© Hollandse Luchten, tekenaar Danibal, 2023

‘De data bood erkenning voor ons als bewoners’

Lid van Hollandse Luchten meet sigarettenrook van rokende kroeggangers.

In 2016 betrok Hollandse Luchten-deelnemer Cees zijn appartement in de binnenstad van Haarlem. Wonen in de binnenstad was een bewuste keuze van de film- en muziekliefhebber, toen werkzaam als docent economie op een middelbare school. Maar het duurt niet lang voordat Cees merkt dat er ook nadelen kleven aan de locatie van zijn woning. Zijn nachtrust heeft te lijden onder het nachtelijk rumoer onder zijn raam en een raampje openzetten is er – zeker in het weekend – niet bij. Beide kwalen worden veroorzaakt door dezelfde bron: kroeggangers die buiten staan te roken.

In gesprek met andere centrumbewoners merkt Cees dat hij niet alleen staat. ‘Mensen hebben er last van, dus je spreekt elkaar daar geregeld over. Maar met emoties rondom overlast kom je niet verder. Daarom dacht ik: ik wil data. Zo kwam ik bij Hollandse Luchten terecht. Ook om te kijken: klopt het gevoel dat andere bewoners en ik hebben.’

Het gevoel van Cees en de buurt blijkt te kloppen. Al snel nadat de meetsensor live gaat, in oktober 2023, worden er verhoogde concentraties fijnstof gemeten. ‘Eigenlijk altijd in het weekend, beginnend vanaf een uur of 22.00. En het gaat niet om een kleine, sporadische verhoging, maar structurele grote pieken’, zegt Cees. In de Haarlemse meetgroep, waar het veel deelnemers om houtstook en verkeer te doen is, blijkt zijn sensor de enige te zijn die juist op uitgaansmomenten pieken laat zien. De rest van de week meten de sensorkits wel vrijwel dezelfde waarden. Foto’s die Cees maakt van de situatie buiten laten zien waar het verschil vandaan komt: de rokende kroegganger. ‘De data bood een stuk erkenning voor ons als bewoners. Zie je wel, wij zijn niet gek.’

Figuur 1. De blauwe lijn geeft de waarden van de sensor van Cees weer. De gele en paarse lijn zijn afkomstig van andere sensoren uit de Haarlemse meetgroep. 

Hester Volten, expert luchtkwaliteit van het Samen Meten-programma van het RIVM, is onder de indruk van het onderzoek dat Cees heeft gedaan. Volten ziet zijn bevindingen als een mooi voorbeeld van hoe het samen doen van metingen de ervaringen van bewoners kan onderbouwen en illustreren. ‘Door metingen te koppelen aan klachten maak je echt indruk. Als gemeenteambtenaar zie je ook meteen: die meneer heeft echt een probleem, dit kan nooit goed zijn. Als de andere metingen in de stad die veel lager zijn op uitgaansmomenten er niet waren geweest had ik gedacht dat er misschien iets mis was met de sensor. Maar door de combinatie van en de foto’s zie je dat het echt de rokers moeten zijn.’

De combinatie van geluidsoverlast en een ongezonde lucht trekt een wissel op Cees en zijn buren. ‘Je merkt dat bewoners hun eigen huis ontlopen in het weekend. De een gaat naar de boot, een ander naar een huis op de Veluwe.’ Cees stopte eerder met werken vanwege de regelmatige verstoring van zijn slaap, maar daarover zeuren wil hij niet. ‘Ik wil absoluut niet zeikerig doen en ben niet tegen de nachtcultuur. Het enige dat ik wil, is aan de hand van data laten zien dat hier iets niet klopt. Niet alleen voor mij, maar ook voor de mensen die daar staan. Want laat duidelijk zijn: voor hen is het ook niet goed.’

Hoe het verder moet de luchtkwaliteit in de Haarlemse binnenstad, is nog niet duidelijk. Maar dat er iets moet veranderen staat voor Cees vast. Hij heeft zijn zaak aanhangig gemaakt bij de gemeente. Die begrijpt dankzij de data beter wat het probleem is, maar Cees ziet dat de lokale overheid in haar maag zit met de kwestie. ‘De gemeente moet ook de nachtcultuur en de economische belangen van de horeca meewegen. Dat begrijp ik, maar ik vind niet dat de gezonde leefomgeving mag ondersneeuwen.’

Door Hollandse Luchten is Cees hoopvoller gestemd over het vervolg van zijn casus. ‘Je hebt iets concreets in handen en je staat er niet alleen voor. Sinds de sensor live is gegaan zijn we in een stroomversnelling gekomen. Door Hollandse Luchten wordt je als bewoner ook echt als een serieuze gesprekspartner gezien door de lokale overheid waar je met je data bij aanklopt. Dat brengt de oplossing – die toch van de politiek zal moeten komen – in ieder geval een stukje dichterbij. Maar ik weet dat dit een lange adem zal vergen.’