar lijkt wat aan de hand te zijn - maar wat?

Is het de Provincialeweg?

Zouden de hoge waarden kunnen komen door een lokale bron? Zoals de Provincialeweg, waar eerder dit jaar de bewoners het heft in eigen handen namen om zelf te gaan meten (lees het artikel in het Noordhollands Dagblad – betaalmuur). De uitstoot van verkeer is beter te meten met de Palmesbuisjes. Daarvan hangen er vijf in de buurt van de N203 in Krommenie. Als we naar die data kijken, zien we niet zulke hoge pieken als bij de SODAQ AIR.

Maar fijnstof en stikstof kun je niet zo makkelijk met elkaar vergelijken. Het is beter om naar de andere SODAQ AIRs in de buurt kijken, dat zijn sensor 363 en 434. De andere SODAQ AIRs die in de buurt hangen laten veel lagere waarden zien – op woensdag 19 juni om 16 uur laat sensor 439 een waarde zien van 387,1 mug/m3, terwijl de dichtstbijzijnde sensor – sensor 363 – een waarde toont van 1,2 mug/m3. Sensor 413 in Wormerland geeft 2,2 mug/m3 weer. In Heemskerk zien we waarden van 1,4 tot 2,1 mug/m3 (sensor 526). Een groot verschil dus.

Is de sensor kapot?

Fijnstof gedraagt zich als een wolk en beweegt mee met de windrichting. Ook weten we dat met burgerwetenschapssensoren juist de veelheid aan sensoren meer informatie biedt over de luchtkwaliteit dan een enkele burgerwetenschapsensor; één sensor is geen sensor. Wanneer een enkele sensor zulke hoge waarden meet, ligt het voor de hand dat de sensor kapot is of dat de sensor in ieder geval de fijnstofwaarden sterk overschat (SODAQ AIRs hebben een overschatting bij hoge waarden).

Een lokale bron?

Alleen in dit geval hangen er maar weinig sensoren dicht in de buurt van de school, dus bestaat ook nog de mogelijkheid van een zeer lokale bron. In Haarlem was bijvoorbeeld een bewoner die sigarettenrook meet. Zouden de hoge metingen veroorzaakt worden door bijvoorbeeld rokende scholieren of startende brommertjes? Op navraag bij de docent die de sensor heeft opgehangen, krijgen we hiervoor geen aanwijzingen. Op ongeveer 7 meter afstand is er een parkeerplaats waar in de ochtend en de middag wel wat auto’s langskomen, maar er is niet echt veel verkeer.

Nog geen antwoord

We weten dus nog niet waardoor de hoge pieken komen, maar we willen het wel graag onderzoeken. Daarom hebben we een sensor dichter bij het Bertrand Russell college geplaatst (sensor 456). Ook wordt er mogelijk nog een tweede sensor bij de school opgehangen. Wanneer deze meer data hebben verzameld, kunnen we verder met het onderzoek. Wordt dus vervolgd.

Vind je het leuk om mee te onderzoeken? Neem dan contact op via de Hollandse Luchten support desk en vermeld als meetgroep ‘Zaanstad’.

 

SODAQ maakt doorstart

SODAQ maakt een doorstart, het bedrijf zal verdergaan onder de naam QADOS.

Eerder dit jaar sprak de rechtbank Midden-Nederland het faillissement van SODAQ Products B.V. uit. De doorstart van SODAQ betekent dat Hollandse Luchten de diensten van SODAQ kan blijven gebruiken.

In Hollandse Luchten worden de volgende diensten van SODAQ gebruikt:

  • SODAQ is de leverancier van onze sensoren
  • SODAQ levert de netwerkconnectiviteit; dat betekent dat zij ervoor zorgen dat de sensoren zijn verbonden met het internet.
  • SODAQ beheert een deel van de datainfrastructuur; de data van de sensor wordt via het internet eerst verstuurd naar de servers van SODAQ (Know your air). Daar halen het RIVM en Hollandse Luchten de data vandaan voor het SamenMeten platform en de Hollandse Luchten kaart.

Contact met SODAQ loopt via de werkgroep techniek (aanspreekpunt) en de provincie Noord-Holland (als opdrachtgever).

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Laat het ons weten.

Ontvang maandelijks een automatische sensorrapportage

Hoeveel fijnstof zat er deze maand gemiddeld in de lucht? Je leest het in de automatische sensorrapportage van de sensor bij jou in de buurt.

Vanaf vandaag kun je maandelijks een sensorrapportage ontvangen! Deze rapportage geeft een overzicht van de data die de sensor heeft gemeten die maand. Zo kun je makkelijk zien wat de gemiddelde hoeveelheid fijnstof was in de maand of welke windrichting het meeste fijnstof meebracht.

Over de sensorrapportage

Het maandverslag van de sensor geeft een kort overzicht van de fijnstofmetingen van de afgelopen maand. Onder het kopje ‘De luchtkwaliteit in cijfers’ wordt een samenvatting gegeven van de afgelopen maand, zoals de gemiddelde waarde van fijnstof die de sensor die maand heeft gemeten, maar ook de gemiddelde gemeten waarde van een aantal omliggende sensoren. In de samenvatting staat ook welke weekdag gemiddeld de hoogste waarde fijnstof werd gemeten en welke windrichting gemiddeld het meeste fijnstof meebracht.

De andere onderdelen in het verslag geven meer informatie over die cijfers. Op de bijgevoegde kaart kun je zien met welke sensoren in de buurt de sensor vergeleken is. En in een jaargrafiek kun je zien tijdens welke maanden gemiddeld het meeste fijnstof is gemeten. De gemiddelde gemeten fijnstofwaarden kunnen handig zijn in onderzoek naar fijnstof en gezondheid.

Ook bevat het verslag een windroos die laat zien hoeveel fijnstof er gemiddeld werd gemeten bij de verschillende windrichtingen. Dat is vooral handig als je bronanalyse wil doen. Wanneer er bij een bepaalde windrichting vaak hoge waarden worden gemeten, is het waarschijnlijk dat er een fijnstofbron in die richting is. Lees meer over hoe je onderzoek naar bronbepaling kunt doen.

Hoe kan ik de maandelijkse sensorrapportage ontvangen?

Als je thuis een sensor hebt hangen ontvang je vanaf nu automatisch de sensorrapportage van jouw sensor in je inbox. Ben je benieuwd naar de verslagen van andere sensoren? Je kunt je ook inschrijven om een verslag van andere sensoren te ontvangen. Er worden geen persoonlijke gegevens in de rapportage vermeld. 

Wil je de rapportage niet meer ontvangen? Uitschrijven kan via de link onderaan de rapportage.

Klopt er iets niet in de rapportage? Neem dan contact met ons op.

Het Hollandse Luchten datadashboard

De sensorrapportages geven een mooi overzicht van de metingen. Zie je iets in de rapportage en wil je daar verder onderzoek naar doen? Dan kun je het Hollandse Luchten data-analyse dashboard gebruiken. In het dashboard kun je onder andere de data van verschillende sensoren met elkaar vergelijken en andere metingen meenemen in je analyse zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid.

 

Foto door Ella Ivanescu op Unsplash

Verslag: industrie meten met sensoren

Op 22 mei vertelde Henk, lid van Hollandse Luchten in Zaanstad, over zijn data-analysemethode met behulp van windrichting.

Het doel van de presentatie was het delen van kennis over de sensoren en data-analyse met de verschillende meetgroepen. Als locatie was daarom voor het provinciekantoor in Haarlem gekozen, waar de bijeenkomst dankzij een ‘hybride’ vergaderzaal zowel in persoon als online kon worden gevolgd. Wil je de bijeenkomst terugkijken? De opname vind je onderaan dit verslag.

Henk woont zelf vlakbij industrie in Zaanstad en wil graag onderzoeken of hij de uitstoot van verschillende fabrieken (OFI en Tate &B Lyle) in zijn omgeving kan meten. Op dit moment hangen er op deze locatie niet genoeg sensoren voor een goede analyse en hangen de sensoren niet op de juiste plek. De precieze locatie van een sensor is van belang voor een betrouwbare meting. Als een sensor te dichtbij hangt, bijvoorbeeld, kan fijnstof uit een hoge schoorsteen eroverheen waaien. Daarnaast is Henk geïnteresseerd in de vraag of onze sensoren überhaupt nauwkeurig genoeg zijn om de bron van fijnstof in kaart te kunnen brengen. 

Henk heeft een locatie gekozen waar genoeg sensoren hangen om een analyse te maken én waar veel fijnstof aanwezig is: het gebied rondom Tata Steel in de gemeenten Velsen en Beverwijk. In zijn onderzoek heeft Henk data geanalyseerd met behulp van de windrichting. Zo heeft hij onderzocht hoeveel fijnstof er gemeten wordt voor- en nadat de lucht over het fabrieksterrein is gewaaid. Hij gebruikt hiervoor data van het KNMI, het luchtmeetnet en van samenmeten.nl. Hij analyseert deze data met behulp van Python 3, Pandas, Seaborn en Pycharm professional met ondersteuning van AI.

Deze data-analysemethoden zijn niet voor iedereen beschikbaar. Je moet echt een expert zijn en met de verschillende software kunnen omgaan. Dit is dan ook een verdiepende data-analysebijeenkomst, waarbij ook de data-analisten van de Data-science werkgroep van Hollandse Luchten zich laten inspireren door een van de leden. Het is voor Hollandse Luchten van belang om te zien wat mensen willen en welke initiatieven er worden genomen. Zo kunnen wij met verbeteringen aan de slag die deelnemers graag willen zien.

Conclusies
Henk vindt in zijn analyse een verschil in de metingen van de sensoren die bovenwinds en benedenwinds het fabrieksterrein hangen. Hij vindt met de sensoren op de officiële stations van het luchtmeetnet een verhoging van 3 á 4 µg/m3 benedenwinds in PM 2.5 op de officiële concentratie. Ook op de SODAQ-sensoren vindt hij na alle correcties voor onzekerheid een verschil in fijnstof-concentratie voor- en nadat de lucht over het fabrieksterrein is gewaaid.

Je kan hiermee zeggen dat je een grote bron, zoals dit fabrieksterrein, kan aanduiden met de SODAQ-sensoren. Deze resultaten moedigen aan om metingen serieus te nemen en op plekken waar men een verschil meet in fijnstofconcentratie met de SODAQ-sensoren verder onderzoek te doen.

Kanttekeningen
Door zijn onderzoek heeft Henk nog veel meer interessante ontdekkingen gedaan die meer uitleg vergen. Kijk het hele filmpje van de presentatie van Henk en Wouter als je alle details wil horen. In het kort:

  • Niet alle sensoren functioneren naar behoren, het is goed om sensoren eerst te vergelijken met een aantal sensoren in de buurt, of liever nog met een station van het luchtmeetnet, om zo te controleren of de sensor juist werkt.
  • De SODAQ-sensor lijkt een afwijking te hebben die verandert naarmate de windrichting verandert. Dit moet meegenomen worden in een analyse.
  • Lokale kennis is essentieel om een goede analyse te maken. Je kan niet zo maar een sensor met een andere sensor vergelijken om het gebied daartussen te onderzoeken. Het kan zijn dat er buiten het gebied dat jij wil onderzoeken een bron de meetresultaten zo sterk beïnvloedt dat je geen betrouwbare analyse kan maken van het gebied dat jij wil onderzoeken.

Toelichting van het RIVM
Aan het einde van de presentatie van Henk neemt Wouter Hendricx van het RIVM het woord. Het RIVM is kennispartner van Hollandse Luchten en heeft experts op het gebied van (onderzoek naar) luchtkwaliteit. Wouter legt uit wat het verschil is tussen concentratie en emissie en wat er allemaal van invloed kan zijn op de verspreiding van fijnstof in de lucht. Emissie is de uitstoot van een stof door een bepaalde bron. Concentratie is de totale hoeveelheid van een stof in de lucht. Alle emissies samen, chemische reacties, depositie en weerscondities bepalen uiteindelijk de concentratie van een stof in de lucht en deze kan je meten met sensoren. Fijnstof verspreidt zich snel door de lucht en die verspreiding is ook nog eens afhankelijk van de menghoogte en windsnelheid, legt Wouter uit. Hij geeft hierbij een aantal links waarmee mensen zelf dieper in kunnen gaan op het meten van fijnstof in de lucht. Deze links vind je onderaan dit verslag.

Data-science werkgroep
Henk is als lid van Hollandse Luchten ook lid van de Data-science werkgroep. Veel leden van deze werkgroep waren aanwezig bij de presentatie. Zij hebben dit verslag ook nagelezen en gecontroleerd. Het streven van deze werkgroep en van Hollandse Luchten in het algemeen is om kennis te delen en data-analyse voor burgerwetenschappers te verbeteren.

Wil je lid worden? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: aanmelden nieuwsbrief.

Download de presentatie

Kijk de bijeenkomst terug

Links van Wouter (RIVM):

› Algemene informatie:
Over luchtkwaliteit

› Kaarten:
Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland
Atlas van de leefomgeving
Dashboard: de brede basismonitor

› Emissie-bronnen:
Bronnen per component van luchtverontreiniging
Emissieregistratie

Iemand die een Hollandse Luchten sensor vasthoudt. Op de achtergrond staan mensen met elkaar te praten.
Hollandse Luchten sensor

Wat kan Hollandse Luchten voor je doen?

Hoe Hollandse Luchten de leden kan helpen om hun doelen te bereiken.

Hollandse Luchten bestaat momenteel uit ongeveer 200 leden die de luchtkwaliteit op lokaal niveau meten en analyseren. Meestal hebben zij een doel met deze metingen. Zij willen weten of de luchtkwaliteit invloed heeft op hun gezondheid, hoe de lokale luchtkwaliteit zich verhoudt tot andere gemeenten in Nederland en of er iets te doen valt om de luchtkwaliteit lokaal te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders gemiddeld 9 maanden korter leven door blootstelling aan fijnstof en dat verschillende ziektes veroorzaakt of verergerd kunnen worden door luchtvervuiling.

Hollandse Luchten is meer dan een meetproject. In Hollandse Luchten bouwen bewoners, overheid en kennisinstellingen een samenwerking met elkaar op. Provincie Noord-Holland, Waag Futurelab, RIVM, GGD Amsterdam, TNO, AethiQs, lokale partners en de Hollandse Helden helpen in Hollandse Luchten de leden en partnerorganisaties om hun doelen te bereiken. In 2018 zijn we begonnen als pilot van de provincie Noord-Holland, en elk jaar leren we meer over hoe we onze leden het beste kunnen ondersteunen bij het behalen van hun doelen. In dit artikel kan je lezen wat we voor je kunnen doen.

Sensoren en data-analyse

Welke “middelen” hebben we dan? Het meest bekende hulpmiddel dat Hollandse Luchten biedt is het uitlenen van fijnstofsensoren in de vorm van de SODAQ Air. Deze fijnstofsensoren meten een bepaald soort fijnstof, namelijk PM 2,5. Lees hier meer over PM 2,5 en andere vormen van luchtvervuiling. Daarnaast kunnen leden locaties kiezen voor Palmesbuisjes, waarmee stikstofdioxide (NO2) wordt gemeten. Deze Palmesbuisjes worden opgehangen door de GGD Amsterdam, partner in Hollandse Luchten. De GGD Amsterdam analyseert de inhoud van de Palmesbuisjes elke vier weken.

De data van de SODAQ AIR sensoren wordt daarnaast weergegeven op de Hollandse Luchten Kaart en het Data Analyse Dashboard. Daarnaast verzamelen we allerlei andere mogelijkheden voor data analyse en open data op de kennispagina van Open Data

Middelen Hollandse Luchten Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2024

Bijeenkomsten en methoden

In een aantal regio’s in Nederland zijn Hollandse Luchten meetgroepen actief. Bij elke regio is een contactpersoon van Waag Futurelab betrokken die de leden van de meetgroep bijstaat en de bijeenkomsten organiseert. Waag Futurelab heeft veel ervaring met citizen science en open technologie. In Hollandse Luchten worden verschillende methoden gebruikt die de meetgroepen helpen om meetvragen op te stellen, doelen te bepalen en die te bereiken. De methoden die Waag ontwikkeld zijn open source, zodat ook andere burgermeetprojecten hier gebruik van kunnen maken. Hollandse Luchten werkt vraaggestuurd. Bij vraag naar een bijeenkomst over een bepaald thema, of een excursie naar bijvoorbeeld een meetstation van het luchtmeetnet, kan je contactpersoon je ondersteunen om dit te organiseren.

Samenwerkingspartners en lokale partners

Hollandse Luchten is een initiatief van de Provincie Noord-Holland waar inwoners middels open source en betaalbare meetsensoren meer inzicht kunnen krijgen op de luchtkwaliteit in gebieden waar de leefkwaliteit onder druk staat. Maar Hollandse Luchten is meer dan een meetproject. Het is ook een samenwerking tussen bewoners, overheid en kennisinstellingen.  Hier werken meerdere partners aan mee: Waag Futurelab, RIVM, GGD Amsterdam, AethiQs en TNO. Daarnaast zijn er lokale partners die betrokken zijn bij de lokale meetgroepen zoals gemeenten, een lokale GGD, een regiokantoor, de lokale omgevingsdienst, en in sommige meetgroepen ook de lokale bibliotheek, museum of een vergaderzaal. Je hebt als lid direct toegang tot deze partners. Wil je bijvoorbeeld een vraag stellen aan het RIVM? Een zaal gebruiken bij de bibliotheek? Of een idee delen met de gemeente? Je contactpersoon kan je verder helpen.

Werkgroepen en Hollandse Helden

De projectpartners komen regelmatig samen tijdens drie werkgroepen: de communicatie-, data-science- en techniek werkgroep. De werkgroepen bestaan uit een mix van projectpartners en een vertegenwoordiging vanuit de leden. Hollandse Helden zijn, naast lid van een meetgroep, ook het gezicht van de meetgroep en nemen een centrale rol in. Zij kunnen invulling geven aan hun rol in de meetgroep, bijvoorbeeld als eerste aanspreekpunt voor leden en het co-organiseren van bijeenkomsten of activiteiten. Ook vertegenwoordigen de Helden de lokale meetgroep in bijeenkomsten met Waag Futurelab en Provincie Noord-Holland. De Hollandse Helden komen een keer per maand samen tijdens een online overleg. Alle leden zijn welkom om deel te nemen aan een werkgroep of aan het team van Hollandse Helden.

Communicatiemiddelen

Op de website van Hollandse Luchten delen we kennis over luchtkwaliteit, open data en data-analyse. Leden van Hollandse Luchten kunnen ook artikelen insturen voor op de website, of ideeën aanleveren voor de nieuwsbrief. Dat kun je doen via je contactpersoon. We gebruiken het forum van SamenMeten om onderling te kunnen discussiëren over data en data-analyse. Daarnaast ondersteunt de werkgroep communicatie ook met perscontact en publicaties in de media.

Pilots en onderzoek

Hollandse Luchten is een onderzoeksproject. In 2018 zijn we begonnen als pilot van de provincie Noord-Holland, en elk jaar leren we meer over hoe we onze leden het beste kunnen ondersteunen bij het behalen van hun doelen. Als onderdeel van het Smart Citizens Lab deelt Waag de kennis die we opdoen zo veel mogelijk met een Creative Commons licentie, zodat ook andere burgerwetenschapsprojecten hiervan kunnen profiteren. Soms kunnen we onze kennis inzetten voor een nieuw pilotproject. Zo hebben we een onderzoek gepubliceerd over het meten van geluid in de Gooi- en Vechtstreek en onderzoeken we of we luchtvervuiling door houtstook aan kunnen tonen in het pilotproject houtstook.

Hoe kunnen we jou helpen?

Dit zijn allerlei manieren waarop wij onze leden als “team Hollandse Luchten” kunnen ondersteunen bij meten en verbeteren van de luchtkwaliteit. Het gaat dus veel verder dan alleen meten met sensoren! Staat je hulpvraag hier niet tussen? Zijn we iets vergeten? Neem dan contact met ons op.

Foto CC BY-NC-ND Emma Schep, Waag Futurelab, 2023

Verslag: in de Gooi- en Vechtstreek willen leden meer leren over de kwaliteit van de data en de sensoren

Tijdens de bijeenkomst Meetstrategie Bepalen bespraken de meetgroepen uit Gooise Meren en de BEL-gemeenten de gezamenlijke doelen voor 2024.

Leden van de meetgroepen Gooise Meren en de BEL-gemeenten kwamen bij elkaar in De Groene Ruijter in Bussum. Deze inspirerende groene werkplaats in een oud schoolgebouw bood ruimte om gezamenlijke doelen te stellen en de strategie voor de komende tijd te bepalen.

Jikke van den Ende van Waag Futurelab was aanwezig om de meetgroep hierbij te ondersteunen. Naast de leden waren Femke Jongeneelen (Gooise Meren) en Caroline van de Steeg (BEL) namens de gemeenten en Tobias Koster van de GGD Amsterdam aanwezig.

Terugblik afgelopen meetjaar

In de meetgroepen wordt al anderhalf jaar met ongeveer 30 sensoren fijnstof gemeten. Eind vorig jaar, tijdens de data-analyse bijeenkomst, presenteerde bewoner Ruud Klaui het onderzoek naar de luchtkwaliteit in de BEL-gemeenten. Hij vergeleek de resultaten met die van andere  meetgroepen in de Gooi- en Vechtstreek. en :  de data uit de overige meetgroepen van Hollandse Luchten. De verschillen bleken minimaal en de resultaten leken mee te vallen.

Onder de leden heerst een zorg over de betrouwbaarheid van de sensoren en de data. Er staat geen meetstation van Luchtmeetnet in de regio, waardoor de data niet direct vergeleken kan worden met officiële metingen. Er zijn veel vragen over de afwijkende pieken die de sensoren laten zien.

Meer inzicht in kwaliteit sensoren en data

Bewoners willen grip krijgen op hun leefomgeving: de inzichten die ze opdoen over de luchtkwaliteit in hun woongebied willen ze graag kunnen inzetten, bijvoorbeeld in gesprek met de gemeenten. Vragen als “waar komt de uitstoot vandaan” of “hoe verhoudt de lokale fijnstofconcentratie zich tot de normen” willen ze daarom kunnen beantwoorden. De metingen brengen daarvoor op dit moment nog (te) veel onzekerheid met zich mee.

De meetgroep zou daarom graag meer kennis over (de kwaliteit van) de sensoren en de data opdoen. Ze zijn benieuwd naar wat de sensoren precies kunnen meten en wat niet en wat dat vervolgens zegt over de meetresultaten uit hun woonomgeving. Daarom wordt er met elkaar afgesproken om een volgende verdiepende data-analysesessie te organiseren met hulp van experts (TNO/GGD).

Stikstofdioxide

Naast fijnstof wordt er ook al geruime tijd stikstofdioxide gemeten in de Gooi- en Vechtstreek. Met behulp van Palmesbuisjes meet de GGD Amsterdam op meerdere locaties de gemiddelde concentratie. Deze waarden staan ook op de online kaart van Hollandse Luchten. In de BEL-gemeenten wordt er het langst gemeten. In 2022 publiceerde de GGD Amsterdam de meetresultaten voor dat jaar. Hieruit bleek dat de uitstoot voldoet aan de Europese normen maar dat de gemeten waarden wel hoger zijn dan de advieswaarden van de WHO. De meetresultaten zijn het hoogst op de plekken waar een grote hoeveelheid wegverkeer plaatsvindt. Tobias van de GGD Amsterdam geeft aan dat er komend jaar opnieuw een rapport zal verschijnen over de meetresultaten van 2023, ook voor Gooise Meren en Hilversum.

Communicatie vanuit gemeenten

Zowel Femke (Gooise Meren) als Caroline (BEL) geven aan dat zij beide op dit moment werken aan aansluiting van de gemeenten bij het Schone Luchten Akkoord. Dat is op dit moment nog niet het geval, maar vanuit de leden werd de wens uitgesproken dat er meer communicatie richting de bewoners mag plaatsvinden over de activiteiten die er plaatsvinden als het gaat om de leefomgeving en in specifiek geval de luchtkwaliteit. Daarnaast stellen de bewoners dat het belangrijk is dat deze communicatie juist vanuit gemeenten plaatsvindt: dan pas bereik je een grote groep en komt het beter over. Hierover zullen komend jaar meer gesprekken worden gevoerd.

Uitbreiding van het meetnet

Er zijn nog enkele sensoren beschikbaar die de meetgroep kan inzetten. Er is afgesproken om naar aanleiding van de verdiepende data-analyse sessie te bepalen op welke plekken er nog sensoren nodig zijn. Op basis daarvan kan er in het netwerk van de leden gezocht worden naar mensen die nog een sensor zouden kunnen ophangen.

Meer weten?

Heb je interesse in het plaatsen van een sensor en wil je lid worden van de meetgroep in Gooise Meren of de BEL-gemeenten? Meld je aan via jikke@waag.org. Blijf op de hoogte door je aan te melden voor de nieuwsbrief!

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Kalibratie voor Sensirion SPS30 nu te zien op de kaart

Gecorrigeerde PM 2.5 data stelt mensen in staat om betere vergelijkingen tussen sensoren te maken.

Het RIVM biedt sinds december 2023 gekalibreerde data aan voor onder andere de sensoren van Hollandse Luchten. In dit artikel lees je meer over de kalibratie en hoe dat werkt. Met kalibreren bedoelen we het zo goed mogelijk vertalen van een meting van de sensor naar de concentratie die gemeten zou zijn met een officiële meting. Dit is nodig omdat omgevingskenmerken, zoals luchtvochtigheid of temperatuur, de sensormeting kunnen beïnvloeden. Deze gekalibreerde uurgemiddelden van de Sensirion SPS30 sensoren worden nu ook op de kaart van Hollandse Luchten weergegeven. Als je op de kaart de data bekijkt of een vergelijking maakt tussen de data van verschillende sensoren of een officieel luchtmeetnet station, dan laat de kaart automatisch gekalibreerde data zien.

 

Ruwe data

Je hebt nog steeds toegang tot de ruwe data. Als je op een sensor klikt op de kaart, kun je jouw ruwe data aanzetten om de twee waarden (ruwe data en gekalibreerde data) naast elkaar te zetten. De ruwe data wordt ook weergegeven via samenmeten.rivm.nl. Daar kun je ook een Excel sheet downloaden met gekalibreerde of ongekalibreerde data. Tot slot zijn beide datastromen toegankelijk via een API, voor de mensen die op een geavanceerde manier met de data aan de slag willen.

Luchtmeetnet

De data van de stations van het luchtmeetnet komt op dit moment niet meer door op de kaart van Hollandse Luchten. Wij onderzoeken dit probleem en gaan deze verbinding zo snel mogelijk herstellen. Tot die tijd kan je alle officiële luchtmeetnet data bekijken op luchtmeetnet.nl

Gerelateerde artikelen

Wat zijn de effecten van luchtkwaliteit op je gezondheid?
Wat meten onze sensorkits?
Waarom meten we de luchtkwaliteit?

 

De SODAQ uit elkaar zoals op de SODAQ website.

Informatie vanuit Hollandse Luchten over het faillissement van SODAQ

Recentelijk heeft de rechtbank Midden-Nederland het faillisement van SODAQ Products B.V. uitgesproken. Op dit moment heeft het faillissement nog geen direct effect op Hollandse Luchten; de diensten die we gebruiken van SODAQ werken nog. De Provincie Noord-Holland is met SODAQ in gesprek om te verkennen wat de consequenties van het faillisement zijn voor Hollandse Luchten. 

In Hollandse Luchten worden de volgende diensten van SODAQ gebruikt:

  • SODAQ levert de netwerkconnectiviteit; dat betekent dat zij ervoor zorgen dat de sensoren zijn verbonden met het internet.
  • SODAQ beheert een deel van de datainfrastructuur; de data van de sensor wordt via het internet eerst verstuurd naar de servers van SODAQ (Know your air). Daar halen het RIVM en Hollandse Luchten de data vandaan voor het SamenMeten platform en de Hollandse Luchten kaart. 
  • SODAQ levert service en reparatie.

Prioriteiten in het contact met SODAQ zijn het draaiende houden van de netwerkconnectiviteit en de servers. SODAQ begrijpt het belang van de continuering van deze diensten en zet zich in om die in de lucht te houden. Daarnaast verkent SODAQ of er doorstartmogelijkheden zijn voor het product SODAQ AIR. 

We zullen via de website en mail communiceren over het verdere verloop.

 

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Laat het ons weten.

Foto CC BY-NC-ND Jimena Gauna, Waag Futurelab, 2023

Verslag: in de regio IJmond focussen leden zich op bronbepaling en het betrekken van een bredere doelgroep

Tijdens de bijeenkomst Meetstrategie bepalen bespraken de drie meetgroepen in de regio IJmond gezamenlijke doelen.

In de regio IJmond zijn er drie meetgroepen, Wijk aan Zee, Velsen, en Beverwijk & Heemskerk. Oude en nieuwe leden kwamen bij elkaar in het Pieter Vermeulen museum in IJmuiden (Velsen). Het doel van de bijeenkomst was om drie tot vijf gezamenlijke doelen te selecteren en een meetstrategie voor de IJmond te bepalen.

Hester Volten van het RIVM en Annabel Thomas van Waag Futurelab waren aanwezig om te helpen met het door ontwikkelen van de strategie en het meetplan. Daarnaast heeft  Hester vragen beantwoord over luchtkwaliteit en het meten van fijnstof.

Er zijn drie doelen voor dit jaar gekozen, het gaat voornamelijk om meten van bronnen in de buurt zoals houtstook en Tata Steel en het verbreden van de kennis van het publiek. Ten slotte willen de aanwezigen ook heel graag meedenken met de gemeente over het verbeteren van de luchtkwaliteit. Eigen kennis daarvan is dan ook een goed hulpmiddel.

De effecten van houtkachels

Houtstook is een hot item, zo ook in de IJmond. Het gaat dan om mensen die hun huis verwarmen door middel van een houtkachel, daar komt veel fijnstof bij vrij. In de regio IJmond loopt een pilotproject in opdracht van Hollandse Luchten, TNO en de Omgevingsdienst IJmond om de effecten van houtstook te meten. Lees meer over de pilot Houtstook meten.

Hester moedigt mensen aan om zelf een geurdagboek bij te houden en dit later naast de data te leggen. Zo kan je bekijken of je pieken in de data ziet op het moment dat je buiten houtrook rook. De nieuwe tool met 5-minuten data (in aanvulling op de uurgemiddelden) van het RIVM is hier heel nuttig voor. Let op, deze data wordt maar over de laatste 48 uur opgeslagen.

Een van de nieuwe leden gaat een dagboek bijhouden, waarbij hij elke keer dat hjj zijn eigen houtkachel aansteekt, de meetresultaten bijhoudt. Dit zorgt voor directe gegevens over wanneer er wordt gestookt, met meer zekerheid dan alleen de geur van houtrook. Deze analyses kunnen we combineren.

Tata Steel

Een andere lokale bron in de IJmond is Tata Steel. Kunnen wij de uitstoot van fijnstof bij Tata meten? Een van de leden in Zaanstad heeft een keer een experiment gedaan en aangetoond dat je kan meten dat er fijnstof van het Tata Steel terrein komt (de absolute waarde die hij mat was ca. 2ug/m3 bovenop de achtergrondconcentraties). We besluiten om hem uit te nodigen voor een uitleg.

Verder is Tata Steel op dit moment bezig met een verduurzamingsslag. Kunnen wij meten of de verduurzamingsmaatregelen effect hebben? Dat zou zeer interessant zijn. Waarschijnlijk hebben we daarvoor de NO2 metingen van de Palmesbuisjes nodig, naast de metingen van fijnstof door onze sensoren.

Verbreding van de doelgroep

De aanwezigen zouden graag meer mensen bereiken, en dan vooral jonge gezinnen met kinderen of jongeren die naar de middelbare school gaan. Via GLOBE is Hollandse Luchten betrokken bij een scholenproject waarbij jongeren fijnstof meten. Annabel gaat kijken of zij leden van Hollandse Luchten in de IJmond hier meer bij kan betrekken.

Daarnaast vinden de aanwezigen dat Hollandse Luchten zichtbaarder zou moeten zijn op sociale media. Volgens Hester zijn de artikelen op Hollandse Luchten interessant voor een breder publiek, en zouden mensen deze graag willen delen. Als we een jonger publiek willen bereiken zouden media zoals Instagram of TikTok ook helpen. Annabel gaat het overleggen met het team communicatie van Hollandse Luchten.

Bezorgde burgers

In de IJmond leven ook zorgen over de gemoedsrust van inwoners. Gaan zij zich nu zorgen maken over dingen die zij eerder niet wisten? Sommige leden vinden dat veel van het fijnstof in de lucht deel is van een “algemene deken van fijnstof die over het hele land ligt”. Lokale bronnen zijn maar een klein deel van de luchtvervuiling, en wat kunnen we hier nu echt direct aan doen?

We besluiten dat het een project is van de lange adem en dat we op zoek gaan naar voorbeelden waarbij we actie kunnen ondernemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Burgerwetenschappers staan vaak aan de start van bevindingen of bekendheid rond een bron van luchtvervuiling. Daarna moeten er nog vele stappen volgen om het probleem ook echt te veranderen.

Het grote onderliggende doel is om mensen bewust te maken van de relatie tussen luchtkwaliteit en gezondheid. Daarbij kunnen zij zelf actie ondernemen om deze te verbeteren, en anderen informeren over de invloed van luchtkwaliteit op de gezondheid. Het gaat om kennis en het delen van deze kennis.

Meedenken met de gemeenten

De gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk zijn lokale partners van Hollandse Luchten in de IJmond. Nadat er met alle meetgroepen is gesproken, gaan de contactpersonen ook met hen in overleg over gezamenlijke doelen. De aanwezigen geven aan dat ze graag meedenken met de gemeente over het meten en verbeteren van de luchtkwaliteit.

 

Wil je ook lid worden van Hollandse Luchten? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: Aanmelden nieuwsbrief.

 

Presentatie bijeenkomst IJmond

Vul de enquête in

Vul deze vragenlijst in zodat wij kunnen zien wat Hollandse Luchten voor jou kan doen.

Hollandse Luchten is een project over burgerwetenschap en het meten van de leefomgeving met sensortechnologie. Tegelijkertijd is het een onderzoeksproject. We onderzoeken hoe we inwoners kunnen helpen om de leefomgeving te meten en te verbeteren. Via deze enquête meten we of onze methoden werken, en of er groei zit in kennis en handelingsperspectief van de leden.

We hebben allerlei middelen om leden van Hollandse Luchten te ondersteunen, maar de doelen bepalen de leden zelf! Daarom willen ook we heel graag weten wat jullie bezig houdt en hoe we jullie kunnen helpen. Vul dus de enquête in voor woensdag 27 maart! Alvast bedankt!

Vul hier de enquête in!

Foto CC BY-NC-ND Jimena Gauna, Waag Futurelab, 2023

Verslag: Zaanstad richt zich op de industrie en wil graag meer weten over de data en sensoren

Tijdens de bijeenkomst Meetstrategie bepalen besprak de meetgroep Zaanstad gezamenlijke doelen.

In Zaanstad kwamen zeven leden van de meetgroep bij elkaar om de doelen voor 2024 te bepalen. De bijeenkomst was in broedplaats De Hellema, met zicht op de Zaan. Eline Verhoeven, onderzoeker gezonde leefomgeving en burgerwetenschap van het RIVM was aanwezig om haar expertise te delen en tips te geven over de meetstrategie. Annabel Thomas van Waag Futurelab was aanwezig om de meetgroep te ondersteunen bij het bepalen van de doelen en de avond te begeleiden.

Een focus op industrie

De grootste focus bij de meetgroep Zaanstad ligt op de industrie. Daarnaast zijn mensen op zoek naar meer kennis, over data, fijnstof en gezondheid en zouden zij graag door middel van kennis en data beleid en wetgeving willen beïnvloeden.

Industrie is een hot item in Zaanstreek. Er staan veel fabrieken dicht bij woonhuizen en scholen. Inwoners ruiken en zien uitstoot van deze industrie. De industrie heeft vergunningen in deze regio, maar niet iedereen vertrouwt erop dat deze vergunningen voldoende zijn, of dat de industrie zich aan die afspraken houdt. De aanwezigen concentreren zich op drie fabrieken; Olam, Tate & Lyle en de biomassacentrale. Rondom die eerste twee zijn al aardig wat sensoren gepositioneerd. Rond de biomassacentrale zouden er nog minimaal drie in verschillende windrichtingen omheen moeten hangen.

Overigens willen de aanwezigen ook graag in gesprek gaan. Één van de aanwezigen werkt voor een fabriek. Hij zou graag informatie geven over zijn werk en hoe zijn werkgever schadelijke uitstoot tegengaat. Ook de andere aanwezigen zijn naast het meten geïnteresseerd in het verhaal van de industrie zelf.

Kennis over sensoren en data

Een ander doel van de meetgroep is meer kennis over de sensoren en data opdoen, zodat zij bronnen van luchtvervuiling kunnen aanwijzen. We willen weten wat de sensoren precies kunnen meten en wat niet, wat de weersomstandigheden doen met fijnstof, en of fijnstof een indicatie is voor andere vervuilende stoffen in de lucht.

Naar aanleiding van een data-analyse zouden aanwezigen graag het beleid van de gemeente of de industrie beïnvloeden. Zoals het herzien of aanpassen van vergunningen, of het herzien van beleid van de gemeente.

Uitbreiding van het meetnet

Tot slot zien de aanwezigen een kans om gaten in de verspreiding van de sensoren in Zaanstad te dichten. Er is een nieuw lid aanwezig die in de buurt van de Westzanerdijk een sensor op wil hangen. Daar hangt nog geen sensor in de buurt, dus de meetgroep is het eens om daar een extra sensor te hangen.

Daarnaast hebben zij de wens om nog een sensor in Wormer of Wormerveer te hangen om het aantal meetpunten aan die kant van de gemeente te verhogen.
Een van de eerste stappen is nu om meer informatie te verzamelen over de biomasssacentrale en de meetresultaten die een van de leden daar al heeft verzameld. Daarna kunnen de leden op zoek naar locaties voor de extra sensoren.

Hollandse Luchten wil de leden graag ondersteunen met kennis, netwerk en experts. We kunnen bijvoorbeeld een mail of persbericht uitsturen over de gewenste extra locaties, of een themabijeenkomst houden over het meten van industrie. Neem hier voor contact op met Sylke, contactpersoon van Zaanstad via sylke [at] waag [dot] org.

Wil je ook lid worden van Hollandse Luchten? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: Aanmelden nieuwsbrief .

Foto CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag Futurelab, 2024

Verslag: meetstrategie in Haarlem draait om bewustwording, bronbepaling en handelingsperspectief

Tijdens de bijeenkomst Meetstrategie bepalen besprak de meetgroep Haarlem gezamenlijke doelen.

Bestaande en nieuwe leden van de meetgroep Haarlem kwamen bijeen in het Rosenstock Huessey huis in Haarlem. Het doel van de bijeenkomst was om drie tot vijf gezamenlijke doelen te selecteren en een meetstrategie voor Haarlem te bepalen.

Pieter Out was als opdrachtgever vanuit de provincie aanwezig. Mark Verschuren en Hedy te Rietmole waren als data-analisten aanwezig om bewoners te adviseren over het plaatsen van de sensoren.  Lonneke Haans van de GGD Kennemerland was aanwezig om meer te vertellen over de betrokkenheid van de GGD en hoe zij de doelen van de meetgroep kunnen ondersteunen. Zij liet weten dat er dit jaar weer een grote landelijke gezondheidsmonitor van de GGD aan komt. Dat gaat naast leefomgeving ook over andere aspecten van gezondheid, zoals bewegen, eenzaamheid en voeding. De GGD komt op voor de gezondheid van de inwoners door onder andere onderzoek uit te voeren en beleidsmakers van gemeenten of andere overheidsorganisaties te adviseren. Annabel Thomas van Waag Futurelab was aanwezig om de meetgroep te ondersteunen bij het bepalen van de doelen en de avond te begeleiden.

Tijdens de bijeenkomst formuleerde de meetgroep Haarlem drie hoofddoelen voor dit jaar; bewustwording, bronbepaling en handelingsperspectief.

Bewustwording: hoe kunnen we meer mensen bewust maken van de luchtkwaliteit?

De meetgroep in Haarlem wil graag meer bewustwording over de luchtkwaliteit creëren. Ze zouden graag willen weten wat de luchtkwaliteit in de buurt of stad is en op welke locaties of tijden in Haarlem de luchtkwaliteit verschillend is. De meetgroep zou deze informatie graag zichtbaar maken: hoe kunnen we de luchtkwaliteit live laten zien op publieke plekken, zoals een provinciehuis of gemeentehuis?

Ook wil de meetgroep zichtbaar maken wat mensen zelf kunnen doen om de luchtkwaliteit te verbeteren.

Bronbepaling

Bij bronbepaling draait het om het kunnen aanwijzen van een bron die luchtvervuiling veroorzaakt, zodat we ons actief in kunnen zetten om de luchtkwaliteit te verbeteren. De volgende locaties hebben de interesse van de aanwezigen:

  • Hoeveel luchtvervuiling in Haarlem is afkomstig van mensen die zelf een houtkachel stoken? Deze vraag is dikgedrukt omdat dit de belangrijkste vraag over bronnen is in Haarlem.
  • Kunnen we de luchtvervuiling van Schiphol meten (eventueel te beginnen onder de aanvliegroute waar we dit eerder hebben gemeten?)
  • Wat is de invloed van het NTSM terrein tussen de Oudeweg en de N200?
  • Heeft spoorverkeer invloed op de hoeveelheid fijnstof in de lucht?
  • Hoeveel luchtvervuiling in Haarlem is afkomstig van de beroepsvaart die dwars door de stad gaat?
  • Wat zijn de waarden in de Amsterdamstraat? Dit is een winkelstraat in Haarlem waar nog steeds veel verkeer doorheen komt.
  • Wat voor invloed heeft de intensiteit en aard van het wegverkeer?
  • Met hoeveel procent zou de fijnstof emissie in Haarlem op lokaal niveau dalen als brom- en snorfietsen alleen nog met 0-emissie voertuigen de stad in mogen?

Handelingsperspectief: Wat is het en hoe kunnen we het bevorderen? 

Handelingsperspectief is een belangrijk thema in Hollandse Luchten dit jaar. Voor de meetgroep in Haarlem zijn een twee punten belangrijk als het gaat om handelingsperspectief, namelijk de middelen en contact. 
Ten eerste noemen zij dat het belangrijk is dat zij ‘de middelen hebben om actie te kunnen ondernemen; bijvoorbeeld sensoren, de technische infrastructuur en hulp bij data-analyse’.

Daarnaast noemen zij een aantal punten die gaan over contact. Namelijk het contact hebben met experts van de GGDs, RIVM, TNO en Aethiqs. Maar ook de verbinding met de politiek werd benoemd door de meetgroep. Hoe kunnen we zorgen dat ons project breder gedragen wordt binnen de gemeente en bij meer ambtenaren en de politiek bekend wordt? Het contact met beleidsmakers vind de meetgroep belangrijk. We besluiten om binnenkort de wethouder in Haarlem uit te nodigen die gaat over luchtkwaliteit.

Het laatste punt wat de meetgroep noemt om handelingsperspectief te bevorderen is de mogelijkheid om in gesprek te gaan met het bedrijfsleven.

Hollandse Held Leon heeft een testopstelling gemaakt voor een fijnstofsensor met zonnepaneel Foto CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag Futurelab, 2024

Criteria voor locaties van nieuwe sensoren

Het algemene, grote doel vanuit de meetgroep in Haarlem is meer sensoren in de stad om meer impact te kunnen maken. Er zijn een aantal nieuwe aanmeldingen van mensen die willen meten. Ook zijn er mensen die zonder meter op de hoogte willen blijven of bij willen dragen.

We hebben het in de meetgroep gehad over criteria voor locaties van nieuwe fijnstofsensoren:

  • De nieuwe locatie moet niet vlak bij een bestaande sensor zijn. Tenzij er een tweede sensor vereist is voor nader onderzoek van een verdachte situatie.
  • Degene die meet heeft een goed idee met betrekking tot onze drie doelen bewustwording, bronbepaling of handelingsperspectief.
  • Degene die zich aanmeldt heeft goed contact met een groep mensen die we willen bereiken. Ze wonen bijvoorbeeld in een wijk met veel jonge gezinnen of zijn onderdeel van een actiegroep die zich inzetten voor betere luchtkwaliteit.
  • Het gaat om een locatie waarbij veel kwetsbare mensen zoals ouderen, zieken of kinderen bij elkaar komen.

Nieuwe afspraak: 4 april

We spreken af om de acties die hieruit voortkomen verder uit te werken. Er is een nieuwe afspraak op donderdag 4 april om 19.00 uur voor de meetgroep Haarlem. Meld je aan voor deze afspraak.

Wil je ook lid worden van Hollandse Luchten? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: Aanmelden nieuwsbrief 

© Hollandse Luchten, tekenaar Danibal, 2023

‘De data bood erkenning voor ons als bewoners’

Lid van Hollandse Luchten meet sigarettenrook van rokende kroeggangers.

In 2016 betrok Hollandse Luchten-deelnemer Cees zijn appartement in de binnenstad van Haarlem. Wonen in de binnenstad was een bewuste keuze van de film- en muziekliefhebber, toen werkzaam als docent economie op een middelbare school. Maar het duurt niet lang voordat Cees merkt dat er ook nadelen kleven aan de locatie van zijn woning. Zijn nachtrust heeft te lijden onder het nachtelijk rumoer onder zijn raam en een raampje openzetten is er – zeker in het weekend – niet bij. Beide kwalen worden veroorzaakt door dezelfde bron: kroeggangers die buiten staan te roken.

In gesprek met andere centrumbewoners merkt Cees dat hij niet alleen staat. ‘Mensen hebben er last van, dus je spreekt elkaar daar geregeld over. Maar met emoties rondom overlast kom je niet verder. Daarom dacht ik: ik wil data. Zo kwam ik bij Hollandse Luchten terecht. Ook om te kijken: klopt het gevoel dat andere bewoners en ik hebben.’

Het gevoel van Cees en de buurt blijkt te kloppen. Al snel nadat de meetsensor live gaat, in oktober 2023, worden er verhoogde concentraties fijnstof gemeten. ‘Eigenlijk altijd in het weekend, beginnend vanaf een uur of 22.00. En het gaat niet om een kleine, sporadische verhoging, maar structurele grote pieken’, zegt Cees. In de Haarlemse meetgroep, waar het veel deelnemers om houtstook en verkeer te doen is, blijkt zijn sensor de enige te zijn die juist op uitgaansmomenten pieken laat zien. De rest van de week meten de sensorkits wel vrijwel dezelfde waarden. Foto’s die Cees maakt van de situatie buiten laten zien waar het verschil vandaan komt: de rokende kroegganger. ‘De data bood een stuk erkenning voor ons als bewoners. Zie je wel, wij zijn niet gek.’

Figuur 1. De blauwe lijn geeft de waarden van de sensor van Cees weer. De gele en paarse lijn zijn afkomstig van andere sensoren uit de Haarlemse meetgroep.

Hester Volten, expert luchtkwaliteit van het Samen Meten-programma van het RIVM, is onder de indruk van het onderzoek dat Cees heeft gedaan. Volten ziet zijn bevindingen als een mooi voorbeeld van hoe het samen doen van metingen de ervaringen van bewoners kan onderbouwen en illustreren. ‘Door metingen te koppelen aan klachten maak je echt indruk. Als gemeenteambtenaar zie je ook meteen: die meneer heeft echt een probleem, dit kan nooit goed zijn. Als de andere metingen in de stad die veel lager zijn op uitgaansmomenten er niet waren geweest had ik gedacht dat er misschien iets mis was met de sensor. Maar door de combinatie van en de foto’s zie je dat het echt de rokers moeten zijn.’

De combinatie van geluidsoverlast en een ongezonde lucht trekt een wissel op Cees en zijn buren. ‘Je merkt dat bewoners hun eigen huis ontlopen in het weekend. De een gaat naar de boot, een ander naar een huis op de Veluwe.’ Cees stopte eerder met werken vanwege de regelmatige verstoring van zijn slaap, maar daarover zeuren wil hij niet. ‘Ik wil absoluut niet zeikerig doen en ben niet tegen de nachtcultuur. Het enige dat ik wil, is aan de hand van data laten zien dat hier iets niet klopt. Niet alleen voor mij, maar ook voor de mensen die daar staan. Want laat duidelijk zijn: voor hen is het ook niet goed.’

Hoe het verder moet de luchtkwaliteit in de Haarlemse binnenstad, is nog niet duidelijk. Maar dat er iets moet veranderen staat voor Cees vast. Hij heeft zijn zaak aanhangig gemaakt bij de gemeente. Die begrijpt dankzij de data beter wat het probleem is, maar Cees ziet dat de lokale overheid in haar maag zit met de kwestie. ‘De gemeente moet ook de nachtcultuur en de economische belangen van de horeca meewegen. Dat begrijp ik, maar ik vind niet dat de gezonde leefomgeving mag ondersneeuwen.’

Door Hollandse Luchten is Cees hoopvoller gestemd over het vervolg van zijn casus. ‘Je hebt iets concreets in handen en je staat er niet alleen voor. Sinds de sensor live is gegaan zijn we in een stroomversnelling gekomen. Door Hollandse Luchten word je als bewoner ook echt als een serieuze gesprekspartner gezien door de lokale overheid waar je met je data bij aanklopt. Dat brengt de oplossing – die toch van de politiek zal moeten komen – in ieder geval een stukje dichterbij. Maar ik weet dat dit een lange adem zal vergen.’ 

 

 

 

De minuutwaarden van de Hollandse Luchten data nu wel beschikbaar!

De Hollandse Luchten metingen nu ook te zien in minuutwaarden

Wil je onderzoek doen naar rook van lokale bronnen? Speciaal voor Hollandse Luchten sensorkits kun je nu de minuutwaarden van de afgelopen 48 uur terugkijken.

Als geïnteresseerde burgerwetenschapper kun je zelf aan de slag met de Hollandse Luchten data. We zagen hele interessante voorbeelden daarvan bij de data-analyse bijeenkomsten in november en december 2023. Bij die bijeenkomsten vroegen sommige burgerwetenschappers of het niet mogelijk was om de fijnstofmetingen elke minuut te laten zien, in plaats van elk uur. Die minuutwaarden kunnen helpen als je onderzoek wil doen naar kleine bronnen van fijnstof dichtbij je sensorkit. Denk aan houtkachels of barbecues. Die veroorzaken grillige rookpluimen. De effecten daarvan zie je meestal niet goed terug in uurgemiddelden. Daarom willen een aantal burgerwetenschappers graag met de minuutdata aan de slag.

Voor het RIVM is het om allerlei praktische redenen niet goed mogelijk om alle minuutdata van alle sensorkits in heel Nederland te laten zien. Dat is namelijk heel veel data! Daarom is er nu een tussenoplossing gemaakt: je kunt voor de Hollandse Luchten sensorkits minuutwaarden terugkijken en downloaden voor de afgelopen 48 uur.

“Dit onderwerp kwam naar voren in een bijeenkomst van Hollandse Luchten in Haarlem waar Hester van het RIVM bij was. Ten eerste vind ik het erg waardevol dat het RIVM dit kan laten zien. Je ziet veel beter de pieken die met houtstook gepaard gaan. Mooie ontwikkeling. Dank daarvoor.
Deze data live (geen historie bewaren) ter beschikking stellen via een API zou helemaal geweldig zijn. Dat helpt enorm in de bewustwording rondom houtstook, want je faciliteert allerlei mogelijkheden om de data zichtbaar te maken, bijvoorbeeld met een fijnstof-stoplicht.”

Leon, Hollandse Held in Haarlem

 

Deze link is ook erg handig om een gehele data tijdlijn wil zien, om bijvoorbeeld te zien of je sensor goed werkt. Op de Hollandse Luchten kaart heeft de uurdata soms vertraging. En zoals Hester schrijft de vluchtige zaken zoals houtstook kun je beter zien. Verder, omdat het ongekalibreerde data is, reageert de site sneller.”

Gerard, Hollandse Held in Beverwijk en Heemskerk

 

We zijn heel benieuwd of jullie hiermee uit de voeten kunnen en wat voor interessante dingen  worden gevonden bij de analyse van deze data. Feedback kun je met ons delen via support [at] hollandse-luchten.org.

Heb je een interessante bevinding? Of zie je iets opvallends in de data? Deel het met ons en de andere leden van Hollandse Luchten op het SamenMeten forum!

Verslag: Pilot houtstook meten, meetvragen opstellen

Op woensdag 24 januari vond de tweede bijeenkomst van de houtstookpilot plaats.

Tijdens deze bijeenkomst bespraken bewoners van de IJmond, Paula van TNO en Annabel en Imme van Waag Futurelab de volgende stappen in de houtstookpilot. Paula van TNO vertelde over de roetsensoren en over het experiment dat zij hebben uitgevoerd met een vuurkorf. Annabel liet een filmpje zien over binnen houtrook meten. En er was een cameraploeg van Pointer aanwezig. Zij maakten een tv-uitzending over de overlast die mensen ervaren van houtrook. Bekijk de aflevering of lees het artikel over burgerwetenschap dat Pointer schreef.

TNO: update over de plaatsing van de roetsensoren

In de vorige bijeenkomst werden de locaties gekozen voor het centrale meetpunt en de eerste drie roetsensoren. Het centrale meetpunt staat achter het hek bij de politie. Op dat centrale meetpunt is ook een roetsensor geplaatst.

Paula vertelt dat de eerste drie roetsensoren zijn gebouwd. Het eerste sensorkastje is vrijdag 8 december ter kalibratie op het centrale meetpunt geplaatst. Roetsensor 3 en 4 zijn op 12 januari op het centrale meetpunt geplaatst. Wanneer de kalibratie van de sensoren goed is, kunnen ze op de locaties geplaatst worden die tijdens de eerste bijeenkomst zijn uitgekozen. De roetsensoren worden dan ook zichtbaar op de Hollandse Luchten kaart.

TNO heeft de roetsensoren vergeleken met het centrale meetpunt; komen de metingen overeen en zijn de sensoren klaar om geplaatst te worden? Uit deze vergelijking kwam dat nog niet alle sensoren klaar zijn om geplaatst te worden. Sensor 1 en 2 zijn nog niet klaar; die hebben beide nog wat rariteiten. Sensor 3 en 4 meten wel goed; ondanks wat ruis, volgen ze goed de zwarte roet trend die het centrale meetpunt meet. Roetsensor 3 of 4 kan dus binnenkort worden geplaatst. Voor de grafieken en de precieze vergelijking kun je de presentatie van TNO bekijken.

Experiment: meten naast een vuurkorf

Op donderdag 18 januari is er een experiment uitgevoerd om te zien wat de roetsensoren en de SODAQ AIR meten, wanneer ze vlak naast een vuurkorf hangen. Tussen 10:00 uur en 12:00 uur is de vuurkorf aangestoken. Je ziet die rook ook terug in de grafiek (zie Figuur 1).

Figuur 1: SODAQ AIR vergeleken met de roetsensor en het centrale meetpunt (FIDAS).

Paula vertelt dat de plek van de inlaat van de sensoren invloed heeft op wanneer die de rook meet.

Video: binnen meten

Annabel maakte voor de houtstookpilot een video waarin zij testte hoe de SODAQ AIR de uitstoot van fijnstof binnen in huis bij het aansteken van een houtkachel meet. Zien we verschil met verschillende kachels, open haarden en aansteekmethoden?
Bekijk de video.

De precieze condities van hoe je het vuur aansteekt en hoe de kachel is maakt heel veel uit. De Zwitserse methode werkt het minst vervuilend. In die methode begin je met de zwaarste blokken en stapel je daarop de kleinere takjes. De stapel steek je vervolgens aan de bovenkant aan. Ook is het belangrijk om droog hout te gebruiken.

Wil je ook binnen meten? Neem dan contact op met Annabel. Zij heeft een speciale sensor om binnen mee te meten en kan die aan je uitlenen. Gebruik je eigen sensor niet om binnen te meten; dan geeft de data een verkeerd beeld en kunnen we geen goede data-analyse maken.

Meetvragen opstellen

Het laatste deel van de bijeenkomst ging over meetvragen opstellen. Welke vragen willen we proberen te beantwoorden in deze pilot? De belangrijkste vraag is of we verschillende bronnen kunnen onderscheiden. Fijnstof bestaat uit allerlei verschillende stofjes met verschillende bronnen. Kunnen we de metingen van de roetsensoren gebruiken om te zien hoeveel fijnstof door houtstook komt? Ook willen de bewoners graag weten of er een verschil te zien is tussen nieuwbouwwijken en oudere wijken.
De bewoners hopen dat deze inzichten helpen om mensen bewust te maken van de vervuiling die houtstook veroorzaakt en dat het makkelijker wordt om het gesprek over overlast door houtrook te beginnen.

Pointer: tv-uitzending over houtrook

Voor de gezellige sfeer of als besparing van energiekosten, in de winter wordt regelmatig de open haard aangestoken. Maar voor de luchtkwaliteit doet het stoken helaas niet veel goeds. Veel mensen ervaren overlast van de houtrook, zoals heftige benauwdheid of verkoudheidsklachten. Wat zijn de gezondheidsrisico’s van houtrook? En wat kan er gedaan worden tegen overlast van houtrook? Pointer onderzocht dit in een uitzending over houtstook.

Voor deze aflevering kwam Pointer ook langs bij de houtstookpilot van Hollandse Luchten. De tv-uitzending was op donderdag 2 februari  te zien op NPO 2. Bekijk de aflevering of lees het artikel over burgerwetenschap wat Pointer schreef.

 

TNO: Samen met burgers houtrook in kaart brengen voor gerichte beleidsmaatregelen

TNO schreef dit artikel naar aanleiding van de houtstookpilot die TNO samen met de meetgroep IJmond van Hollandse Luchten, Waag Futurelab en de Omgevingsdienst IJmond uitvoert.

Het artikel met video is ook te vinden op de website van TNO.

TNO ontwikkelt een meetmethode waarbij houtrook op wijkniveau in kaart wordt gebracht en een koppeling naar gezondheid gemaakt wordt. Daar is behoefte aan omdat houtrook mogelijk een negatieve invloed heeft op de gezondheid. Gemeenten zijn op zoek naar handvatten voor gericht beleid rondom houtstook. In een meetpilot met de omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten werken we samen met burgers aan het in kaart brengen van houtrook op wijkniveau. In een gesprek met luchtkwaliteit-expert Paula Bronsveld en Imme Ruarus, Hoofd van het Smart Citizens Lab bij Waag Futurelab, bespreken we de pilot.

Video over TNO’s onderzoekspilot voor houtstook meten in Heemskerk Cookie voorkeur wijzigen Inhoud wordt niet getoond omdat cookies niet toegestaan zijn. Hier kan het gebruik van cookies op deze website worden toegestaan of geweigerd. Cookieverklaring TNO onderzoekers bezig met een houtrookmeetcampagne in gemeente Heemskerk Meetdata essentieel voor houtrook gezondheidsrisico’s

De hoge energieprijzen hebben de afgelopen jaren geleid tot een forse toename van houtstook. De daarbij vrijkomende houtrook bevat schadelijke stoffen – zoals fijnstof, koolmonoxide (CO), vluchtige organische stoffen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) en roet – die gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Met name mensen met luchtwegaandoeningen of hart- en vaatziekten, maar ook ouderen en kinderen, zijn gevoelig voor gezondheidsproblemen door de rook.

Zo is bekend is dat op houtstookdagen mensen met klachten kortademiger zijn en dat hun medicijngebruik hoger is dan op andere dagen. Het bepalen van individuele gezondheidsschade als gevolg van houtrookblootstelling is echter lastig.

“Het is niet duidelijk welke omstandigheden en blootstellingsfrequentie aan houtrook schade toebrengt. Voor fijnstof is wel een gezondheid gerelateerde normwaarde (WHO-norm). Daarom doen we als TNO-onderzoek naar wat de bijdrage van houtstook is aan de fijnstofconcentratie”, vertelt Paula Bronsveld, programmamanager Klimaat en Luchtkwaliteit van TNO.

Meten op wijkniveau

Bij TNO hebben we jarenlange ervaring met metingen van houtrook. Onze instrumenten kunnen veel stoffen in houtrook nauwkeurig meten. Toch blijft het lastig om de directe blootstelling van een individu of de exacte uitstoot van een stoker te bepalen.

Elke stooksituatie is namelijk anders. Dit maakt het lastig om verschillende situaties op een vergelijkbare manier te bemeten, en de gemeten waarde te kunnen toetsen aan een norm. Bij overlast zijn bovendien vaak meerdere stookbronnen aan te wijzen als veroorzaker, waardoor een eventuele overschrijding niet goed toe te kennen is aan één van de verdachte bronnen.

Bij een eerdere meetcampagne in 2020-2021 zagen we wel een duidelijke correlatie tussen klachten van bewoners en metingen op wijkniveau. Door de bijdrage van houtrook aan de luchtvervuiling op wijkniveau beter te meten en te modelleren, kunnen gemeenten onderscheid maken tussen wijken waar meer of minder aandacht nodig is voor houtstook.

“Daar sluiten deze metingen perfect op aan. Het unieke aan deze pilot, die we uitvoeren met Omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten, is dat we op wijkniveau houtrook in detail in beeld brengen en de koppeling naar gezondheid maken”, stelt Bronsveld.

Roet als indicator houtstook

We testen in deze pilot of we roet kunnen gebruiken als indicatorstof voor houtrook en of we de koppeling tussen roet en fijnstof kunnen maken. Hiervoor worden op een centraal punt in de gemeente Heemskerk zeer nauwkeurige metingen van roet, fijnstof en een aantal andere stoffen uitgevoerd.

Daarnaast meten bewoners met een combinatie van roet- en fijnstofsensoren op verschillende plekken in de omgeving, om wat te kunnen zeggen over de verspreiding van houtrook. Als dat lukt, om de koppelingen tussen roet en houtstook en tussen roet en fijnstof goed te maken, dan kunnen we iets zeggen over de verspreiding en de schadelijkheid van houtstook in een gemeente”, legt Bronsveld uit.

Waardevolle samenwerking met burgers

Bronsveld: “De samenwerking met Omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten verloopt zeer goed. Omgevingsdienst IJmond heeft een belangrijke rol gespeeld in het opzetten van de pilot en Hollandse Luchten zorgt met name voor het contact met de burgers. Het is heel interessant om op deze manier samen te werken met burgers, het levert ons veel op.”

Hollandse Luchten is een project van Waag Futurelab dat in 2018 gestart door de provincie Noord-Holland en zicht richt op burgerwetenschap en het meten van de leefomgeving met sensortechnologie.

“Ons doel is om inwoners een platform te geven om het gesprek aan te gaan met elkaar, kennisinstituten, gemeenten en overheid om de leefomgeving te verbeteren”, zegt Imme Ruarus, Lead Smart Citizens Lab bij Waag. Deze houtstookpilot past perfect bij Hollandse Luchten, want ook hier worden wetenschap, maatschappij en overheid bij elkaar gebracht.

Zo hebben bewoners, samen met experts van TNO en de Omgevingsdienst, in kaart gebracht welke vragen zij hebben over houtstook in hun omgeving en de locaties voor de sensoren gekozen.

Onderzoek naar de samenleving brengen en met elkaar in gesprek gaan is voor zowel wetenschappers als bewoners interessant. De interactie met bewoners geeft wetenschappers meer inzicht in het probleem en de lokale context. Voor bewoners is het waardevol om hun kennis over houtstook te vergroten technologie te begrijpen en daarmee hun informatiepositie te versterken.

“Wij zijn benieuwd naar de meetresultaten en data-analyse. Met dit soort data en de mogelijkheid hierover in gesprek te gaan met wetenschappers en de overheid krijgen bewoners grip op hun leefomgeving”, aldus Ruarus.

Uitrollen van de meetmethode

Begin januari 2024 zijn drie roetsensorkastjes op het centrale meetpunt in Heemskerk geplaatst en op 30 januari is het eerste sensorkastje bij een van de burgers geplaatst. Op korte termijn volgen er meer kastjes in Heemskerk, maar ook in Velsen, Wijk aan Zee en Beverwijk. De verwachting is dat de data-analyse voor de zomer gereed is en TNO na de zomer de resultaten kan delen.

Als kan worden aangetoond dat de roetmetingen te koppelen zijn aan de fijnstofmetingen dan zou het interessant zijn om deze type metingen in meer gemeenten uit te rollen. Werkt de methode bijvoorbeeld ook goed in grote steden, met meer fijnstofuitstoot vanuit het verkeer? Uiteindelijk kunnen deze houtstookmetingen gemeenten handvatten bieden voor het opzetten van beleid en handhaving omtrent houtstook.

“Wellicht kunnen we in de toekomst op onze interactieve fijnstofkaart van Nederland – waarop per gemeente te zien is hoeveel dagen per jaar de WHO-norm voor fijnstof is overschreden – laten zien welk gedeelte van fijnstof veroorzaakt wordt door houtstook”, besluit Bronsveld.

Doe jij met ons mee?

Wij willen graag meer meetpunten inrichten om beter beeld te krijgen. Ben jij als gemeente, omgevingsdienst of burgernetwerk geïnteresseerd in het meten van houtrook? Neem dan contact op met TNO.

Hoe beïnvloed ik het beleid van mijn gemeente

Online bijeenkomst trekt luchtkwaliteitsverbeteraars uit het hele land

De online bijeenkomst ‘Hoe beïnvloed ik het beleid van mijn gemeente‘ was erg druk bezocht. De Stichting houtrookvrij heeft het gedeeld op hun sociale media kanalen, en daardoor waren er ook veel aanwezigen die vooral interesse hebben in het beïnvloeden van het beleid van de gemeente op het gebied van handhaving tegen luchtvervuiling door houtstook.

De bijeenkomst vond plaats op zoom, en werd geleid door medewerkers van Waag Futurelab, dit is een verslag van deze bijeenkomst, met behulp van notities en berichten van alle deelnemers. Iedereen is gevraagd om zich voor te stellen in de chat. Van degenen die dat gedaan hebben is deze kaart gemaakt, de post-it is geplakt op de plaats in Nederland waar de deelnemer vandaan komt, je kan op alle plaatjes klikken om alles goed te kunnen te lezen:  

Pauline van Norden van de Natuur en Milieufederatie Utrecht start met een presentatie over de gemeente en hoe je als burger invloed kan uitoefenen op het beleid van de gemeente. Het leggen van contact met de gemeente is een project van de lange adem. Het is belangrijk dat je relaties opbouwt en dat je mensen blijft herinneren aan jouw onderwerp. In de presentatie van Pauline vind je een aantal geschikte contactmomenten daar voor. Volgens Pauline werkt honing altijd beter dan azijn. Het helpt als je met een positieve houding de beleidsmakers tegemoet gaat. Samen sta je sterk. Verzamel mensen om je heen die gelijke belangen hebben, dan sta je sterker, en je hebt steun aan elkaar. Je vindt Paulines hele presentatie hieronder.

Tips en vragen van de aanwezigen

Aanwezige raadsleden vullen de presentatie van Pauline aan: benader bijvoorbeeld politieke partijen om luchtkwaliteit in hune verkiezingsprogramma’s op te nemen. Het is altijd moeilijk om onderwerpen te vinden om je als partij mee te profileren. Daarop kun je inspelen met concrete voorstellen. Hiervoor moet je ongeveer een jaar voor de verkiezingen bij de lokale partij aankloppen. De aanwezige raadsleden moedigen de aanwezigen aan om toezeggingen en beleid via de politiek af te dwingen.

Aanwezigen die graag meer handhaving of een verbod op houtstook willen zien, maken zich zorgen om een gebrek aan een landelijke juridische basis. Anderen vinden dat handhaving geregeld kan worden in de APV of de omgevingswet. Er is ook iemand die artikel 5.37 van het Burgerlijk wetboek adviseert, dat gaat over onrechtmatige hinder. Tenslotte tipt een aanwezige om contact op te nemen met de lokale GGD. Zij brengen advies uit over gezondheid en luchtvervuiling door houtstook. Niet iedereen durft zich in het openbaar uit te spreken tegen luchtvervuiling door houstook. Dit komt bijvoorbeeld doordat ze bang zijn voor ruzie met de buren, en daarnaast ligt het onderwerp ook politiek gevoelig.

Deelgroepen in Zoom

Het helpt om samen op te trekken, en de aanwezigen worden uitgenodigd om in deelgroepen in zoom kennis te delen over een specifieke gemeente of een specifiek onderwerp. Hieronder volgen de afbeeldingen van de notities of een samenvatting van de deelgroepen. Als je op de afbeelding klinkt kun je de afbeelding groter bekijken. Zo delen we onze kennis!

Deelgroep Velsen

In de notities van de gemeente Velsen zijn vooral links naar meer informatie opgenomen. Raadsleden Teresa Marcos van D66 en Lara Segers van VVD uit Velsen zijn hierbij aanwezig en geven extra informatie en een blik achter de schermen bij de gemeente. Ontzettend nuttig als je iets wil bereiken in Velsen of elders in de IJmond!

Deelgroep Haarlem

In Haarlem wordt vooral besproken hoe het nu verder moet met de resultaten van Hollandse Luchten. Raadscommissielid Steven Jonker is hierbij aanwezig en geeft extra informatie. Hoe gaat het meer leven bij het college? Komen we wel verder? De belangrijkste tip is dat in maart ’24 in de voortgang van het Actieplan Schone Lucht wordt besproken in Haarlem. Dit biedt een haakje voor het bespreken van acties die volgend uit Hollandse Luchten.

Deelgroep Gooi- en Vechtstreek

In de Gooi- en Vechtstreek zijn de deelnemers al bezig met het benaderen van de provincie Noord-Holland. Als onderdeel van de pilot geluid meten gaan zij het eindrapport aanbieden aan de gedeputeerde. Hier hebben ze het over gehad tijdens de bijeenkomst.

De aanwezigen in de deelgroep Gooi- en Vechtstreek hebben al een paar contacten bij diverse gemeenten opgebouwd. Zij onderschrijven de aanmoediging van Pauline om de communicatie met de gemeente (en andere overheden) te zien als een “project van de lange adem”. Wat betreft de contacten met de gemeente gaat het om stapje voor stapje toewerken naar een nauwere band, niet direct alles willen, zorgen dat er steeds meer/beter geluisterd wordt en dat er wederzijds begrip ontstaat.

Alle aanwezigen uit de deelgroep Gooi- en Vecht zijn lid van Hollandse Luchten. De data die zij verzamelen  over luchtkwaliteit helpt hen om het gesprek aan te gaan met beleidsmakers. De aanwezigen zouden graag willen dat je hardere conclusies kan trekken uit de data. Momenteel vinden zij dit nu niet genoeg bewijslast. Het zou helpen als je een duidelijke bron van fijnstof of stikstofdioxide kan aanwijzen, en daardoor kan lobbyen voor maatregelen waardoor er gegarandeerd iets aan gedaan kan worden.

Gemeenten kennen beleid, wetten en regels. Bewoners kennen de context. Het helpt om experts uit te nodigen voor gesprekken tussen beide partijen. Gemeenten zouden zich niet alleen op beleid moeten richten, maar zich af moeten vragen ‘hoe kun je de bewoners vanuit hun behoeften ondersteunen?’ Politiek draagvlak creëren is het allerbelangrijkst; bewoners hebben invloed op lokale politieke partijen door hun stemgedrag. Als politieke partijen weten dat luchtkwaliteit een belangrijk thema is, kunnen zij daar ook een partijprogramma op samenstellen. Zo kunnen wij als activisten, mensen en buurtbewoners er weer op wijzen dat daar verschil kan worden gemaakt.

Het kan wel: het beleid van de gemeente beïnvloeden
  • Gebruik voorbeelden uit andere gemeenten in je gesprek met de gemeente: zoals het voorbeeld van Amsterdam dat nu overal 30 km/u heeft ingevoerd. Geef voorbeelden waarom het kan.
  • Bewonersgroep is een sterke partij: samen sta je sterk. Verschillende mate van betrokkenheid: een kerngroep, activisten, en misschien geïnteresseerden die af en toe aansluiten of slechts een handtekening zetten (bijvoorbeeld). Niet iedereen heeft de tijd of is in staat om actief een bijdrage te leveren, maar ziet het misschien wel graag anders. Maar hoe groter de groep: hoe beter.
  • Door blijven zetten: niet te snel en te veel willen.

Deelgroep gemeente algemeen

Omdat een aantal mensen uit verschillende gemeenten aansloten hebben we een groep ingericht die gaat over het beïnvloeden van de gemeente “in het algemeen”, dus niet gericht op een specifieke gemeente. Pauline van de Natuur en Milieufederatie Utrecht sluit aan bij deze groep. In de onderstaande afbeeling zie je dat er heel veel praktische tips in staan, van welke ambtenaren je zou kunnen benaderen, het indienen van een handhavingsverzoek tot de mogelijkheid tot subsidie bij het verwijderen van een houtkachel.

 

 

Deelgroep houtstook

In voorbereiding op deze workshop werd Hollandse Luchten benaderd door Goos Hageman, raadslid voor de PvdA in Rheden. Hij wilde graag onderzoeken wat de gemeente zelf kan doen om te handhaven op luchtvervuiling door houtstook. Een geweldig initiatief natuurlijk, en fijn dat er iemand bij is die juist vanuit de gemeente denkt. Hier onder vind je de notities van deze deelgroep. Je kan er weer op klikken om het plaatje groter te bekijken.

 

Conclusies en bevindingen

Tot slot kwamen alle aanwezigen terug in een grote online bijeenkomst en werd er gevraagd naar hun conclusies en bevindingen in de deelsessies. Deze vind je hieronder, geclusterd op onderwerp. Je ziet dat aanwezigen er echt iets aan hebben om samen kennis en zorgen te delen. Samen sta je sterker en weet je meer. Ook worden er tips, podcasts en links gedeeld om verder actie te kunnen ondernemen voor een schonere lucht.

 

 

Tot slot worden er nog een heel aantal links en bronnen gedeeld door de aanwezigen. Deze vind je onder dit artikel. Het was een zeer drukbezochte bijeenkomst met veel informatie, dus ik hoop dat dit verslag iedereen helpt om samen de luchtkwaliteit samen meetbaar beter te maken!

Foto: RIVM

Verkenning impact van Hollandse Luchten

Een burgerwetenschapsproject zoals Hollandse Luchten levert niet alleen wat op voor inwoners, maar ook voor samenwerkingspartners. Eline Verhoeven van het RIVM onderzocht voor de Provincie Noord-Holland, gemeenten, Waag Futurelab en het RIVM wat Hollandse Luchten voor hen teweeg heeft gebracht. Zij schreef deze blog over het onderzoek:

Begin 2023 kwamen de samenwerkingspartners en de Hollandse Helden samen tijdens een consortiumbijeenkomst. Hierin hebben we gesproken over de vraag ‘Wat heeft Hollandse Luchten binnen jouw organisatie teweeggebracht?’. Het gesprek hierover deed mij nadenken: het is leuk en interessant om met sensoren te meten en we hopen dat ons werk bijdraagt aan een gezonde en prettige leefomgeving. Daarbij zeggen we allemaal dat we er veel van leren, maar wat is dat dan precies? Over deze vraag mocht ik de afgelopen tijd nadenken, en het resultaat kan je lezen in deze RIVM publicatie getiteld Wat levert burgerwetenschap op? De tussentijdse resultaten van ‘Hollandse Luchten’. Ik deel graag een aantal hoogtepunten met jullie.

Over het rapport

Een burgerwetenschapsproject zoals Hollandse Luchten levert niet alleen wat op voor bewoners, maar ook voor samenwerkingspartners. En juist dat laatste staat centraal in deze publicatie. Samen met Annabel Thomas van Waag Futurelab heb ik ervaringen verzameld bij onze eigen collega’s van Waag en het RIVM, bij de provincie en bij de gemeenten Hilversum, Gooise Meren en BEL Combinatie. Deze ervaringen zijn gebundeld aan de hand van de drie doelen van Hollandse Luchten: kennis opbouwen, dialoog voeren, en handelingsperspectief verbeteren.

Met de provincie is afgesproken dat dit een verkenning zou zijn, en dat we eigen kennis aanvullen met de ervaringen van gemeenten en provincie. We hebben daarom niet met alle samenwerkingspartners gesproken.  Ik hoop dat deze verkenning aanleiding geeft om verder in kaart te brengen wat Hollandse Luchten teweegbrengt bij onze eigen organisaties!

Kennis delen: Samenwerkingspartners leren veel in Hollandse Luchten

Burgerwetenschap is voor sommige partijen nog best wel nieuw. We leren dan ook veel tijdens het meedraaien in Hollandse Luchten. Zo leren de provincie en gemeenten veel over hoe ze als overheidsinstelling kunnen samenwerken in co-creatie met inwoners. Waag leert welke onderzoeksmethodes goed werken, zoals het opstellen van een meetvraag en hoe je dat met elkaar kunt doen. Wisten jullie al dat deze methodes ook in andere burgerwetenschapsprojecten worden toegepast, zoals Thermo-Staat? En het RIVM leert in Hollandse Luchten steeds meer over de werking van sensoren, geholpen door de kritische blik van bewoners die bijvoorbeeld registreerden dat de meetkastjes te hoge waarden gaven.

Dialoog: In Hollandse Luchten ontstaan waardevolle gesprekken

In Hollandse Luchten is er bewust voor gekozen om ruimte te maken voor inhoudelijke dialoog. En we zien dit ook veel gebeuren. De provincie en gemeenten hebben door de gesprekken een beter beeld van de zorgen van bewoners over de leefomgeving, en zijn verrast door de veelzijdigheid aan vragen die bewoners hebben over luchtkwaliteit en gezondheid. Zo is in de ene gemeente houtstook een terugkerend thema, en in de andere gemeente verkeersoverlast. Het RIVM en Waag zien dat er veel uitwisseling is tussen lokale en wetenschappelijke kennis. Beide dragen bij aan het beantwoorden van de meetvragen. 

Handelingsperspectief: Handelingsperspectief verbetert en blijft een uitdaging

In het onderzoek staan allerlei voorbeelden die laten zien wat samenwerkingspartners momenteel doen met behulp van de meetresultaten of samenwerkingen in Hollandse Luchten: handelingsperspectief. Zo geven meerdere gemeenten aan dat de zorgen die in Hollandse Luchten worden gedeeld over bijvoorbeeld houtstook het thema op de gemeentelijke agenda versterken. En betrekt de provincie bewoners in de evaluatie van het Luchtmeetnet in de regio IJmond. Waag Futurelab en het RIVM zijn steeds vaker kennispartner over burgerwetenschap op nationaal en internationaal niveau en brengen daar ervaringen uit Hollandse Luchten in.

Voor de toekomst van Hollandse Luchten staat het verder ontwikkelen van handelingsperspectief voor bewoners en betrokken overheden centraal: Wat hebben zij nodig om hun handelingsperspectieven te verbeteren? En wat kunnen de projectpartners daarin bieden? Ik hoop dat we dit het komende jaar verder kunnen onderzoeken! Zo werken we toe naar nog meer impact.

Het RIVM publiceert de kalibratie voor Sensirion SPS30

Het RIVM heeft een algemene kalibratie voor alle Sensirion SPS30 sensoren ontwikkeld. Dat betekent dat de leden van Hollandse Luchten nu gecorrigeerde PM2.5 data kunnen gebruiken!

De meeste fijnstofsensoren zijn gevoelig voor luchtvochtigheid. Een hoge luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de sensoren regelmatig te hoge fijnstofwaarden aangeven. Ook andere omgevingsfactoren, zoals temperatuur, kunnen ervoor zorgen dat sensoren de hoeveelheid fijnstof in de lucht overschat of onderschat. Daarom heeft het RIVM een kalibratie voor de Sensirion SPS30* gepubliceerd om de waarden te corrigeren.

De correctie van het RIVM zorgt als het goed is voor een grotere betrouwbaarheid van de Sensirion SPS30 sensoren. Op het Samenmeten dataportaal kun je de correctiefactor voor de SPS30 sensoren al toepassen. Als je in het Samenmeten dataportaal je eigen sensor selecteert, zie je dat de correctie te zien is sinds 13 december 2023.

Komend jaar zullen we ervoor zorgen dat deze correctiefactor ook op de Hollandse Luchten kaart toegepast kan worden.

Kalibratie door het RIVM en Hollandse Luchten

De kalibratie die het RIVM publiceerde staat los van de specifieke kalibratie voor de Hollandse Luchten sensorkits (SODAQ AIR) waar de data-science werkgroep aan werkt. De kalibraties komen op verschillende manier tot stand. De kalibratie van het RIVM is gebaseerd op een vergelijking tussen sensoren op officiele LML-stations in een bepaalde regio. Lees meer over de kalibratiemethode van het RIVM. De data-science werkgroep van Hollandse Luchten werkt aan een kalibratie dat een regressiemodel gebruikt: het model wordt getraind door middel van historische data en andere datasets (bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheiddata).

*Sensirion SPS30 en SODAQ AIR

Er is een verschil tussen sensor en sensorkit. Een sensorkit bestaat uit allerlei onderdelen, die ervoor zorgen dat het apparaat werkt en data kan versturen. De sensor is één van die onderdelen in de sensorkit: het onderdeel dat iets meet (zoals fijnstof). De SODAQ AIR is een sensorkit en meet fijnstof met de ingebouwde sensor Sensirion SPS30. De kalibratie van het RIVM geldt voor alle SPS30-sensoren, dus voor de SODAQ AIR en voor andere sensorkits die meten met de Sensirion SPS30.

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in de Gooi- en Vechtstreek

Op donderdag 16 november kwamen de meetgroepen uit de Gooi- en Vechtstreek samen in Bussum om de data van de afgelopen meetperiode te analyseren.

Voor de meetgroepen in de Gooi- en Vechtstreek vond op donderdag 16 november de laatste data-analyse bijeenkomst van 2023 plaats in Bussum. De meetgroepen zitten in de BEL-combinatie, Gooise Meren en Hilversum. Bewoners, gemeenten, TNO, GGD Amsterdam en de Provincie Noord-Holland kwamen samen om de data van een jaar lang meten te analyseren. Ook Jeroen Olthof, gedeputeerde van Provincie Noord-Holland was aanwezig.

Jeroen Olthof opent de avond. Hij spreekt zijn nieuwsgierigheid uit over de bevindingen van een jaar meten en is enthousiast om door te gaan met Hollandse Luchten in 2024.  

Daarna neemt Imme Ruarus van Waag Futurelab het woord. Op het programma staat een presentatie van Taoufik Bakri (TNO) die een introductie geeft van de duiding van data en het data-analyse dashboard. Daarna presenteren bewoners Ruud en Henk ieder hun onderzoek. Na de presentaties gaan de verschillende meetgroepen in gesprek over de inzichten en voortgang van Hollandse Luchten. Illustrator Danibal maakte een visueel verslag van de avond. Je kunt de presentaties en de illustraties downloaden onderaan deze pagina.

Afb. 1 Jeroen Olthof opent de avond. Illustraties door Danibal, gehele verslag in tekeningen onderaan deze pagina.

TNO: Over dataverwerking en data-analyse

Taoufik geeft een korte introductie over data-analyse. Welk proces gaat er vooraf aan de analyse? De eerste stap is datacollectie: het verzamelen van de data met de SODAQ AIR’s. Je kunt ook andere databronnen gebruiken, zoals weerdata van het KNMI. Wanneer al deze data samen worden gebracht, heet dat datafusie. De data-analyse werkgroep van Hollandse Luchten houdt zich bezig met het proces van data-cleaning: het checken van de datakwaliteit. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een kalibratie: een correctie van de data.

In het Hollandse Luchten Data-Analyse Dashboard kun je de kalender gebruiken om te zien welke dagen opvallen. Taoufik analyseert samen met de aanwezigen de hoge fijnstofpiek op 9 september. Destijds riep het RIVM al op tot een stookalert vanwege hoge ozon- en fijnstofconcentraties dat weekend die smog zouden veroorzaken. Over de oorzaak van de hoge fijnstofconcentratie worden er op het forum veel gedachten en mogelijkheden gedeeld.

Afb 2. Taoufik vertelt over data-analyse
Afb. 3 Taoufik en bewoners bespreken de fijnstofpiek op 9 september.

De BEL-combinatie: Fijnstof metingen

Ruud, Moos en Evert hebben onderzoek gedaan naar bronnen van fijnstof in de Blaricum, Eemnes en Laren. Zij onderzochten de invloed van snelwegen en het verschil tussen het woongebied en het buitengebied.

Ruud presenteert hun analyse: “Fijnstof is om 7.00 uur het hoogst en om 15.00 het laagst in de BEL en NH”. Verder is er nauwelijks verschil te zien tussen de metingen langs de A27, de woonwijken en het buitengebied. Bij de snelwegen worden over het algemeen iets hogere fijnstofwaarden gemeten, waarbij het Meetpunt kruispunt A1/Hilversumse weg de hoogste waarde in BEL geeft. De laagste waarden worden gemeten door het meetpunt in Laren Mauvezand. De pieken zijn vaak te herleiden naar houtkachel: “Je kunt het ruiken en dan kijken op de kaart.” vertelt Ruud. Maar de kachels moeten dan wel dichtbij de sensor staan.

Afb. 4 Ruud presenteert.
Afb. 5 Houtstook is moeilijk te meten.

Ruud concludeert dat met de huidige data er geen echte grote lokale bronnen van fijnstof zijn gevonden. “We weten helaas niet wat bronnen van fijnstof zijn”.

Voor het vervolg van Hollandse Luchten is de wens om door te gaan met meten om de langere termijn trends te analyseren. De meetgroep kan het logboek gebruiken om ook ervaringen van luchtkwaliteit bij te houden. “We willen allemaal dat de luchtkwaliteit ideaal is, maar dat gaat niet gebeuren. Maar we kunnen wel onderzoeken wat de situatie nu is en wat we zelf kunnen doen” aldus Ruud.

Hilversum: burgermeetnetwerk Meetbaar Hilversum

Henk gaf een presentatie over de meetgroep in Hilversum. In 2020 is Meetbaar Hilversum van start gegaan met een eigen burgermeetnetwerk in samenwerking met gemeente Hilversum. De meetgroep maakt gebruik van sensorkits van Sensor.Community. De doelen destijds waren: de sensoren moeten aan de standaard van het RIVM voldoen, de data verschijnt op Samenmeten.nl en er komen 50 meetpunten.

In 2022 is Meetbaar Hilversum aangesloten bij Hollandse Luchten. Als onderdeel van Hollandse Luchten willen ze onderzoeken hoe hun metingen kunnen worden verbeterd en vindt er kennisdeling plaats met de andere meetgroepen.  Omdat in Hilversum gemeten wordt met een andere sensor, vragen de bewoners zich af welke sensor beter is.  

Tobias van de GGD reageert op deze vraag “Het is niet met zekerheid te zeggen of de sensor van Sensor.Community beter of minder goed is, want we vergelijken de sensor op dit moment niet direct met de SODAQ AIR en de officiële metingen”. Om dat te onderzoeken zou er een sensor op een LML-stations geplaatst kunnen worden.  Ook laat Tobias weten dat de SODAQ wel aardig betrouwbaar is, omdat er vergeleken met andere fijnstofsensoren vrijwel geen uitval is van de sensor.

Afb. 6 Hilversum zoekt nieuwe meetpunten.

Vervolggesprekken

Na de presentaties bespreken de bewoners per meetgroep wat ze graag willen met Hollandse Luchten in 2024 en wat ze daarvoor nodig zouden hebben.

In de meetgroep uit de BEL-combinatie wordt geopperd of er een officieel meetpunt in de Gooi- en Vechtstreek kan komen om meerdere onderdelen van luchtkwaliteit te meten. Maar het lijkt de meesten beter om een met een gestuurde vraag data te verzamelen. Bijvoorbeeld door te kijken welke lokale bronnen mogelijk invloed hebben op de kwaliteit van de leefomgeving. Aan de hand van die bronnen kunnen bewoners gericht kijken hoe daar data over verzameld kan worden. Het RIVM of de GGD Amsterdam kunnen ondersteuning bieden in het onderzoeken van de volgende stap.

De meetgroep van Gooise Meren bespreekt dat ze graag willen meten hoe het zit met de uitstoot van fijnstof door houtstook en de snelweg. Dat is lastig te onderzoeken met de huidige meetdata. De meetgroep vroeg zich af hoe zij dat beter kunnen doen. Het gesprek ging ook hier over de afweging tussen meer sensoren ophangen op strategisch plekken en het aanvullen van de SODAQs met een officieel meetpunt.

De meetgroep in Hilversum willen graag het aantal sensoren uitbreiden, zodat ze een fijnmaziger meetnetwerk hebben. Het opbouwen van een archief aan data wordt heel belangrijk gevonden, en ook in Hilversum wordt er graag verder onderzocht wat de beleving van de luchtkwaliteit is en of deze correspondeert met de data. Er interesse in technologieën waarmee maatregelen getest kunnen worden zoals de Urban Strategy Tool die TNO ontwikkelt.

Afb. 7 Hoe kunnen we fijnstof afkomstig van de snelweg meten?

Al met al waren het nuttige gesprekken en biedt het al een eerste perspectief op het vervolg van de huidige meetperiode. We gaan hier komend jaar verder mee aan de slag! Alle leden van Hollandse Luchten die dit jaar hebben gemeten, wordt gevraagd om de eindevaluatie in te vullen, via deze enquête. Door middel van de resultaten van deze enquête kan het team van Hollandse Luchten het meetjaar 2023 evalueren en samen het plan voor volgend jaar ontwerpen.

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in IJmond

Op 15 november hebben burgers, gezondheidsexperts en beleidsmakers in de IJmond het gehad over bronbepaling en handelingsperspectief

In Zalencentrum De Jansheeren in Heemskerk kwamen op 15 november ongeveer 30 mensen bijeen om de meetresultaten van het afgelopen jaar bij Hollandse Luchten te bespreken. In de zaal zitten leden van Hollandse luchten, Hollandse Helden, coördinatoren van de meetgroepen, wethouders en ambtenaren van IJmondgemeenten en de provincie Noord-Holland, maar ook gezondheidsexperts van de GGD en RIVM, de Omgevingsdiensten IJmond en Noordzeekanaalgebied en twee journalisten van onderzoeksplatform Investico. Tekenaar Danibal zorgt voor getekend live verslag van de avond. Een zeer uiteenlopend gezelschap, maar alle deelnemers deelden een buitengewone interesse voor de luchtkwaliteit in de IJmond.

Afb. 1 Bezoekers aan de slag om thema’s te bepalen, met Pieter Out in het midden. Foto: Jimena Gauna CC BY-NC-ND, Waag Futurelab, 2023

Pieter Out, projectleider van Hollandse Luchten bij de provincie Noord-Holland, verzorgt het welkomstwoord. Hierin geeft hij aan dat de provincie achter de doelstelling van Hollandse luchten staat. Hij feliciteert de leden met de geweldige inzet en alles wat er tot nu toe bereikt is. Hij kijkt er naar uit om in 2024 door te gaan met Hollandse Luchten.

Hester Volten, luchtkwaliteitsexpert bij het RIVM en burgerwetenschap en Jeroen Silvis, data-analist bij de provincie Noord-Holland zijn vandaag aanwezig om te reageren op de presentaties en advies te geven over het Hollandse Luchten-onderzoek in de toekomst. Sylke van Duijnen en Annabel Thomas van Waag Futurelab leiden de avond.

Afb. 2 Wethouders van den Berg en Zalinyan aanwezig namens de IJmond gemeenten. Foto: Jimena Gauna CC BY-NC-ND, Waag Futurelab, 2023

Presentatie van Jos over bronbepaling

Jos presenteert als eerste zijn bevindingen over de data uit de IJmond. Hij deelt mee dat hij geen data-analist is, maar dat is precies de bedoeling van Hollandse Luchten: mensen zelf in staat stellen om hun data te analyseren. Jos legt uit hoe je door middel van windrichting de fijnstofuitstoot van een bron kunt bepalen. Als je een bron hebt waarvan jij vermoed dat deze fijnstof uitstoot, kun je dat controleren door hier sensoren omheen te plaatsen. Met behulp van windrichting kun je vervolgens zien wat de sensoren rondom de bron aangeven. Dat kan je dan weer aftrekken van de sensoren na de bron. Jos gebruikt hiervoor de winddata van Buienradar, die best nauwkeurig is. Je moet de data van de ene sensor van de andere sensor aftrekken omdat dat gaat over de achtergrondwaarde van het fijnstof, zo kan je zien wat je bron extra uitstoot boven op de achtergrondwaarde.

Afb. 3 Jos presenteert. Tekeningen door Danibal, gehele verslag in tekeningen onderaan deze pagina.
Afb. 4. Reacties op de presentatie van Jos

Jos heeft zelf een bron in zijn buurt die hij kan zien met zijn sensoren. Vanwege het tijdstip waarop de uitstoot plaatsvindt denkt hij dat dit iemand is die hout stookt. De fijnstofpiek is vaak aan het einde van de middag te zien, vermoedelijk als iemand thuiskomt van zijn of haar werk. Jos heeft zijn metingen in een schrift bijgehouden. De aanwezigen zijn nieuwsgierig naar deze aantekeningen.  Hester van het RIVM is positief over de aanpak van Jos. “Je kan pas wat met deze data in combinatie met observatie van de bewoners”, zegt zij. Als het bijvoorbeeld ruikt naar een open haard, kan je dat weer verbinden aan je metingen. Jeroen (data-analist van de provincie) sluit zich hierbij aan en is benieuwd naar de aantekeningen van Jos. De presentatie van Jos is hier in zijn geheel te zien.

Presentatie van Gerard over handelingsperspectief en toekomstperspectief

Gerard is de tweede presentator van de avond. Hij wil de aandacht vooral leggen bij het handelingsperspectief en vraagt de provincie hoe dat kan worden geboden Gerard vertelt over een gebeurtenis op 8 september. Op die dag vond er een vuurwerkshow plaats in Heemskerk. 

De sensor op het gemeentehuis van Heemskerk liet een grote piek zien op die 8 september. Het leek voor de hand liggend dat die van het vuurwerk afkomstig was, maar dit bleek niet het geval. Gerard en Annabel hadden de bevinding gepost op het Samen Meten Forum. Uit informatie van andere forumgebruikers bleek dat sensoren door het hele land op die datum een piek lieten zien. De bron leek niet afkomstig van de vuurwerkshow, maar van de zee. Wat was hier aan de hand? Is er een boorplatform dat vervuilt of iets affakkelt? 

Afb.
Afb. 5 Wat is de bron?

Het punt is, zegt Gerard, je hebt veel data en tools, maar hoe interpreteer je het? Hoe ga je mensen boeien en binden? Gerard wijst nog op een aantal dingen die daarbij kunnen helpen. Bij de Datawerkplaats in Utrecht wordt een onderzoek uitgevoerd naar de succesfactoren van Citizen ScienceGerard roept op om de enquête van de Datawerkplaats in te vullen. Als onderdeel van Hollandse luchten is nu gestart met een pilot houtstook meten. Dit zou misschien een stap kunnen zijn waarbij het handelingsperspectief dichterbij komt, zegt Gerard. Je kan Gerards presentatie hier in zijn geheel inzien.

Afb. 6 Binden en boeien

Reacties uit de zaal

Hester reageert op de presentatie en op de onverklaarbare fijnstofwolk die op 8 september in het hele land werd gemeten. Het zou kunnen dat die is veroorzaakt door ozon, stelt Hester. Er was voor die dag ook een Smogalert afgegeven door het RIVM, weet Hester. Wellicht niet zo’n goede dag om vuurwerk af te steken. Ze is enthousiast over Gerards presentatie: “We ontdekken nu echt wat deze sensoren wel en niet kunnen.” Jeroen sluit zich daarbij aan: “blijf vooral meten”.

Afb. 7 Hester van het RIVM is enthousiast.

Pieter (projectleider Hollandse Luchten bij de provincie Noord-Holland) reageert op Gerard zorg over het handelingsperspectief. We hebben dit jaar heel wat technische vooruitgang geboekt, nu moeten we vooruitgang boeken in het gesprek over de data. We zijn op een niveau waar we eerder niet waren. Voor de evaluatie van het Luchtmeetnet worden nu ook leden van Hollandse luchten uitgenodigd. Ook werkt Hollandse luchten via Globe samen met scholen. 

Afb. 8 Een sensor op een sportschool.

Milieuwethouder Brigitte van den Berg van Beverwijk is voorstander van Gerards verzoek om ook een sensor op het gemeentehuis in Beverwijk te plaatsen. Zij ziet de data van Hollandse luchten als een kans om de politiek te informeren. Haar collega-wethouder Ani Zalinyan van Heemskerk ziet het als een taak voor de politiek om iets met de meetresultaten te gaan doen. Dat zou ook kunnen helpen met het boeien en binden van mensen. Zij moeten weten dat zij niet alleen voor zichzelf meten, maar dat er naar hun metingen gekeken wordt. De vraagstukken waar de leden van Hollandse luchten mee bezig zijn, zijn ook vraagstukken voor de gemeente, aldus Zalinyan.

Programma gezondheid en luchtkwaliteit

Na de pauze vertelt wethouder Van den Berg over het programma gezondheid en luchtkwaliteit van de gemeenten Heemskerk, Beverwijk en Velsen. Deze gemeenten hebben dit programma samen via de Omgevingsdienst IJmond vastgesteld. Hierin staan maatregelen die de IJmondgemeenten willen nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het gaat onder andere over verkeer, scheepvaart, industrie en houtstook. 

Afb. 9 Wethouder van den Berg gaat in op het programma gezondheid en luchtkwaliteit

In het licht van het RIVM-rapport rondom de invloed van Tata Steel op de gezondheid van de inwoners wordt dit programma nu geactualiseerd. De gemeenten Velsen, Heemskerk en Beverwijk nodigen de aanwezigen nu uit om in kleine groepen te spreken over hun zorgen over de luchtkwaliteit in hun gemeente.

Kleine groepen

Punten die in de groepen besproken zijn:

  • Houtstook; weten mensen dat zij door houtstook invloed hebben op de Volksgezondheid?
  • Tata Steel; Wat zouden wij kunnen doen om betere handhaving mogelijk te maken?
  • Wat zou helpen om de groep leden van Hollandse Luchten te vergroten?
  • Kan meten helpen om het vertrouwen van de inwoners in de gemeente te vergroten?
  • Vuurwerk en de invloed op luchtkwaliteit is een ingewikkeld punt voor verschillende gemeenten. Mensen hechten waarde aan vieren door middel van vuurwerk, maar mensen hechten ook waarde aan een gezonde leefomgeving. Net als bij houtstook; daar zijn veel verschillende meningen over, en het is lastig voor de gemeente om te bepalen wat een inwoner achter de voordeur doet. Misschien zit er meer winst in investeren in bewustwording. Mensen weten vaak niet wat houtstook doet voor de gezondheid.
  • Het gaat ook over bomen en natuur en luchtkwaliteit, de natuur heeft net zo goed last van slechte luchtkwaliteit als mensen. Bomen nemen geen fijnstof op.
  • Ultrafijnstof van Schiphol is moeilijk te meten, je ziet het niet maar het is er wel.
Afb. 10 Inwoners geven hun mening
Afb. 11 Ughe ughe

Afb. 12 Je kan niet achter de voordeur kijken 

Laatste vragen en opmerkingen

  • Tata Steel; het zou mogelijk moeten zijn om op het terrein van Tata Steel te meten, op die manier kan je veel beter aan bronbepaling doen.
  • De leden van Hollandse luchten willen meer doen met windrichting, zodat zij meer kunnen doen met bronbepaling. Windrichting is overigens beschikbaar via het Hollandse Luchten dashboard.
  • Er wordt op dit moment gewerkt aan een kalibratiemethode voor de Sodaq sensoren, dit zou aan het einde van het jaar beschikbaar moeten zijn. Op dit moment kan je zo Sodaq sensoren heel goed met sensoren van hetzelfde merk vergelijken, de afwijking is bij deze sensoren ongeveer gelijk. Dus als je bij een sensor voor de bron en bij een sensor na de bron een verschil meet, zou je dit verder kunnen onderzoeken als een betrouwbare indicatie.
  • Een tip uit de zaal; een netwerk zoals Hollandse luchten zou ook zeer geschikt zijn om geluid te meten met sensoren. Hiervoor is onder de vlag van Hollandse Luchten al een pilot mee gedaan in de Gooi- en Vechtstreek.
  • Tot slot melden deelnemers dat het heel interessant zou zijn om de kennis en kunde van de verschillende meetgroepen op het gebied van data-analyse te bundelen en zo beter te benutten. 
Afb. 13 Hoe meten we Tata Steel?

Afsluiting

Alle leden van Hollandse Luchten die dit jaar hebben gemeten, wordt gevraagd om de eindevaluatie in te vullen, via deze enquête. Door middel van de resultaten van deze enquête kan het team van Hollandse Luchten het meetjaar 2023 evalueren en samen het plan voor volgend jaar ontwerpen.

Begin 2024 zal er op alle locaties weer een meetplanbijeenkomst plaatsvinden. Dan worden alle leden weer uitgenodigd, en kunnen we indien gewenst weer nieuwe leden werven. 

Hieronder vind je alle presentaties van de bijeenkomst achter elkaar. Wil je ook op de hoogte blijven van Hollandse Luchten in de IJmond? Meld je dan hier aan als lid, of abonneer je op de nieuwsbrief.

 

 

 

 

 

 

 

 

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in Haarlem

Op maandag 13 november 2023 kwam de meetgroep Haarlem samen voor de laatste data-analyse bijeenkomst van de meetperiode 2022-2023.

Aanwezig waren bewoners, diverse beleidsmakers en gezondheidsexperts van het RIVM en de GGD en data-analisten van Smart City Haarlem en AethiQs. Annabel Thomas van Waag Futurelab begeleidde de bijeenkomst. Eerst presenteerden twee bewoners het onderzoek dat zij deden en de data die hun sensoren verzamelden afgelopen jaar. Daarna deelde Marc Plantaz van de gemeente Haarlem welke acties de gemeente Haarlem momenteel onderneemt op gebied van luchtkwaliteit. Op het eind was er ruimte voor evaluatie en werd er gesproken over het vervolg van Hollandse Luchten in 2024.

Meten met de sensor op de fiets

De eerste presentatie was van Erwin. Hij vraagt zich af of hij meer fijnstof inademt tijdens het fietsen dan thuis of op het werk? Erwin monteerde de sensor op zijn fiets, waardoor hij de luchtkwaliteit op zijn fietsroute meet.

In de maand oktober verzamelde hij data over zijn fietsroute van 24 kilometer tussen Haarlem en Ouder-Amstel. Hij heeft 12 dagen gemeten, wat in totaal 24 keer de fietsroute was. 

Afb. 1 De fietsroute van Haarlem naar Ouder Amstel

Erwin heeft de volgende bevindingen gedaan:

  • Fijnstofniveaus op de fietsroute zijn vergelijkbaar met de wijde omgeving
  • Er wordt ’s ochtends vaak meer fijnstof dan ’s middags gemeten
  • Lokaal mogelijk de invloed van vliegverkeer (nader onderzoek nodig)
Afb 2. Hester van het RIVM verklaart de hoge waardes inde ochtend.

Hester van het RIVM  verklaart de hogere waardes in de ochtend. ‘Een mogelijke reden is dat de luchtlaag in de ochtend dunner is door de kou, waardoor de fijnstof verspreid wordt over een kleiner volume lucht.’ Uit eerdere data-analyse is de correlatie (het verband) tussen deze twee waarden geconstateerd. Verder valt op dat de meetwaarde vlak naast een landingsbaan van Schiphol hoger is dan de overige metingen. Maar hiervoor is nader onderzoek nodig. Hester raadt aan om een logboek bij te houden, waarin bijgehouden wordt wanneer een vliegtuig over dat punt komt.

Afb. 3 Resultaten van Erwin zijn meetdata

Erwin wil graag meer data verzamelen en wil ook graag de invloed van de wind nader onderzoeken.

Afb. 4. Je moet blijven bewegen als je wil zorgen dat de sensor niet stopt met per 10 seconden meten. Dat is best jammer, want zo mis je data.
Afb. 4. Je moet blijven bewegen als je wil zorgen dat de sensor niet stopt met per 10 seconden meten. Dat is best jammer, want zo mis je data.

Fijnstof door rokers in het centrum van Haarlem

De tweede presentatie is van Cees. Hij woont in het centrum van Haarlem tegenover meerdere cafés. Cees wil met zijn sensordata meten hoeveel fijnstof er wordt uitgestoten door de rook van buiten rokende mensen die voor de kroegen in z’n straat staan. Cees heeft de sensor aan de buitenkant van zijn woning geplaatst. De gemeente Haarlem heeft Cees geholpen met de stroomvoorziening van de sensor. Doordat er een stroompunt voor de sensor geregeld moest worden, is de sensor vanaf oktober live.

Afb. 5 De rookpauze is direct onder mijn slaapkamerraam.
Afb. 6 Sensor 335 laat pieken zien tijdens de rokerstijden van de (nacht)horeca.

Hoewel de sensor nog geen jaar meet, laat de data duidelijke meetpieken zien gedurende de openingstijden van de (nacht)horeca. In het bijzonder gedurende de weekend dagen. De meetresultaten wijzen zichtbaar af van de meetresultaten van de sensoren de omgeving. De gemeten waarden zijn soms tot wel 4x hoger dan de grenswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De verkregen resultaten worden besproken en uit het groepsgesprek blijkt dat dit verder onderzocht moet worden met een extra sensor en data analyse. Er zou bijvoorbeeld een extra sensor opgehangen kunnen worden aan de achterkant van Cees zijn huis om een vergelijking te maken.

Afb. 7 Er worden ook vragen gesteld binnen de gemeente Haarlem

Binnen de gemeente Haarlem zullen er ook vragen gesteld worden. De metingen bieden handelingsperspectief om hier een vervolg aan te geven, zo kunnen de effecten van maatregelen zichtbaar worden in de metingen.

De resultaten zijn door de bewoners samengevat in een infographic die te zien is in de volledige presentatie van Cees: Hollandse Luchten – Data Analyse Haarlem nov 2023.

Wat doet de gemeente Haarlem aan de luchtkwaliteit?

Marc Plantaz van de gemeente Haarlem meldt dat Haarlem het Schone Lucht Akkoord (SLA) heeft ondertekend.

Afb. 8 Schone Lucht Akkoord in Haarlem, de gemeente neemt maatregelen voor een schonere lucht voor alle Haarlemmers.

Om de luchtkwaliteit in Haarlem de komende jaren te verbeteren concentreert men zich op:

  • Verkeersmaatregelen
  • Mobiele werktuigen (bouw, onderhoud en evenementen)
  • Houtrook
  • Gevoelige bestemmingen
  • Bevorderen burgerparticipatie luchtkwaliteit.

Evaluatie en toekomst Hollandse Luchten Haarlem

Het is niet gelukt om effecten van houtstook te zien in de data. Uit het gesprek in kleine groepjes blijkt dat het nodig is om vaker te meten om de effecten van houtstook in de data terug te zien. Op de Hollandse Luchten kaart worden uurgemiddeldes gegeven, maar om houtstook te zien zou dat richting 5 minuten moeten.

Afb. 8 In kleine groepjes wordt overlegd wat de burgerwetenschappers kan helpen.

Dit wordt genoteerd. Verder zijn er ideeën over het betrekken van een diversere groep mensen en het versterken van de communicatie binnen de meetgroep. In januari 2024 wordt er een nieuwe bijeenkomst georganiseerd. Ondertussen meten we met veel enthousiasme door.

Afb. 9 Meer diversiteit in meters gewenst in Haarlem
Afb. 10. Hoe helpen we de leden van Haarlem om alles weer online en werkend te krijgen.

 

Verslag: Startbijeenkomst pilot houtstook meten in de IJmond

We zijn gestart met een experiment; kunnen we rook van houtstook onderscheiden van andere soorten fijnstof?

Op woensdagavond 1 november organiseerden OD IJmond, TNO en Hollandse Luchten een startbijeenkomst voor de pilot houtstook in de IJmond. In deze pilot gaan we nieuwe roetsensoren testen om pieken in metingen te identificeren die komen door houtstook. Annabel Thomas van Waag Futurelab leidt de avond in met een korte presentatie over de pilot en het doel van de avond: de meetvraag vaststellen en vier meetlocaties bepalen. Paula Bronsveld van TNO geeft daarna een inhoudelijke presentatie. Ze vertelt over het onderzoek dat TNO al doet naar houtstook, de uitdagingen hierbij en hoe met nieuwe technieken in de sensoren houtstook preciezer kan worden gemeten. Ook beantwoordt ze technische vragen van de leden van Hollandse Luchten over hoe dit precies werkt.

Ook Lonneke Haans van de GGD Kennemerland is aanwezig. Zij geeft aan dat mensen met astma of longziekte vaak direct last kunnen krijgen als het stookseizoen begint. De GGD is betrokken bij de pilot voor het belang van de gezondheid van de bewoners in deze regio.

Na de pauze gaan we samen met de aanwezige bewoners uit Heemskerk, Beverwijk, en Velsen aan de slag met de meetvraag en meetlocaties. Na een aantal aanscherpingen komen we uit op de volgende meetvraag in twee delen:

Hoe groot is het aandeel van houtstook in de totale luchtvervuiling in de leefomgeving in de IJmond en kunnen we verschillen tussen wijken zien?

Hoe groot is de bijdrage van een eventuele overschrijding aan de dagnorm van de WHO-waarden?

De bewoners, TNO en OD IJmond gaan daarna samen op zoek naar geschikte locaties voor het centrale meetpunt en drie roetsensoren die bij leden van Hollandse Luchten in de buurt komen te hangen. Douwe Reinders van OD IJmond heeft een aantal potentiële plekken voor dit centrale meetpunt voorbereid.

De eerste drie sensoren worden binnen een straal van ongeveer 1 kilometer afstand van het centrale meetpunt geplaatst, voor een eerste testfase. Het centrale meetpunt is een groot meetinstrument waar een vergunning en stroomvoorziening voor nodig zijn, waardoor er iets meer vereisten aan de locatie zitten.

Met verschillende kleuren stickers geven de deelnemers op grote kaarten de plekken aan waar vermoedelijk veel en weinig houtstook is. Op deze manier worden interessante locaties voor de meetpunten zichtbaar. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de wind, die vaak vanuit het zuidwesten waait. Na het vergelijken van een aantal potentiële locaties worden de eerste vier locaties uiteindelijk gezamenlijk vastgesteld.

Vanaf de tweede helft van november worden de eerste sensoren en het centrale meetpunt geplaatst, waarna de metingen kunnen beginnen. Op 24 januari volgt er een tweede bijeenkomst waarin drie extra locaties worden bepaald voor het ophangen van nieuwe roetsensoren.

Wil je de presentaties van de bijeenkomst bekijken? Je vindt ze hieronder.

 

Deelnemers maken een luisterwandeling (foto: Margot Brakel)

Pilotonderzoek naar geluidsomgeving Gooi- en Vechtstreek afgerond

De provincie Noord-Holland schreef een artikel over de afronding van de GLIMI geluidspilot.

Vanuit bewoners van de Gooi en Vechtstreek en deelnemers aan het Hollandse Luchten Project van de provincie Noord Holland bestond de behoefte om de kwaliteit van hun geluidsomgeving te monitoren.

Het in juni afgeronde pilotproject Geluids Landschap Instant Monitoring Infrastructuur (GLIMI) sluit aan bij deze behoefte. In het innovatieve GLIMI-project, onderdeel van Hollandse Luchten, is het geluid in de omgeving in kaart gebracht, met een grote rol voor bewoners.

Het GLIMI-pilotproject liep in de periode maart tot juni 2023. Gedurende deze maanden is geluid gemeten door geluidssensoren die 24 uur per dag aanstaan. Ook zijn er bijeenkomsten en luisterwandelingen georganiseerd en hebben deelnemende bewoners hun geluidsbeleving doorgegeven via het GLIMI-webportaal. Het project heeft helder in kaart gebracht in hoeverre deze methode aansluit bij de wensen en interesses van overheden en bewoners. Er zijn objectieve (door geluidssensoren) en subjectieve (gemelde hinder) geluidsmetingen gedaan in Eemnes (Patrijzenhof), Laren (Herdershoeve), Bussum (Brinklaan 144), Muiden (De Blauwe Wereld), Naarden (Amersfoortsestraatweg/Godelindeweg) en Blaricum (Kogge 1). 

Meeste meldingen over weg- en vliegverkeer    

In het GLIMI-project zijn meldingen van bewoners gekoppeld aan de objectief gemeten geluidsdata. Per meetpunt is geanalyseerd hoeveel, wanneer en waarover is gemeld. In de onderzoeksperiode zijn 75 meldingen gemaakt. Zowel prettig als onprettig geluid kon worden gemeld, maar in bijna alle gevallen ging het over het melden van hinder. De meeste meldingen gingen over wegverkeer en dan vooral pieken van te luide voertuigen. 30% van alle meldingen ging over luide voertuigen, 24% over wegverkeer en 12% over vliegverkeer (totaal 66%). Andere bronnen waren meer lokaal, zoals vogels (ook vaak als positief ervaren) of schreeuwen 4%. 90% van de  meldingen was goed uit de meetdata te herleiden.

Deelnemer Ruud uit Eemnes zegt dat het onderzoek hem nieuw inzicht heeft opgeleverd. Ruud: “Eemnes ligt op het kruispunt van 2 snelwegen en onder de vliegroutes van Schiphol. Verder rijden hier ook regelmatig luide auto’s en motoren door de wijk. Ik was benieuwd naar die verschillende geluiden”. Hij ziet graag dat er wordt ingezet op gedragsverandering bij lawaaierige weggebruikers. ”In de metingen was duidelijk te zien dat in onze rustige wijk, met maximumsnelheid van 30 km/u, grote geluidspieken worden veroorzaakt door voertuigen. Misschien zijn die weggebruikers zich van geen kwaad bewust, want dit project heeft ook geleerd dat iedereen geluid anders ervaart.”

Aanbevelingen

Het GLIMI-project heeft tot een aantal aanbevelingen geleid. De aanbevelingen richten zich niet alleen op geluid, maar vooral op de beleving daarvan. Voorbeelden van aanbevelingen om de geluidsomgeving te verbeteren zijn het structureel koppelen van overlastmeldingen aan objectieve meetgegevens, investeren in vergroening en biodiversiteit en inzetten op gedragsverandering bij weggebruikers die in luide voertuigen rijden. 

Lees het volledige GLIMI-rapport

Over het GLIMI-project    

Het GLIMI-project (Hollandse Luchten) is ontworpen om de kwaliteit en beleving van geluidsomgevingen continu in kaart te brengen. Bij een GLIMI-onderzoeksproject worden verschillende partijen betrokken, zoals provincie, gemeente, bewoners en partijen uit het bedrijfsleven. GLIMI is uitgevoerd door SoundAppraisal en Munisense. Dit GLIMI-pilotproject is ook bedoeld om te onderzoeken of deze onderzoeksopzet aansluit bij de behoeften van bewoners en lokale overheden. Uit onderzoek van het RIVM blijkt namelijk dat de kwaliteit van het de geluidsomgeving van grote invloed is op de gezondheid, zowel fysiek als mentaal.

Eerste resultaten van onderzoek naar hoge waarden en kalibratie

Luchtvochtigheid en temperatuur zijn van invloed op de SODAQ AIR metingen. Deze factoren worden meegenomen in de kalibratie van de data.

Begin dit jaar merkten bewoners op dat de SODAQ AIR soms hoge pieken geeft vergeleken met de officiële meetstations. Naar aanleiding van deze observaties is de data-science werkgroep toen gestart met onderzoek naar hoge waarden.

Onderzoek naar hoge en lage waarden

Inmiddels is bekend dat luchtvochtigheid en temperatuur van invloed zijn op de metingen.

De data-science werkgroep heeft de data tussen februari 2023 en september 2023 geanalyseerd. In deze periode zijn er namelijk data beschikbaar van sensoren die op het officiële meetstation meten, zogenaamde co-locatie van sensoren. Uit deze analyse bleek dat wanneer er buiten een hoge luchtvochtigheid is, de SODAQ AIR de fijnstofmetingen overschat (zie Figuur 1). Tegelijkertijd lijkt er bij een lage luchtvochtigheid een kleine onderschatting vastgesteld. Dat blijkt ook uit het verschil in metingen tussen zomer en winter: in de winter is de luchtvochtigheid relatief hoog en zijn er flinke uitschieters in de data te zien, in de zomer is de luchtvochtigheid relatief laag en zien we minder uitschieters in de data. Temperatuur speelt hier automatisch ook een rol in, omdat een lage temperatuur vaak samengaat met hoge luchtvochtigheid. We sluiten echter niet uit dat temperatuur ook een eigen bijdrage heeft in dit verschijnsel los van de luchtvochtigheid (zie Figuur 1).

Figuur 1

 

Dit is echter nog geen volledige verklaring voor de hoge waarden. De luchtvochtigheid en temperatuur zijn waarschijnlijk niet de enige factoren die een rol spelen in de over- en onderschattingen. Het ontwerp van de behuizing is mogelijk van invloed op de metingen. Dit wordt nog verder onderzocht door middel van co-locatie.

Op het forum worden ook analyses gedeeld van de overschattingen van de SODAQ AIR.

Kalibratie Hollandse Luchten data

De data-science werkgroep werkt ook aan een correctie van de data (kalibratie). We kunnen de data corrigeren, omdat we zien dat alle SODAQ AIRs ongeveer dezelfde overschattingen meten. Op eenzelfde locatie komen de metingen van verschillende SODAQ AIRs goed overeen. Weten wat te hoge of lage waarden veroorzaakt kan helpen met het corrigeren van de data. Mogelijk kunnen we volgend jaar de kalibratie van de data gebruiken. De ruwe (onbewerkte) data zullen ook altijd beschikbaar blijven.

Kalibratie door RIVM

Eind dit jaar brengt het RIVM een algemene kalibratie voor alle SPS30-sensoren. Dit is een andere kalibratie dan waar de Hollandse Luchten data-science werkgroep aan werkt. De kalibraties worden op een verschillende manier ontwikkeld. De data-science werkgroep van Hollandse Luchten gebruikt een zogenaamd regressiemodel: het model wordt getraind door middel van historische data en andere datasets (bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheiddata). Het RIVM maakt een kalibratie door sensoren in een bepaalde regio en op LML-stations met elkaar te vergelijken. Lees meer over de kalibratie door het RIVM.

Zijn de data wel bruikbaar?

Ondanks dat de waarden van de SODAQ AIR soms te hoog zijn, zijn de data wel bruikbaar. De data lenen zich momenteel vooral voor het analyseren van relatieve waarden: de relatieve verschillen en trends. Bijvoorbeeld de verschillen tussen twee groepen sensoren op verschillende locaties of in de tijd. Een voorbeeld van zo’n analyse van de Hollandse Luchten metingen wordt beschreven in het RIVM-rapport over Tatasteel

Benieuwd hoe je zelf de data kunt analyseren? Volg de stappen in de blog Hoe kun je met het Hollandse Luchten dashboard onderzoek doen naar bronbepaling? of kijk de data-dashboard tutorial terug.

Het meten van luchtkwaliteit met sensoren is nog in ontwikkeling. Het zijn geen officiële meetinstrumenten, maar de metingen kunnen wel indicatief gebruikt worden. De indicaties kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om te bepalen waar of naar wat verder onderzoek moet worden gedaan.

Kwaliteit van data

Vaak worden er vragen gesteld over de kwaliteit van de data. Onderzoek naar de datakwaliteit bestaat uit meer dan alleen de vraag: komen de waarden overeen met het de metingen van het officiële meetpunt? Datakwaliteit gaat bijvoorbeeld ook over gaten in de data. Ook deze onderdelen worden door de data-science werkgroep onderzocht. In dit artikel werd gefocust op in hoeverre metingen van de SODAQ AIR overeenkomen met de officiële metingen.

 

Sidenote: De tussentijdse update die SODAQ heeft uitgevoerd om de data te verbeteren, heeft geen invloed gehad op dit onderzoek. We zien namelijk nog geen verandering in de metingen voor en na de update.

 

Verplaatsingen sensoren in kaart gebracht

In de huidige meetperiode (2022-2023) hebben de sensoren van Hollandse Luchten een enorme bak data verzameld. Deze data is te analyseren op het Hollandse Luchten datadashboard. Maar ook aan de zogeheten ‘achterkant’ van de data bevinden zich interessante inzichten. Zo ontdekten de leden van de data-science werkgroep onlangs dat de SODAQ-sensoren weleens op andere plekken metingen doorgeven. Maar hoe vaak gebeurt dat en waarheen verplaatsen de sensoren zich? Dat heeft de data-science werkgroep uitgezocht.

De leden van de werkgroep data science kijken voortdurend naar de kwaliteit van de data die wordt doorgegeven door de sensoren van Hollandse Luchten. Daarbij zijn onlangs de GPS-locaties van de sensoren onder de loep genomen. Hieronder staan de belangrijkste inzichten van deze analyse op een rij:

  • Verreweg de meeste metingen van een sensor – 86 procent – komen van één GPS-locatie.
  • Andere, veel voorkomende meetlocaties zijn vaak plekken waar sensoren worden uitgedeeld of gerepareerd. De woningen van Hollandse Helden, het kantoor van Waag Futurelab in Amsterdam en het hoofdkantoor van SODAQ in Hilversum komen daarom veel terug in de data.
  • 80 procent van de sensoren heeft maximaal drie meetlocaties.
  • De GPS-locaties van de sensoren wordt doorgegeven in drie decimalen. Dat is niet erg nauwkeurig. Ter vergelijking: een locatie op Google Maps wordt met zes decimalen weergegeven. Waarschijnlijk kunnen veel verplaatsingen dan ook worden verklaard door de onnauwkeurigheid van het GPS-signaal. Als een sensor volgens de data is verplaatst, staat hij in realiteit vaak nog op dezelfde plek. Hieronder, op Afbeelding 1, zie je een sensor die relatief veel verschillende meetlocaties heeft doorgegeven. Door de onnauwkeurigheid van het GPS-signaal is de kans groot dat het in werkelijkheid om één meetlocatie gaat. In dit geval is de verandering in locatie dus niet van invloed op de analyse van fijnstofdata, want in realiteit is er op dezelfde plek gemeten.
Afbeelding 1: Het is aannemelijk dat de verschillende locaties van deze sensor onnauwkeurigheden zijn in de bepaling van de GPS locatie.

 

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Schroom dan niet om contact op te nemen.

Foto: PublicDomainPictures via Pixabay
Foto: PublicDomainPictures via Pixabay

Pilotproject houtstook meten van start

Welk deel van het fijnstof in de lucht komt door houtstook? Leden van Hollandse Luchten starten met een pilotproject in samenwerking met OD IJmond en TNO.

Met Hollandse Luchten meten we al jaren fijnstof. We krijgen heel vaak de vraag; “maar wat zit daar dan in?” We hebben geleerd dat fijnstof uit allerlei stoffen kan bestaan, van ammoniak tot zeezout, en van lood tot pollen. Het één is veel schadelijker voor de gezondheid dan het ander. Daarnaast kan de samenstelling van fijnstof je ook iets vertellen over de bron. De samenstelling van fijnstof geeft inzicht in: hoe ongezond is dit? Waar komt dit fijnstof vandaan? Onze partners van TNO onderzoeken dit ook, en willen nieuwe sensoren testen waarmee zij specifiek roet meten. De Omgevingsdienst IJmond (OD IJmond) is ook een van onze partners, zij ondersteunen dit onderzoek. Daarom nodigen we de meetgroepen in Hollandse Luchten IJmond uit om mede te bepalen hoe we deze pilot in de IJmond verder kunnen helpen. 

Roet komt vrij bij onvolledige verbranding, van hout in een open haard, vuurkorven of bij een andere vorm van brand. Door roet te meten met een aethalometer, en dit te vergelijken met de metingen van levoglucosan wil TNO samen met Hollandse Luchten testen of je aan kan tonen welke hoeveelheid uitstoot van fijnstof afkomstig is van houtstook.

Niet alleen houtstook bij mensen thuis zorgt voor roetdeeltjes in de lucht, ook oude dieselauto’s zonder roetfilter stoten roet uit. Roet komt vrij bij onvolledige verbranding. Ook Tata steel stoot roet uit in het fijnstof als er sprake is van onvolledige verbranding in een van de processen. Het doel van deze pilot is onder andere om te onderzoeken of we deze bronnen van roet kunnen onderscheiden, door te starten met roet afkomstig van houtstook. Onvolledige verbranding vindt vaak plaats als mensen thuis op hout stoken, bijvoorbeeld in een open haard, maar ook in een dichte houtkachel of bijvoorbeeld in een vuurkorf. Met deze pilot gaan we een experiment aan, we willen proberen aan te tonen waar het roet vandaan komt, en door de metingen mensen van meer kennis te voorzien.

We zien als Hollandse Luchten veel potentie in deze pilot. We krijgen zo vaak de vraag over de bron van fijnstof, dat we de kans om te onderzoeken of we een specifieke bron kunnen identificeren door middel van citizen science graag willen aangrijpen. Het komt nu vaak voor dat fijnstof in een wolk over het land beweegt, en dat de bron niet duidelijk is. Dit zorgt soms voor demotivatie onder de leden, want als je niets kunt zeggen over de bron, wat kan je er dan aan doen? “Wat wordt er nu gedaan met onze data?”; is een vraag die we vaak krijgen. Met deze pilot willen we meer leren over het duiden van verschillende bronnen van luchtvervuiling en hoe je dat kan aanpakken. Wij hopen dat jullie net zo nieuwsgierig zijn als wij. 

Het gaat in eerste instantie om een pilotproject met twee bijeenkomsten om locaties te bepalen. Op de eerste bijeenkomst op 1 november kunnen we de locaties van drie TNO-sensorkits bepalen die bij mensen thuis kunnen hangen. Daarbij wil TNO ook een officieel high end meetpunt op een centrale locatie in de IJmond plaatsen, zodat ze de uitkomsten van de kleinere sensorkits kunnen vergelijken met officiële meetdata. De kleine sensorkits meten alleen roet, we willen deze ophangen op locaties waar al een SODAQ Air sensorkit hangt voor het meten van fijnstof, of we willen deze erbij plaatsen. Het officiële high end meetpunt meet roet, PM10, PM2.5, ultrafijnstof, koolmonoxide en levoglucosan. Op de tweede bijeenkomst (in januari) kunnen we de locatie van nog drie kleine sensorkits bepalen. Uiteindelijk volgt er een data-analyse en een officieel rapport vanuit TNO. 

Zoals bij alle goede wetenschap weten we niet wat de uitkomsten zullen zijn, en hoe betrouwbaar de data is. TNO, OD IJmond en Hollandse Luchten willen in dit project meer leren over de data die deze sensoren verzamelen. De uitkomsten van dit pilotproject worden gedeeld met leden van Hollandse Luchten en onze partners.

Hollandse Luchten in rapport RIVM over Tata Steel en gezondheid

Recentelijk verscheen het RIVM rapport ‘De bijdrage van Tata Steel Nederland aan de gezondheidsrisico's van de omwonenden en de kwaliteit van hun leefomgeving’. In dit veelbesproken rapport staat ook een stuk over citizen science en specifiek Hollandse Luchten.

In het RIVM rapport wordt een directe relatie gelegd tussen uitstoot van Tata Steel en hinder en kans op ziekte. In dit rapport worden verschillende soorten data en databronnen besproken. In het hoofdstuk ‘Onderzoeksresultaten van meer recente datum’ staat een stuk over citizen science en specifiek over Hollandse Luchten (pagina 76 t/m 78).

Het RIVM noemt Hollandse Luchten om te belichten dat er in de regio IJmond veel interesse is in citizen science en dat het RIVM het een belangrijke ontwikkeling vindt dat burgers zelf meten en analyseren. De data van Hollandse Luchten is niet gebruikt in het onderzoek en het aantonen van de relatie tussen gezondheid en uitstoot. Wel geeft de Hollandse Luchten data de mogelijkheid om pieken te signaleren. Waardoor de pieken worden veroorzaakt is niet uit de data af te lezen.

“We weten dat voor omwonenden pieken een grote  rol spelen in hun leefomgeving, ervaring en samenhangend de vraag wat de bron is van de pieken. We hopen in de toekomst hier meer mee te kunnen. Qua gezondheidsberekeningen zijn we nog niet zover. Initiatieven zoals HL gaan hier wel aan bijdragen” liet Janneke Elberse van het RIVM weten.

In de paragraaf over Hollandse Luchten wordt beschreven hoe een piek in de Hollandse Luchten data kan worden gevonden. 
Wil je zelf de Hollandse Luchten data analyseren en pieken in de data vinden? Gebruik dan het Hollandse Luchten data-analyse dashboard of de Hollandse Luchten Kaart.

Lees het volledige rapport

Lees de samenvatting van het rapport

Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Experimenten met het zichtbaar maken van luchtvervuiling

Citizen Science Lab in Leiden stelt sensor met light painting installatie beschikbaar

Met de speciale Pollution painter kun je de luchtkwaliteit op de foto zetten!

De Pollution painter is een installatie die bestaat uit een fijnstofmeter en een lichtstok. De fijnstofmeter meet de luchtkwaliteit, en een minicomputer vertaalt deze metingen naar lichtsignalen. Door die lichtsignalen te fotograferen krijg je een beeld van de luchtkwaliteit. Jikke, Sylke en Emma van Waag Futurelab bouwden zo’n Pollution painter tijdens een workshop van het Citizen Science Lab in Leiden. De Pollution painter die Waag bouwde is te leen voor alle leden van Hollandse Luchten!

De Pollution painter

Op de Koppelting Conferentie leerden Jikke, Sylke en Emma van Waag Futurelab om een Pollution painter in elkaar te zetten waarmee je fijnstof in de lucht zichtbaar kunt maken. Deze workshop werd georganiseerd door Marin Visscher en Margaret Gold van het Citizen Science Lab in Leiden. Zij bouwen voort op het werk van de Engelse kunstenaar Robin Price en milieuwetenschapper prof. Francis Pope. In het project Air of the Anthropocene ontwikkelden zij de Pollution painter om het “onzichtbare zichtbaar te maken”.

Hoe maak je foto’s met de Pollution painter?

Ondertussen hebben Jikke, Anna, Emma en Annabel ook zelf geëxperimenteerd met het maken van foto’s. Hieronder zie je twee van onze resultaten, een bij het Waag-gebouw in Amsterdam, en een in Wijk aan Zee. In dit stukje delen we een paar bevindingen met je over het maken van de foto’s.

Het Waag gebouw, hoofdkantoor van Hollandse Luchten. Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Bovenstaande foto is gemaakt in Amsterdam, toen het al aardig donker was. Omdat het Waag gebouw mooi uitgelicht is, zie je toch de details van het gebouw goed. Als het donkerder is buiten, is het moeilijk om de camera alle details te laten opnemen.

Wijk aan Zee met Tata Steel op de achtergrond. Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Deze foto in Wijk aan Zee is gemaakt in de schemering, toen het nog niet helemaal donker was. Je ziet meer details van de gebouwen die niet zijn uitgelicht. Het is goed mogelijk om een lichtfoto te maken als het nog niet helemaal donker is. Dit is misschien zelfs nog wel mooier. 

Je werkt met een statief en een lange sluitertijd van 15 seconden. Om het statief goed te positioneren, en een goede route met de lichtbalk te lopen, heb je veel tijd nodig per locatie. Als je in de schemering wil fotografen, kun je realistisch gezien maar een locatie per avond fotograferen. 

Tweede compositie bij het Waag gebouw. Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Hierboven kun je zien dat je een heel ander effect krijgt als je de lichtjes naast het gebouw laat verschijnen in plaats van er geheel overheen. Dit hebben we in Wijk aan Zee ook geprobeerd zoals je hieronder kunt zien. Maar dan vielen de lichtjes naar ons idee niet genoeg op. 

Wijk aan Zee, Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Wijk aan Zee, Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

En bij deze foto vonden we juist dat de lichtjes te veel het zicht op het dorp beperkten. Kortom, je kunt veel kanten op, veel experimenteren, en veel fouten maken. Het is daarom mooi als je het kunt doen op de plek waar je woont, zodat je elke avond een beetje kunt experimenteren. Het fijnstofgehalte in de lucht varieert ook per dag, per plek en per minuut. Wij hebben de PM 2.5 afgelezen van een sensor in de buurt. In Wijk aan Zee was het volgens het meetstation van Luchtmeetnet 11,3 μg per m3 op het moment dat wij fotografeerden. In Amsterdam was het 10,1 μg per m3 op het moment van het makenvan de foto, dit hebben we ook afgelezen van sensoren uit de buurt.

Hier zie je Robin Price zelf aan het werk tijdens het maken van zo’n “Pollution Painting”:

 

Margaret Gold van het Citizen Science Lab Leiden is nu met haar team bezig om te documenteren hoe je zelf zo’n installatie maakt. Daarbij is ze ook bereid om meer uitleg te geven. Ze is ook actief en te bereiken via het Samen Meten forum.

Op deze website van het Citizen Science lab kun je foto’s per locatie uploaden. Hier hebben we onze foto’s nu opgezet, en hopelijk komen daar in de toekomst nog veel meer foto’s bij!

Toevoeging 27 oktober

Annabel en Emma zijn terug geweest naar Wijk aan Zee en hebben de volgende foto’s gemaakt: 

Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Deze foto’s zijn beiden gemaakt vanaf het Paasduin, een met zicht op de staalfabriek en een met zicht op het dorp. Op het uur dat wij fotografeerden was er meer fijnstof in de lucht dan op het eerdere moment, op 14 september. Dit is ook goed te zien in het aantal stipjes die de sensor laat knipperen, dat zijn er veel meer dan op de eerdere foto’s.

Actiefoto’s

Op deze “actiefoto’s” zie je hoe het proces er ongeveer aan toe gaat.

Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023
Foto door: Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2023

Hoe kun je met het Hollandse Luchten dashboard onderzoek doen naar bronbepaling?

De data science werkgroep beschrijft de stappen die je kunt nemen om zelf onderzoek te doen naar bronnen.

Veel meetvragen binnen Hollandse Luchten gaan over waar de vervuiling/fijnstof/overlast vandaan komt en/of over hoeveel een bepaalde bron bijdraagt. Dat is geen eenvoudige vraag, maar de Hollandse Luchten sensoren kunnen wel inzicht geven. Om tot de eerste resultaten te komen, kun je de volgende stappen volgen in het Hollandse Luchten data-analyse dashboard. Ook met deze stappen blijft het lastig (lokale) bronnen te detecteren. In sommige gevallen zijn er nog diepgaandere analyses nodig.

Onderaan het artikel vind je een video-uitleg over bronbepaling in het Hollandse Luchten data-analyse dashboard.

Stap 1: Bedenk welke regio je wil gaan analyseren

Als je een specifieke bron op het oog hebt, is het verstandig om de sensoren rondom deze bron te selecteren. Als je gewoon je eigen omgeving wilt analyseren, dan kies je de sensoren in jouw omgeving. Probeer altijd meer dan 1 sensor te betrekken. Dat maakt de analyse robuuster. In dit document maken we echter wel de vergelijking tussen twee individuele sensoren, omdat dit puur ter illustratie dient!

Stap 2: Bedenk welke databronnen je tot je beschikking hebt

Naast sensordata kan je bijvoorbeeld ook data van officiële meetstations (LML -data), data van het weer (KNMI-data) of overige databronnen gebruiken. In het dashboard van Hollandse Luchten zijn de LML-data en KNMI-data ook beschikbaar.

Stap 3: Onderzoek voor welke tijdsperiode deze data beschikbaar zijn

Onderzoek voor welke tijdsperiode deze data beschikbaar zijn en of dit voldoende is voor je onderzoeksvraag. Belangrijk is dat de verschillende sensoren die je gaat analyseren, ongeveer dezelfde momenten hebben gemeten!

Stap 4: Maak een tijdserie voor de sensoren

Zie je hier niet hele gekke waardes in voorkomen, dan kan je verder naar stap 5. Zo wel, filter deze sensoren/waardes uit de analyse. Zo voorkom je dat de verdere analyses erg vertekend worden. Zo zie je in de figuur hieronder dat sensor 220 veel 0-waardes heeft gegeven in januari. Die waarden moeten worden verwijderd uit de analyse.

Stap 5: Vergelijk de gemeten concentratie met de windrichting

In dit voorbeeld vergelijken we de gemeten concentratie in een pollutieroos’.
A Zien alle pollutierozen er binnen het gebied hetzelfde uit? Dan heb je waarschijnlijk geen significante individuele bronnen binnen het gebied (in elk geval niet te herleiden in tijdsperiode die je nu onderzoekt, met de data die je nu beschikbaar hebt).
B zijn de pollutierozen verschillend, dan zijn er aanwijzingen voor individuele bronnen binnen het gebied.

Een voorbeeld van een pollutieroos van sensor 415
Een voorbeeld van een pollutieroos van sensor 439

Als wij deze over elkaar heen leggen, krijgen wij het volgende beeld:

Combinatie van de pollutieroos van sensor 439 en sensor 415.

Hieruit blijkt dat de metingen voor sensor 415 bij zuidelijke wind (170 t/m 210 graden) iets hoger zijn dan de metingen van sensor 439. Echter, in dit geval blijkt dat sensor 415 voor alle dagen en uren gemiddeld genomen hogere meetwaardes geeft dan sensor 439.

Stap 6: Als de pollutierozen een verschillend beeld geven, dan kan je gaan inzoomen op waar deze verschillen vandaan komen

Soms geeft een sensor slechts 1 enorme piek, die kan het beeld behoorlijk vervormen (als het goed is verwijderd in stap 4), maar verschillen kunnen ook zijn ontstaan doordat de ene sensor altijd iets hoger is dan de ander. In het ideale geval, meten twee sensoren altijd hetzelfde, maar meet sensor A bepaalde uren van de dag, of bij specifieke windrichting hogere of lagere waarden dan sensor B. Echter, in dit geval blijkt dat sensor 415 voor alle dagen en uren gemiddeld genomen hogere meetwaardes geeft dan sensor 439. 

 

Conclusie

Het lijkt er in dit geval op dat sensor 415 altijd wat hogere meetwaardes geeft. Eigenlijk zie je dat ook al in de windroos. Echter, de verschillen tussen de sensoren zijn niet voor elk uur/dag gelijk. Tussen 5 en 9 uur ’s ochtends is het (relatieve) verschil bijvoorbeeld groter dan ’s avonds tussen 20:00 en 23:00 (zie de twee gele pijlen). Het zou dus kunnen dat er bij zuidenwind een bron is die meetbaar (door sensoren) meer bijdraagt op locatie 415 dan op locatie 439. Welke bron dat dan is, is nog niet te zeggen. Daarvoor zou je de data moeten combineren met kennis over het gebied wat je onderzoekt.

 

 

Software update SODAQ AIR

Wij raden iedereen die een SODAQ AIR sensor heeft aan om deze update zo snel mogelijk uit te voeren.

Op 20 april heeft SODAQ een nieuwe update gelanceerd van de SODAQ Air sensor, van versie 0.5.0 naar versie 1.0.0. De afgelopen maanden hebben een aantal Hollandse Helden met deze update getest, en het lijkt er op dat de update het goed doet. Wij raden iedereen die een SODAQ Air sensor heeft aan om deze update zo snel mogelijk uit te voeren.

Na de update kan volgens SODAQ:
– Het apparaat in het vervolg makkelijker updates ontvangen.
– De GPS positie vaker worden gecontroleerd.

Check of jouw SODAQ geüpdatet moet worden

Bij sommige leden is de update al ongemerkt geïnstalleerd. Hoe kun je nakijken of jouw sensor de update al heeft gehad? Zoek het IMEI nummer van jouw sensor op. Check op de website van SODAQ met het IMEI nummer van je sensor, welke software versie jouw SODAQ AIR heeft. Staat er bij “Software version” iets anders dan v1.0.0? Dan is het tijd om je sensor handmatig up te daten. 

Hoe voer je de update uit? 
  1. Haal de sensorkit van de houder met de magneet.
  2. Haal de stekker uit het stopcontact.
  3. Wacht 10 minuten.
  4. Steek de stekker weer in het stopcontact
  5. Zet de sensorkit weer terug op de houder met magneet, met de magneet in de richting van de USB-aansluiting (zie afbeelding 1)
    Afbeelding 1: SODAQ AIR juist gemonteerd op de houder met magneet.
    Afbeelding 1: SODAQ AIR juist gemonteerd op de houder met magneet.
  6. Het lampje op de sensorkit moet nu wit gaan branden als indicatie dat de update wordt geïnstalleerd. 
  7. Check ten slotte nog een keer het IMEI nummer van je sensor of de update van jouw apparaat is geslaagd. 

Werkt dit niet? Reset het apparaat dan door met een paperclip op de reset knop van de SODAQ te drukken (zie Afbeelding 2). Haal voordat je dit doet de stekker uit het stopcontact en haal de sensorkit van de houder. Deze reset kan ongeveer 7 minuten duren, als de reset is geslaagd knippert het lampje op de sensorkit met blauw licht, als er een foutmelding is kan het lampje oranje knipperen.  

Afbeelding 2: knopje om de SODAQ AIR te resetten.

 

Werkt de update niet? Loop je tegen problemen aan? Neem dan contact met ons op, dan proberen we je verder te helpen.

 

 

Logboek om gezondheidseffecten in kaart te brengen

Wil je je gezondheid of bepaalde gebeurtenissen bijhouden? Gebruik dan het Hollandse Luchten logboek

Met een logboek kun je je gezondheid in kaart brengen in combinatie met de waarden van de sensor of andere observaties. Dit soort observaties zijn ook onmisbaar in het doen van bronbepaling. Door deze verschillende bronnen van informatie te verzamelen kun je verdere inzichten opbouwen over de luchtkwaliteit en je gezondheid. Een voorbeeld is om bij te houden wanneer je last hebt van geurklachten, en deze klachten naast de sensormetingen te leggen (‘correleren’). Het zou kunnen dat er op diezelfde momenten fijnstofpieken te zien zijn in de sensordata.

Wil je zelf een logboek gaan bijhouden? Gebruik het Hollandse Luchten template:

Download het logboek: individueel

Het logboek per meetgroep

Wil je gebruikmaken van het logboek van je meetgroep? Neem contact met ons op om het wachtwoord te krijgen.

Hoe werkt het logboek?

Voor het bijhouden van gezondheidsklachten, is het goed om voor een vaste periode (bijv. twee weken) elke dag of elk uur een log te maken. Als je het per dag doet, probeer dan steeds op hetzelfde moment de log te maken. Geef aan waar je het grootste deel van de dag was.

Voorbeeld van een ingevuld logboek

 

Voor het bijhouden van andere (regelmatige) gebeurtenissen (bijv. houtstook of werkzaamheden) kun je de logs maken van de momenten waarop de gebeurtenis plaatsvindt. (bijv. alleen doordeweeks). Maak eventueel aparte tabs per gebeurtenis. Let op: is iets een unieke gebeurtenis wat relevant is voor meerdere leden van de meetgroep, zoals een grote brand, log het dan in het gedeelde logboek van Hollandse Luchten. Neem contact op voor toegang tot dit gedeelde logboek.

Op de schaal van 1 – 10 betekent een 1 geen pijn of overlast en een 10 de ergste pijn of overlast die je ooit gehad hebt. Hinderklachten kunnen ook gezondheidsklachten zijn. Voer bovenin je naam en meetvraag in, en evt. de SODAQ-ID(s) en Palmesbuisje(s) die bijdragen aan jouw meetvraag. Bij locatiebeschrijving kun je aangeven wat voor meetlocatie het is en welke bronnen er omheen aanwezig zijn.

Download het logboek: individueel

Het logboek per meetgroep

Wil je gebruikmaken van het logboek van je meetgroep? Neem contact met ons op om het wachtwoord te krijgen.

 

 

Infographic over luchtkwaliteit en gezondheid

Fijnstof en gezondheid

Wat zijn de effecten van luchtvervuiling op de gezondheid? En kun je erachter komen wat dat voor jou en je omgeving betekent?

Vanuit bewoners komen al een tijd vragen binnen over het koppelen van de meetdata vanuit de SODAQ AIR en Palmesbuisjes met gezondheidsklachten. In dit blog proberen we als data science werkgroep hier antwoord op te geven. Eerst geven we algemene informatie over luchtkwaliteit en gezondheid, waarvan een deel ook behandeld is bij de startbijeenkomsten. Daarna geven we een aantal tips om zelf gezondheid te meten en dit met meetdata te koppelen. Tenslotte geven we algemene tips om je gezondheid zo goed mogelijk te beschermen tegen luchtverontreinigende stoffen.

Gezondheid en luchtkwaliteit

Luchtvervuiling levert een belangrijke bijdrage aan ziekte en sterfte in Nederland. Astmapatiënten, kinderen en ouderen zijn extra gevoelig voor slechte luchtkwaliteit. Door het inademen van vervuilde lucht kunnen mensen zieker worden of zelfs eerder overlijden. Er kunnen luchtwegklachten ontstaan en erger worden. Ook hart- en vaatziektes kunnen verergeren. Luchtvervuiling kan longkanker veroorzaken en zou ook kunnen bijdragen aan het ontstaan van diabetes en misschien zelfs dementie. Ongeveer 3 % van de totale ziektelast wordt veroorzaakt door vervuilde lucht, dit is vergelijkbaar met de risico’s van overgewicht en te weinig beweging. Mensen in Nederland leven gemiddeld een jaar korter vanwege luchtverontreiniging.

De gezondheidseffecten van luchtvervuiling zijn bepaald door onderzoeken die voornamelijk keken naar acute klachten op dagen met hoge luchtvervuiling, en het volgen van de gezondheid en sterftecijfers van grote groepen mensen die in gebieden wonen met hoge luchtverontreiniging.

De belangrijkste vervuilende stoffen in de lucht zijn fijnstof, ozon en stikstofdioxide. Deze worden dus ook het meeste gemeten en berekend. Het is belangrijk om te onthouden dat er altijd een mengsel aan stoffen aanwezig is in de lucht. Bronnen zoals wegverkeer, houtstook en industrie stoten meerdere andere stoffen en gassen uit dan de drie belangrijkste. Deze verschillende stoffen hebben ook invloed op je gezondheid. Het is dus vaak het totale mengsel aan uitstoot wat zorgt voor gezondheidsklachten. Er is hierbij geen veilige grens, eigenlijk is elke vorm van luchtverontreiniging negatief voor de gezondheid. Maar hoe minder vervuiling, hoe minder negatieve gezondheidseffecten er te verwachten zijn.

Over het algemeen komt stikstofdioxide (NO2) vrij bij verbrandingsprocessen van fossiele brandstoffen, verreweg de grootste bron van stikstofdioxide in Nederland is wegverkeer. Stikstofdioxide wordt daarom gebruikt als marker voor de hoeveelheid luchtvervuiling die in totaal van wegverkeer komt. Stikstofdioxide is ook lokaal, dichtbij de weg is de concentratie hoog en deze neemt snel af zodra de afstand tot het wegverkeer toeneemt.

Fijnstof of Particulate Matter (PM) is een verzamelnaam voor alle deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan een bepaalde diameter (bijvoorbeeld 2,5 micrometer voor PM2,5). De samenstelling van het fijnstof heeft een grote invloed op de gezondheidseffecten. Rondom industrie zullen hier bijvoorbeeld meer metalen in zitten, die een groter effect hebben op de gezondheid dan fijnstof waar vooral zeezout in zit. Ook polycyclische aromatisch koolwaterstoffen (PAK’s), die worden uitgestoten door onder andere industrie en het verbranden van hout, hebben een grote invloed op gezondheidsrisico’s.

Ultrafijnstof is nog kleiner dan fijnstof en wordt uitgestoten door auto’s, houtkachels, industrie en vliegtuigen. Deze deeltjes kunnen nog dieper in je longen terecht komen omdat ze zo klein zijn. Ze kunnen zelfs direct opgenomen worden in je bloed. Mogelijk is ultrafijnstof nog schadelijker voor de gezondheid dan fijnstof. Waar vliegtuigen relatief beperkt fijnstof uitstoten, is de uitstoot van ultrafijnstof juist erg groot. De SODAQ AIR sensoren kunnen geen ultrafijnstof meten. De fijnstofbijdrage van vliegtuigen kan daarom momenteel niet met sensoren gemeten worden.

Zelf onderzoeken: Sensordata en gezondheid

Met je eigen sensordata is het erg lastig om te bepalen wat luchtvervuiling voor je gezondheid betekent. Het is helaas niet mogelijk om persoonlijke gezondheidseffecten te duiden met je sensordata. Hier zijn meerdere redenen voor:

  • Gezondheidseffecten zijn niet individueel voorspelbaar, omdat deze effecten gaan om kansen op een effect of ziekte die uit de gegevens van grote groepen mensen zijn afgeleid.
  • Sensordata is minder precies en betrouwbaar dan de data die in dit soort gezondheidsonderzoeken gebruikt wordt.
  • De meetperiode is vaak te kort en/of onregelmatig om een betrouwbare gemiddelde blootstelling te bepalen.

Maar er zijn een aantal dingen die je wel kunt met de data. Hieronder leggen we uit waarvoor je jouw sensor data wel en niet goed kan gebruiken.

Jaargemiddelden in kaart brengen is complex

Richtlijnen van de EU en gezondheidskundige advieswaarden van de WHO zijn allemaal gebaseerd op jaargemiddelde concentraties. Deze gemiddelden zijn voor inzicht in gezondheid en luchtkwaliteit interessant. Dit heeft te maken met langdurige blootstelling. Als je eigen meetdata met deze grenzen wil vergelijken moet je dus een jaar lang op dezelfde plek meten en hieruit een jaargemiddelde bepalen. Als je consequent hogere gemiddelde waarden meet dan bij een andere sensor, is jouw blootstelling aan verontreinigde lucht waarschijnlijk hoger. De gemiddelde waarde die jouw sensor tot nu toe heeft gemeten kan je zelf berekenen of opzoeken in het Data Analyse Dashboard van Hollandse Luchten: Hollandse Luchten | Power BI

Wel is het belangrijk je te realiseren dat de betrouwbaarheid van citizen science sensoren lager is dan die van officiële meetstations en het eigenlijk niet mogelijk is een betrouwbaar absoluut jaargemiddelde af te leiden. De exacte waarde is dus moeilijk te duiden, maar bij sensoren van hetzelfde type kun je wel een inzicht opdoen over of er in jouw omgeving relatief meer of minder fijnstof is. Bekijk altijd meerdere sensoren in een gebied, zo neemt de betrouwbaarheid van je observaties toe. Ook helpt het om je data te vergelijken met die van officiële meetstations.

Ruimtelijke verdeling luchtkwaliteit

Sensormetingen zijn wel geschikt voor het onderzoeken van de ruimtelijke verdeling van de luchtkwaliteit. Je kunt bijvoorbeeld bepalen in welke straat de concentratie fijnstof altijd wat hoger is dan in de straten eromheen. Ook zijn sensoren handig in het weergeven van variaties in de tijd, bijvoorbeeld dat er elke woensdagavond een fijnstof wolk over komt. Ook extreme gebeurtenissen kunnen op sensoren worden gezien, zoals paasvuren of vuurwerk bij oud en nieuw. Door deze inzichten kun je keuzes maken die jouw gezondheid ten goede komen.

Logboek om gezondheidseffecten in kaart te brengen

Met een logboek kun je je gezondheid in kaart brengen in combinatie met de waarden van de sensor of andere observaties. Dit soort observaties zijn ook onmisbaar in het doen van bronbepaling. Door deze verschillende bronnen van informatie te verzamelen kun je verdere inzichten opbouwen over de luchtkwaliteit en je gezondheid. Een voorbeeld is om bij te houden wanneer je last hebt van geurklachten, en deze klachten naast de sensormetingen te leggen (‘correleren’). Het zou kunnen dat er op diezelfde momenten fijnstofpieken te zien zijn in de sensordata.

Wil je zelf een logboek gaan bijhouden? Gebruik het Hollandse Luchten template:

Download het logboek: individueel

Het logboek per meetgroep

Wil je gebruikmaken van het logboek van je meetgroep? Neem contact met ons op om het wachtwoord te krijgen.

Een indicatie op basis van de Luchtindex

Er bestaat een index van het RIVM die een indruk geeft van hoe goed of slecht de luchtkwaliteit (op basis van een uurwaarde) is voor je gezondheid. De index is afgeleid op basis van de onderzoeken naar de effecten van luchtvervuiling op de gezondheid. Deze index kun je gebruiken om een grof beeld te krijgen van hoe goed of slecht de luchtkwaliteit in jouw omgeving ongeveer is. Hoe slechter de index is, hoe meer kans je hebt om bijvoorbeeld die dag meer luchtwegklachten te hebben.

Ook met deze methode is het belangrijk om naar meerdere sensoren te kijken en met officiële metingen te vergelijken. In de afgelopen maanden is gebleken dat de SODAQ AIR soms de fijnstofconcentratie kan overschatten, zeker bij pieken, hier wordt nog verder onderzoek naar gedaan. Gebruik de sensordata daarom als indicatie en kijk niet naar de exacte waarden.

Op Atlas Leefomgeving staat ook een kaart met de actuele luchtkwaliteitsindex.

Tips voor het vermijden van vervuilde lucht

Vermijd bronnen van luchtvervuiling zoveel mogelijk, bijvoorbeeld tijdens hardlopen, wandelingen of reizen van plaats naar plaats. Neem bijvoorbeeld een route die niet langs drukke wegen of een industrieterrein leidt.

Check het smog alarm of de stookwijzer en probeer te vermijden om op die momenten uit huis te gaan.

Zorg voor een goede binnenluchtkwaliteit, hier heb je de meeste invloed op. Het verbranden van hout, binnen roken en het aansteken van kaarsen en wierook zorgen bijvoorbeeld voor uitstoot van fijnstof, PAK’s en andere vervuilende stoffen. Ventileer je huis goed voor zoveel mogelijk schone lucht. Als je aan een drukke weg woont, zet de ramen dan open aan de kant van het huis zonder drukke weg. Je kunt ook extra luchten op momenten dat er minder luchtvervuiling van de bron komt, bijvoorbeeld buiten de spits.

Zelf heb je natuurlijk ook invloed op de luchtkwaliteit buiten door de houtkachel/BBQ aan te zetten of regelmatig de auto te nemen. Door het beperken van acties waarmee luchtvervuiling optreedt kun je bijdragen aan een schonere lucht voor iedereen.

 

Wil je je gezondheid of bepaalde gebeurtenissen bijhouden?

Download het logboek: per meetgroep

Download het logboek: individueel

 

Meer informatie over luchtvervuiling en gezondheid vind je op:
Luchtvervuiling – GGD Leefomgeving
Luchtkwaliteit | Gezonde Leefomgeving
Schone lucht | Atlas Leefomgeving
Actuele Luchtkwaliteitsindex (LKI) in Nederland | Atlas Leefomgeving
Tips voor een schone lucht | Atlas Leefomgeving
GCN-tool: inzicht in lokale emissies en concentraties lucht (rivm.nl)
Alle emissiegegevens op één plek | Emissieregistratie

 

 

Verslag: Afsluiting geluidspilot in Gooi en Vechtstreek

Op een zonnige maandagavond in Muiden staat een groep mensen muisstil in een parkje tussen de huizen. Wat horen zij daar? Een fluitende vogel en het geruis van de bladeren aan de boom, kinderen die in de speeltuin aan het spelen zijn, en op de hoek van de straat iemand die zijn heg aan het knippen is en net een praatje staat te maken met de buurman. Dan loopt de groep verder, waarna ze verderop weer even tot stilstand komen. Opeens is daar de snelweg verderop te horen en het doorgaande geraas van auto’s. Op loopafstand bevinden zij zich ineens in een heel andere geluidsomgeving. Zo startte de afsluitende bijeenkomst van de pilot geluid meten in Gooise Meren en de BEL-combinatie op maandag 19 juni met een ‘luisterwandeling’ onder leiding van Merel Ursem en Tjeerd Andringa van SoundAppraisal. Op donderdag 15 juni vond in Laren al een luisterwandeling plaats. 

Tijdens de wandelingen werd niet alleen de lokale geluidsbeleving besproken, maar ook de mechanismen achter geluidsbeleving werden uitgelegd. Hoe we geluid beleven heeft namelijk alles te maken met ‘hoorbare veiligheid’; als ons omgevingsgeluid signaleert dat alles veilig is en we kunnen ontspannen, vinden we dat prettig, maar als geluid ongevraagd onze alertheid wekt vinden we dat vervelend.  

Benieuwd waar zoal naar geluisterd werd? Luister mee met de onderstaands geluidsfragmenten:

Geluidsfragment 1: in een woonwijk in Muiden 

Geluidsfragment 2: in een bosje aan de rand van Muiden, tussen de woonwijk en in de verte de A6

 

Bewoner Ruud uit Eemnes over de luisterwandeling:

“De wandeling start met een interessante uitleg door SoundAppraisal. Zij werken aan een nieuwe methode voor geluidsmetingen, waarin naast metingen ook beleving van geluid wordt meegenomen. De bestaande normen geven geen oplossing voor geluidsoverlast zoals knetterende motoren, vliegtuigen, sportauto’s etc. Tijdens de wandeling hebben we deze beleving zelf in kaart gebracht door op verschillende locaties stil te staan en de verschillen per geluidsomgeving in kaart te brengen. Voor, tijdens en na de wandeling was er veel interactie tussen deelnemers over dit toch wel moeilijk onderwerp: iedereen hoort en ervaart geluid op zijn eigen manier.”

Na de luisterwandeling in Muiden kwamen bewoners, geluidsexperts en de gemeente bij elkaar in de Kazerne om de eerste resultaten van de geluidsmetingen en geluidsbelevingen over de periode maart tot juni 2023 te bespreken. De 6 gebieden die aan het begin van de pilot door bewoners waren uitgekozen werden geanalyseerd: is het een kalme of chaotische omgeving? Of juist levendig? Welke meldingen zijn gemaakt door bewoners? En hoe zien we die terug in de objectieve meetdata? Aan de hand van die analyse worden verschillende aanbevelingen gedaan om de geluidsomgeving te verbeteren, waaronder ruimtelijke en sociale interventies.

Harmonica index 6 gebieden.

De Harmonica Index is een initiatief van de World Health Organization om de kwaliteit van geluidsomgevingen beter in kaart te brengen en makkelijker met elkaar te kunnen vergelijken. Deze index wordt om diezelfde reden gebruik in het GLIMI webportaal. Voor elk meetpunt geeft de index aan op een schaal van 1 tot 10 wat de kwaliteit ongeveer is. De rechthoekige staven geven het achtergrondniveau weer en de punten daarbovenop de dynamiek (afwisseling of verandering) die in de geluidsomgeving voorkomt. Veel geluidspieken geven bijvoorbeeld een hoge dynamiek. De kleur van de staven geven een indicatie van de kwaliteit.

Bussum heeft een heel grote dynamiek. Vooral overdag betekent dat vaak een onprettige geluidsomgeving. Muiden en Eemnes hebben beiden ’s nachts juist een relatief prettige geluidsomgeving (in de nachturen zijn de staven groen).

Download de hele presentatie

Aan het einde van de avond gaat de groep zelf aan de slag met het ontwerpen van mogelijke oplossingen per specifiek gebied. Verschillende mensen hebben al contact met de gemeente en hebben met de wethouder aan tafel gezeten om te bespreken wat er mogelijk is in hun wijk. Ideeën worden verder uitgewerkt, bijvoorbeeld hoe bewoners en gemeente samen een bewustwordingscampagne kunnen opzetten. Die campagne zou mensen kunnen wijzen op wanneer zij voor geluidsoverlast zorgen, gekoppeld aan kleine interventies in de wijk. Denk bijvoorbeeld aan signalering voor veilige oversteekplaatsen – zodat men niet te hard rijdt en dus minder geluid maakt. Uiteindelijk is het belangrijk dat de beleving van de woonomgeving wordt verbeterd. Iedereen wil natuurlijk een gezonde én prettige omgeving om in te wonen. 

Daarmee wordt de pilot geluid meten in de regio Gooi- en Vechtstreek voor 2023 afgerond. De aanwezigen benadrukken dat zij graag langere periode geluid zouden willen meten, om meer inzichten te verzamelen.

 

 

 

Vernieuwde versie van de Samen Analyseren Tool

Sinds 5 juli 2023 is de vernieuwde versie van de Samen Analyseren Tool te gebruiken.

De Samen Analyseren Tool is een interactieve tool voor eenvoudige datavisualisatie van luchtkwaliteitssensoren. In de vernieuwde versie van de tool zijn een paar verbeteringen doorgevoerd. Zo is het ophalen van gegevens anders ingericht, waardoor de wachttijd veel korter is. Wanneer ze eenmaal zijn opgevraagd, zijn de gegevens in het ‘geheugen’ van de tool gezet. Hierdoor zijn deze voor later gebruik sneller te laden. 

Internationaal
Verder is het vanaf nu ook mogelijk om de tool in het Engels bekijken. Hiermee kunnen ook internationale citizen science communities de tool gebruiken en hen inspireren en faciliteren.  

Om dit verder mogelijk te maken is de technische “achterkant” modulair opgezet, waardoor de tool relatief eenvoudig kan worden omgebouwd naar andere gegevens zoals bijvoorbeeld de sensor community sensoren in Duitsland. Hierdoor kunnen ook internationale meetgroepen de tool gebruiken en hun gegevens ontdekken en analyseren. 

Zelf aanpassen en wensen inbouwen 
Ook voor de meetgroepen in Nederland is het interessant dat de tool modulair is. Zo kan iedereen die handig is met programmeren (R), zelf aanpassingen maken en zo wensen inbouwen. Daarbij kun je denken aan andere visualisaties toevoegen, naar een andere taal vertalen of een manier toevoegen om een pdf-document te maken van je analyse. Voor meer informatie over deze technische aspecten zie de code op github

De tool ziet er anders uit en ook de functionaliteiten zijn aangepast. Dat kan even wennen zijn. Het RIVM is benieuwd naar het gebruik en jouw ervaring van de Samen Analyseren Tool. Deel je ervaringen, ideeën en vragen via het SamenMeten Forum.

Update data van het Hollandse Luchten data-analyse dashboard

Ieder kwartaal wordt de data van het Hollandse Luchten data-analyse dashboard ge-update. Deze maand is er weer nieuwe data ingeladen: je kunt nu de Hollandse Luchten data t/m 30 juni 2023 analyseren met het Hollandse Luchten data-analyse dashboard. Ook is in deze update de data van de meetgroep in Hilversum toegevoegd. 

Verslag door: Provincie Noord-Holland

‘Snuffelfietsende’ scholieren adviseren provincie over fijnstof

De deelnemers presenteerden woensdag 7 juni hun onderzoeksresultaten, conclusies en adviezen aan de provincie in het Hyperion Lyceum.

Heeft Noord-Holland een fijnstofprobleem? Ja, vinden leerlingen van het Sint Michaël College in Zaandam en van het Amsterdamse Hyperion Lyceum. Met behulp van een speciale fietssensor ‘snuffelden’ zij het afgelopen schooljaar data over de luchtkwaliteit in hun omgeving bij elkaar.

De deelnemers presenteerden woensdag 7 juni  hun onderzoeksresultaten, conclusies en adviezen aan de provincie in het Hyperion Lyceum.

Foto: Leerlingen gingen dit schooljaar op pad met de snuffelfiets.

Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de provincie Noord-Holland, het RIVM en GLOBE Nederland. Naast de zogeheten ‘snuffelfietsen’ kregen de scholen ook een sensor die op een vaste plaats  kan worden gehangen. Hiermee zijn ze onderdeel van het meetnetwerk en de lokale meetgroepen van Hollandse Luchten. 

Geschrokken
De gebruikershandleiding van de snuffelsensor is simpel: hang het sensorkastje aan het fietsstuur en voilà, de snuffelfiets is klaar voor gebruik. Al fietsend brengen de leerlingen vervolgens de luchtkwaliteit van hun omgeving in kaart. Het belangrijkste onderzoeksgebied van Isa Deeterink en haar partners Marcel Touwen, Selma Igharghar en Stijn Boneveld was de fietsroute van Assendelft naar school. Op de muur van het lokaal van het Hyperion Lyceum tonen zij hun poster vol onderzoeksvragen, definities, routekaarten en kleurrijke grafieken. “We zijn erachter gekomen dat bij plekken waar veel verkeer is – zoals wegen en treinsporen – veel meer fijnstof in de lucht zit”,  legt Isa uit. “Ook fabrieken met grote machines hebben invloed op de luchtkwaliteit. Daarnaast speelt het tijdstip een rol. We hebben metingen gedaan in de ochtend, middag en avond. Vooral tijdens de spits zagen we een hoger fijnstofgehalte.”  

Foto: Selma, Isa, Marcel en Stijn presenteren hun bevindingen.

De resultaten hebben de groep aan het denken gezet. Zo neemt Isa tegenwoordig een andere route naar school, door de polder en over de dijk . Hoofdwegen en grote fabrieken vermijdt ze voortaan zoveel mogelijk: “Veel beter voor mijn gezondheid.” Ook Selma is geschrokken van de metingen. “Soms heeft de lucht een gekke kleur. Als ik langs de cacaofabriek fiets, ruikt het ook naar chocola.”

Fijnstof in een busje
Verbranding bij verkeersvoertuigen en fabrieken zijn de belangrijkste fijnstofbronnen, zo blijkt uit onderzoek van de jonge onderzoekers. Maar volgens Theron Thesing, Ishan Ramdien, Gijs Henrichs en Robin Vecht komt er ook bij dagelijkse huishoudelijke klussen als koken en stofzuigen fijnstof vrij. Zij deden onderzoek naar een onbekend potentieel fijnstofgevaar: spuitdeodorant. “Fijnstof in een busje”, aldus Robin. “Je staat er niet bij stil dat een product dat je dagelijks gebruikt ook dit soort stoffen kan bevatten.”

Het team spoot verschillende deodorantmerken in een doos. Het resultaat: een op hol geslagen sensor. Niet echt goed voor je gezondheid, zo concludeert het onderzoeksteam. Theron: “Je spuit deo op je lichaam en doet je kleren erover heen, dus je ademt dat spul lange tijd in.” Gelukkig hoeven Noord-Hollanders voortaan niet met stinkende oksels door het leven. Tip 1: spuit buiten deodorant op, want dan heb je volgens de onderzoekers 2 keer minder fijnstof in de lucht. En tip 2: gebruik vaker de rolvariant in plaats van een spray.

Machteloos
Er moet veel meer aandacht komen voor luchtkwaliteit en gezondheid, zo vinden alle snuffelfietsers. Wat volgt is een hele lijst van aanbevelingen voor de provincie. Bijvoorbeeld het beter spreiden van werktijden, zodat er minder fijnstofpieken zijn. Of meer investeren in milieuvriendelijker vervoersmiddelen en technologieën. “Er zijn al fijnstofreinigers voor in huis”, weet Stijn. “Als we deze groter en krachtiger maken, dan kunnen ze misschien langs wegen of bij fabrieken worden geplaatst.”  

Foto: Ishan, Gijs, Robin en Theron onderzochten het fijnstofgehalte bij deodorant.

Maar bewustwording is het belangrijkste, zo luidt de hoofdconclusie. Al voelt een aantal leerlingen zich een beetje machteloos. Het probleem is te groot en ze voelen dat ze weinig verandering teweeg kunnen brengen. Ook Robin maakt zich zorgen: “Er is haast bij, want luchtkwaliteit is een wereldwijd probleem. In sommige landen lopen mensen zelfs met mondkapjes op straat. Waar veel mensen zijn, is ook veel fijnstof. En er wonen heel veel mensen in Noord-Holland.”

Impact
Maurik van Hal, beleidsadviseur Programma Gezonde Leefomgeving van de provincie Noord-Holland, begrijpt deze gevoelens: “Maar bewustwording heb je ook zelf in de hand. Deel jullie onderzoeksresultaten met familie en vrienden, ga het gesprek aan met klasgenoten. Je kunt het probleem misschien niet oplossen, maar door erover te praten maken jullie al impact.”

Foto: Jimena Gauna

De provincie Noord-Holland vraagt jouw inbreng voor het coalitieakkoord

De BBB, VVD, GroenLinks en PvdA werken momenteel aan het opstellen van een coalitieakkoord. In de komende weken zullen zij bespreken hoe ze de belangrijkste uitdagingen waar de provincie Noord-Holland voor staat willen aanpakken, waaronder huisvesting, stikstof, natuur, klimaat, economie en financiën.

Deel je ideeën
De Provincie Noord-Holland heeft een oproep gedaan waarin ze vragen om jouw inbreng. Je kunt je ideeën delen met de onderhandelende partijen in Noord-Holland door vóór zondag 11 juni een brief te sturen naar coalitievorming2023@noord-holland.nl. Door inbreng vanuit de provincie, hopen de partijen tot een breed gedragen coalitieakkoord te komen. Het zou natuurlijk mooi zijn als daar ook specifiek aandacht voor de luchtkwaliteit is.

De provincie zal alle ingezonden brieven publiceren.

Update: de Hollandse Helden hebben een brief gestuurd. Deze brief is door de Provincie Noord-Holland ontvangen en gepubliceerd op de website van de provincie. Lees de brief.

 

 

Update onderzoek naar hoge waarden

Het onderzoek naar de hoge waarden van de SODAQ AIR loopt door. Om meer helderheid te krijgen over de behuizing van de sensor, is de co-locatie uitgebreid.

Het onderzoek naar de hoge waarden van de SODAQ AIR loopt door. Eerder verscheen een bericht over co-locatie: het ophangen van SODAQ AIR sensoren op officiële stations. Eerder waren de SODAQ AIRs 545 en 549 op officieel station NL49570: Beverwijk-Creutzberglaan en SODAQ AIR 420 op officieel station NL49701: Zaandam-Wagenschotpad geplaatst. Deze co-locatie is nu uitgebreid. Er zijn begin mei drie oude SODAQs (de Snuffelfiets-variant) opgehangen: twee in Beverwijk, en één in Zaandam. Deze sensoren zijn ook te zien op de Hollandse Luchten kaart als OZK 1845, OZK 1849 en OZK 1850. OZK staat hierbij voor ‘Onderzoek’. 

In deze Snuffelfiets-variant zit dezelfde fijnstof sensor als in de SODAQ AIR, namelijk de Sensirion SPS30. Het verschil tussen de twee sensorkits is de behuizing. De data science werkgroep verwacht dat de behuizing een rol speelt bij de te hoge metingen van de SODAQ AIR. Door de oudere versie van de SODAQ naast de SODAQ AIR sensoren op de officiële meetstations te hangen, kan er worden gekeken of de behuizing een verschil veroorzaakt in de gemeten waarden tussen de Snuffelfiets_v2 en de SODAQ AIR. 

Daarnaast is er nog een SODAQ AIR (sensor 541) op het Meetstation in Zaandam gehangen, omdat de waarden van sensor 420 lager lijken te zijn dan de waarden van de andere sensoren in Zaanstad. Door nog een SODAQ AIR op te hangen, kunnen we de data beter vergelijken. De sensor is ook te zien op de Hollandse Luchten kaart.

 

Verslag: Data-analyse in Hilversum

Op dinsdagavond 4 april organiseert de gemeente Hilversum samen met Hollandse Luchten een data-analyse bijeenkomst voor de leden van Meetbaar Hilversum en andere geïnteresseerden. Meetbaar Hilversum meet de luchtkwaliteit sinds 2020 met zelf-in-elkaar-gezette (DIY) sensoren verkregen via Sensor.community (voorheen: Luftdaten). Er zijn nu ongeveer 50 meetpunten online, waarvan de data zichtbaar is op het Samen Meten platform van het RIVM en en het internationale platform van Sensor.community. Om meer inzicht te krijgen en kennis te delen, analyseren we de verzamelde data tijdens deze bijeenkomst volgens de methode van Hollandse Luchten. Taoufik en Ralph van TNO begeleiden de data-analyse, ondersteund door Tobias van de GGD Amsterdam en Jikke van Waag Futurelab. 

Sensor vs. SODAQ

De eerste vraag van de avond betreft een vergelijking tussen de Sensor.community sensoren van Meetbaar Hilversum en de SODAQ AIRs waarmee andere meetgroepen uit de buurt meten zoals in Gooise Meren en de BEL-combinatie. Taoufik laat een grafiek zien in het Power BI dashboard waarbij data van beide sensoren wordt afgezet tegen de metingen van officiële meetstations (LML) van het Luchtmeetnet (zie figuur 1). Daarbij is te zien dat de SODAQ AIRs in sommige gevallen hogere waarden meten dan de LML-meetstations. Dat is in meerdere meetgroepen bekend en daar wordt vanuit het RIVM al onderzoek naar gedaan. De sensoren in Hilversum lijken consistenter te meten: dat wil zeggen dat er minder hoge waarden en afwijkingen ten opzichte van de officiële metingen te zien zijn. Goed om daarbij te vermelden is dat de dichtstbijzijnde LML-stations zo’n 20 kilometer bij Hilversum vandaan liggen (Breukelen en Utrecht). Dit betekent dat afwijkingen niet direct op foutmetingen wijzen, maar ook afhankelijk kunnen zijn van lokale bronne. Dit onderstreept gelijk de toegevoegde waarde van het Hilversumse meetnet. Het zegt overigens niet veel over een verschil in kwaliteit tussen de SODAQ AIR en de Hilversumse sensoren, aangezien er geen officiële referentie metingen gedaan worden tussen beide type sensoren.

Figuur 1:  Links: SODAQ AIR – LML. Rechts: Sensor.community – LML. 

Schone luchten

Tijdens de introductie werd door de bewoners al genoemd dat Hilversum bekend stond om haar schone lucht. Dit zou ook een van de redenen zijn waarom een astmacentrum in de stad geplaatst is. Taoufik laat met figuur 2 zien dat vergeleken met de omliggende gemeenten Hilversum inderdaad de schoonste lucht lijkt te hebben. Dit geldt in ieder geval voor de PM2.5 concentratie. Wel moet hierbij nog een slag om de arm gehouden worden vanwege de afwijking naar boven van de SODAQ AIRs waarmee gemeten wordt in de andere meetgroepen. Daarnaast blijkt uit de windroos, waarin winddata van het KNMI gecombineerd worden met de fijnstof-metingen, dat de meeste fijnstof in de Hilversumse lucht uit het zuidoosten afkomstig is. Waar dat vandaan komt kunnen we niet met zekerheid zeggen. 

Figuur 2: Jaargemiddelde PM2.5 per gemeente

De invloed van één sensor

In de kalender weergave van het afgelopen jaar (2022) in figuur 3 is over het algemeen ook terug te zien dat Hilversum schone lucht heeft. Alleen een bepaalde periode in de tweede helft van augustus valt op; Taoufik vraagt de aanwezigen of er een braderie of een ander evenement plaats had gevonden? Dit soort informatie kan de data-analisten helpen om pieken te verklaren. In dit geval was het een strikvraag: Taoufik heeft zelf al de bron gevonden. Een sensor meet van ongeveer 17 tot 26 augustus enorm hoge waarden; meer dan 2000 microgram PM2,5. Dat is totaal niet realistisch en duidelijk een technische afwijking, want de andere sensoren in de buurt laten geen hogere waarden zien. Dit vertekent zo het hele beeld van de maand augustus maar op jaarbasis valt dit weg. Het illustreert goed hoe fouten in de data kunnen voorkomen en hoe je daar vervolgens verkeerde conclusies uit kan trekken. Context en persoonlijke duiding kunnen veel toevoegen aan een dataset.

De waarde van burgerwetenschapsdata

Afsluitend komt Ralph aan het woord: hij geeft een doorkijkje naar wat er in de toekomst mogelijk is dankzij burgerwetenschapsdata. TNO is namelijk bezig met twee experimentele tools: een soort buienradar voor luchtkwaliteit waarmee men individuele gedragsverandering hoopt te stimuleren en een tool waarbij de effecten van beleid op de luchtkwaliteit inzichtelijk wordt gemaakt. Ralph demonstreert beide tools en laat zien hoe voor een plek als Hilversum inzichtelijk kan worden gemaakt wat de toekomstige luchtvervuiling zal zijn. Aan de hand van NO2-metingen demonstreert hij ook de tweede tool: op een kaartweergave van Hilversum wijzigt hij (hypothetisch) een weg in het zuiden van 50 naar 30-kilometer per uur. Na een kort moment laadt de kaart opnieuw met een andere projectie van de verspreiding van NO2. Groen betekent een positief effect en rood een negatief effect. Het wordt al snel duidelijk dat het een puzzel is tussen de belangen en uitkomsten van verschillende maatregelen. 

De toekomst

We sluiten de avond af met een vooruitblik op de rest van de meetperiode. Een paar aanwezigen hebben zorgen rondom houtstook en spreken die uit: wat kunnen we eraan doen? Voorlichting en gedragsverandering, maar wie heb je dan nodig? De aanwezigen vragen aan de gemeente waarom deze het Schone Luchten akkoord nog niet heeft ondertekend. Daar is juist in het kader van deze ontwikkelingen een nieuwe beleidsmedewerker op aangenomen, die daar de komende tijd mee aan de slag gaat. De contactgegevens worden uitgewisseld. Ook zijn er nieuwe geïnteresseerden voor een eigen meetpunt voor Meetbaar Hilversum. De Palmesbuisjes voor het meten van stikstof zijn inmiddels geplaatst maar de eerste meetresultaten zijn nog niet binnen. We nodigen jullie allemaal uit om meer ideeën voor het verdere verloop van de meetperiode op het Samen Meten Forum te plaatsen of met ons te delen. We denken graag met jullie mee!

 

 

Verslag: Data-analyse in de Gooi- en Vechtstreek

Op dinsdag 14 maart vond de data-analyse bijeenkomst in de Gooi- en Vechtstreek plaats bij broedplaats de Groene Ruijter. We zaten met ongeveer 30 mensen in een klaslokaal. Aanwezig waren ook Taoufik Bakri van TNO en Tobias Koster van GGD Amsterdam. De avond werd gestart met een kort welkom van Imme Ruarus van Waag Futurelab.

Van data naar duiding
De eerste stap richting het duiden van data, is de datacollectie. Dit is het verzamelen van de data. Door de sensordata met andere databronnen, zoals weerdata van het KNMI, te combineren, krijgen we een beter beeld. Daarna volgen de datafusie: het bij elkaar brengen van de data, en data-cleaning: het checken van de datakwaliteit. Hier werken de Hollandse Luchten werkgroep Data Science en werkgroep Techniek aan.

De laatste stap in het proces is duiding. Dat doen we gezamenlijk tijdens de data-analyse bijeenkomsten, maar kun je ook thuis doen. Het is niet gemakkelijk om data te duiden. Wat belangrijk is in de duiding van data, is namelijk context en het vinden van causaliteit. Je kunt de data context geven door je ervaringen bij te houden in een logboek. Wanneer ruik je rook? Of is er veel verkeer in de straat? Je kunt eenvoudig zelf een logboek maken door je observatie, de gemeten PM2.5 waarde en de datum en tijd te noteren.

De data-analyse: het weer
De data van de afgelopen maanden werd tijdens de bijeenkomst met de Power BI tool gevisualiseerd. Zie Figuur 1 met daarin een overzicht van de geografische ligging van de sensoren, de start- en einddatum van elke sensor en andere statistieken om de verschillende gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken.

Figuur 1 Power BI dashboard: tabblad sensoren

In deze visualisatie is naast de data van de SODAQ AIR, ook weersinformatie van het dichtstbijzijnde KNMI-station meegenomen. Samen met de gemiddelde fijnstofmetingen van de SODAQ AIR, is een windroos gemaakt. Zie Figuur 2. Zo kun je zien met welke windrichting de fijnstofwaardes hoog zijn. In de Gooi en Vechtstreek werden bij zuidoosterwind de hoogste waarde gemeten. Er werd door bewoners geopperd dat dit misschien komt door fijnstof die komt aanwaaien uit landbouwgebieden en het Ruhrgebied. Ook is het vaak zo dat met harde wind en weinig bewolking, de sensorwaardes laag zijn en met weinig wind en mist juist hoog.

Figuur 2 Overzicht van sommige functionaliteiten van het Power BI dashboard

 

Een ander interessant overzicht van het dashboard is de kalender. Zie Figuur 3. Hier kan men in één oogopslag zien welke dagen opvallen door hoge PM2.5 concentratie (rode kleur) en aandacht verdienen voor nader onderzoek.

Figuur 3 Power BI dashboard: tabblad kalender

Een vraag die opkwam ging over hoe het werkt met de deken aan fijnstof; hoe kun je binnen die deken bronnen ontdekken? Dat is een moeilijke vraag. Dit zou je kunnen doen met behulp van een achtergrondmeting: je plaatst een meetpunt op een locatie waar geen bronnen in de buurt zijn. Door de achtergrondmeting af te trekken van de meting bij bronnen in de buurt, kun je de lokale bijdrage van fijnstof achterhalen. Bijvoorbeeld: de sensor zonder bronnen in de buurt meet 20 PM 2.5, de sensor bij een vermoedelijke lokale bron meet 25 PM2.5, dan is de bijdrage lokale fijnstof op die locatie 5 PM2.5).

Als er over een groot gebied hetzelfde patroon zichtbaar is, dan kun je zeggen dat oorzaak op grotere schaal is. Ook kun je extra data opzoeken, zoals of er ergens brand was.

De data-analyse: snelwegen
Een vraag van de meetgroep was wat de snelwegen A1, A27 en A6 bijdragen aan fijnstofuitstoot in de Gooi- en Vechtstreek. Deze vraag kunnen we nog niet beantwoorden met de huidige data. Uit de wind- en fijnstofdata is het moeilijk effecten van de snelwegen aflezen. Het RIVM berekent bronnen aan de hand modellen. Wat de berekende uitstoot is van verkeer in verhouding tot de totale uitstoot binnen een gemeente, kun je vinden in de GCN-tool

Ook kun je de luchtvervuiling van snelwegen meten in uitstoot van stikstofdioxide (NO2). Daarom zijn er in Gooise Meren en de BEL-gemeente zogenaamde palmesbuisjes geplaatst. Deze worden eens in de vier weken afgelezen. Tijdens de bijeenkomst waren deze data nog niet beschikbaar, maar de eerste metingen staan ondertussen op Luchtmeetnet.

De data-analyse: houtstook
Tobias Koster van de GGD Amsterdam vertelt dat de luchtkwaliteit over de jaren heen verbeterd is. De waarden zijn inmiddels zo laag, dat er nieuwe apparatuur aangeschaft moest worden om de hoeveelheden nog te kunnen meten. Veel uitstoters zijn schoner geworden door bijvoorbeeld nieuwe productietechnieken. Alleen uitstoot door houtstook is maar weinig afgenomen. Tegenwoordig veroorzaakt houtstook een groot deel van de totale fijnstofuitstoot.

Hoe weet je wanneer de waarden normaal zijn of te hoog zijn? Tobias legt uit dat er een verschil is tussen gezondheidskundige normen en wettelijke normen. De gezondheidskundige normen zijn alleen op gezondheid gebaseerd. De wettelijke normen zijn door de politiek vastgesteld. Dat de luchtkwaliteit is verbeterd zie je ook aan de wettelijke normen die strenger zijn geworden.

De stookwijzer is een luchtkwaliteitsindex: het beschrijft een mix van fijnstof, ozon en stikstofdioxide. De aanwezigheid van deze stoffen worden samengevat in één getal. Aan de hand van dat getal kiest de stookwijzer vervolgens uit groen, oranje of rood stookadvies. Dit samenvoegen werkt vrij ingewikkeld en is een sterke versimpeling van de situatie. Daardoor klopt het stookadvies niet altijd. Soms geeft hij een positief advies: ‘je kunt stoken’, terwijl dat niet zou moeten. Om dit te verbeteren kan context helpen. Zo kun je naast de fijnstofmetingen van de SODAQ AIR een logboek bijhouden wanneer je houtstook ruikt.

Gemeenten hebben de mogelijkheid om met beleid houtstook te reguleren, zoals het instellen van een verbod. Echter is handhaving een probleem: momenteel is er nog geen goede methode om te meten of een mogelijke overtreder hout stookt en of dit te veel is. Daarnaast zijn er geen normen voor wanneer de hinder van houtstook te veel is. Wat ook kan helpen is het creëren van bewustzijn over de effecten van houtstook. Het zou fijn zijn om met elkaar het gesprek te kunnen voeren. Daar zou de data bij kunnen helpen.

Een aanwezig raadslid van Huizen is bezig met het opzetten van een meldpunt in Huizen. Vorig jaar heeft zij een oproep geplaatst en veel meldingen gehad. Graag zou zij een regionaal meldpunt opzetten om in kaart te brengen wat er in de regio speelt qua houtstook. De meetgroepen reageerden positief op dit idee. Nu wordt samen met de BEL-gemeente gekeken of hier iets mee gedaan kan worden.

Plaatsing SODAQ AIRs op officiele meetstations in Beverwijk en Zaanstad

In navolging op het onderzoek naar de hoge waarden van de SODAQ AIR zijn er in februari 2023 drie SODAQ AIRs opgehangen op twee officiële luchtmeetnet (LML)-meetstations van de GGD Amsterdam in Beverwijk en Zaanstad. Het gaat om de SODAQ AIRs 545 en 549 op Officieel station NL49570: Beverwijk-Creutzberglaan en SODAQ AIR 420 op Officieel station NL49701: Zaandam-Wagenschotpad.

Co-locatie is het naast elkaar ophangen van sensoren. Door deze zogenaamde ‘co-locatie’ weten we zeker dat de sensoren dezelfde lucht meten. Daardoor kunnen we constateren of de SODAQ AIRs significant afwijken van elkaar (in het geval van 545 en 549) en van de officiële metingen. Ook wordt onderzocht of de behuizing van de SODAQ AIR een rol speelt. Om dat te onderzoeken zullen ook drie exemplaren van de vorige SODAQ AIR (de Snuffelfiets-variant) bij een officieel meetstation worden opgehangen. We houden de co-locatie van de SODAQ AIR op de LML-stations (officiële luchtmeetnet meetstations) minimaal een maand aan. Daardoor wordt het mogelijk om de afwijking van de SODAQ AIR ten opzichte van de LML-stations te berekenen en patronen te ontdekken. Wanneer we die kennis hebben over de afwijking en de patronen, zou het mogelijk zijn achteraf een correctie te berekenen voor de metingen door SODAQ AIRs. Vanuit de Data Science werkgroep is het TNO aan de slag gegaan om een correctie uit te testen. 

Het verschil tussen LML-stations en de SODAQ AIR
Het is belangrijk om te zeggen dat we altijd uitgaan van de officiële meting, dus de metingen van de LML-stations. Deze metingen worden namelijk gedaan met zeer geavanceerde meetapparatuur en volgens de Europese referentiemethode. Deze methode vereist dat lucht door een filter wordt gezogen. De kop die de monsters opneemt, zorgt ervoor dat op het filter deeltjes met de juiste afmetingen verzameld worden. Dat gebeurt gedurende een periode van 24 uur. Daarna wordt het filter in het lab gewogen, zodat de hoeveelheid fijnstof in de lucht van die dag kan worden berekend in µg/m3. Lees meer hierover op de website van het RIVM
De SODAQ AIR maakt gebruik van de sensor Sensirion SPS30. Deze meet niet de massa fijnstof, maar telt optisch het aantal deeltjes tot een maximale grootte van 10 micrometer (PM10). Uit eerder onderzoek naar betaalbare fijnstofsensoren door het RIVM kwamen de PM2,5 metingen van de Sensirion SPS30 goed uit dat onderzoek. De sensor bleek minder gevoelig voor vocht dan bijvoorbeeld de SDS011 sensor en dat is een groot voordeel. Dit is een van de redenen waarom we in Hollandse Luchten hebben gekozen voor het meten met de SODAQ AIR. Lees meer over waarom we meten met de SODAQ AIR.

 

Foto: Jimena Gauna voor Waag Futurelab

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in Wijk aan Zee

Op woensdagavond 8 februari vindt de eerste data-analyse van de nieuwe meetperiode in de IJmond plaats in Cafe de Zon, te Wijk aan Zee. Ongeveer 20 leden van Hollandse Luchten uit IJmuiden, Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Wijk aan Zee komen samen met experts om de data te analyseren die sinds november 2022 is opgehaald. Helaas hebben we door netwerkproblemen van SODAQ minder data op kunnen halen dan verwacht. Gelukkig is een nieuwe software-update is beschikbaar waardoor de geüpdatete SODAQ AIRs nu consistent data doorgeven. Gerard van Zelst, Hollandse Held in Beverwijk, geeft tijdens de avond nog een korte demonstratie hoe je de SODAQ AIR kunt updaten.

De data-analyse 
Dan is het woord aan Gerda Edelman, data-analist bij de Provincie Noord-Holland. Zij legt uit hoe men van de ruwe data tot een data-analyse komt. Zie ook de presentatie van Gerda van 8 februari, onderaan dit bericht bijgesloten. Gerda gebruikt tijdens de bijeenkomst een zelfgemaakt dashboard in Microsoft Power BI, waarmee ze visualisaties en vergelijkingen kan maken van de data. Zo zien we onder andere de locatie van de sensoren op de kaart en de verdeling van sensoren per gemeente (figuur 1).

Figuur 1 Overzicht SODAQ AIRs Hollandse Luchten 2022-2023 (klik voor grotere weergave)

Vervolgens zien we de gemiddelde fijnstofwaarde (PM2,5) per gemeente in de IJmond (figuur 2, midden onder). Deze is volgens onze data iets hoger in Velsen dan in Heemskerk en Beverwijk. Helaas ontbreken vanaf oktober de weergegevens van het KNMI voor de IJmond, en kunnen we tijdens de bijeenkomst geen windroos maken met de data (figuur 2, midden boven). Meestal wordt deze data achteraf ingevuld. Een bewoner steekt zijn hand op om hier achteraan te gaan bij het KNMI.*

Figuur 2 Gemiddelde fijnstofwaarden per gemeente in de IJmond (klik voor grotere weergave)

Temperatuur, wind en vuurwerk
Ook zien we de meetgegevens uit de IJmond over de tijd weergegeven (figuur 2, links onder). Hierbij valt de periode tussen 20 en 26 januari op vanwege de hoge meetwaarden: PM2,5 komt boven de 100 microgram per kubieke meter uit. Als we inzoomen zien we dat de PM2,5-waarden zich langzaam hebben opgebouwd vanaf 22 januari tot een piek op 25 januari. Hester, luchtkwaliteitsexpert van het RIVM geeft hiervoor een mogelijke verklaring: in die periode was het behoorlijk koud. Koud weer valt vaak samen met oostenwind. Deze wind gaat lang over land, en neemt veel fijnstof mee vanuit het buitenland. Als het daarna redelijk windstil is, dan blijft deze fijnstof hangen en bouwt het in een paar dagen tijd verder op. Mogelijk komt hierbij nog het feit dat er meer mensen stoken, door de hoge energierekeningen van tegenwoordig. Open haarden zijn de grootste individuele bron van fijnstof in Nederland.

Op 1 januari is ook een piek te zien door het vuurwerk dat tijdens oud en nieuw afgestoken is. Hierbij komt meestal veel fijnstof vrij. Maar als we de piek van eind januari vergelijken met de piek van oud en nieuw, dan lijkt die laatste lager. Dit verklaart Hester met het feit dat er tijdens de jaarwisseling in Nederland gemiddeld windkracht 5 was. Hierdoor werd het fijnstof snel weggeblazen. Wanneer je kijkt naar de relatieve hoeveelheid fijnstof die nacht, dan was deze wel net zo hoog als andere jaren met oud en nieuw. Tijdens oud en nieuw in 2020 en 2021 was de (relatieve) piek ook aanwezig, maar wel ongeveer de helft lager door de lockdown.

Verbanden en afwijkingen
Op het derde tabblad vinden we een grafiek waarbij de correlatie tussen de meetwaarden van de SODAQ AIRs en die van het dichtstbijzijnde officiële Luchtmeetnet-stations (LML) wordt getoond (figuur 3). Hier zien we een redelijk lineair verband, maar geen perfecte correlatie. Hester geeft aan dat dit past in de lijn der verwachtingen. We hebben nog niet genoeg data verzameld om te kunnen zeggen dat de sensoren (individueel) betrouwbaar zijn, maar we kunnen ook (nog) niet zeggen dat ze niet betrouwbaar zijn. We zien dat de SODAQ AIRs structureel hetzelfde afwijken van de officiële metingen (figuur 3, midden onder). Hier wordt op dit moment onderzoek naar gedaan door onze Data Science werkgroep. 

Figuur 3 Correlatie meetwaarden SODAQ AIRs en LML-meetstations (klik voor grotere weergave)

Het blijft lekker puzzelen met z’n allen binnen Hollandse Luchten. Het RIVM, de provincie Noord-Holland, Waag Futurelab en de burgerwetenschappers, proberen het allemaal samen uit te zoeken en we hebben nog geen eenduidig antwoord. Het is belangrijk om in zo’n vroeg stadium de data te analyseren om problemen vroeg op te sporen, maar veel antwoorden kunnen we alleen vinden door nog meer data te verzamelen. Dit zien we ook terug op het laatste tabblad van de BI Power tool, waar de fijnstof gemiddelden per uur en dag worden getoond (figuur 4). Hier is nog geen duidelijk patroon uit af te lezen. Dit komt doordat we pas een relatief korte periode data hebben verzameld en incidenten, zoals oud en nieuw of koude perioden, het plaatje kunnen vertekenen. Aan het eind van de meetperiode, in november 2023, zal weer een data-analyse bijeenkomst georganiseerd worden. Dan hebben we meer data verzameld om antwoord te kunnen geven op de meetvragen van de leden.

Figuur 4 Fijnstof gemiddelden per uur en dag (klik voor grotere weergave)

Vervolgstappen

In de komende maanden kunnen we verschillende activiteiten faciliteren om de doelstellingen van Hollandse Luchten te bereiken. We vroegen de leden tijdens het tweede deel van de bijeenkomst: waar willen jullie nog meer over weten (kennis delen)? Wie willen jullie nog meer spreken (dialoog voeren)? En wat willen jullie doen (handelingsperspectief verbeteren)?

De leden willen onder andere nog in gesprek met de drie IJmond-wethouders (Heemskerk, Beverwijk en Velsen). De drie wethouders  waren voor deze avond uitgenodigd, maar moesten helaas afzeggen vanwege ziekte. Met het RIVM, TNO en de omgevingsdiensten willen de leden kijken hoe we onderling kennis kunnen delen en kunnen werken aan brondetectie. Hierbij is het van belang om toegang te krijgen tot weerdata. De leden brainstormen welke andere platformen naast het KNMI, hiervoor een goede bron zijn. Suggesties waren: Meteoconsult, of Weather-on-the-Web (WOW). Een van de leden heeft zelfs zijn eigen weerstation gekoppeld aan zijn SODAQ AIR. Genoeg nieuwe ideeën en input dus voor het vervolg van de meetperiode.  We nodigen iedereen uit om het gesprek voort te zetten op het Samen Meten Forum. En wil je iets organiseren voor jouw meetgroep? We helpen je graag om dit te faciliteren. Neem contact op via de support desk.

 

*Er is navraag gedaan over de ontbrekende informatie van het KNMI in IJmuiden. Het KNMI liet het volgende weten over de ontbrekende data:
“De temperatuur- en vochtigheidsmetingen van station IJmuiden zijn in 2001 gestopt. Wijk aan Zee meet deze elementen wel. Op station Wijk aan Zee wordt geen windrichting en windsnelheid gemeten.”
Voor het BI Powerdashboard dat zal worden gelanceerd, is daarom besloten de data van de stations IJmuiden en Wijk aan zee samen te voegen.

 

Verslag consortiumbijeenkomst

Op woensdag 22 februari vond een consortiumbijeenkomst van Hollandse Luchten plaats in het Provinciehuis in Haarlem. De aanwezigen vormden een goede weerspiegeling van Hollandse Luchten: er waren bewoners van verschillende meetgroepen en vertegenwoordigers van de Provincie Noord-Holland, verschillende gemeenten, TNO, RIVM, GGD Amsterdam, Smart City Haarlem, GLOBE en Waag Futurelab. Met een groep van ongeveer 25 mensen blikten we terug op het afgelopen half jaar en de start met nieuwe meetapparatuur en meetgroepen. De middag eindigde met een verkennend gesprek over de toekomst van Hollandse Luchten.  

De middag begon met een presentatie over waar het onderzoeksproject Hollandse Luchten nu staat. Er is naar aanloop van de startbijeenkomsten en sinds het begin van de meetperiode veel gebeurd! Hollandse Luchten heeft nu 8 meetgroepen die de luchtkwaliteit in kaart brengen, er zijn ruim 215 SODAQ AIRs actief en 30 (extra) Palmesbuisjes opgehangen. Ook zijn we gestart met een pilot geluid meten in de Gooi en Vechtstreek. In die pilot wordt met 4 sensoren en een belevingsplatform onderzoek gedaan naar geluid. Verder zijn er de afgelopen maanden 15 bijeenkomsten geweest! Tijdens deze bijeenkomsten kwamen bewoners, gemeenten en projectpartners bij elkaar.

Daarnaast is de bestuurlijke interesse in Hollandse Luchten ontzettend toegenomen. Vooral bij gemeenten is veel interesse in hoe Hollandse Luchten als methode ingezet kan worden om in gesprek te gaan met bewoners en gezamenlijk onderzoek te doen. Bestuurders en gemeenteambtenaren zijn bij de bijeenkomsten aanwezig en gaan in gesprek met bewoners. Ook is er op het Ministerie belangstelling voor Hollandse Luchten. Gerard, bewoner uit Beverwijk, heeft het project gepresenteerd aan de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties & Digitalisering Alexandra van Huffelen.

Na de presentatie stond de middag in het teken van een terugblik en een vooruitblik: Wat gaat er goed? Wat zouden we graag voor Hollandse Luchten in 2024 ontwikkelen? En welke vragen en ideeën zijn daar nu over?

Wat gaat er goed?
Antwoorden op de vraag ‘wat gaat er goed?’ kwamen op verschillende momenten naar voren. Bijvoorbeeld tijdens het rondgesprek over wat Hollandse Luchten bij de verschillende aanwezigen tot stand heeft gebracht. Bij het RIVM, TNO en de data-analisten van de Provincie Noord-Holland ging het vaak over dat zij door Hollandse Luchten meer zicht hebben op welke vragen er leven bij bewoners en zij daardoor scherper krijgen wat de waarde van hun werk moet zijn. Ook later op de middag werd in een co-creatie sessie vaak aangegeven de verbinding van de verschillende groepen als waardevol wordt ervaren en er een hoge betrokkenheid is.

Er kwamen ook vragen naar boven. Zo werd er door de deelnemende bewoners kritisch gereflecteerd op de hoge waarden van de SODAQ AIRs ten opzichte van de officiële meetstations. Het is erg belangrijk dat duidelijk wordt waardoor dit komt en hoe we dit kunnen oplossen. Dit wordt momenteel onderzocht door de Data Science werkgroep van Hollandse Luchten. Onlangs is hierover het artikel ‘Onderzoek naar hoge waarden SODAQ AIR’ gepubliceerd. 

Een andere vraag ging over tools en het analyseren van de data. Bijvoorbeeld vroeg een bewoner uit de Gooi en Vechtstreek: “Hoe houd je een logboek bij? En hoe kun je die data combineren?” Hij zou het fijn vinden als er een standaard manier is waarop observaties en ervaringen kwantificeerbaar kunnen worden gemaakt. Een data-analist van de provincie Noord-Holland reageerde hierop: je kunt een standaard manier maken, maar het is belangrijk dat die gefocust is op de vragen van de meetgroep. De data die je bijhoudt, is namelijk afhankelijk van de vragen die je wil beantwoorden. De meetgroep kan gezamenlijk kijken hoe het logboek eruit moet zien om de vragen te kunnen beantwoorden.
Momenteel wordt onderzocht hoe een logboek samen met de meetgroepen vormgegeven kan worden.

Toekomstverkenning van Hollandse Luchten
Een aantal ideeën en wensen waren: dat de data leidt tot impact op mensen en hun leefomgeving, dat de thema’s van de meetgroepen zijn uitgebreid van luchtkwaliteit naar geluid, geur en/of gezondheid, en dat er een uitgebreide set is aan data-analyse tools die gemakkelijk te gebruiken zijn. Een laatste belangrijke wens is om Hollandse Luchten door te ontwikkelen tot duurzame en verspreidbare organisatiestructuur met methodes voor het organiseren van bijeenkomsten en kruisbestuiving tussen verschillende groepen.

Aan de hand van deze ideeën zullen we verder werken aan Hollandse Luchten en verkennen op welke manieren Hollandse Luchten voortgezet kan worden.

Verslag: Bijeenkomst luchtkwaliteit en gezondheid in Haarlem

Hester Volten van het RIVM was op 18 januari te gast bij Hollandse Luchten in Haarlem om ons meer te vertellen over het verband tussen luchtkwaliteit en gezondheid. Haar presentatie is onderaan dit artikel te vinden. Omdat je in die presentatie al veel informatie terug kunt vinden, geven we in dit verslag vooral de informatie die ter plaatse ter sprake kwam.

De meetgroep in Haarlem is eind december begonnen met het bepalen van de locaties van ongeveer 15 fijnstofsensoren. Deze meten fijnstof tot 2,5 micrometer in de grootte (PM2.5). Daarnaast zijn er in Haarlem al veel stikstofdioxide (NO2) meetpunten via de Actie Meten Luchtkwaliteit Haarlem. Hoge gehaltes van fijnstof en stikstofdioxide zijn niet goed voor de luchtkwaliteit. Wat deze stoffen zijn en wat de definities zijn, vind je in de presentatie onderaan, of op de website De atlas van de leefomgeving.

Het RIVM is een onderzoeksinstituut en werkt voor verschillende overheden. Zij doen onderzoek in opdracht van overheden en geven advies. Het RIVM kan niet zelf beleid bepalen. In Hollandse Luchten is Hester aanwezig in opdracht van de provincie Noord-Holland. Zij zijn de opdrachtgever van Hollandse Luchten. Daarnaast is Annabel Thomas aanwezig, zij is hier namens Waag Futurelab. Waag Futurelab is de uitvoerende partij van Hollandse Luchten. Ook de gemeente Haarlem is vertegenwoordigd door beleidsmedewerker Marc Plantaz. Marc Plantaz heeft Hollandse Luchten naar Haarlem gehaald en er zo voor gezorgd dat Haarlemmers zelf de locaties van een aantal sensoren mogen bepalen.

Kun je luchtkwaliteit zien?
Luchtkwaliteit en de slachtoffers van slechte luchtkwaliteit, kun je niet zien, zegt Hester. Als iemand ziek wordt door een slechte luchtkwaliteit gaat het vaker over de ziekte die iemand heeft, dan waardoor het komt. Ziektes zoals astma en COPD kunnen verergerd worden door een slechte luchtkwaliteit. De meeste slachtoffers van een slechte luchtkwaliteit krijgen last van hun hart. Voor een individu is echter moeilijk te bewijzen wat de rol van de luchtkwaliteit daarin is. Voor de bevolking als geheel hebben we wel statistische bewijzen. Gemiddeld genomen kosten gezondheidsklachten door luchtkwaliteit Nederlanders 12 maanden van hun leven.Maar de zonsondergangen dan? vraagt iemand in de zaal. Kun je daarbij geen fijnstof zien? Inderdaad, vertelt Hester, bij een zonsondergang kun je fijnstof in de lucht soms zien. De lucht wordt dan mooi rood. Denk maar aan de momenten dat er veel Sahara zand in de lucht zit. Dan zie je het fijne zand soms op je auto of op de vensterbank.  Het verstrooit ook de lichtdeeltjes in de lucht, waardoor je een hele mooie zonsondergang ziet.

Luchtvervuiling zorgt er ook voor dat mist makkelijker ontstaat. Daarom was er vroeger vaker mist dan nu: de luchtkwaliteit is de afgelopen jaren sterk verbeterd.

Ultrafijnstof
Onze SODAQ AIR sensoren meten een bepaalde soort fijnstof, namelijk PM2.5. Wat fijnstof PM2.5 is, en hoe dat anders is dan fijnstof PM10 of ultrafijnstof, kun je terugvinden in de presentatie van Hester. Deze staat onderaan dit artikel. Voor PM2.5 en PM10 zijn er Europese regels. Maar voor ultrafijnstof is er nog geen meetverplichting. Een hele duidelijke uitleg van het hoe en waarom daarvan vind je op de website van het RIVM.

Helpen bomen tegen luchtvervuiling?
Een vraag die niet in de presentatie terugkomt en vaak gesteld wordt is: ‘helpt groen tegen luchtvervuiling?’ Het antwoord van Hester is dat bomen en de natuur juist last hebben van luchtvervuiling. Wat verwarrend kan zijn, is dat nieuwsberichten vaak spreken over lucht in verband met CO2 en de opwarming van de aarde. Het klopt dat bomen en groen CO2 uit de lucht halen. Echter is CO2 bij de concentraties die normaal gesproken in de lucht voorkomen, geen giftige stof. Het is daarom geen onderdeel van de luchtkwaliteit.

Voorop staat dat het altijd een goed idee is om meer bomen en groen in de stad te hebben. Groen is goed tegen oververhitting en heeft een positief effect op de mentale gezondheid. Ook neemt groen veel regenwater op en is daardoor goed tegen wateroverlast. Groen werkt echter niet tegen luchtverontreiniging. Bomen kunnen er zelfs voor zorgen dat stikstofdioxide en fijnstof langer blijven hangen op een plek. Hier is veel onderzoek naar gedaan. Lees meer over groen en de luchtkwaliteit op de website van de GGD.

CO2, NO2 en PM2.5
Wat betekenen al die afkortingen? En wat is wat? De stoffen en gassen die belangrijk zijn voor luchtkwaliteit en gezondheid worden uitgelicht in de presentatie. Meer informatie over NO2, de wetenschappelijke naam van stikstofdioxide, en PM2.5, de wetenschappelijke naam voor een soort fijnstof, vind je op de website Atlas van de leefomgeving.

CO2, of koolstofdioxide is een ander gas. Dit gas komt veel in het nieuws, omdat het een broeikasgas is. Dit betekent dat het effect heeft op de opwarming van de aarde (het broeikaseffect). Meer informatie over broeikasgassen vind je op de website van het KNMI.

EU-waarden en WHO-waarden
Wat zijn nu precies de EU-grenswaarden? En wat is het verschil tussen EU-waarden en WHO-waarden met betrekking tot luchtkwaliteit? Hester legt uit: EU-grenswaarden zijn de waarden waar landen zich wettelijk aan moeten houden. Als zij dat niet doen, krijgen zij uiteindelijk een boete. De WHO-waarden zijn waarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze kunnen bijna niet laag genoeg zijn, want fijnstof is vrijwel altijd slecht voor de gezondheid.

EU-regelgeving zorgt voor een gezondere leefomgeving. Dankzij de maatregelen van de Europese Unie is er nu bijvoorbeeld geen zure regen meer. Dat komt vooral omdat er geen zwavel meer in brandstoffen zit. Dit levert inwoners van de EU gemiddeld zes gezonde levensjaren meer op. “Als iemand zich op een feestje afvraagt waarom de EU zin heeft, kun je hen dit uitleggen!” aldus Hester.

Het Schone Lucht Akkoord is een akkoord tussen het Rijk, provincies en een groot aantal gemeenten. Het doel van het Schone Lucht Akkoord is om de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Ook is het akkoord gericht op gezondheid. Gemeenten die dit akkoord hebben getekend streven naar schonere lucht om gezondheidswinst te behalen. De gemeente Haarlem heeft het schone lucht akkoord getekend. Lees meer over het Schone Lucht Akkoord.

Let op! EU-waarden en WHO-waarden gaan beiden over jaargemiddelden. Het gaat dan om het gemiddelde dat voor fijnstof of stikstofdioxide wordt gemeten over een heel jaar.

Volgende bijeenkomsten in Haarlem
De meetgroep van Hollandse Luchten in Haarlem gaat nu aan de slag met de fijnstofsensoren van SODAQ AIR. Begin mei zal de eerste data-analyse van deze sensoren plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst kunnen we nog geen conclusies trekken, maar we kunnen wel al aan de slag met de meetvragen en de data die we tot nu toe hebben verzameld. Tijdens de bijeenkomst krijgen we alvast wat meer gevoel voor wat er met de data kan. Bekijk de Hollandse Luchten agenda voor aankomende bijeenkomsten in Haarlem en andere meetgroepen.

Meetgroepen zijn natuurlijk ook altijd vrij om zelf bijeenkomsten te organiseren. Gebruik hiervoor het handboek en de activiteiten menukaart van Hollandse Luchten.

Van HoLu-kit naar SODAQ AIR

Waarom zijn we veranderd van sensorkit?

 

In 2019 is de pilot van Hollandse Luchten gestart. Het doel van deze pilot was ervaring opdoen met het meten van luchtkwaliteit door middel van betaalbare en open-source technologie. Om fijnstof in kaart te brengen, konden de deelnemende bewoners gebruikmaken van de HoLu-kit. Inmiddels zijn we eind 2022 gestart met een nieuwe meetperiode. In deze meetperiode ligt de focus op het beantwoorden van meetvragen. Deze meetperiode meten we fijnstof met een ander apparaat: de SODAQ AIR. Waarom zijn we veranderd van meetapparatuur? En hoe is die keuze gemaakt?

In de pilot van Hollandse Luchten werd in 2019 fijnstof gemeten met de HoLu-kit. De HoLu-kit was zelfgebouwd en een prototype: een apparaat dat nog in ontwikkeling was. Het ontwerpen en bouwen van de HoLu-kit was een onderzoeksproject binnen de pilot. De HoLu-kits waren ontworpen om één jaar lang mee te meten. Omdat de pilot van Hollandse Luchten voor langere tijd werd verlengd en de HoLu-kits ontworpen waren om één jaar mee te meten, liepen we tegen een aantal uitdagingen aan: de internetverbinding was niet altijd goed en de HoLu-kits hadden veel onderhoud nodig.

In de huidige meetperiode (2022-2023) ligt de focus op het beantwoorden van meetvragen. Vanwege de uitdagingen van de HoLu-kit, is deze sensorkit niet het optimale apparaat om meetvragen mee te beantwoorden. Daarom is gekozen om een andere sensorkit te zoeken.

De keuze is gevallen op de SODAQ AIR. Er zijn een aantal redenen waarom er is gekozen voor deze sensorkit. De SODAQ AIR is een getest, kant-en-klaar product dat gebruiksvriendelijker is dan de HoLu-kit. Daarnaast geeft de fijnstofsensor in de SODAQ AIR (Sensirion SPS-30) relatief goede data over fijnstof PM2.5 volgens het RIVM. Ook is er garantie dat de SODAQ AIR werkzaam blijft voor minimaal 2 jaar.

Meer lezen over waarom en hoe er is gekozen voor een nieuwe sensorkit? En wat de verschillen zijn tussen de HoLu-kit en de SODAQ AIR?

Lees het uitgebreide verslag

De HoLu-kit waarmee gemeten werd in de pilot van Hollandse Luchten
De SODAQ air onder een afdakje bij Waag Futurelab.
De SODAQ AIR waar Hollandse Luchten mee meet in de huidige meetperiode (2022-2023)
Startbijeenkomst op donderdag 2 februari

Verslag: startbijeenkomst Geluid Meten in Gooi en Vechtstreek

We zijn gestart met een pilot Geluid Meten in de Gooi en Vechtstreek!

Op donderdag 2 februari zijn we in het Huis van Eemnes van start gegaan met de pilot voor het meten van geluid in de Gooi en Vechtstreek. Dit is een pilot van ongeveer drie maanden en is onderdeel van het GLIMI project. In deze pilot worden objectieve geluidsmetingen gecombineerd met de belevingen van geluid die bewoners zelf ervaren. Zo willen we het geluid in de omgeving zichtbaar en begrijpelijk maken. Samen met bewoners uit de gemeenten Gooise Meren, Blaricum, Eemnes en Laren hebben we donderdag de meetlocaties bepaald voor de vier geluidssensoren. Daarbij hebben we uitleg gekregen over de GLIMI portal, een online plek voor het documenteren van de geluidsbelevingen. Er is voornamelijk interesse in de geluidsoverlast vanwege weg- en vliegverkeer. Vanwege deze interesses is er gezamenlijk gekozen om de geluidssensoren op te hangen in wijken nabij drukke wegen of wijken die onder een corridor van Schiphol liggen. Dit zijn de volgende locaties:

  • Patrijzenhof in Eemnes

  • Kruising Hilversumse Weg en A1 in Laren

  • Zuidelijk deel van de Brinklaan in Bussum

  • Mariahoeve in Muiden

Binnenkort worden de geluidsmeters geplaatst en verschijnen ze op de GLIMI portal. Naast deze geluidsmetingen kan iedereen deelnemen aan het onderzoek door zelf belevingen in de portal te documenteren. Er volgt snel een bericht wanneer de sensoren geplaatst zijn en bewoners kunnen starten met het in kaart brengen van hun geluidsbeleving. Daarnaast zullen er in mei verschillende geluidswandelingen langs de geluidsmeters en in de wijk plaatsvinden. In juni sluiten we de pilot af met een analyse van de data en een evaluatie. Houd onze website en de nieuwsbrief in de gaten voor deze evenementen!   

Wil je de presentatieslides terugzien? Of lukte het je niet om bij de bijeenkomst aanwezig te zijn en wil je nog graag meedoen aan de pilot? Je kunt de presentatie hiernaast terugvinden en downloaden.

Onderzoek naar hoge waarden SODAQ AIR

Het is een aantal bewoners opgevallen dat de SODAQ AIRs soms hogere waarden meten dan de officiële meetstations van het luchtmeetnet. Daarom is de Data Science werkgroep van Hollandse Luchten een onderzoek gestart naar hoe dit komt. In dit artikel beschrijft de Data Science werkgroep een deel van hun (lopend)onderzoek. De werkgroep heeft de metingen van de SODAQ AIRs van afgelopen maanden vergeleken met de metingen van de officiële meetstations. Ook hebben ze gekeken naar eerdere metingen die gedaan zijn met dezelfde sensor. Daarnaast is gekeken naar de invloed van luchtvochtigheid. Op basis van deze informatie kun je nu (nog) niet concluderen dat de hogere waardes van de SODAQ AIRs niet kloppen, maar het is wel iets om goed in de gaten te houden. Het advies is om de sensoren voor een langere periode te laten meten, waardoor een langere periode van data beschikbaar is. Ook wordt vervolgonderzoek gedaan naar verschillen in behuizing van de sensor.

In de verschillende meetgroepen van Hollandse Luchten wordt inmiddels ruim een maand fijnstof gemeten. Er is data verzameld en hierbij is verschillende bewoners opgevallen dat de PM2.5-metingen van de Hollandse Luchten sensoren hoger zijn dan de nabijgelegen officiële meetstations (zogenoemde LML-stations). Deze observaties zijn gedaan voor de week van 28-nov tot 05-dec.

De sensorkit die voor Hollandse Luchten ingezet is, is de SODAQ AIR. Een sensorkit bestaat uit allerlei onderdelen, die ervoor zorgen dat het apparaat werkt en data kan versturen. De sensor is één van die onderdelen in de sensorkit: het onderdeel dat iets meet (zoals fijnstof). De sensorkit SODAQ AIR meet fijnstof met de sensor Sensirion SPS30.
Officiële meetstations maken gebruik van andere meettechnologie. Deze stations werken met apparatuur van rond de 20-30 duizend euro, terwijl de Sensirion SPS30 maar een paar tientjes kost.

Hieronder een voorbeeld van de metingen van drie SODAQ AIR sensoren rondom het officiële meetstation Beverwijk-Creutzberglaan:

Figuur 1: datavisualisaties van de Hollandse Luchten kaart. Metingen van drie SODAQ AIR sensoren rondom het officiële meetstation Beverwijk-Creutzberglaan

 

Een verslag van de Data Science werkgroep aan de hand van de vragen van bewoners

Om te onderzoeken wat hier aan de hand is en of de bovenstaande observaties een typisch patroon zijn dat voor alle SPS30 sensoren het gehele jaar terugkomt, kunnen we kijken naar de overige SPS30 sensoren in Nederland die al langere periode meten. Voor dit verslag bekijken we data van sensoren uit Utrecht, Cabauw, Breukelen en Rotterdam. Het is daarbij goed om te noemen dat niet alle SPS30 sensoren in dezelfde behuizing zitten als de Hollandse Luchten sensoren (SODAQ AIR). De sensoren in Utrecht, Cabauw, Breukelen en Rotterdam hebben een andere behuizing, maar meten wel met dezelfde SPS30 sensor. De behuizing van een sensor kan namelijk invloed hebben op wat een sensor meet.

Als we de uurgemiddelden van fijnstof (PM2.5) metingen van de SPS30 sensor vergelijken met de metingen van het nabijgelegen officiële meetstation, krijgen we de volgende resultaten (zie Figuur 2). Als de puntjes in deze figuur in de onderste driehoek liggen (rode driehoek in het plaatje voor Beverwijk) is de sensor meting hoger dan de officiële meting. Bij de puntjes in de bovenste driehoek is het andersom: dan zijn de metingen lager dan de officiële meting.
In de figuur zie je terug wat er ook op de Hollandse Luchten kaart te zien is: de puntjes van de SPS30 sensoren liggen vooral in de onderste (rode driehoek in het plaatje voor Beverwijk) en overschatten de PM2.5 concentratie bij concentraties die hoger zijn dan ca. 10 µg/m­­­­3. Zo zie je bijvoorbeeld dat wanneer een LML station (officieel meetstation) op de Y-as 8 µg/m3 meet, de sensor meestal geen 8 µg/m3 (x-as) meet, maar een hogere waarde. Deze verhoogde meetwaarden voor de sensoren komen vooral voor bij de sensoren rondom het station in Beverwijk, IJmuiden, Wijk aan Zee en Zaandam.

Figuur 2: Scatterplot voor PM2.5 SPS30 sensor metingen (x-as) and officiële meetstation metingen(LML) (y-as) in µg/m3 for 28-nov – 05-dec 2022

 

De vraag is nu of dit beeld hetzelfde blijft wanneer we naar een langere periode kijken, of dat dit een week is met uitzonderlijke afwijkingen van de SPS30 sensoren. Om daar inzicht in te krijgen, kunnen we een langere tijdsperiode selecteren en dezelfde figuren nogmaals maken (zie Figuur 3). Tussen 01-januari 2022 en 05-december 2022 zijn er 6 SPS30 sensoren die de gehele periode gemeten hebben (aangegeven met de zwarte omlijsting; twee op Utrecht-Kardinaal de Jongweg).

 

Uit deze Figuur 3 leiden wij het volgende af:

  • Bij plekken waar de sensoren echt op dezelfde meetplek staan als het officiële meetstation zien we in de meeste gevallen een redelijk goede overeenkomst tussen het officiële meetstation en de SPS30(Figuur 1 en 2);
  • De meeste sensoren in Rotterdam komen ook redelijk goed overeen met de metingen van de officiële meetstations. Zeker wanneer we kijken naar een langere periode (Figuur 2);
  • Op de locaties Beverwijk, Wijk aan Zee en Zaandam komen de metingen niet goed overeen met de metingen van de officiële meetstations. Echter, hier is ook nog maar circa twee maanden gemeten met de nieuwe sensoren.

 

Figure 3: Scatterplot voor sensor SPS30-metingen (x-axis) and officiële meetstations metingen(LML)(y-axis) in µg/m3 for 01-jan – 05-dec 2022.

 

Conclusie

Op basis van deze informatie kunnen we (nog) niet concluderen dat de SPS30 sensoren in de SODAQ AIR foutief te hoge waarden rapporteren. Het is mogelijk dat er een lokale bron aanwezig is, die zorgt voor een reële verhoging van de meting ten opzichte van de metingen van het officiële meetstation.
Daarnaast is het ook niet de verwachting dat de SPS30 sensoren foutief hogere waarden zouden meten, op basis van eerdere ervaringen met deze sensor (sensoren in Rotterdam), al zat de sensor toen in een andere behuizing.

We hebben ook gekeken of de relatieve luchtvochtigheid een rol kan spelen. In figuur 4 staan de verschillen tussen de officiële metingen en de sensormetingen uit tegen de relatieve luchtvochtigheid. Als de puntjes boven de zwarte lijn liggen geven ze te hoge meetwaarden aan, eronder te lage. Als de relatieve luchtvochtigheid een rol zou spelen dan zou aan de rechterkant bij hoge luchtvochtigheid meer puntjes boven de lijn verwachten. Maar bij de meeste stations zie je zowel veel puntjes boven de lijn als eronder.  Daarom kan de relatieve luchtvochtigheid op basis van nabijgelegen KNMI-stations (zie Figuur 4) geen sluitende verklaring geven voor de verhoogde meetwaarden gemeten door de sensoren in Beverwijk, Wijk aan Zee en Zaandam. Bij een hogere luchtvochtigheid is de kans op overschatting wel wat groter, zoals je kan zien voor de sensoren in de zwarte kaders, maar deze trend is niet sterk. Ook geven de sensoren nog steeds vaak ongeveer dezelfde waarde als het officiële meetstation.

De Data Science werkgroep adviseert om de sensoren een langere periode te laten meten (ca. een jaar). Daardoor is voor een langere periode meetdata beschikbaar. Het is tevens een mogelijkheid om de sensoren (tijdelijk) op dezelfde plaats te zetten, zogenaamde co-locatie, het liefst op een officieel meetstation. Hierdoor weet je zeker dat dezelfde lucht wordt gemeten.  Op dit moment worden op een aantal officiële meetstations SODAQ AIRs geplaatst voor co-locatie. Ook zal er vervolgonderzoek naar de behuizing wordt ingezet.

  

Figure 4: Density-plots voor de relatieve luchtvochtigheid (RH; x-axis) van dichtstbijzijnde KNMI-stations en de ratio sensor / LML ( pm25_calfac; y-axis).

 

 

 

De SODAQ air onder een afdakje bij Waag Futurelab.

Belangrijk bericht: Software Update v0.5.0 SODAQ AIR

Heb je thuis een SODAQ AIR hangen? Lees dit bericht met belangrijke stappen voor de software update.

We zien veel uitval van de SODAQ AIR sensoren. Om dit op te lossen moet de software van de sensoren worden geüpdate. Het is daarom belangrijk dat je de volgende stappen onderneemt.

Onderneem de volgende stappen om de SODAQ AIR te updaten:

1. Haal de stekker van de SODAQ AIR uit het stopcontact, maar laat de sensor op de houder met de magneet zitten.

2. Laat de stekker van de SODAQ AIR 5 minuten uit het stopcontact.

3. Stop de stekker van de SODAQ AIR weer in het stopcontact

4. Het lampje van de SODAQ AIR zal nu wit oplichten. Dit is een teken dat de sensor aan het updaten is. Dit duurt gemiddeld 60 a 120 seconden.

5. Er is hierna even geen lampje dat brandt. Houd de stekker van de SODAQ AIR in het stopcontact en laat de sensor op de houder met de magneet zitten. 

6. Na een tijdje wordt het licht groen: de SODAQ AIR werkt en is aan het opladen. Afhankelijk van de luchtkwaliteit wordt de lamp blauw, geel of rood: de sensor werkt!

7. Na 24 uur is de sensor weer zichtbaar op de Hollandse Luchten kaart en kun je de data bekijken.

8. De sensor zendt om de 5 minuten data naar de server. Die data zie je op de Hollandse Luchten kaart.

 

Als jouw sensor al langere tijd offline is en de bovenstaande stappen niet werken:

1. Haal de stekker van de SODAQ AIR uit het stopcontact, maar laat de sensor op de houder met de magneet zitten.

2. Laat de SODAQ AIR drie dagen(72 uur) zo liggen: de batterij wordt nu helemaal geleegd voor een volledige reset.

3. Stop de stekker van de SODAQ AIR na deze drie dagen weer in het stopcontact.

4. Het lampje van de SODAQ AIR zal nu wit oplichten. Dit is een teken dat de sensor aan het updaten is. Dit duurt gemiddeld 60 a 120 seconden.

5. Er is hierna even geen lampje dat brandt. Houd de stekker van de SODAQ AIR in het stopcontact en laat de sensor op de houder met de magneet zitten.

6. Na een tijdje wordt het licht groen: de SODAQ AIR werkt en is aan het opladen. Afhankelijk van de luchtkwaliteit wordt de lamp blauw, geel of rood: de sensor werkt!

7. Na 24 uur is de sensor weer zichtbaar op de Hollandse Luchten kaart en kun je de data bekijken.

8. De sensor zendt om de 5 minuten data naar de server. Die data zie je op de Hollandse Luchten kaart.

 

Heb je alle stappen gedaan en verschijnt jouw sensor nog steeds niet of niet meer op de kaart? Neem contact op via de support desk, vermeld in je mail ook jouw sensornummer(3 cijfers op de witte stikker op de sensor), dan proberen we je verder te helpen.

 

Waarom is deze update nodig?

Sommige SODAQ AIR sensorkits hebben last van een netwerkstoring. Hierdoor verschijnen zij als grijs icoon op de Hollandse Luchten kaart. Deze sensoren doen wel fysiek luchtmetingen en hiervan een indicatie geven met de LED lichten. Dit probleem zou moeten worden opgelost door middel van deze update.

Omdat wij de SODAQ AIR stationair gebruiken, maken de sensoren contact met een vaste zendmast. Soms komt het voor dat er tijdelijk geen verbinding met de zendmast mogelijk is (door bijvoorbeeld onderhoud) en de SODAQ AIR deze zendmast op een ‘blacklist’ zet. De SODAQ AIR maakt dan geen verbinding meer met deze zendmast. Als dit de enige zendmast binnen bereik van de SODAQ AIR is, wordt er dus geen verbinding meer gemaakt met de SODAQ server en wordt er geen data verzonden.

Om dit probleem te verhelpen, heeft SODAQ een software ontwikkeld. Deze update staat al klaar om ontvangen te worden door de sensoren in het veld. Om de update te ontvangen moet de stroomtoevoer aan de sensoren tijdelijk wordt onderbroken. Dit geldt voor alle sensoren, ook als deze nog geen last hebben gehad van dit probleem.

In de toekomst zullen de SODAQ AIRs dankzij de software update zelf kunnen herkennen wanneer zij een netwerkstoring ervaren en hier automatisch op reageren door een herstart te maken. Het is de bedoeling dat hierdoor de meeste problemen worden verholpen.
Houd er rekening mee dat de sensor een statische opnemer is: hij moet op één plek blijven staan. Probeer hem te vrijwaren van beweging, indien hij beweegt schakelt hij over in een ander modus en zal dan veel meer data gaan verzenden.

Oplossen niet functionerende of haperende sensoren

Afgelopen maanden hebben we een aantal meldingen gehad van sensoren die haperden of uitvielen. Wij hebben dit elke keer doorgestuurd aan SODAQ en het probleem zo goed mogelijk overgebracht. SODAQ heeft het onderzocht en inmiddels een fout gevonden in de communicatiemodule van de software van de SODAQ Air. SODAQ is momenteel bezig deze fout te repareren. Het kan zijn dat de sensoren daarom een update nodig hebben. Dit gebeurt over de internetverbinding van SODAQ. Het is daarom van groot belang dat de sensoren actief zijn. Willen jullie de sensoren zo veel mogelijk laten hangen en zorgen dat deze verbonden blijven aan de elektriciteit? Dan kan SODAQ een eventuele update versturen. Voor deze update is het alleen van belang dat de sensoren actief zijn en zijn verbonden aan de stroom, verder ontvangt de sensor vanzelf de update.

Sommige sensoren die last hadden van “haperende data” zijn inmiddels alweer aangevuld door het data platform van SODAQ en het RIVM. Dat kan je zien door op de sensoren te klikken op de kaart van Hollandse Luchten.

Presentatie Hollandse Luchten aan de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering

Afgelopen maandag, op 16 januari was het werkbezoek van de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering Alexandra van Huffelen aan de provincies in het Interprovinciaal Overleg(IPO). Dit werkbezoek stond in het teken van het vormgeven van de digitale samenleving: Hoe kan digitalisering een positieve bijdrage leveren aan de maatschappelijke vraagstukken waar de provincies aan werken? En hoe kan de overheid ervoor zorgen dat publieke waarden hierin centraal staan? Een aantal projecten van verschillende provincies werden gepresenteerd, waaronder ook Hollandse Luchten! De presentatie over Hollandse Luchten werd gegeven door Gerard (lid van Hollandse Luchten en inwoner van de provincie Noord Holland), en Maurik van Hal en Gerda Edelman van de Provincie Noord-Holland.

 


Gerard, lid van Hollandse Luchten, vertelt over Hollandse Luchten. Rechts op de voorgrond zijn ook de sensor en de holu-regenkap te zien. 

 

 

 

Verslag Startbijeenkomst II: Meetplan opstellen in de Gooi en Vechtstreek

Op 15 december 2022 vond de tweede bijeenkomst van Hollandse Luchten in de Gooi- en Vechtstreek plaats in het Huis van Eemnes in Eemnes. De avond werd geopend door Imme Ruarus van Waag Futurelab. Zij vertelde kort over het burgermeetnetwerk Hollandse Luchten. Daarna gaf Hester Volten van het RIVM een presentatie over luchtkwaliteit en het meten van luchtkwaliteit. Tijdens de presentaties kwamen al gesprekken op gang: want hoe verhoudt de data van het burgermeetnetwerk zich tot de data van het RIVM? En wat kunnen we met die data?

Hester vertelt dat het RIVM met officiële meetstations de luchtkwaliteit in Nederland meet, maar dat met de burgermeetsensoren fijnmaziger wordt gemeten. Het RIVM heeft een algemeen beeld van de luchtkwaliteit in Nederland. Ze weten bijvoorbeeld dat wanneer het koud is, de wind vaak uit het oosten komt en er dan veel fijnstof in de lucht zit. Maar het RIVM heeft minder zicht op wat er lokaal gebeurt, ze lopen immers niet rond in de buurt. Bewoners wel, zij ervaren wat er dagelijks in hun omgeving gebeurt. Bijvoorbeeld het vermoeden van een slechte luchtkwaliteit door het ruiken van veel houtstook.

Bewoners kunnen in het project Hollandse Luchten nu zelf luchtkwaliteit onderzoeken. Hiermee krijgen ze meer grip en inzicht te geven op de luchtkwaliteit. Bewoners leiden zelf het onderzoek: ze stellen zelf meetvragen op en maken daarbij een meetplan. Het meetplan bestaat is afhankelijk van wat de leden willen meten, dat bepaalt hoe ze dat kunnen doen en welke eventuele andere data er nodig is, zoals het bijhouden van ervaringen als het ruiken van de openhaard of de windrichting. Iemand uit Eemnes vroeg zich hierbij af, of die ervaringen op één manier moeten worden bijgehouden. Hester raadde dat wel aan.

De data en inzichten in de lokale luchtkwaliteit, geven bewoners naast inzicht ook handelingsperspectief. Aan de ene kant biedt het persoonlijke handelingsperspectieven. Met de nieuwe inzichten kan bijvoorbeeld een schonere route gekozen worden om naar het werk te fietsen. Aan de andere kant kunnen bewoners door middel van de data beter het gesprek aangaan met gemeentes, de provincie, kennisinstellingen en vervuilers.

Mark is een van de bewoners die vanaf het begin al nauw betrokken is bij Hollandse Luchten. Imme vroeg hem daarom kort wat te vertellen over de start van Hollandse Luchten in de BEL-combinatie. Samen met Arjan, Moos en Evert, is hij al een tijd bezig met geluidsoverlast en de uitstoot van fijnstof en NO2 veroorzaakt door de snelwegen de A27 en A1. Hij wil graag aantonen dat luchtvervuiling een maatschappelijk probleem is waarbij een grote groep sterk staat in de zoektocht naar een oplossing. 

Na de presentatie is het pauze en kan iedereen de informatie laten bezinken onder het genot van een frisje en bitterbal. Daarna splitsen we ons op in twee meetgroepen: Gooise meren en de BEL-combinatie (Blaricum, Eemnes, Laren). Aan de hand van regiokaarten, post-its, stickers gingen we aan de slag met het opstellen van een meetplan.

De BEL-combinatie
In de BEL-gemeente waren er veel ideeën over wat er gemeten kon worden. De snelwegen A1 en A27, het verschil tussen de drie dorpen, de uitstoot van de scheepvaart, lokale houtstook en de asfaltfabriek. Een aantal meetvragen uit de meetgroep BEL-combinatie over zijn:

  • Hoeveel fijnstof komt er op een punt tussen de twee snelwegen? En hoe verspreidt het fijnstof zich over Gooi- en Eemland?
  • Hoe gezond zijn onze openbare ruimtes?
  • Hoeveel fijnstof komt door lokale bronnen, zoals houtskool, verkeer A27, oude dorp.
  • Hoeveel fijnstof is er in het buitengebied?
  • Hoe effectief is een geluidswal voor het tegenhouden van stikstofdioxide NO2?
  • Wat is het verschil in meetresultaten tussen de linker en rechterkant van de A1?
  • Hoeveel fijnstof komt er op een punt tussen de twee snelwegen? En hoe verspreidt het fijnstof zich over Gooi- en Eemland?

Gooise Meren
In Gooise Meren wordt een plan gemaakt voor Muiden en Muiderberg, onder andere om de luchtkwaliteit rond de A1 in kaart te brengen, maar ook om te onderzoeken of de vliegcorridor die over het gebied gaat invloed heeft om de metingen. In het bijzonder wordt er gekeken of we plaatsen in kaart kunnen brengen waar mensen buiten recreëren. In Naarden en Bussum willen de bewoners onder andere bronnen als doorgaand verkeer en houtkachels in kaart brengen. Naast fijnstofsensoren zullen in het gebied ook Palmes buisjes opgehangen worden om NO2 te meten.

Een aantal meetvragen uit de meetgroep Gooise Meren:

  • In de wijken waar veel houtkachels zijn, hoe hoog is daar de fijnstof en hoe schadelijk is dit?
  • Hoe ziet het verloop van fijnstofpieken eruit?
  • Wat is de PM 2,5 waarde bij een school in de buurt?
  • Hoe draagt het verkeer op (deze) snelwegen bij aan fijnstof en stikstof uitstoot op plekken waar veel buiten gecreëerd wordt (met name gericht op de piekbelasting)?

In maart zal er een data-analyse bijeenkomst worden georganiseerd worden om gezamenlijk naar de opgehaalde data van de afgelopen maanden te kijken en daarover in gesprek te gaan.

Benieuwd naar hoe de eerste bijeenkomst in de Gooi en Vechtstreek verliep? Lees het verslag van de eerste bijeenkomst .

Historische data op de Hollandse Luchten kaart

Sinds kort zijn de historische data van de HoLu-kits weer zichtbaar op de Hollandse Luchten kaart. Deze waren tijdelijk niet zichtbaar omdat de HoLu-kits in november 2022 zijn vervangen door de nieuwe Sodaq AIR-sensorkits. Echter, de data die de HoLu kits sinds 2019 hebben opgehaald, blijven openbaar beschikbaar. Je kan deze zien door in de kaart-legenda ‘toon inactieve sensoren’ aan te vinken. Hiermee worden oude HoLu-sensoren en van Sodaq-sensoren getoond die al meer dan een maand geen data sturen. Door op de individuele sensor te klikken, kunt u terug scrollen in het verleden.

Verslag bijeenkomst II Haarlem: starten met meten

Op dinsdag 13 december komen we weer bijeen in de bibliotheek van het Rosenstock-Huessy huis voor de tweede bijeenkomst van Hollandse Luchten in Haarlem. Tijdens de avond krijgen deelnemers meer informatie over de sensoren en wordt bepaald waar deelnemers de sensoren plaatsen.

Annabel van Waag Futurelab leidt ook deze avond, in samenwerking met de Provincie Noord-Holland, de Gemeente Haarlem en Smart City Haarlem. Een groot deel van de deelnemers die bij de vorige bijeenkomst aanwezig was, is ook deze keer weer van de partij.

Maurik van Hal van de Provincie Noord-Holland is vanavond voor de meesten wel een nieuw gezicht. Hij geeft een korte introductie over zichzelf en de rol van de Provincie Noord-Holland in het project. De provincie wil met Hollandse Luchten onder meer bereiken dat mensen goed geïnformeerd de dialoog over luchtkwaliteit aan kunnen gaan met bijvoorbeeld de gemeente. Een goede leefomgeving is ook voor de Provincie Noord-Holland erg belangrijk. Binnen de wet- en regelgeving probeert zij de eisen aan luchtkwaliteit aan te scherpen. Er wordt gekeken naar eisen voor de industrie, maar ook naar manieren om de mobiliteit te vergroenen.

Deelnemers krijgen hierna een uitleg over de nieuwe SODAQ Air en de plaatsing van deze sensor (zie de presentatie in de bijlage). Annabel laat daarnaast zien dat op het forum van Hollandse Luchten ook veel informatie over de nieuwe sensoren staat. Hier kun je bovendien in contact komen met deelnemers van Hollandse Luchten in andere regio’s, zoals Zaanstad, de IJmond en de Gooi- en Vechtstreek, om tips uit te wisselen.

Op het dataportaal van Samen Meten is nog veel meer informatie te vinden over de luchtkwaliteit. Als we de Gemeente Haarlem selecteren zien we onder meer wat de grootste bronnen van fijnstof en stikstofdioxide (NO2) zijn. Zo blijkt het verkeer veel NO2-uitstoot te veroorzaken, terwijl fijnstof voor een groot deel uit het buitenland komt. Andere bronnen van luchtverontreiniging zijn de industrie, scheepvaart en landbouw.

Na de pauze gaan de deelnemers zelf aan de slag. Na het vorige overleg is een aantal thema’s naar voren gekomen, waar betrokkenen interesse in hebben:

  • De invloed van drukke wegen op de luchtkwaliteit bij speelplaatsen en scholen
  • De invloed van houtstook op de luchtkwaliteit in Haarlem
  • De invloed van verkeer op de luchtkwaliteit in Haarlem

De deelnemers splitsten zich in drie groepen en bepalen samen waar de sensoren het beste kunnen hangen, door post-its op een grote kaart van Haarlem te plakken. Als snel is duidelijk dat de sensoren goed zijn verdeeld over de stad en op de juiste locaties hangen om de meetvragen te beantwoorden. Aan het einde van de avond bepalen we plenair waar de sensoren geplaatst worden en kan het meten beginnen.

In januari zal er een bijeenkomst plaatsvinden met een expert van de GGD Kennemerland of het RIVM om vragen van deelnemers over luchtkwaliteit te beantwoorden. En over ongeveer drie maanden zullen de eerste resultaten van de metingen besproken worden tijdens een data-analyse sessie.

Benieuwd naar hoe de eerste bijeenkomst is verlopen? Lees het verslag over de eerste bijeenkomst in Haarlem.

Hoge waardes SODAQ Air

De eerste SODAQ Air sensoren zijn ondertussen uitgedeeld in de IJmond regio en Zaanstad. Het is de afgelopen tijd opgevallen dat de waardes van de SODAQ air in vergelijking met de waardes van officiële meetstations hoger lijken te zijn. Dit wordt momenteel met de werkgroep Data Science besproken en onderzocht. We houden jullie op de hoogte, de officiële meetstations zijn de leidraad en geven de meest betrouwbare data.

Verslag startbijeenkomst II: sensoren in Zaanstad

De tweede Hollandse Luchten bijeenkomst in de regio Zaanstad staat in het teken van sensoren. Niet alleen krijgen de deelnemers aan het einde een sensor mee naar huis, ook wordt er door verschillende partners uitleg gegeven over het gebruik en de voor- en nadelen van de sensoren. 

Sylke van Duijnen van Waag Futurelab leidt de avond, in samenwerking met partners zoals het RIVM, de GGD Amsterdam en de Gemeente Zaanstad. We starten met de introductie van de nieuwe sensor: de Sodaq Air. Zo krijgen deelnemers instructies hoe en waar je de sensor het beste ophangt (zie de presentatie in de bijlage voor extra informatie).

Tobias Koster van de GGD Amsterdam houdt tijdens de avond een presentatie over Palmes-buisjes. Deze buisjes meten de hoeveelheid stikstofdioxide (NO2), die vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen. Op de kaart die Tobias laat zien (maps.amsterdam.nl/no2) is duidelijk waar de gemiddelde concentraties van deze stof het hoogst zijn: in de buurt van drukke wegen en nabij industrie. In Zaanstad hangen al ongeveer 23 Palmesbuisjes langs drukke verkeerspunten, het Noordzeekanaal en de Zaan. Een groot voordeel van deze buisjes zijn de kosten; die zijn laag. Een nadeel is echter dat je alleen de gemiddelde concentratie NO2 over vier weken kunt meten. Je kunt dus geen pieken in de concentratie van NO2 ontdekken op korte termijn. Verder geeft Tobias extra uitleg over het meten van fijnstof met sensoren.
 
Locaties van de Palmesbuisjes in Zaanstad

Tijdens de avond wordt ook besproken wat er gebeurt met de data die de leden ophalen. Belangrijk is dat de leden eigenaar zijn van de data. Zij bepalen wat er met de data gedaan wordt. Hollandse Luchten ondersteunt hierin het beantwoorden van de meetvragen en het nastreven van persoonlijke doelen.  Zo kunnen zij helpen om iemand uit de politiek of een expert uit te nodigen, of een bijeenkomst over een specifiek onderwerp te organiseren. Ook wordt de data gedeeld met partners als TNO en RIVM. Zij kunnen met de data aan de slag, zo kan de data over luchtkwaliteit in Zaanstad, maar ook in de rest van Nederland, nog beter worden.

Na een korte pauze gaan we verder met het bepalen van de locaties voor de sensoren. Na de vorige bijeenkomst in Zaanstad zijn vier relevante thema’s naar voren gekomen, waarover de deelnemers meer te weten willen komen door metingen uit te voeren:

  • Windrichting & de uitstoot van specifieke bronnen
  • Geuroverlast & gezondheidsbeleving in Oud Koog aan de Zaan
  • Verkeer & scheepvaart: NO2 meten met Palmesbuisjes
  • Vliegverkeer over Westzaan, Krommenie en Assendelft

We besluiten eerst te kijken naar potentiële locaties van sensoren, in plaats van locaties te zoeken bij de bovenstaande thema’s. De deelnemers plakken een rode sticker op een grote kaart van de regio Zaanstad. Hierdoor is goed te zien waar we de meetinstrumenten kunnen plaatsen. Al snel is duidelijk dat we met de aanwezigen een mooie spreiding van luchtkwaliteitssensoren in Zaanstad krijgen in aanvulling op het bestaande netwerk van Palmesbuisjes. Er komen zowel langs de Zaan sensoren om de uitstoot van schepen te meten, als in de buurt van industrie en onder de aanvliegroute van Schiphol. Daarnaast staat een aantal sensoren in de buurt van de snelweg A8. Dankzij deze locaties kunnen we naar verwachting een flink deel van de meetvragen, die tijdens de vorige bijeenkomst zijn opgesteld, beantwoorden.

Aan het einde van de avond nemen de deelnemers hun sensor mee naar huis en kan het meten beginnen. Over ongeveer drie maanden worden de eerste resultaten besproken tijdens een data-analyse bijeenkomst met experts.

 

Benieuwd naar hoe de eerste bijeenkomst is verlopen? Lees het verslag van de eerste bijeenkomst in Zaanstad.

Bekijk de online presentaties

Wat is Hollandse Luchten? En hoe stel je een meetvraag op?

De afgelopen maand vonden de eerste startbijeenkomsten plaats in de meetgroepen regio IJmond, regio Gooi en Vechtstreek, Haarlem en Zaanstad. Heb je de eerste bijeenkomst in jouw regio gemist? Of wil je de presentatie graag terugkijken? Bekijk dan de online presentaties: Wat is Hollandse Luchten? en Hoe stel je een meetvraag op?

 

 Wat is Hollandse Luchten?

 

 

Hoe stel je een meetvraag op?

Oplossing voor het buiten monteren van de SODAQ air. CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

Maakmiddag regenbestendig maken SODAQ air

Meetgroepen uit de IJmond komen samen om een oplossing te bedenken voor het buiten monteren van de SODAQ Air

Op 23 november kwamen een aantal leden van de meetgroepen in de IJmond samen om te bekijken hoe we de SODAQ air sensor buiten kunnen monteren als er geen afdakje is om de sensor onder op te hangen. De sensor moet om buiten te hangen continu aan de stroom verbonden zijn, maar de USB-aansluiting op de sensor is niet waterdicht. Daarom moet hij onder een afdakje hangen.  Omdat niet iedereen een goede plek met een afdakje heeft, gingen we in de Broedmachine in Beverwijk aan de slag met de kappen van de oude HoLu sensorkits. 

 

Dit is de uiteindelijke simpelste oplossing geworden! Met dank aan inspiratie van Angela op de bijeenkomst in de IJmond, en een stukje bezemsteel.

Oplossing voor het buiten monteren van de SODAQ air. CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

 

Onderstaande oplossing met de montage van de sensorkit in een afvoerbuis is gemaakt door Hollandse Held Gerard van Zelst. Deze moest boven op een school bevestigd worden, waar veel last is van wind en regen.

Hollandse Held Gerard had eerder een SODAQ Air in de omhuizing van een oude HoLu gemaakt, inclusief de grondplaat. Er waren vragen over de hoeveelheid fijnstof die door deze constructie in de sensor terecht zou komen, dus hebben we een kleine test opgezet.

We hebben gemeten of de sensoren beiden aangeven dat de leden van de Broedplaats hun sigarettenrook richting de sensoren blazen. We merkten dat de rook vooral in de overkapte sensor terecht kwam, omdat die dichterbij de rokers stond en de sigarettenrook snel vervloog. Echter, toen er file ontstond op de Parallelweg, tijdens de maaksessie, meten de sensoren gelijke waarden.

 

CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

Als de sensor eenmaal onder de kap bevestigd is, kan je hem met bijvoorbeeld een hoeklijn ophangen.

Gerard heeft naar aanleiding van de maakmiddag ene montagehandleiding gemaakt voor de SODAQ Air als je geen afdakje hebt. Deze vind je hier onder.

Foto door Imme Ruarus

Verslag: Samen luchtkwaliteitsdata analyseren in de IJmond

Op 11 oktober 2022 waren de leden van de meetgroepen in Beverwijk/Heemskerk, Wijk aan Zee en Velsen uitgenodigd in de bibliotheek van Beverwijk om samen met een data analist van de provincie Noord-Holland te kijken naar de data van de Hollandse Luchten sensoren in de IJmond in de afgelopen jaren. In november 2022 gaat een nieuwe meetperiode van start in de IJmond, met nieuwe sensoren en nieuwe meetvragen. Een van de doelen van deze data-analyse bijeenkomst is om de afgelopen meetperiode goed af te sluiten voor we met een nieuwe meetperiode beginnen. De aanwezigen meten al sinds 2019 door middel van Hollandse Luchten in de IJmond, en willen graag weten wat zij kunnen zien aan de data die is opgehaald.

De bijeenkomst werd geopend door Gerard van Zelst, die zich sinds het begin als Hollandse Held, ofwel coördinator, inzet voor Hollandse Luchten. Hij neemt ons mee in het proces tot nu toe. Er zijn ongeveer twintig aanwezigen; veel mensen die thuis een fijnstofsensor hebben geplaatst, maar ook mensen die interesse hebben in het project vanuit hun werk bij Tata Steel of de gemeente Haarlem. Ook zijn er vertegenwoordigers van Waag, het RIVM en de Provincie Noord-Holland aanwezig. Eline Verhoeven van het RIVM geeft een introductie over luchtkwaliteit en gezondheid. Haar presentatie is hier terug te lezen.

Luchtkwaliteit

De luchtkwaliteit in Nederland wordt steeds beter. Tegelijkertijd is het zo dat alle luchtvervuiling schadelijk kan zijn voor de gezondheid: er is geen veilige grens waaronder luchtvervuiling niet schadelijk is voor de gezondheid. Daarom is dit een belangrijk onderwerp voor het RIVM. De drie belangrijkste factoren in de lucht voor je gezondheid zijn fijnstof, stikstofdioxide en ozon. De HoLu-kits die we sinds 2019 hebben gebruikt voor Hollandse Luchten zijn fijnstofsensoren. (N.B. een klein aantal ‘extended HoLu’s’ heeft ook een stikstofdioxide-sensor). Voor deze analyse zoomen we daarom in op fijnstof.

Afbeelding 1 – klik voor grotere weergave.

Eline legt het verschil uit tussen PM 10, PM 2,5 en ultrafijnstof (zie afbeelding 1). Een veel gebruikte afkorting voor fijnstof is PM. PM staat voor ’Particulate Matter’. De indeling van PM is op grootte (diameter). Voor de gezondheid maakt het namelijk uit hoe groot de deeltjes zijn die je inademt. Hoe kleiner de deeltjes, hoe verder ze in je longen kunnen doordringen.  Meer informatie vind je op: https://www.atlasleefomgeving.nl/thema/schone-lucht/fijnstof.

Er zijn verschillende streefwaarden voor fijnstof. De belangrijkste zijn de EU-grenswaarden (2008) en de advieswaarden van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie). Deze laatste zijn vorig jaar aangescherpt, en een stuk strenger geworden. Daarnaast heeft Nederland zelf het Schone Lucht Akkoord (SLA). De IJmond-gemeenten zijn aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord. Vanuit het SLA is het streven om in 2030 in heel Nederland te voldoen aan de WHO-advieswaarden voor NO2, PM10 en PM 2,5. Het SLA richt zich in eerste instantie op het behalen van de WHO-advieswaarden uit 2005 voor stikstofdioxide en fijnstof (PM10, PM2.5) in 2030. Momenteel wordt onderzocht hoe de nieuwe WHO-advieswaarden van 2021 bij het SLA kunnen worden betrokken.

Data analyse

Gerda Edelman, datawetenschapper bij de Provincie Noord-Holland, presenteert een data dashboard dat zij zelf heeft gemaakt in het programma Microsoft Power BI. Ze kan hier alle data uit de IJmond regio op inladen. Hier kun je bijvoorbeeld zien hoeveel sensoren in de regio actief zijn en wat zij meten. 

Grafiek 1 – klik voor grotere weergave.

In grafiek 1 zie je zowel de hoeveelheid fijnstof die gemeten is in een dorp of stad, als de hoeveelheid sensoren die daar actief zijn. De staven geven de gemiddelde hoeveelheid fijnstof aan. De hoeveelheid sensoren is aangegeven met een lijn. Je ziet bijvoorbeeld dat de hoeveelheid fijnstof in Velsen-Zuid laag is, maar dat ook het aantal sensoren daar laag is. Meerdere sensoren in een gebied geven een betrouwbaarder beeld van de metingen. Het kan namelijk zijn dat een sensor defect is, en dus geen betrouwbaar beeld geeft van de werkelijke luchtkwaliteit.

Tijdens de data-analyse van de IJmond zijn alle sensoren in het dashboard te zien. Ook de sensoren die al langere tijd in de IJmond hangen, en door bijvoorbeeld roest of vuil defect zijn geraakt. De HoLu sensoren zijn aan het einde van hun levensduur; naarmate ze langer hangen worden de gegevens minder betrouwbaar, omdat er een grotere kans is dat een sensor niet goed meer werkt. Soms geeft een sensor bijvoorbeeld onrealistisch hoge waarden, of juist onrealistisch lage waarden. De defecte sensoren worden uit de uiteindelijke analyse gefilterd. Om erachter te komen hoe goed de data is die een sensor heeft verzameld, heeft het RIVM een methode ontwikkeld. Op het platform van Samen Meten vind je een plausibiliteitsscore van 1 tot 5 sterren. Meer hier over kun je lezen op: https://samenmeten.nl/data/plausibiliteit-van-fijnstofmeting. Afbeelding 2 geeft tips om sensordata te interpreteren.

Afbeelding 2 – klik voor een grotere weergave, ook beschikbaar in de RIVM presentatie onder aan dit artikel.

Windroos

Er zijn als experiment verschillende windrozen gemaakt voor de data-analyse bijeenkomst, te zien in grafiek 2. De gebruikte data over windrichting komt van het weerstation van Schiphol. De cijfers aan de buitenkant van de grafiek zijn de graden waar de wind vandaan komt. Oostenwind is bijvoorbeeld 90 graden, Noordenwind is 360 graden. 

Grafiek 2 – klik voor grotere weergave

De aangegeven afstand vanaf het middelpunt is de gemiddelde hoeveelheid PM 2,5 bij een bepaalde windrichting, gemeten in het gebied dat aangeduid staat boven het plaatje. Omdat de windrozen allemaal het meest uitschieten richting 110/130 graden, kan je concluderen dat in Wijk aan Zee, Beverwijk, Heemskerk en Velsen het meeste fijnstof wordt gemeten als de wind op het weerstation van Schiphol uit het oostzuidoosten komt. 

De aanwezigen gaan in discussie over deze visualisaties. Uit ervaring blijkt dat de windrichting op dezelfde tijd anders kan zijn in de verschillende dorpen en steden die aangegeven worden in deze analyse. In het rapport “Luchtkwaliteit in de IJmond” van de provincie Noord-Holland vind je precieze windrozen met officiële informatie per meetstation.

Grafiek 3 – klik voor grotere weergave

Stikstofdioxide

In 2023 gaat het project van Hollandse Luchten naast fijnstof ook stikstofdioxide (NO2) meten met Palmes buisjes. Deze buisjes worden opgehangen door de GGD Amsterdam en elke vier weken vervangen en uitgelezen. Dat levert dus een gemiddelde waarde van stikstofdioxide op. In de afgelopen meetperiode was er een klein aantal extended HoLu sensoren die al NO2-metingen deden, te zien in grafiek 3. Uit de data van de NO2-metingen kun je zien dat deze worden beïnvloed door de luchtvochtigheid. Als de luchtvochtigheid hoger is, zijn de NO2-waarden ook hoger.

Stikstofdioxide zit vaak in uitlaatgassen van auto’s en uitstoot van industrie. Meer informatie over NO2 vind je hier. In de metingen uit de IJmond in de periode april-juni 2021 zie je pieken in NO2 in de ochtend en avond. Je zou al snel kunnen denken dat dit komt door de spits, maar dat klopt niet helemaal. De pieken zijn vooral aanwezig als het op zijn koudst is en dus de relatieve luchtvochtigheid hoger is; de hoogste pieken zijn rond 6:00 uur ‘s-ochtends waarop vaak het dauwpunt optreedt. Deze metingen worden waarschijnlijk beïnvloed door de hoeveelheid luchtvochtigheid. Deze inzichten benadrukken hoe complex het analyseren van data kan zijn.

Vooruitblik voor Hollandse Luchten

Voor de meeste deelnemers is dit dan ook de conclusie van de bijeenkomst. We hebben veel geleerd over data; hoe complex het is om data te analyseren en wat je ermee zou kunnen doen. Ook is het belang van de nieuwe sensoren bevestigd. In de aankomende meetperiode zullen we uitgaan van de meetvragen van de leden van Hollandse Luchten. Aan de hand daarvan gaan we de sensoren ophangen. Het is dus niet zo dat iedereen automatisch een sensor ‘aan huis’ krijgt, het is echt de vraag wat mensen willen meten. De leden stellen samen een meetplan op en besluiten op welke plaatsen er een sensor moet komen te hangen om de meetvragen te kunnen beantwoorden.en

Om de meetvragen goed te kunnen beantwoorden moeten de data betrouwbaar zijn. Van de huidige HoLu sensoren zijn er veel aan het einde van hun levensduur, wat ervoor zorgt dat niet elke sensor meer betrouwbaar genoeg is. Daarom worden vanaf november 2022 nieuwe sensoren uitgedeeld. Naast de IJmond wordt het projectgebied van Hollandse Luchten uitgebreid naar Haarlem en de Gooi en Vechtstreek. In Zaanstad werd al gemeten met sensoren van Hollandse Luchten. Ook daar gaan leden door met metingen met de nieuwe sensoren. In alle meetgroepen zullen in de volgende meetperiode meerdere data-analyse bijeenkomsten worden georganiseerd zodat leden met de opgehaalde data hun meetvraag kunnen beantwoorden. Heb je een meetvraag die je graag beantwoord zou zien en woon je in een van de meetgebieden? Kom naar een startbijeenkomst bij jou in de buurt en word lid van Hollandse Luchten

Technische problemen dataplatform (update: opgelost)

Vanaf 2 november eind van de middag waren er problemen ontstaan met het dataplatform van de provincie Noord Holland waardoor er geen data kon worden opgehaald door de kaart. Dit is inmiddels verholpen. De eerste nieuwe sensoren van de nieuwe meetperiode verschijnen inmiddels op de kaart. 

 

Het forum verhuist: van Hollandse Luchten naar Samen Meten

Per 1 november gaat het Hollandse Luchten forum met pensioen. Vanaf nu kun je terecht op het Samen Meten Forum voor al je vragen over luchtkwaliteit en burgerwetenschap. Het Samen Meten forum wordt beheerd door het RIVM. Je kunt er meer informatie vinden over het meten van luchtkwaliteit. Ook kun je er in contact komen met andere mensen die zelf metingen doen in Nederland, of je vraag stellen aan experts. Dit wordt georganiseerd door de Samen Meten afdeling van het RIVM: een verzamelplaats voor burgerwetenschap door heel Nederland. 

Het oude Hollandse Luchten forum gaat met pensioen omdat er in de laatste 1,5 jaar weinig activiteit plaatsgevonden heeft. Hoe blijf je op de hoogte van Hollandse Luchten nieuws? Aankondigingen over Hollandse Luchten worden op de nieuws en evenementen pagina’s van Hollandse Luchten gedaan. Ook kun je je aanmelden voor de Hollandse Luchten nieuwsbrief.

En heb je een specifieke vraag over Hollandse Luchten? Dan kun je terecht bij de FAQ en helpdesk.

Op het Samen Meten forum komt ook een aparte Hollandse Luchten-categorie, daar kunnen leden van Hollandse Luchten met elkaar in contact komen.

Ga naar het forum!

De gekalibreerde data is weer zichtbaar op de kaart

Update 12-10-22: De gekalibreerde data is weer zichtbaar op de kaart.

Update 07-10-22: Het probleem doet zich weer voor. Wederom geen gekalibreerde data beschikbaar.

Update 06-10-22: De gekalibreerde data is weer zichtbaar op de kaart.

Wellicht is je opgevallen dat de sensoren op de Hollandse Luchten kaart lichtblauw zijn. Dit houdt in dat er wel data wordt verzameld, maar zonder kalibratie wordt gevisualiseerd. Zie afbeelding:

Wat betekent dit:

  • De HoLu-sensoren zijn online
  • Het Lora Netwerk is online
  • De HoLu-sensoren zijn gekoppeld aan het Lora Netwerk 

Het probleem ligt bij de data-infrastructuur; de gekalibreerde data wordt niet op de kaart gevisualiseerd. Op dit moment weten we nog niet waar dit precies mis gaat. We zijn hard bezig om de oorzaak te vinden en het probleem op te lossen. Op het moment hebben we de volgende acties ondernomen om dit te onderzoeken:

  • Er is contact opgenomen met SKYLAB (Lora Netwerk beheerders): Het netwerk is in orde.
  • Er is contact opgenomen meet het RIVM (verantwoordelijk voor de kalibratie): hun portaal en API werken na behoren.
  • Er is contact opgenomen met de developers van de provincie Noord-Holland (waar het Hollandse Luchten dataplatform gehost wordt). Ze gaan onderzoeken of het probleem daar ligt.

Gezien de complexiteit van de data-infrastructuur en de verschillende partijen die hieraan werken, is er extra tijd nodig om dit recht te trekken. Zodra het is hersteld, zullen we een bericht online zetten.

Goed om te weten: de data die al verzameld is via deze sensoren is niet verloren. Het is alleen zo dat er op dit moment geen gekalibreerde data binnenkomt. 

Start meetgroepen in Haarlem, Gooi & Vechtstreek en nieuwe sensoren

Hollandse Luchten gaat een boeiende periode tegemoet. Volgende maand zal het burgermeetnetwerk worden uitgebreid met meetgroepen in Haarlem en de Gooi en Vechtstreek. Daarnaast kunnen we in alle bestaande en nieuwe meetgroepen gaan meten met nieuwe sensoren, de SODAQ AIR. Binnenkort meer over deze nieuwe sensor.  

In de al bestaande meetgroepen in Kogerveld en de IJmond starten we met een nieuwe meetperiode. Het plan is om ons deze periode te concentreren op de meetvragen van de leden, en aan de hand daarvan gezamenlijk te beslissen waar we nieuwe sensoren op gaan hangen. 

De komende tijd worden verschillende bijeenkomsten georganiseerd in de bestaande en nieuwe meetgroepen. Houd de eventpagina in de gaten of schrijf je in voor de Hollandse Luchten nieuwsbrief

Een groep mensen poseert voor een scherm met SODAQ Air en drie 'snuffelfietsen'

Scholieren onderzoeken de luchtkwaliteit in samenwerking met Hollandse Luchten

Kick-off programma GLOBE & Hollandse Luchten

Op woensdag 7 september is het Hollandse Luchten team uitgenodigd op het Castor College in Beverwijk voor de kick-off van het GLOBE scholenproject in Noord-Holland, waarbij leerlingen van verschillende scholen luchtkwaliteit gaan meten en analyseren. GLOBE werkt hiervoor samen met Hollandse Luchten, de provincie Noord-Holland, TNO, RIVM en de GGD Kennemerland. De data van dit project komt op de Hollandse Luchten kaart, en leerlingen kunnen data van andere sensoren op de Hollandse Luchten kaart gebruiken om hun analyses te doen.

Er zijn docenten van zes verschillende scholen uit Noord-Holland aanwezig op deze kick-off, hun vakken variëren van Aardrijkskunde tot Scheikunde en van Biologie tot Informatica. Ton Reckman, bestuurslid van GLOBE Nederland en Hester Volten van het RIVM hebben een proefles gemaakt, zodat we kunnen ervaren hoe leerlingen meer kennis kunnen opdoen over fijnstof en luchtkwaliteit in verschillende vakgebieden. Ook presenteren zij een idee voor een proefje wat je met de leerlingen kan doen om de technische werking van de sensoren te demonstreren. Elke leerling zal een eigen interessegebied hebben; de technische werking van de sensoren, het effect van fijnstof op je gezondheid, of het begrijpen van de factoren die vervuiling veroorzaken. Zij kunnen binnen dit project met alle aspecten aan de slag,

Gerard van Zelst is actief als lokaal coördinator bij Hollandse Luchten, dat heet binnen ons project een Hollandse Held. In deze rol heeft hij al eerder leerlingen op het Castor College geholpen bij een profielwerkstuk over Hollandse Luchten en luchtkwaliteit. Vandaag vertelt hij iets over de geschiedenis van Hollandse Luchten in de IJmond en laat op de kaart een rondje zien dat hij met zijn fiets heeft gemeten, met de SODAQ Air sensor, de sensor die de leerlingen ook gaan gebruiken.

Halverwege het programma komen een aantal leerlingen de ruimte binnen met hun fiets voor de officiële lancering van het programma en om een foto met alle aanwezigen te maken. De SODAQ Air kan namelijk op de fiets gemonteerd worden, zoals dat ook bij het project Snuffelfiets gedaan is in de provincie Utrecht. Daarnaast kan deze sensor stationair gemonteerd worden. Op het Castor College in Beverwijk worden er twee stationaire apparaten aan de school gehangen. Jan Willem Smeenk van SODAQ is aanwezig om wat meer te vertellen over hun product. De SODAQ Air meet fijnstof in de categorie PM 2.5, maar meet ook luchtvochtigheid en temperatuur. Daarnaast zit er een accelerometer in om de beweging van de sensor te meten en een gps-antenne.

Leerlingen maken naast een eigen onderzoeksvraag ook aanbevelingen om de luchtkwaliteit in hun eigen omgeving te verbeteren. Matthijs Begheyn van GLOBE vertelt dat de verslagen van de leerlingen zullen worden aangeboden aan de gedeputeerde van de provincie Noord-Holland. De beste verslagen dingen mee in een landelijke competitie, waarna de schrijver van het beste verslag zelfs mee mag doen aan een finale in het buitenland. Wij van Hollandse Luchten kijken uit naar de bevindingen en aanbevelingen van de leerlingen. Heb jij een idee over de manieren waarop we het werk van de leerlingen kunnen integreren in het Hollandse Luchten programma? Laat dat dan weten aan Matthijs via matthijs@globenederland.nl.

Gebruik TEOM meetstations in de regio IJmond stopt

Helaas is het vanaf september 2022 niet meer mogelijk om de metingen met de TEOM meetstations door te zetten. Dit heeft meerdere technische en praktische redenen.

De belangrijkste reden is dat de apparatuur inmiddels dusver verouderd is dat deze steeds vaker uitvallen. Aangezien de apparaten inmiddels meer dan 20 jaar oud zijn is dat niet heel verassend. Zo zien we sinds 2022 dat sommige TEOM’s vanaf het middaguur geen metingen meer leveren vanwege de hitte, gezien ze daar ze steeds minder goed tegen bestand zijn. Hierdoor missen er meerdere uren aan meetgegevens per dag. Om de apparatuur nog draaiende te houden is ook veel tussentijds onderhoud nodig. Tijdens en na het onderhoud moet de apparatuur stabiliseren, dit zorgt dus ook voor meerdere uren aan zeer onbetrouwbare meetresultaten.

Voor het uitvoeren van automatische metingen zijn meerdere randapparaten nodig, zoals PC’s en bijbehorende software, simkaarten en natuurlijk de meetstations waar de apparaten in staan. Deze zijn allemaal ook aan vervanging toe.

Het doorzetten van de TEOM’s kost daarom niet alleen veel geld en moeite, maar levert ook steeds minder bruikbare data op met veel gemiste uren aan meetgegevens.

De GGD gaat samen met de werkgroep Datascience aan de slag om de tot nu toe gemeten data van de TEOM’s te analyseren en daar een rapport van te maken.

Vragen? Neem dan contact op met Tobias Koster van de GGD Amsterdam.

Wat valt op aan de Hollandse Luchten data?

Lees het in de eerste periodieke data-analyse

De afgelopen periode hebben we gezamenlijk weer veel data verzameld. Wisten jullie dat er bijvoorbeeld momenteel circa 80 sensoren PM2.5 deeltjes meten en dat sinds januari 2020 daarmee meer dan 900.000 metingen zijn verzameld? Het vervolg van het project Hollandse Luchten is in volle gang; een mooi moment om een update van eerdere data-analyse te doen. Hierbij een overzicht van de belangrijkste resultaten op basis van een analyse van de data sinds begin 2020 (bron).

Wanneer zien we pieken?

Uurmetingen
De afgelopen periode zijn er meerdere pieken te zien in de fijnstofmetingen. Normaal gesproken zijn ieder jaar rondom de jaarwisseling de uurmetingen opvallend, te verklaren door het vele vuurwerk dat in deze periode wordt afgestoken (bron). In onderstaand plaatje is te zien dat de grootste piek (een mediane* waarde van ruim 250 microgram per m3) van PM 2.5 deeltjes op 1 januari 2020 was rond 2:00 uur in de ochtend. Opvallend is dat deze pieken duidelijk lager werden bij de jaarwisselingen daarna (2020/2021 en 2021/2022). Dit zou gelinkt kunnen worden aan het vuurwerkverbod dat afgelopen 2 jaar van kracht was tijdens oud en nieuw.

Dagwaardes
De bovenste grafiek laat de waardes per uur zien, maar het is ook interessant om bijvoorbeeld te kijken op welke dagen in 2022 tot op heden de waardes het hoogst per dag waren. Hieronder zijn op een kalender per dag de mediane waarde van de PM 2.5 metingen op die dag weergegeven.

Op deze kalender is duidelijk te zien dat vanaf 20 t/m 26 maart relatief hogere PM 2.5 waardes gemeten zijn. Dit kan te maken hebben met het warme weer wat er toen was en het feit dat het lang niet had geregend (bron). Regen spoelt namelijk het fijnstof uit de lucht (bron).


Bron: https://www.weeronline.nl/nieuws/weeroverzichten-2022-maart

Betrouwbaarheid van de sensoren
Niet elke sensor is even betrouwbaar. Op het Samen Meten dataportaal kun je de plausibiliteit van de sensor zien. Dit wordt aangegeven met sterren. In onderstaande grafieken zie je de plausibiliteit van de sensoren per regio en kun je zien in hoeverre de plausibiliteit afneemt naarmate sensoren ouder worden. 

In 2022 waren de sensoren op het kaartje aangegeven actief. Per regio is aangegeven hoeveel sensoren dit waren.

Wil je de betrouwbaarheid van je sensor graag vergroten? Op deze pagina staan verschillende tips

Wil jij zelf aan de slag met met data-analyse van de Hollandse Luchten sensoren? Kom dan dinsdag 11 oktober naar de data-analyse sessie!

Meer informatie & aanmelden

Waar kunnen we de Hollandse Luchten data voor gebruiken?

Op dinsdag 22 februari vond de sessie datadoelen plaats voor alle geïnteresseerden in Hollandse Luchten. Het was een van de eerste fysieke bijeenkomsten in twee jaar tijd en daar kwamen veel mensen op af. Er waren verschillende deelnemers uit meetgemeenschappen in de IJmond en Buiksloterham, een student data design en bewoners uit Blaricum en Sassenheim die buiten Hollandse Luchten bezig zijn met het meten van hun omgeving. Daarnaast waren er vertegenwoordigers van Smart City Haarlem, het RIVM, de provincie Noord-Holland en Waag. Met deze groep bogen we ons over de datadoelen voor Hollandse Luchten. Eind 2021 hebben we veel sensoren gerepareerd. In 2022 gaan we door met het meten van de luchtkwaliteit, maar wat doen we vervolgens met de data? 

De puzzel van Hollandse Luchten
Het gesprek vond plaats rondom verschillende onderwerpen: inzichten opdoen, kennis delen, beleidsverandering en transparantie & verantwoording. In aparte tafels ging men aan de slag met puzzelstukjes waarop de huidige elementen van Hollandse Luchten stonden beschreven. Men kon ook nieuwe puzzelstukjes toevoegen. Deze stukjes werden vervolgens op een groot vel geplaatst met vier vakken waarvan steeds in het onderste vak een van de doelen stond beschreven. Daarop voortbouwend volgden de lagen technologie, proces en meetgemeenschap. Deze methode is gebaseerd op de public stack, een door Waag gestart initiatief dat open, eerlijke en veilige alternatieven voor internettoepassingen verkent.  Iedere tafel werd begeleid door een expert uit het Hollandse Luchten consortium. Een rondgang langs de tafels: 

Kennisdeling
Onder leiding van Daniël en Thomas (Smart City Haarlem) werd nagedacht over hoe we intern kunnen communiceren tussen deelnemers en de verschillende meetgemeenschappen. Aan tafel wordt besproken dat naast het openbaar delen van alle data van Hollandse Luchten, het ook belangrijk is om handelingsperspectief te bieden aan deelnemers. Verder wil men graag directer en laagdrempeliger in contact kunnen komen, door bijvoorbeeld een appgroep en lokale nieuwsbrief. Gerard, een Hollandse Held in Beverwijk/Heemskerk, neemt zich direct voor een chatgroep te beginnen voor die meetgemeenschap. Smart City Haarlem stelt voor om daarnaast regelmatig inzichten te delen met de deelnemers middels korte blogs, filmpjes en weekrapporten en neemt dit mee naar de communicatie en community werkgroep.



Beleidsverandering
Hoe wordt een beleidsproces geïnformeerd? Aan tafel bij Maurik (provincie Noord-Holland) en Maartje (RIVM) praatten de deelnemers over de plek die data uit Hollandse Luchten in kan nemen in beleidsvorming. Deelnemers hebben graag inzicht in hoe men van meting tot beleid komt. Hiervoor kan een routekaart gemaakt worden, waarbij er enerzijds door de formele partners informatie wordt gedeeld over hoe beleidsprocessen eruit zien en anderzijds door burgers wensscenario’s worden voorgesteld om vervolgens daartussen aansluiting te vinden. Denk hierbij aan het beïnvloeden van gezondheidsnormen, het meedenken bij gebiedsontwikkeling of het lobbyen voor aansluiting bij het Schone Luchten akkoord. Hierbij speelt samenwerking met gemeentes een grote rol.

Inzichten opdoen
Inzichten opdoen is een voor de hand liggend doel in een burgerwetenschapsproject. Als we hier verder over praten met Gerda en Jeroen, data-analisten bij de provincie Noord-Holland, en een aantal deelnemers, komen er toch hele verschillende ideeën naar boven. Er wordt opgemerkt dat niet alleen de hoeveelheid stof van invloed is, maar ook de soort stof en het aantal verschillende stoffen. Met die informatie kan men beter gezondheidsrisico’s inschatten. Daarnaast willen de deelnemers graag meer weten over de bronnen van luchtvervuiling. Aan de tafel ontstaat het idee om een interactief dashboard te ontwikkelen, zodat deelnemers meer inzichten kunnen ophalen. Binnen Hollandse Luchten bestaan er al tools zoals de Hollandse Luchten kaart, en de Samen Analyseren tool van het RIVM. De data science werkgroep neemt zich voor om de komende tijd sessies te organiseren waarbij samen met de deelnemers verschillende mogelijkheden worden getest. Zo kunnen we stap voor stap vanuit de bestaande onderdelen het ideale dashboard ontwikkelen.



Transparantie en verantwoording
Ten slotte komen we bij de tafel transparantie en verantwoording, een thema waar veel om te doen is in de regio IJmond. Niet iedereen is het eens over welke rol Hollandse Luchten hierin zou moeten spelen. Wel vindt iedereen het belangrijk dat de data van goede kwaliteit is: fijnmazig, betrouwbaar en frequent. Dat iedereen op dezelfde manier tot inzichten komt en dat bekend is wat de onderliggende belangen zijn van alle betrokkenen. Een betrokken deelnemer uit Wijk aan Zee reflecteert dat alle bovengenoemde oplossingen relevant zijn om tot een duidelijke interpretatie en visualisatie van de data te komen. Dit is de prioriteit binnen Hollandse Luchten. Vervolgens kunnen lokale partijen monitoren of afspraken omtrent luchtvervuiling worden nagekomen. Hierbij kunnen individuele deelnemers van Hollandse Luchten een schakel vormen tussen verschillende organisaties, zoals de Dorpsraad van Wijk aan Zee en stichting Frisse Wind. 

Een routekaart voor beleidsverandering
Aan het eind van de avond liggen er een hoop ideeën en vervolgstappen op tafel. Veel van de aanwezige partners kunnen hier gelijk mee aan de slag binnen de drie nieuwe werkgroepen van Hollandse Luchten (data science, technologie, en communicatie & community management). In de werkgroepen nemen Hollandse Helden plaats namens de meetgemeenschappen. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze avond worden in de komende periode sessies georganiseerd waarbij deelnemers mee kunnen denken over het ontwerp en gebruik van interactieve tools voor data-analyse en de ontwikkeling van een routekaart voor beleidsverandering. Wil je op de hoogte blijven van Hollandse Luchten en de toekomstige sessies?

Abonneer je dan op de nieuwsbrief

Wat te doen aan de offline sensoren?

Wie regelmatig op de kaart van Hollandse Luchten kijkt, valt het vast op dat veel sensoren voor langere tijd offline zijn. Dit is uiteraard zonde. Samen willen we zoveel mogelijk data verzamelen over de status van de luchtkwaliteit in de gebieden waar de sensoren hangen. Met het aantal sensoren dat nu offline is verzamelen we onvoldoende data om dit te waarborgen. Het is dan ook noodzakelijk om zoveel mogelijk sensoren de komende periode weer online te krijgen. 

Is jouw sensor al langer offline? 

Allereerst willen we je dan vragen om de sensor te resetten. Reset de HoLu-sensor door de adapter uit het stopcontact te halen en deze weer terug te stoppen. Binnen 10 minuten moet de sensor weer lichtblauw zijn op de online kaart.

Niet opgelost? Vul dan het volgende formulier in

Weet je niet of jouw sensor offline is? Zoek jouw sensor op de kaart

Wat is jouw ervaring met luchtkwaliteit?

Wat valt jou op aan de meetresultaten van jouw sensor? Komen deze resultaten overeen met hoe je de luchtkwaliteit zelf ervaart? Maar ook: zorgt Hollandse Luchten ervoor dat jij je gehoord voelt over problemen met de luchtkwaliteit?

Nu het Hollandse Luchten project weer op stoom komt, is het tijd om vooruit te kijken. Waag stagiair Kamiel voert de komende maanden een onderzoek uit naar de rol die de perceptie van luchtkwaliteit kan spelen als aanvulling op de sensordata in het project. Het doel is om hiermee een completer beeld te vormen van de luchtvervuilingsproblematiek, die niet alleen wordt gemeten, maar ook wordt gevoeld.

Het onderzoek bestaat uit de volgende enquête, die ongeveer 10 minuten van jouw tijd zal vragen. Daarnaast gaan we in september tijdens een fysieke of online sessie graag verder in gesprek over jouw ervaringen met de Hollandse Luchten kaart. Ben je hier nieuwsgierig naar? Dan kun je mailen naar kamiel@waag.org voor vragen, of om je alvast aan te melden.

Hollandse Luchten 2021

Door de coronapandemie liep het jaar 2020 anders dan verwacht. Hollandse Luchten schakelde over naar online meetups en verstuurde vervangende sensoronderdelen via de post. In 2020 werd meer dan ooit duidelijk hoe belangrijk schone lucht is. Meer inzicht krijgen in de luchtkwaliteit van verschillende plekken in Nederland is iets waar we met het project Hollandse Luchten met een grote groep deelnemers aan werken.

We kijken met elkaar terug op een aantal hoogtepunten. Zo breidde het meetnetwerk uit met een pilot in de Kogerveldwijk van Zaandam, keken we in september tijdens de online slotbijeenkomst van fase 1 gezamenlijk terug op een jaar meten, leerden we tijdens de fietsroute op gepaste afstand meer over luchtkwaliteit, en gingen we online aan de slag met data-analyse via de (nu permanent online) datavisualisatietool van het RIVM. Daarnaast werden verschillende codes openbaar gemaakt, bijvoorbeeld de kaart en de sensorkit.

In 2021 kunnen we verder met meten. Afgelopen zomer werd duidelijk dat het project Hollandse Luchten voor onbepaalde tijd voortgezet zal worden. De Provincie Noord-Holland, betrokken partners en een actieve groep deelnemers zijn de afgelopen maanden bezig geweest met een evaluatie van fase 1. De verwachting was dat we in oktober 2020 met fase 2 konden starten, maar door verschillende omstandigheden liep dat enige vertraging op. Onder meer de coronacrisis en het vertrek van dhr. J. van Belkom, projectleider Hollandse Luchten vanuit de Provincie Noord-Holland, speelden hierbij een rol. We verwachten nu dat fase 2 in het voorjaar van 2021 van start kan gaan.In de tussentijd kunnen we gewoon blijven meten en aan de slag gaan met lokale activiteiten binnen de verschillende meetgemeenschappen. Heb jij ideeën voor jouw pilot?

Neem contact op met de werkgroep van jouw omgeving

Hollandse Luchten in VPRO Tegenlicht: Herover je data

VPRO Tegenlicht sprak met Hollandse Held Ronald de Kaper uit Wijk aan Zee en Judith Veenkamp over het project Hollandse Luchten, de HoLu-kit en eigenaarschap in het meten van luchtkwaliteit in de IJmond.

Bekijk de aflevering

De aflevering
Wie is de baas over onze data? Onze mobiele telefoons en smart home-toepassingen zijn veelal in handen van Amerikaanse en Chinese bedrijven. Dat betekent dat onze (Europese) data in handen zijn van niet-Europese multinationals. Is daar dan geen ontkomen aan? In een tijd van online surveillance, data tracking en micro targeting gaat VPRO Tegenlicht op zoek naar uitwegen en oplossingen. Welke inspanningen en initiatieven zijn er voor een meer publieke online wereld?

Dát we worden bespied en afgeluisterd is geen nieuws. Shoshana Zuboff beschreef eerder al in haar monumentale boek ‘The Age of Surveillance Capitalism’ hoe grote tech-bedrijven als Google en Apple met onze data omgaan. Bij laatstgenoemde werkte de Franse klokkenluider Thomas Le Bonniec. Toen hij de gesprekken tussen Apple-gebruikers en spraakassistent Siri moest afluisteren om de dienst te verbeteren, luidde hij de noodklok. Hij trad naar buiten en waarschuwt de wereld nu voor ‘de spionnen in onze broekzak.’

Doordrongen van deze boodschap ontwierp en bouwde technologiecriticus Tijmen Schep ‘Candle’: een veilig smart home systeem dat de privacy van gebruikers beschermt. Het systeem is ontworpen volgens design-principes die de gebruiker grip op zijn/haar data geven. Zo zit er bijvoorbeeld een fysieke schuifknop op apparaten waarmee de gebruiker kan bepalen of het apparaat wel/niet met de cloud mag communiceren.

Een cloud die, als het aan de Franse en Duitse overheid ligt, in de toekomst volledig Europees is. Om de Europese afhankelijkheid van niet-Europese technologieën en infrastructuren terug te dringen initieerden zij het GAIA-X project. GAIA-X moet cloud- en edge-diensten van Europese aanbieders verenigen in een data-infrastructuur met gemeenschappelijke regels, normen en technologieën. Het doel: het herpakken en behouden van data-soevereiniteit voor de Europese Unie, individuele lidstaten, overheden, bedrijven en burgers.

Innovator Francesca Bria en internetcriticus Evgeny Morozov ijveren al vele jaren voor een publieksvriendelijker digitaal domein. Tegenlicht bezocht het echtpaar in Zuid-Italië en sprak met hen over een andere digitale Europese politiek die zij – hij vanuit de theorie, en zij vanuit de praktijk – proberen te ontwikkelen. Dichter bij huis houdt Waag met ‘Hollandse Luchten’ een pilot voor een nieuw burgerplatform dat de leefomgeving meet in Noord-Holland.

Database aangevuld met SD-kaart data

In april vroegen we enkele van jullie om de data van de SD-kaart te verzamelen en naar Waag te sturen. In een eerdere blog legde we uit waarom dit van belang was voor de data analyse.

Dank aan iedereen voor het versturen van de data. Nadat we de data van jullie hebben ontvangen, zag het proces er zo uit:

– Data formateren en bundelen (Waag)
– Data opsturen naar het RIVM (Waag)
– Data kalibreren met terugwerkende kracht (RIVM)
– Gekalibreerde data importeren in de database (Waag) 
– Data visualiseren op de Hollandse Luchten website (Waag) 

Vanaf dat moment was de data afkomstig van de SD-kaarten te zien op de Hollandse Luchten kaart en zijn de gaten, die eerder in het project zijn ontstaan, gedicht.

Voortzetting project en gebruik sensorstations

In 2018 zijn we gestart met het project Hollandse Luchten. Dit project was bedoeld als pilot en zou eindigen op 30 juni 2020. Inmiddels is besloten om het project Hollandse Luchten voor onbepaalde tijd voort te zetten.

Als onderdeel van het project zijn er ongeveer 200 sensorstations verstrekt aan inwoners van de IJmond, Zaanstad-Kogerveld en Amsterdam-Buiksloterham. Ook in de vervolgperiode kan je als deelnemer het sensorstation blijven gebruiken, onder de voorwaarden die in het gebruikersreglement zijn aangegeven.

Inmiddels zijn er lokale werkgroepen actief die zich intensief op relevante gebieden met het project bezighouden. Heb je ondersteuning nodig of heb je vragen, dan kun je contact opnemen met één van de werkgroepen:

 

Handleiding beschikbaar voor de Samen Analyseren Tool

Vorig jaar heeft het RIVM de Samen Analyseren Tool ontwikkeld, een interactieve tool voor eenvoudige datavisualisatie van luchtkwaliteitssensoren.

Op het Samen Meten dataportaal zie je – naast een actueel beeld van alle sensoren – ook hoe de luchtkwaliteit varieerde over de afgelopen zeven dagen. Maar vaak wil je nog veel meer weten. Bijvoorbeeld of de luchtkwaliteit doordeweeks slechter is dan in het weekend, of hoe de luchtkwaliteit afhangt van de windrichting.

Om dit soort vragen te beantwoorden moet je de sensordata analyseren. Deze analyse is niet altijd eenvoudig. Om een eerste stap daarin te zetten, heeft het RIVM de Samen Analyseren Tool ontwikkeld: een interactieve tool om de data met een paar klikken op verschillende manieren te laten zien en zo verschillende vragen te onderzoeken. De huidige tool is een prototype, er wordt nog volop aan gewerkt. 

De tool wordt door veel Hollandse Luchten deelnemers gebruikt. Jullie feedback is erg waardevol en heeft al tot een aantal aanpassingen geleid.

Zo is de tool sinds een aantal maanden opensource, zodat ook de analysemethode voor de liefhebbers beschikbaar is om aan te sleutelen. De broncode van de Samen Analyseren Tool staat daarom op GitHub. Wil jij een bijdragen leveren aan de tool? Dat kan! Met een GitHub account kun je de tool aanpassen aan je persoonlijke wensen (volgens de GPL v3 licentie).

Na vele verzoeken is er nu ook een handleiding van de tool beschikbaar. Bekijk hier de handleiding

Aanvullen database met SD-kaart data eerste lichting sensoren

Aanstaande juni hebben we op veel plekken een jaar gemeten. Eind vorig jaar keken we in deze blogpost terug op de eerste fase van het project. Naast het leerproces rondom het prototype van de HoLu-sensorkits vertelden we hoe het opzetten van het LoRa netwerk een uitdagend proces is. En op sommige plekken nog steeds een uitdaging is. Om verschillende redenen waren sensorkits soms offline, voor korte periodes van een paar minuten tot dagen of zelfs weken. In juli en augustus 2019 zorgde een netwerkstoring bij netwerkleverancier The Things Network ervoor dat de meeste sensorkits in IJmuiden en Beverwijk offline waren. 

Als een sensor voor een bepaalde tijd offline is, wordt de data niet doorgestuurd naar de server. Hierdoor zijn er gaten ontstaan in de beschikbare data voor analyse. Het goede nieuws is dat alle metingen te allen tijde worden opgeslagen op de SD-kaart (geheugenkaart) in de sensorkit, dus ook als een sensor tijdelijk offline is. Dit kon je o.a. zien aan de grijze kleur van de sensorkit op de kaart.

Om een zo volledig mogelijke data analyse te kunnen doen, is het dan ook waardevol om de database aan te vullen met de data uit de periode dat de meeste gaten zijn gecreëerd. Daarom willen we de data van de SD-kaarten verzamelen van de sensoren die in het begin van het project (zomer 2019) zijn uitgedeeld. De gaten in de data van de sensoren die later in het project zijn uitgedeeld (december 2019 en februari 2020) zijn minimaal en zullen geen grote impact op de data analyse hebben. 

We vragen jullie daarom om jouw sensordata van de SD-kaart uit jouw sensorkit naar ons toe te sturen. Het RIVM zal proberen om met terugwerkende kracht een kalibratie toe te passen op de data. Deze gekalibreerde data wordt vervolgens aan de database gevoegd. 

Bekijk hier het stappenplan over hoe je data van de SD-kaart naar ons toe kunt sturen.

We ontvangen de data graag uiterlijk donderdag 30 april

Veelgestelde vragen 

  • Wat gebeurt er met de data van mijn SD-kaart nadat ik deze heb verstuurd?
    De data wordt verwerkt door het RIVM in hun kalibratiesoftware en wordt gebruikt om de gaten in de database aan te vullen.
  • Kan ik mijn geformatteerd ruwe data terugkrijgen?
    Ja dat kan, stuur een mail naar: hollandse-luchten-sd@waag.org

  • Waarom wordt de data uit de SD-kaarten van de sensoren in Kogerveld niet verzameld?
    De sensoren in Kogerveld hangen pas vanaf februari 2020. Daarom hebben de sensoren geen last gehad van netwerk storingen. Dat betekent dat er genoeg data is voor dit gebied.

Nieuw: zoekfunctie op de kaart en codes hardware onderdelen

De afgelopen tijd zijn er verschillende features aan de website toegevoegd. Zo bevat de kaart nu een zoekfunctie en staan hier twee api calls beschreven die handig kunnen zijn bij het vaststellen/oplossen van problemen met sensoren. Een om van een sensorkit de meting(en) van de afgelopen 5 min op te vragen en een om te zien via welke LoRa gateways een sensorkit verstuurd.In de linkerhoek van de kaart vind je een zoekbalk.

Daarnaast kun je hier de codes voor de hardware onderdelen van de HoLu-sensorkit en hier de code van de Hollandse Luchten kaart bekijken.

Hoe gebruik je de zoekfunctie?

Klik op de zoekfunctie en en zie alle elementen van de kaart.

 

Typ een locatie of sensornummer om de zoekresultaten te filteren. 

Sensordemo op de Hollandse Luchten bijeenkomst in Beverwijk

We zijn benieuwd naar jouw mening!

Na bijna een jaar meten zijn wij benieuwd naar jullie ervaringen. Wat is de waarde van Hollandse luchten voor deelnemers? Wat doet de toegang tot data over de luchtkwaliteit in jouw directe omgeving met jouw kennis, bewustzijn en handelen? En wat is er nodig voor de volgende fase van het project? Heb je 10 minuten tijd en vind je het leuk om je inzichten met ons te delen? Ga hier naar de vragenlijst.

LoRA: open-source netwerk voor Hollandse Luchten

Voor Hollandse Luchten zijn bij verschillende bewoners sensoren opgehangen die de luchtkwaliteit meten. Maar hoe verzamel je de gegevens van al deze sensoren? In deze blog leggen we uit hoe het LoRaWAN netwerk dit mogelijk maakt.

LoRaWAN staat voor Long Range Wide Area Netwerk en is een internetprotocol dat grote hoeveelheid apparaten over lange afstanden met elkaar kan verbinden. LoRa is een open source netwerk gemaakt door The Things Network, een Nederlands initiatief dat zich inzet voor het wereldwijd aanleggen van een LoRa netwerk. Doel: een beveiligd, open-source netwerk creëren voor allerlei internet-of-things toepassingen.

Waarom LoRa?
Voor Hollandse Luchten bood het LoRaWAN netwerk een goede mogelijkheid om de data van HOLU-sensorkits te verzamelen. De sensoren sturen een tijdsnotering en verschillende waarden door van stoffen die een indicatie vormen voor de luchtkwaliteit in een gebied (fijnstof PM2.5 en PM10, stikstofdioxide en ozon). Via het LoRa netwerk wordt deze informatie naar een server gestuurd, waar het RIVM en Waag de data kunnen ophalen en verwerken. Het RIVM voegt een correctiefactor toe aan de waardes en Waag visualiseert de data, die je vervolgens kunt terugvinden op de kaart op de Hollandse Luchten website.

Een ander voordeel van het netwerk is dat het heel laagdrempelig en gebruiksvriendelijk, en daardoor ook begrijpelijk voor eindgebruikers die niet zo technisch zijn. Andere alternatieven om een netwerk te creëren, zoals via simkaarten of wifi, zijn minder toegankelijk, prijziger of hebben een minder groot bereik.

De hoogte in
Maar het gebruik van het LoRaWAN netwerk ging niet vanzelf. Zo bleek niet overal in de pilotregio’s een goede dekking van het netwerk te zijn. Daarom moesten we op zoek naar nieuwe locaties om gateways te installeren. Een uitdaging: deze gateways moeten zo hoog mogelijk worden geplaatst om een goed signaal te verspreiden. Omdat er weinig hoge gebouwen in de pilotregio’s van Hollandse Luchten liggen, was de zoektocht moeilijk en tijdsintensief.

Na een zoektocht in samenwerking met Skylab, leverancier van de gateways, is een aantal locaties gevonden waar nieuwe gateways zijn geïnstalleerd. Door de plaatsing van nieuwe gateways in het buurthuis van Wijk aan Zee (nu inmiddels offline vanwege een brand), een zorginstelling in IJmuiden en een andere zorginstelling in Beverwijk heeft deze regio nu een goede dekking van het netwerk.

Hollandse Luchten levert op deze manier een bijdrage aan een internet of things-netwerk in de regio dat iedereen gratis kan gebruiken. Dus naast de sensoren voor luchtkwaliteit kunnen ook andere initiatieven profiteren van het netwerk, een grote meerwaarde.

De toekomst van LoRa
De dekking van het netwerk is in de grote Nederlandse steden al goed, maar daarbuiten is er nog ruimte voor verbetering. Ondanks de uitdaging om het netwerk dekkend te maken en locaties te vinden voor gateways is LoRaWAN een uitkomst. Als je met grote aantallen sensoren werkt en de informatie hiervan toegankelijk wil maken voor ontwikkelaars en gebruikers is het netwerk erg geschikt..

Waag heeft de ambitie om LoRaWAN ook voor andere Citizen Science projecten te gebruiken, waarin burgers metingen uitvoeren in hun leefomgeving. Dit gebeurt bijvoorbeeld al bij Amsterdecks, een project dat waterkwaliteit in Amsterdam meet en in kaart brengt.

Hollandse Luchten en andere initiatieven die de leefomgeving in kaart brengen laten zien hoe belangrijk het is om veilige en gebruiksvriendelijke technologie te hebben die het delen van data mogelijk maakt. De actuele gegevens over luchtkwaliteit en de visualisatie van deze gegevens geven bewoners en deelnemende partijen nieuwe inzichten die waardevol zijn voor gesprekken over de kwaliteit van leefomgevingen, zoals de IJmondregio.

Wil je weten hoe sterk de dekking van het netwerk is in jouw omgeving? Kijk op de kaart van TTN mapper.

Datavisualisatietool RIVM online

Het RIVM heeft de tool Shiny Apps ontwikkeld waarmee je de data afkomstig van jouw sensor gedetailleerd kan analyseren. Na een eerste testfase in 2019 is de tool weer online beschikbaar. De tool is tot de zomer openbaar. Bekijk de tool hier. 

We zijn benieuwd naar jouw ervaring. Feedback? Laat het ons weten

 

 

Open hardware bestanden online

De open hardware bestanden staan online. Je kan deze hier vinden. De map met bestanden bestaat uit schetsen van de basis fijnstof- en NO2-sensoren en het 3D-model van de behuizing.

In de loop van de maand worden de resterende bronnen toegevoegd, zoals de originele bestanden van het ontwerp, de printplaten, matrijsmodellen en materialen die in de productie worden gebruikt. 

Hollandse Luchten: de waarde van een lokale community

In Hollandse Luchten meten we samen met burgers, bedrijven en lokale overheden urgente vraagstukken die leven in een specifieke regio. Zo staat in de regio IJmond een beter en gedetailleerd inzicht krijgen in de kwaliteit van de lucht rondom de Tata Steel fabriek centraal. In Kogerveld Zaandam staat de leefomgeving onder druk door luchtvervuiling afkomstig van het wegverkeer aan de aangrenzende A8 en de A7. En duurzaamheid en scheepvaart over het IJ zijn hoofdthema’s in Buiksloterham.

Het verzamelen en analyseren van data over luchtkwaliteit ligt niet in handen van het RIVM of de GGD Amsterdam, maar bij de burger. Hun probleem staat centraal. Zij hebben eigenaarschap in dit project en kunnen met hulp van experts op het gebied van metingen van luchtkwaliteit en sensortechnologie in de toekomst een serieuze gesprekspartner zijn voor urgente vraagstukken in de regio. Om de juiste meetdoelen en -strategie te bepalen is het van belang om burgers vanaf het begin te betrekken. Zij bepalen de richting van het project. Maar hoe betrek je een lokale community? We spraken met Judith Veenkamp, hoofd Smart Citizens Lab bij Waag over het betrekken van de community in Hollandse Luchten.

Kracht van sociale infrastructuur
Hollandse Luchten is in het voorjaar van 2019 gestart met de eerste pilot in de regio IJmond. Een eerste stap was het contact met de bewoners en het in kaart brengen van de lokale community. “Vanaf het begin van het project was duidelijk dat contact met de lokale community het belangrijkste was. In plaats van zelf een netwerk op te bouwen, is het veel waardevoller om gebruik te maken van de bestaande netwerken en sociale infrastructuur,” vertelt Judith. In het begin van de pilot konden burgers uit de regio IJmond zich aanmelden voor deelname aan het project op de website van Hollandse Luchten. Daarnaast werd contact gelegd met sociale initiatieven, zoals Stofmelder, BRAK en het Pieter Vermeulen Museum in IJmuiden. Judith: “De combinatie van burgers en lokale initiatieven werkt goed voor de sociale infrastructuur. Het idee hierbij is dat je lokale ambassadeurs hebt die het project kunnen dragen wanneer de pilot eindigt,” aldus Judith.

De weg naar onafhankelijk functioneren
Binnen iedere pilot zijn een aantal lokale burgers in grote mate betrokken bij het project. Deze Hollandse Helden denken mee over de meetstrategie en hebben een actieve rol bij bijeenkomsten, communicatie en de verspreiding en installatie van sensoren. “Hollandse Luchten moet en zal uiteindelijk lokaal gedragen worden. Het concept van de Hollandse Held is een effectief voorbeeld voor de weg hier naartoe. Het uitbreiden van deze Hollandse Helden community is dan ook van grote waarde voor het uiteindelijke succes van het project,” vertelt Judith. 

Begin bij de burger
Hollandse Luchten is een participatief project waarin we verschillende processen voor het eerst verkennen. De schaal van productie van de HoLu-sensorkits en de samenwerking van verschillende partners. Maar ook het proces zo transparant mogelijk voor de burgers willen maken. Judith: “Ondanks het een uitdagend project is, krijg ik veel energie van het samenwerken met lokale inwoners. Mensen voelen de urgentie en hebben onwijs veel toe te voegen aan maatschappelijke uitdagingen. Ze wonen ergens, hebben ontzettend veel kennis en expertise over de plek waar ze wonen. Het is zonde als je deze kennis niet in zet en top-down te werk te gaat.”

“Begin bij de burger en ga het gesprek aan. Hollandse Luchten is een project wat juist bij de burger begint. Samen ervaren we hoe technologie een middel kan zijn om een maatschappelijk doel te bereiken en verzamelen we data met een heldere vraag,” aldus Judith Veenkamp.

Meten met een grotere groep
Het technische karakter van Hollandse Luchten kan mensen afschrikken. We willen alle burgers betrekken in de regio’s waar de pilots leven. Voor de tweede fase van Hollandse Luchten willen we graag een bredere groep bereiken, maar ook de groep Hollandse Helden uitbreiden. Wil jij meer betrokken zijn bij het project of heb jij ideeën over hoe je binnen jouw pilot het belang van het meten van luchtkwaliteit kan overbrengen? Neem dan contact met ons op.

Tot slot: dinsdag 4 februari starten we met een nieuwe pilot in Kogerveld, Zaandam. Woon of werk jij in deze omgeving? Meld je dan hier aan voor de bijeenkomst.

foto Gerard Boukes

Een terugblik op de eerste fase van Hollandse Luchten: wat zijn de belangrijkste lessen en waar zijn we trots op?


Hollandse Luchten is nu een half jaar onderweg. Met drie pilots in regio IJmond, Buiksloterham en binnenkort Zaanstad, brengen we middels burgermetingen de leefomgeving van Noord-Holland in kaart. Het is een gezamenlijk onderzoeksproject waarin we de afgelopen periode veel hebben bereikt, maar ook veel hebben geleerd. Wat zijn de eerste successen en wat zijn de belangrijkste lessen? In deze blog blikken we terug op deze eerste periode van Hollandse Luchten. 

Ondanks het project nog in volle ontwikkeling is, hebben we al een lange weg met z’n allen afgelegd. In februari en maart zijn we gestart met het ontwerpen van de eerste prototypes van de luchtkwaliteitsensorkits en het aanleggen van de data infrastructuur. Vervolgens zijn de eerste vijf HoLu-sensorkits getest in de regio IJmond op verzameling van data, kwaliteit van de hardware, het netwerk en de behuizing. Op basis van de verbeterpunten die we in deze fase tegenkwamen, zijn we in april begonnen met het produceren van de eerste 100 prototypes van de HoLu-sensorkit. In de zomer zijn we bijeenkomsten gaan organiseren waarin we samen met inwoners de meetstrategie hebben ontwikkeld en de sensorkits in elkaar hebben gezet. Tenslotte werd eind juni de eerste versie van het burgermeetnetwerk gelanceerd in de IJmond regio.

 

Belangrijkste lessen
Hollandse Luchten is een participatief project waarin we verschillende processen voor het eerst verkennen. Zo is de samenstelling van het partnerschap tussen Waag, bedrijven en overheidsorganisaties nieuw en is de productie van de sensorkits nog nooit op deze schaal gedaan. De 200 HoLu-sensorkits worden met een modulair ontwerp gebouwd en als bouwpakket uitgedeeld, zodat iedereen een sensor in elkaar kan zetten met de HoLu-sensorkit handleiding. Op deze manier leren deelnemers uit welke onderdelen de kit bestaat en kunnen ze ook zelf de defecte onderdelen vervangen wanneer dit nodig is. De HoLu-sensorkits zijn een prototype waarbij de ervaringen van gebruikers gedurende de pilots bijdragen aan het verdere ontwikkelingsproces van de technologie.

Deze aanpak heeft natuurlijk ook nadelen. Enkele HoLu-sensorkits functioneerde niet volledig doordat ze niet zijn geïnstalleerd of omdat er iets mis ging tijdens het montageproces. Begeleiding bij het montage- en installatieproces is dan ook van groot belang. Een andere opmerkelijke les is dat enkele HoLu-sensorkits in Wijk aan Zee last hebben van oxidatie doordat het dorp veel vocht en zout in de lucht heeft. Dit heeft invloed op de levensduur van de sensorkit.

Gedurende de eerste helft van de pilot hebben we ook veel geleerd over het netwerk dat het versturen van de data mogelijk maakt. De HoLu-sensorkits maken gebruik van een Internet-of-Things netwerk: LoRaWAN (Long Range Wide Area Network). Dit open source netwerk maakt het mogelijk om data met minimaal stroomverbruik over lange afstanden te verzenden en iedereen kan zijn of haar apparaat aan het netwerk gratis verbinden. Wanneer deelnemers de HoLu-sensorkit aan het netwerk verbinden, hoeven ze de sensor dus niet bij een netwerkleverancier te registreren. Zodra de HoLu-sensorkit is aangesloten bij de netstroom, stuurt de kit automatisch data door.

Het opzetten van het LoRa netwerk is en blijft een uitdagend proces. Een netwerkstoring van netwerkleverancier The Things Network zorgde in juli voor een verstoorde netwerkverbinding in IJmuiden en Beverwijk. De netwerkproblemen in IJmuiden zijn kort daarna opgelost, maar helaas is de dekking in Beverwijk nog niet volledig. Tot op heden is het nog niet gelukt om voldoende hoge gebouwen te vinden die ons toestemming geven de benodigde netwerkapparatuur te plaatsten. In een eerdere blog kon je lezen hoe we een derde partij hebben ingeschakeld om geschikte locaties te vinden om de LoRa gateways te plaatsen. De kou is nog niet uit de lucht, maar we blijven hard werken om ervoor te zorgen dat op korte termijn het netwerkinfrastructuur goed functioneert en aan de verwachtingen van dit project voldoet.

Eerste successen
Naast tegenslagen en waardevolle lessen hebben we samen al veel bereikt. Veel deelnemers zijn enthousiast over het zelf in elkaar zetten van de sensorkits en geven aan dat het modulaire ontwerp een educatieve functie heeft. Ook kijken we met plezier terug op de eerste community bijeenkomsten in juni en juli. Samen konden we hier vragen en zorgen over de status van de luchtkwaliteit bespreken en omzetten in een meetstrategie. NH Nieuws ging in gesprek met bezoekersvan de avond en schreef het volgende verslag. Daarnaast publiceerde Het Parool een uitgebreid artikel over de beweegredenen van deelnemers om mee te doen met Hollandse Luchten en maakte Nieuwsuur een reportage over het fenomeen citizen science en ziet Hollandse Luchten als een voorbeeld daarvan.

Een van de grootste overwinningen vond plaats in het begin van het project. Namelijk dat Tata Steel de data van haar eigen meetstation “de Bosweg” openbaar heeft gemaakt via het visualisatie platform van Hollandse Luchten. Deze data is waardevol voor bewoners van de IJmond regio, maar ook voor de instellingen die de data analyseren.

Ook in de ontwikkeling van de HoLu-sensorkits hebben we successen behaald. Na een lang en complex kalibratieproces konden we de eerste groep HoLu-sensorkits uitdelen met stikstofsensor tijdens de eerste dataverkenningssessie op 10 december in Wijk aan Zee. NH Nieuws schreef een verslag van de avond. Deze uitgebreide HoLu-sensorkits meten niet alleen PM2.5 en PM10, maar ook stikstofdioxide (NO2) en ozon (O3). Tijdens deze sessie werd in een presentatie van de GGD Amsterdam ook duidelijk dat de data afkomstig van de HoLu-sensor in relatie met officiële metingen van goede kwaliteit is.

Een andere belangrijke ontwikkeling in het project is het ontstaan van het aanvullende meetnetwerk. Dit meetnetwerk is beschikbaar gesteld door de GGD Amsterdam en meet met TEOMs-sensoren de stof PM10. Dit netwerk is ook onderdeel van de meetdata van Hollandse Luchten en draagt bij aan een gedetailleerd beeld van de leefomgeving.

We zijn benieuwd naar jouw ervaring!
We kijken met plezier terug op het afgelopen halfjaar. Na een vruchtbare eerste dataverkenning in Wijk aan Zee (link naar verslag) kan het project nu de volgende stappen gaan nemen. In 2020 zullen we met Hollandse Luchten de tweede fase ingaan. Een fase waarin we met de verzamelde data naar een volgend niveau gaan en verdieping centraal staat. Hoe kan ik aan de slag met mijn data? Welke visualisatietools kan ik gebruiken om mijn vragen inzichtelijk te maken? Deze vraagstukken zullen in de volgende periode een belangrijk rol spelen. 

We danken iedereen die zich heeft ingezet de afgelopen periode en kijken uit naar het nieuwe jaar. Ook zijn we benieuwd naar jullie ervaringen van deze eerste fase Hollandse Luchten. We horen graag jullie ideeën, feedback en opmerkingen via het contactformulier.  


Wist je dat? Het RIVM heeft de tool Shiny Apps ontwikkeld waarmee je de data afkomstig van jouw sensor gedetailleerd kan analyseren. Het RIVM maakt een laatste slag aan de tool. Deze is vanaf het voorjaar 2020 openbaar.

Kalibratie van NO2-sensoren, een uitdagende klus

De verspreiding van de NO2-sensoren loopt enige vertraging op. Dit heeft te maken met de noodzaak van kalibreren, de vereiste sensor voor temperatuur en luchtvochtigheid en lage NO2-concentraties voor de tijd van het jaar.

De noodzaak van kalibreren
De HoLu-kits bevatten experimentele sensoren. De resultaten van deze sensoren worden door experts vergeleken met die van officiële meetstations om te kijken hoe goed deze functioneren. Soms moeten de sensoren iets worden bijgesteld. Dit heet kalibreren. Tijdens het kalibreren van de NO2 (stikstofdioxide) sensoren zijn we tegen onvoorziene uitdagingen aangelopen. De gevoeligheden van de NO2-sensoren kunnen onderling bijvoorbeeld sterk verschillen, hiervoor wordt tijdens kalibratie vooraf gecorrigeerd.

Sensor voor temperatuur en luchtvochtigheid
Tijdens de eerste test van de uitgebreide HoLu-kits is besloten om de sensor voor temperatuur en luchtvochtigheid te verwijderen. Na een eerste periode van kalibreren bleek echter dat sensormetingen van temperatuur en luchtvochtigheid in de HoLu-kits toch noodzakelijk zijn voor een goede correctie van de NO2-metingen. Reden dat dit probleem niet voorkwam bij de stofmetingen, is dat de sensor voor temperatuur en luchtvochtigheid voor deze meting niet noodzakelijk is.

Lage NO2-concentraties voor de tijd van het jaar
Een andere complicatie was dat de eerste kalibratieperiode samenviel met een periode van hele lage NO2-waarden in de lucht. Waar normaal gesproken in de herfst grote verschillen in NO2-concentraties in de lucht te meten zijn, was dit in de afgelopen weken niet het geval. Een periode met meer verschillen is nodig om de uitgebreide HoLu-kits te kunnen testen bij hoge en lage concentraties en ze daarna goed gekalibreerd het veld in te kunnen sturen.

Vervolgstappen
We zullen de komende weken verder gaan met het kalibratieproces om ervoor te zorgen dat de NO2-sensoren snel verspreid kunnen worden. Waag en het RIVM trekken hier samen in op en leren hier ook samen in. We doen ons uiterste best om de sensoren zo snel mogelijk te kunnen leveren. In de tussentijd houden we jullie op de hoogte over de nieuwe planning.

Provincie Noord-Holland schrijft over Hollandse Luchten

IJmonders brengen luchtkwaliteit in kaart

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de &Holland, een online magazine van de Provincie Noord-Holland. 

Hollandse luchten, met hun karakteristieke wolkenformaties, waren lange tijd het domein van schilders als Jacob van Ruysdael en generaties kunstenaars na hem. Sinds afgelopen zomer staat ‘Hollandse Luchten’ voor het gelijknamige platform van inwoners van de IJmond. Daar meten ze een jaar lang zelf de kwaliteit van de lucht in hun woonomgeving.

Na de nodige voorbereiding, en het werven van belangstellenden, zijn de metingen in juli van start gegaan. In de IJmond komen, verdeeld over inwoners van meerdere gemeenten, uiteindelijk 150 sensoren te staan. Tel je daar de sensoren bij op die dit najaar nog in Zaanstad en Amsterdam-Noord worden geplaatst, dan brengt dat het totaal op 200. Gemeten wordt de aanwezigheid van fijnstof, stikstofdioxide en ozon. Waar in de IJmond vooral fijnstof van belang is, vanwege de uitstoot van Tata Steel, is dat in Zaanstad en Amsterdam-Noord met name stikstofdioxide, veroorzaakt door verkeer.

Wat de sensoren registreren, is zichtbaar op een kaart voor iedereen die over internet beschikt (werkt niet in Internet Explorer). Ook voor geïnteresseerden die zelf niet meedoen aan dit project. Iedere meter heeft een eigen nummer, zodat deelnemers de prestaties van ‘hun’ sensor kunnen volgen. De kaart toont ook de gegevens van het officiële, landelijke luchtmeetnet van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Er wordt minimaal voor de duur van 1 jaar gemeten. Eind 2019 worden de tot dan toe verkregen gegevens aan een eerste analyse onderworpen.

Lees het hele artikel hier

Kalibratie van de Extended sensoren

Sinds 17 september staan de uitgebreide HOLU-sensorkits bij officiële meetstations. De uitgebreide sensorkit meet niet alleen fijnstof maar ook NO2 en O3. Lees hier meer over de uitgebreide HOLU-sensorkits.

Tot eind oktober worden data van deze sensoren door het RIVM gekalibreerd. Als dit proces afgelopen is, en de sensoren goed presteren in vergelijking met de officiële meetgegevens, worden deze uitgedeeld aan deelnemers van de pilots.

Meer weten over het kalibratieproces? Lees hier een uitleg van het RIVM.

Ontkoppel de luchtvochtigheids- en temperatuursensor van je HOLU kit

Ben je in het bezit van een sensorkit van Hollandse Luchten, dan roepen we je op om de luchtvochtigheidsmeter te ontkoppelen. We zijn er recent achter gekomen dat de luchtvochtigheid en temperatuur sensor die in alle HOLU-kits zit, in sommige gevallen voor elektronische problemen zorgt. Dit leidt tot verminderd functioneren van de sensorkit. Om ervoor te zorgen dat de sensorkits blijven meten, verzoeken we jullie vriendelijk om deze sensor van alle HOLU-sensorkits te ontkoppelen. 

Het proces is heel simpel en het duurt minder dan 1 minuut. Bekijk hier hoe je dit doet.

Het feit dat de luchtvochtigheids- en temperatuursensoren niet meer gebruikt worden is niet erg. We zijn achter gekomen dat de data dat die sensoren verzamelen niet betrouwbaar genoeg is. In overleg met projectpartners hebben we afgesproken dat de data niet meer zal worden gevisualiseerd. De fijnstofdata van de HOLU-kits worden gecorrigeerd met luchtvochtigheidsdata van officiële meetpunten.

Tijdelijke netwerkstoring Hollandse Luchten meetstations

Sinds vandaag (donderdag 25 juli) zijn er problemen met de netwerkverbinding. Hierdoor zijn een aantal meetstations offline en momenteel niet zichtbaar op hollandse-luchten.org/kaart.

De data van de meetstations wordt verstuurd via een LoRaWan netwerk van The Things Network. We zijn erachter dat hier het probleem ligt. De storing treft niet alleen onze meetstations, maar het wereldwijde netwerk. Helaas hebben we hier geen controle over en kunnen we hier op dit moment niks aan doen. We houden jullie via deze website op de hoogte van de ontwikkelingen.

LoRaWan is een standaard voor een internet of things (IoT) netwerk. Het is een alternatief voor WiFi dat over grote afstand apparaten kan verbinden met het internet. Zeker in het geval van sensoren creëert het een betrouwbaardere verbinding dan met een WiFi netwerk. Kijk voor meer informatie op de website van The Things Network.

Lichtgevende lantaarnpalen en ‘fijnstofkanaries’

Hackathon: hoe maak je het probleem echt visueel?

Tijdens clean air day op 20 juni sloegen Waag en Studio-O de handen ineen om de Heerlijk Helder Hackathon te organiseren in Beverwijk. Als  onderdeel van Hollandse Luchten en het WeMakeThe.City festival gingen de deelnemers aan de slag met luchtvervuiling. Het doel van de hackathon was om data van de luchtkwaliteitssensoren in Hollandse Luchten te visualiseren in de publieke ruimte om luchtkwaliteit zichtbaar te maken.  

Op European Clean Air Day wordt er internationaal aandacht gevraagd voor luchtvervuiling. Dit draagt bij aan de bewustwording rondom het probleem en biedt handelingsperspectieven. Op de dag worden bijvoorbeeld simpele handelingen aangekaart die mensen kunnen uitvoeren om luchtvervuiling tegen te gaan. Clean Air Day is begonnen in het Verenigd Koninkrijk en waait nu over naar andere landen. 

 

In Beverwijk bouwden de deelnemers in groepen een installatie om de zichtbaarheid van het probleem te verbeteren. De jury scoorde hierbij op de bewustwording bij een groot publiek, uitvoerbaarheid en originaliteit. De winnaars van de hackathon ontwierpen een interactieve installatie die met rook de hoeveelheid fijnstof op de locatie laat zien. Als prijs mag het team twee dagen bouwen in het fablab van Waag om de installatie te verwezenlijken.

De ideeën: 

  • Een lichtgevende lantaarnpaal die reageert op de kwaliteit van de lucht. Door dit toegankelijke en veel aanwezige object te nemen kun je een grote doelgroep bereiken met real-time informatie over de luchtkwaliteit. 
  • Een interactieve installatie op het dorpsplein waarbij inwoners over een visuele kaart van de omgeving kunnen lopen. Hierbij is er de mogelijkheid om op een knop te  drukken, waarna de verschillende metingen visueel worden gemaakt met rook en licht. Hoe meer rook er uit verschillende plekken komt, hoe slechter daar de luchtkwaliteit is. 
  • Bij binnenkomst in het dorp rijden automobilisten langs een installatie. Deze installatie maakt snel en visueel duidelijk welk deel van de luchtvervuiling afkomstig is van lokale bronnen, en welk deel bestaat uit achtergrond vervuiling (of natuurlijke bronnen). 
  • Bij schoolpleinen in de IJmond regio worden ‘fijnstofkanaries’ geïnstalleerd. Deze interactieve vogels reageren op de kwaliteit van lucht en geven zo direct feedback aan kinderen en ouders op het schoolplein. Een blije flapperende vogel bij schone lucht en een verdrietige op zijn kop hangende kanarie bij veel luchtvervuiling.

Zie hier een kort videoverslag van Hester Volten van het RIVM

Deze hackathon is mede georganiseerd als onderdeel van het Europese onderzoeksproject MUV (Mobility Urban Values).

This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation program under grant agreement No. 723521.

Nieuwe data, een nieuw gesprek

Onder het toeziend oog van meer dan 100 deelnemers beleefde Hollandse Luchten de officiële start. In een goed gevulde bioscoopzaal in Beverwijk werden de plannen besproken, kwamen partners aan het woord en deelde lokale initiatieven hun beweegredenen om aan te sluiten. Ook was de avond voor sommige een mooi moment om nog eens aan te stippen dat er echt iets moet gebeuren in de regio: “We hebben lang genoeg gewacht”, vertelde Sanne Walvisch van Stofmelder.

Bekijk hier de foto’s van de startbijeenkomst:

Startbijeenkomst Hollandse Luchten

Voorafgaand aan de bijeenkomst sprak Hollandse Luchten met Adnan Tekin, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor natuur, milieu, arbeidsmarkt en Schiphol:

De sensoren

De metingen zullen deze zomer van start gaan. De eerste 100 sensoren zullen over de pilotlocaties verdeeld worden. In het najaar zullen er nog eens 100 sensoren aan worden toegevoegd. Waar de focus zal liggen op het gebied rond de IJmond, zullen ook Zaanstad en Buiksloterham (Amsterdam-Noord) onderdeel zijn van het decentrale burgermeetnetwerk. Tijdens de avond werden de sensoren met groot enthousiasme ontvangen en werd er uitleg gegeven over de onderdelen, de werking en de achterliggende technologie.

Waar gaan we meten?

Door de avond werd duidelijk dat veel mensen met vragen en zorgen over de luchtkwaliteit rondlopen. De plek waar de metingen zullen gaan plaatsvinden zal dan ook een belangrijk onderdeel van de lokale bijeenkomsten worden. In IJmond zullen op een aantal plekken deze lokale bijeenkomsten worden georganiseerd, waar inwoners samen de meetstrategie zullen opstellen, en de sensoren verdelen over de deelnemers.

Veel aandacht

Voorafgaand en tijdens de start was er veel aandacht van lokale en nationale media. RTV Noord-Holland ging in gesprek met bezoekers van de avond. Al eerder schreef RTV Noord-Holland over de plannen, publiceerde Het Parool een uitgebreid artikel (achter betaalmuur) over de beweegredenen van deelnemers om mee te doen en maakte Nieuwsuur een reportage over het fenomeen citizen science en ziet Hollandse Luchten als een voorbeeld daarvan.

Deze aandacht, zo legde Hester Volten van het RIVM tijdens de bijeenkomst uit, helpt enorm in het onder druk zetten van beleidsmakers. “Dit is juist de manier om aandacht te krijgen voor het probleem van de luchtkwaliteit. Als kiezer kun je laten zien dat je het belangrijk vindt en daarmee maak je indruk op beleidsmakers.”

Sensordemo op de Hollandse Luchten bijeenkomst in Beverwijk

Hoe nu verder?

De grote startbijeenkomst zal nu vervolg vinden in een aantal lokale bijeenkomsten in Beverwijk, Wijk aan Zee, IJmuiden en Buiksloterham. Deze zullen in nauwe samenwerking met lokale initiatieven worden begeleid. Aanmelden hiervoor kan binnenkort via deze website.

foto Gerard Boukes

Inwoners regio IJmond gaan luchtkwaliteit in kaart brengen

Kick-off 18 April in Beverwijk

————Persbericht————

Op 18 april is in Beverwijk de kick-off van het project Hollandse Luchten. Tijdens deze startbijeenkomst krijgen bewoners informatie hoe ze zelf kunnen meten, een minicursus luchtkwaliteit en kunnen ze zich opgeven voor het gebruiken van een sensor.

Hollandse Luchten is het onderzoeksproject waarbij inwoners uit de regio IJmond, in samenwerking met luchtkwaliteit-experts en beleidsmakers de luchtkwaliteit in kaart brengen. In het project Hollandse Luchten meten burgers zelf de kwaliteit van de lucht met behulp van een grote hoeveelheid sensoren verspreid over meerdere locaties in de regio. De meting wordt in eerste instantie uitgevoerd met ongeveer 100 sensoren en zal zich richten op fijnstof (PM2,5) en waar noodzakelijk ook op stikstofdioxide (NO2), in Wijk aan Zee, Beverwijk, IJmuiden en Velsen. Door de jarenlange ervaring van Waag in burgergedreven dataverzameling heeft de provincie Noord-Holland de organisatie uit Amsterdam gevraagd om Hollandse Luchten samen op te pakken. 

Het uiteindelijke doel is het creëren van een burgermeetnetwerk voor de hele provincie Noord-Holland waardoor burgers meer inzicht krijgen in de kwaliteit van hun leefomgeving. Luchtkwaliteit is voor de regio IJmond een urgente zaak vanwege de nabijgelegen Tata Steel fabriek. De fabriek staat momenteel veel in de aandacht vanwege de grafietregens die o.a. het nabijgelegen Wijk aan Zee bereiken. Pilots in Zaandam en Amsterdam-Noord zullen ook dit jaar van start gaan en zullen ook lokale data verzamelen voor betreffende inwoners. 

Luchtkwaliteit 

Hollandse Luchten onderzoekt een nieuwe manier van het meten van de luchtkwaliteit: vanuit het perspectief van de burger. Informatievoorziening over zelf meten, de kwaliteit van de metingen en de interpretatie en betrouwbaarheid van data zijn hierbij van groot belang. Door zelf verzamelde data te combineren met een groeiende kennis over luchtkwaliteit, worden burgers een sterkere gesprekspartner voor de overheid en bedrijven wat zorgt voor constructievere en slimmere oplossingen. Deze metingen zullen aanvullend zijn op de officiële metingen. 

Waag

Waag heeft veel ervaring met dataverzameling vanuit burgers en helpt de provincie Noord-Holland bij het opzetten van dit meetnetwerk, de ontwikkeling van de sensoren, de datavisualisaties en de bijeenkomsten met burgers ter voorbereiding van de metingen. Waag doet al bijna 25 jaar onderzoek naar de rol van technologie in de samenleving. Sensortechnologie heeft een grote impact op vraagstukken rondom luchtkwaliteit. Goedkopere sensoren worden steeds beter en zijn in te zetten zodat burgers nu zelf data kunnen verzamelen over hun omgeving. Dit geeft meer informatie en handvatten tot actie. 

Aanmelden kan nu!

Aanmelden voor een sensor en de kick-off van 18 april in Beverwijk kan vanaf nu via de website van Hollandse Luchten. Daarnaast zoekt Hollandse Luchten ook nog hulp bij het organiseren van lokale evenementen, het interpreteren van de data en technologische ondersteuning. 

Meld je aan