Verslag: in Zaanstad is er nog van alles om te meten

Tijdens de eindejaarsbijeenkomst bespraken oude en nieuwe leden van de meetgroep Zaanstad de plannen voor volgend jaar.

Tijdens de eindejaarsbijeenkomst op donderdag 14 november in buurthuis de Pelikaan in Krommenie, precies twee jaar na de eerste bijeenkomst van de meetgroep Zaanstad, blijkt dat er nog veel vragen spelen in Zaanstad. Zaanstad is een grote gemeente met negen verschillende kernen. Waar de leden van Hollandse Luchten Zaanstad eerder vooral kwamen uit de wijken Kogerveld (2020) en Koog aan de Zaan (2022), zijn nu ook bewoners uit andere delen van de gemeente betrokken. Dat betekent ook veel verschillende interesses en zorgen over luchtkwaliteit. Zo zijn er meetvragen die gaan over het vliegverkeer, wegverkeer en de scheepvaart, maar wordt er ook gemeten rondom de industrie, de afvalverwerking en de biomassacentrale.

Vorig jaar werd de meetvraag rondom de industrie in Koog aan de Zaan voor veel leden beantwoord (lees hier het verslag terug). Toch was er interesse om door te blijven meten: meer data kan leiden tot nieuwe inzichten. Ook zijn er nieuwe leden uit Westzaan met een interesse om houtstook te meten, en zijn er in het afgelopen jaar nieuwe vragen opgekomen in Krommenie.

Een gevarieerde groep mensen van Assendelft tot Zaandijk met achtergronden van politiek tot techniek, kwam samen om het afgelopen jaar te bespreken en vooruit te blikken. De provincie Noord-Holland en gemeente Zaanstad waren ook vertegenwoordigd, zowel politiek als ambtelijk. Elma Tenner, data-analist van het RIVM, beantwoordde vragen over de data en Sylke van Duijnen van Waag Futurelab begeleidde de bijeenkomst samen met stagiair Elzo Stijger.

Hoge concentratie fijn stof op de kaart

De bijeenkomst begint met een klein mysterie: op de luchtkwaliteitskaarten van het RIVM is een hoge concentratie fijnstof te zien in een klein gebied tussen Wormerveer en Krommenie. De kaarten zijn gebaseerd op modelmatige berekeningen, niet op metingen. In het gebied staat een fabriek waarbij de concentratie van fijnstof op basis van het model veel hoger uitkomt dan aannemelijk is. Dit illustreert de meerwaarde van lokale metingen bij de interpretatie van kaarten die voortkomen uit modellen.

Fijnstof 2022 (PM2,5) – kaart van Atlas Leefomgeving, RIVM

Biomassacentrale en houtstook

Verder komt de biomassacentrale in Zaandam ter sprake (lees hier het verslag van de bijeenkomst in maart). Co, die in de IJdoorn flat woont, houdt de uitstoot in de gaten met foto’s en video’s en maakt zich zorgen om de uitstoot op schoolgaande kinderen, de mensen in het ziekenhuis, en sporters in het park en de sportvelden in de buurt. Hij heeft meerdere meldingen gedaan bij de OD NZKG. Henk, de data-analist van de groep, keek naar de data van Co’s sensor, maar vond geen effect. Momenteel hangen er niet genoeg sensoren rondom de biomassacentrale in Zaandam om een effect te kunnen meten. Henk legde uit dat de sensoren onderling best kunnen afwijken, dus dat de absolute gemeten waarden minder zeggen dan de relatieve waarden ten opzichte van andere sensoren. 

Er zijn ook andere lokale bronnen, zoals houtstook, waar mensen zich zorgen over maken. Yvonne van den Berg, van de gemeente Zaanstad, heeft ook interesse in het meten van houtstook; dit is een belangrijke bron van luchtvervuiling, maar ook onderwerp van veel discussie, zoals we ook zagen bij de bijeenkomst over Gezondheid & Luchtkwaliteit. Yvonne: “Het meten van fijnstof met de sensoren van Hollandse Luchten, kan in combinatie met het bijhouden van een logboek, misschien meer inzicht geven in de bijdrage van houtstook aan de luchtkwaliteit.” Lees meer over het Hollandse Luchten logboek.

Nieuwe sensorlocaties

We blijven op zoek naar nieuwe sensorlocaties rondom de IJdoorn flat, alhoewel het vanuit Hollandse Luchten nu ook wachten is op nieuwe sensoren. Rita, voorzitter van Kontakt Milieubeheer Zaanstad denkt mee over mogelijke locaties, ook voor de andere onbeantwoorde meetvragen. Zo stelde zij zelf twee jaar geleden de vraag: wat is de impact van het toerisme rondom de Zaanse Schans op de luchtkwaliteit? Dit zou te meten kunnen zijn in het toegenomen wegverkeer, maar die is helaas moeilijk los te tellen van het andere verkeer door de gemeente.

In Krommenie zijn er ook veel zorgen om het verkeer over de Provinciale weg. Daarom is er in november een luchtmeetstation van TNO geplaatst, die een jaar lang blijft meten. Het is interessant om volgend jaar de resultaten te kunnen vergelijken. Pieter Out, projectleider Hollandse Luchten vanuit de provincie Noord-Holland, zou de twee projecten graag met elkaar verbinden. “Hollandse Luchten is de plek om met elkaar in gesprek te gaan over (onderzoek naar) de lokale luchtkwaliteit. De kennis en ervaring van de meetgroep is waardevol voor andere inwoners die vragen en zorgen hebben over de luchtkwaliteit nabij de N203. Andersom kan de data die de TNO-metingen oplevert, interessant zijn voor Hollandse Luchten.” 

Als laatste sluiten we af met een korte oefening geleid door Elzo. Vanuit Hollandse Luchten zijn we namelijk benieuwd hoe mensen graag in contact zouden blijven. Hiervoor vullen de leden een handout in en gaan vervolgens in gesprek. Er zijn verschillende ideeën over online communicatie; fora, email en whatsappgroepen komen allemaal voorbij. Maar de waarde van fysieke bijeenkomsten zoals vanavond wordt ook benadrukt: dit houdt de groep bij elkaar.

Bijeenkomst van de meetgroep in Krommenie

 

Wind op de kaart

Een nieuwe feature op de Hollandse Luchten kaart

Hollandse luchten presenteert vandaag een stormachtig nieuwe feature: windrichting op de kaart! Een langgekoesterde wens van veel leden is nu realiteit. 

Kijk vanavond nog hoe hard de wind van storm Conall gaat op de kaart: hoe groter de pijl, hoe harder de wind. Als je op een pijltje gaat staan, krijg je meer informatie over dat meetstation, de windrichting, windsnelheid en windkracht.

Met deze nieuwe feature kunnen de leden meetvragen beantwoorden over onder andere bronnen en de verspreiding van fijnstof. 

Waar komt de data vandaan?

De winddata komt van het KNMI, die hebben we mede dankzij de ontwikkelingen rondom de automatische sensorrapportages kunnen importeren in de data server van Waag Futurelab. Daarnaast halen we de sensordata van het Samen Meten platform van het RIVM.

Wil je meer van dit soort verbeteringen? Vul onze korte survey in! 

 

Foto van beide SODAQ sensorkastje opgehangen op het meetstation in Beverwijk.

GGD rapport over onderzoek naar de kwaliteit van SODAQ AIR & Snuffelfiets PM2.5 sensorkastjes

De GGD Amsterdam heeft onderzocht hoe betrouwbaar de, in Hollandse Luchten gebruikte, SODAQ AIR sensorkastjes fijnstof meten. Daarvoor heeft de GGD een SODAQ AIR en een Snuffelfiets sensorkastje op daken van meetstations in Zaandam en Beverwijk geplaatst, op dezelfde plek waar ook de officiële monitoren staan van de GGD Amsterdam.

De GGD Amsterdam heeft twee soorten fijnstofsensorkastjes van SODAQ getest: de Snuffelfiets (een eerdere versie van de SODAQ AIR) en de SODAQ AIR (het sensorkastje waarmee we in Hollandse Luchten meten). Beide fijnstofsensorkastjes zijn bruikbaar op de fiets, maar ook als fijnstofmeter op een vaste plek. In Hollandse Luchten wordt de SODAQ AIR  op een vaste plek gebruikt. Door de sensorkastjes allemaal op dezelfde plaats te zetten, ook wel ‘colocatie’ genoemd, kun je de meetresultaten goed vergelijken. Het rapport over deze vergelijking is onlangs verschenen. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen.

SODAQ AIR, sensorkastje waarmee in Hollandse Luchten wordt gemeten Snuffelfiets, een eerdere versie van de SODAQ AIR.

Snuffelfiets, een eerdere versie van de SODAQ AIR.
SODAQ AIR, sensorkastje waarmee in Hollandse Luchten wordt gemeten.

Uitleg over het onderzoek: colocatie, correlatie en R2

De kwaliteit van de PM2.5 sensormetingen is onderzocht door de sensorkastjes naast de officiële apparaten te zetten, dat heet colocatie. Daardoor meten alle apparaten in principe dezelfde lucht. Ze zouden dan hetzelfde moeten meten. Of ze dat ook echt doen kun je op veel verschillende manieren bekijken.

Je kunt bijvoorbeeld kijken of de sensoren en de officiële meetapparaten op hetzelfde moment pieken en dalen laten zien, dat noem je te berekenen: dat is een maat voor of de apparaten hetzelfde soort gedrag vertonen. R2 kan variëren tussen 0 en 1. Bij een R2 van 0 zit er geen verband tussen de metingen, ze pieken dan totaal op verschillende momenten, en tenminste een van de apparaten is dan waarschijnlijk onzin aan het meten. Als de meetresultaten juist wel precies op hetzelfde moment pieken is de correlatie dicht bij de 1. Een correlatie die dichtbij de 1 zit, betekent alleen niet dat de gemeten waarden ook op hetzelfde niveau waren. Bijvoorbeeld, 1 sensorkastje meet in twee meetperioden eerst 10 en dan 20, en een 2e sensorkastje meet in dezelfde periode eerst 20 en dan 40. De R2 zal dan 1 zijn, omdat de metingen allebei verdubbelden op hetzelfde moment. Alleen meet het 2e sensorkastje twee keer zo hoog, maar dat kun je dus niet aan de R2 zien.

De resultaten

De kwaliteit van de PM2.5 metingen

In de studie vonden we dat het gedrag sensorkastjes en officiële metingen verschilden. In Zaandam was de correlatie goed (R2: 0,8 – 0,9), in Beverwijk iets minder (R2: 0,7). De SODAQ sensorkastjes zijn dus in staat om de algemene trends in PM2.5 concentraties te volgen.

De R2 vertelt je echter niet of de hoogtes van de pieken ook echt hetzelfde waren. We zagen bijvoorbeeld dat de sensorkastjes de gemiddelde PM2.5 concentraties flink overschatten. Bij meetwaarden hoger dan 10 µg/m3 was de overschatting van de concentratie nog groter, maar was de correlatie wel beter. Bij concentraties lager dan 10 µg/m3 was het omgekeerd, de correlatie was slechter, maar de overschatting van de concentratie was dan weer kleiner. De hoogste gemeten pieken waren vaak twee keer zo hoog als die van officiële luchtmeetstations.

De SODAQ AIR sensorkastjes zijn daarom niet geschikt voor nauwkeurige fijnstofmetingen of vergelijkingen met Europese normen of WHO advieswaarden.

Wel kunnen ze pieken in luchtvervuiling goed detecteren. Dit maakt ze onder andere goed bruikbaar als waarschuwingssysteem voor incidentele verhoogde luchtvervuiling, bijvoorbeeld bij een brand, vanwege de hoge tijdsresolutie van de metingen.

Verschillen tussen de sensoren

De Snuffelfietssensorkastjes presteren beter dan de SODAQ AIR sensorkastjes, ondanks dat ze dezelfde sensoren (Sensirion SPS30) gebruiken voor metingen. De oorzaak van dit verschil is nog niet duidelijk. Het zou kunnen komen door het verschil in behuizing of door in de luchtstroom binnen in het apparaat. Dit kan ook te maken hebben met de software in de sensorkastjes.

Verschillen tussen meetlocaties

Resultaten van de sensorkastjes komen beter overeen met officiële metingen in Zaandam dan in Beverwijk.

Oorzaken voor slechtere resultaten in Beverwijk kunnen zijn:

  • Andere samenstelling van het aanwezige fijnstof door nabijgelegen industrie.
  • Meer uitval van officiële meetapparatuur in Beverwijk.

Invloed van luchtvochtigheid en temperatuur

Als de lucht heel vochtig is, leidt dat tot meer en grotere meetfouten v. Vooral als de luchtvochtigheid boven de 80% komt.  PM2.5 pieken worden dan hoger door het vocht in de lucht. De SODAQ AIR sensorkastjes lijken wel hogere pieken te tonen en meer fouten te maken dan de Snuffelfiets sensorkastjes. Een belangrijke stap voorwaarts is dat er voor beide SODAQ kastjes bijna geen pieken zijn die alleen door vocht komen, zoals wel voorkwam bij de SDS011-sensoren (Holu-kit) die werden gebruikt in Hollandse Luchten fase 1 (voor 2022).

De invloed van de temperatuur op de sensormetingen is nog onduidelijk en wordt verder onderzocht. Een verdere analyse is gepland voor later in 2024, wanneer er meer meetgegevens beschikbaar zijn.

Voorbeelden van R2 bepalingen uit het onderzoek

In de scatterplot hieronder is de R2 bepaling te zien van SODAQ AIR 549 die hangt op meetstation Beverwijk, wanneer de PM2.5 concentraties gemeten door de officiële apparatuur (op de horizontale as) lager was dan 10 µg/m3. Dit is een voorbeeld van een lage R2 van 0.28. Hier kun je uit opmaken dat de metingen van het sensorkastje vaak niet hetzelfde gedrag vertonen als de officiële metingen, en is er een lage correlatie.

In de scatterplot hieronder is de R2 bepaling weergegeven van hetzelfde sensorkastje als hierboven, maar dan bij concentraties hoger dan 10 µg/m3. Deze R2 is een stuk hoger, namelijk 0.70,, wat betekent dat het sensorkastje bij hogere concentratie redelijk de officiële metingen volgt. Je ziet wel direct dat de gestippelde lijn veel hoger ligt dan de zwarte lijn. De zwarte lijn krijg je als de twee instrumenten precies dezelfde concentraties zouden meten. Aan de gestippelde lijn kun je zien dat de gemeten concentraties van het sensorkastje een stuk hoger waren dan de officiële metingen bij relatief hoge concentraties.

Hieronder is eenzelfde soort scatterplot weergegeven, maar hierbij is de gehele dataset van de meetperiode gebruikt. Het gaat hier om meetwaarden van de SODAQ AIR 541 die hangt op het meetstation Zaandam. Dit is een voorbeeld van een hele hoge R2 van 0.94. De metingen van dit sensorkastje pieken dus bijna precies op hetzelfde moment als de officiële metingen.

Wil je het hele rapport lezen?

Download het rapport

Techniek werkgroep leert SODAQ AIR-sensoren demonteren

De techniek werkgroep van Hollandse Luchten leert van David van SODAQ om zelf een sensorkit uit elkaar te halen, zodat we deze zelf kunnen gaan repareren. Hieronder vind je een fotoverslag van de bijeenkomst.

Gerard, Hollandse Held en voorzitter van de techniek werkgroep, organiseerde een workshop sensoren demonteren die door SODAQ werd gegeven. In deze workshop leerden we om zelf de SODAQ AIR-sensoren uit elkaar te halen, zodat we deze in de toekomst mogelijk zelf kunnen repareren. Hoe we dit gaan vormgeven wordt nog onderzocht door de werkgroep. De techniek werkgroep overlegt en adviseert over alle technische zaken binnen Hollandse Luchten. De techniek werkgroep komt ongeveer één keer per twee maanden bij elkaar.

Het is niet toegestaan om de sensorkit open te maken als je de workshop niet hebt gevolgd! Je kunt namelijk heel makkelijk iets breken!

De projectpartners komen regelmatig samen tijdens drie werkgroepen; communicatie, data science en techniek. De werkgroepen bestaan uit een mix van projectpartners en een vertegenwoordiging vanuit de Hollandse Helden. De Hollandse Helden zijn een groep actieve deelnemers die een trekkende rol binnen de meetgemeenschap hebben en zich mede- eigenaar voelen van het meetnetwerk.

Wil jij ook bij één van deze werkgroepen zijn? Meld je dan aan bij je contactpersoon.

Hoge waarden van sensor in Krommenie

Het is Hollandse Luchten leden opgevallen dat sensor 439 aan het Bertrand Russell college af en toe hele hoge waarden geeft. Ook als alle andere sensoren lage waarden tonen. Daar lijkt wat aan de hand te zijn - maar wat?

Is het de Provincialeweg?

Zouden de hoge waarden kunnen komen door een lokale bron? Zoals de Provincialeweg, waar eerder dit jaar de bewoners het heft in eigen handen namen om zelf te gaan meten (lees het artikel in het Noordhollands Dagblad – betaalmuur). De uitstoot van verkeer is beter te meten met de Palmesbuisjes. Daarvan hangen er vijf in de buurt van de N203 in Krommenie. Als we naar die data kijken, zien we niet zulke hoge pieken als bij de SODAQ AIR.

Maar fijnstof en stikstof kun je niet zo makkelijk met elkaar vergelijken. Het is beter om naar de andere SODAQ AIRs in de buurt kijken, dat zijn sensor 363 en 434. De andere SODAQ AIRs die in de buurt hangen laten veel lagere waarden zien – op woensdag 19 juni om 16 uur laat sensor 439 een waarde zien van 387,1 mug/m3, terwijl de dichtstbijzijnde sensor – sensor 363 – een waarde toont van 1,2 mug/m3. Sensor 413 in Wormerland geeft 2,2 mug/m3 weer. In Heemskerk zien we waarden van 1,4 tot 2,1 mug/m3 (sensor 526). Een groot verschil dus.

Is de sensor kapot?

Fijnstof gedraagt zich als een wolk en beweegt mee met de windrichting. Ook weten we dat met burgerwetenschapssensoren juist de veelheid aan sensoren meer informatie biedt over de luchtkwaliteit dan een enkele burgerwetenschapsensor; één sensor is geen sensor. Wanneer een enkele sensor zulke hoge waarden meet, ligt het voor de hand dat de sensor kapot is of dat de sensor in ieder geval de fijnstofwaarden sterk overschat (SODAQ AIRs hebben een overschatting bij hoge waarden).

Een lokale bron?

Alleen in dit geval hangen er maar weinig sensoren dicht in de buurt van de school, dus bestaat ook nog de mogelijkheid van een zeer lokale bron. In Haarlem was bijvoorbeeld een bewoner die sigarettenrook meet. Zouden de hoge metingen veroorzaakt worden door bijvoorbeeld rokende scholieren of startende brommertjes? Op navraag bij de docent die de sensor heeft opgehangen, krijgen we hiervoor geen aanwijzingen. Op ongeveer 7 meter afstand is er een parkeerplaats waar in de ochtend en de middag wel wat auto’s langskomen, maar er is niet echt veel verkeer.

Nog geen antwoord

We weten dus nog niet waardoor de hoge pieken komen, maar we willen het wel graag onderzoeken. Daarom hebben we een sensor dichter bij het Bertrand Russell college geplaatst (sensor 456). Ook wordt er mogelijk nog een tweede sensor bij de school opgehangen. Wanneer deze meer data hebben verzameld, kunnen we verder met het onderzoek. Wordt dus vervolgd.

Vind je het leuk om mee te onderzoeken? Neem dan contact op via de Hollandse Luchten support desk en vermeld als meetgroep ‘Zaanstad’.

 

SODAQ maakt doorstart

SODAQ maakt een doorstart, het bedrijf zal verdergaan onder de naam QADOS.

Eerder dit jaar sprak de rechtbank Midden-Nederland het faillissement van SODAQ Products B.V. uit. De doorstart van SODAQ betekent dat Hollandse Luchten de diensten van SODAQ kan blijven gebruiken.

In Hollandse Luchten worden de volgende diensten van SODAQ gebruikt:

  • SODAQ is de leverancier van onze sensoren
  • SODAQ levert de netwerkconnectiviteit; dat betekent dat zij ervoor zorgen dat de sensoren zijn verbonden met het internet.
  • SODAQ beheert een deel van de datainfrastructuur; de data van de sensor wordt via het internet eerst verstuurd naar de servers van SODAQ (Know your air). Daar halen het RIVM en Hollandse Luchten de data vandaan voor het SamenMeten platform en de Hollandse Luchten kaart.

Contact met SODAQ loopt via de werkgroep techniek (aanspreekpunt) en de provincie Noord-Holland (als opdrachtgever).

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Laat het ons weten.

Ontvang maandelijks een automatische sensorrapportage

Hoeveel fijnstof zat er deze maand gemiddeld in de lucht? Je leest het in de automatische sensorrapportage van de sensor bij jou in de buurt.

Vanaf vandaag kun je maandelijks een sensorrapportage ontvangen! Deze rapportage geeft een overzicht van de data die de sensor heeft gemeten die maand. Zo kun je makkelijk zien wat de gemiddelde hoeveelheid fijnstof was in de maand of welke windrichting het meeste fijnstof meebracht.

Over de sensorrapportage

Het maandverslag van de sensor geeft een kort overzicht van de fijnstofmetingen van de afgelopen maand. Onder het kopje ‘De luchtkwaliteit in cijfers’ wordt een samenvatting gegeven van de afgelopen maand, zoals de gemiddelde waarde van fijnstof die de sensor die maand heeft gemeten, maar ook de gemiddelde gemeten waarde van een aantal omliggende sensoren. In de samenvatting staat ook welke weekdag gemiddeld de hoogste waarde fijnstof werd gemeten en welke windrichting gemiddeld het meeste fijnstof meebracht.

De andere onderdelen in het verslag geven meer informatie over die cijfers. Op de bijgevoegde kaart kun je zien met welke sensoren in de buurt de sensor vergeleken is. En in een jaargrafiek kun je zien tijdens welke maanden gemiddeld het meeste fijnstof is gemeten. De gemiddelde gemeten fijnstofwaarden kunnen handig zijn in onderzoek naar fijnstof en gezondheid.

Ook bevat het verslag een windroos die laat zien hoeveel fijnstof er gemiddeld werd gemeten bij de verschillende windrichtingen. Dat is vooral handig als je bronanalyse wil doen. Wanneer er bij een bepaalde windrichting vaak hoge waarden worden gemeten, is het waarschijnlijk dat er een fijnstofbron in die richting is. Lees meer over hoe je onderzoek naar bronbepaling kunt doen.

Hoe kan ik de maandelijkse sensorrapportage ontvangen?

Als je thuis een sensor hebt hangen ontvang je vanaf nu automatisch de sensorrapportage van jouw sensor in je inbox. Ben je benieuwd naar de verslagen van andere sensoren? Je kunt je ook inschrijven om een verslag van andere sensoren te ontvangen. Er worden geen persoonlijke gegevens in de rapportage vermeld. 

Wil je de rapportage niet meer ontvangen? Uitschrijven kan via de link onderaan de rapportage.

Klopt er iets niet in de rapportage? Neem dan contact met ons op.

Het Hollandse Luchten datadashboard

De sensorrapportages geven een mooi overzicht van de metingen. Zie je iets in de rapportage en wil je daar verder onderzoek naar doen? Dan kun je het Hollandse Luchten data-analyse dashboard gebruiken. In het dashboard kun je onder andere de data van verschillende sensoren met elkaar vergelijken en andere metingen meenemen in je analyse zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid.

 

Foto door Ella Ivanescu op Unsplash

Verslag: industrie meten met sensoren

Op 22 mei vertelde Henk, lid van Hollandse Luchten in Zaanstad, over zijn data-analysemethode met behulp van windrichting.

Het doel van de presentatie was het delen van kennis over de sensoren en data-analyse met de verschillende meetgroepen. Als locatie was daarom voor het provinciekantoor in Haarlem gekozen, waar de bijeenkomst dankzij een ‘hybride’ vergaderzaal zowel in persoon als online kon worden gevolgd. Wil je de bijeenkomst terugkijken? De opname vind je onderaan dit verslag.

Henk woont zelf vlakbij industrie in Zaanstad en wil graag onderzoeken of hij de uitstoot van verschillende fabrieken (OFI en Tate &B Lyle) in zijn omgeving kan meten. Op dit moment hangen er op deze locatie niet genoeg sensoren voor een goede analyse en hangen de sensoren niet op de juiste plek. De precieze locatie van een sensor is van belang voor een betrouwbare meting. Als een sensor te dichtbij hangt, bijvoorbeeld, kan fijnstof uit een hoge schoorsteen eroverheen waaien. Daarnaast is Henk geïnteresseerd in de vraag of onze sensoren überhaupt nauwkeurig genoeg zijn om de bron van fijnstof in kaart te kunnen brengen. 

Henk heeft een locatie gekozen waar genoeg sensoren hangen om een analyse te maken én waar veel fijnstof aanwezig is: het gebied rondom Tata Steel in de gemeenten Velsen en Beverwijk. In zijn onderzoek heeft Henk data geanalyseerd met behulp van de windrichting. Zo heeft hij onderzocht hoeveel fijnstof er gemeten wordt voor- en nadat de lucht over het fabrieksterrein is gewaaid. Hij gebruikt hiervoor data van het KNMI, het luchtmeetnet en van samenmeten.nl. Hij analyseert deze data met behulp van Python 3, Pandas, Seaborn en Pycharm professional met ondersteuning van AI.

Deze data-analysemethoden zijn niet voor iedereen beschikbaar. Je moet echt een expert zijn en met de verschillende software kunnen omgaan. Dit is dan ook een verdiepende data-analysebijeenkomst, waarbij ook de data-analisten van de Data-science werkgroep van Hollandse Luchten zich laten inspireren door een van de leden. Het is voor Hollandse Luchten van belang om te zien wat mensen willen en welke initiatieven er worden genomen. Zo kunnen wij met verbeteringen aan de slag die deelnemers graag willen zien.

Conclusies
Henk vindt in zijn analyse een verschil in de metingen van de sensoren die bovenwinds en benedenwinds het fabrieksterrein hangen. Hij vindt met de sensoren op de officiële stations van het luchtmeetnet een verhoging van 3 á 4 µg/m3 benedenwinds in PM 2.5 op de officiële concentratie. Ook op de SODAQ-sensoren vindt hij na alle correcties voor onzekerheid een verschil in fijnstof-concentratie voor- en nadat de lucht over het fabrieksterrein is gewaaid.

Je kan hiermee zeggen dat je een grote bron, zoals dit fabrieksterrein, kan aanduiden met de SODAQ-sensoren. Deze resultaten moedigen aan om metingen serieus te nemen en op plekken waar men een verschil meet in fijnstofconcentratie met de SODAQ-sensoren verder onderzoek te doen.

Kanttekeningen
Door zijn onderzoek heeft Henk nog veel meer interessante ontdekkingen gedaan die meer uitleg vergen. Kijk het hele filmpje van de presentatie van Henk en Wouter als je alle details wil horen. In het kort:

  • Niet alle sensoren functioneren naar behoren, het is goed om sensoren eerst te vergelijken met een aantal sensoren in de buurt, of liever nog met een station van het luchtmeetnet, om zo te controleren of de sensor juist werkt.
  • De SODAQ-sensor lijkt een afwijking te hebben die verandert naarmate de windrichting verandert. Dit moet meegenomen worden in een analyse.
  • Lokale kennis is essentieel om een goede analyse te maken. Je kan niet zo maar een sensor met een andere sensor vergelijken om het gebied daartussen te onderzoeken. Het kan zijn dat er buiten het gebied dat jij wil onderzoeken een bron de meetresultaten zo sterk beïnvloedt dat je geen betrouwbare analyse kan maken van het gebied dat jij wil onderzoeken.

Toelichting van het RIVM
Aan het einde van de presentatie van Henk neemt Wouter Hendricx van het RIVM het woord. Het RIVM is kennispartner van Hollandse Luchten en heeft experts op het gebied van (onderzoek naar) luchtkwaliteit. Wouter legt uit wat het verschil is tussen concentratie en emissie en wat er allemaal van invloed kan zijn op de verspreiding van fijnstof in de lucht. Emissie is de uitstoot van een stof door een bepaalde bron. Concentratie is de totale hoeveelheid van een stof in de lucht. Alle emissies samen, chemische reacties, depositie en weerscondities bepalen uiteindelijk de concentratie van een stof in de lucht en deze kan je meten met sensoren. Fijnstof verspreidt zich snel door de lucht en die verspreiding is ook nog eens afhankelijk van de menghoogte en windsnelheid, legt Wouter uit. Hij geeft hierbij een aantal links waarmee mensen zelf dieper in kunnen gaan op het meten van fijnstof in de lucht. Deze links vind je onderaan dit verslag.

Data-science werkgroep
Henk is als lid van Hollandse Luchten ook lid van de Data-science werkgroep. Veel leden van deze werkgroep waren aanwezig bij de presentatie. Zij hebben dit verslag ook nagelezen en gecontroleerd. Het streven van deze werkgroep en van Hollandse Luchten in het algemeen is om kennis te delen en data-analyse voor burgerwetenschappers te verbeteren.

Wil je lid worden? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: aanmelden nieuwsbrief.

Download de presentatie

Kijk de bijeenkomst terug

Links van Wouter (RIVM):

› Algemene informatie:
Over luchtkwaliteit

› Kaarten:
Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland
Atlas van de leefomgeving
Dashboard: de brede basismonitor

› Emissie-bronnen:
Bronnen per component van luchtverontreiniging
Emissieregistratie

Iemand die een Hollandse Luchten sensor vasthoudt. Op de achtergrond staan mensen met elkaar te praten.
Hollandse Luchten sensor

Wat kan Hollandse Luchten voor je doen?

Hoe Hollandse Luchten de leden kan helpen om hun doelen te bereiken.

Hollandse Luchten bestaat momenteel uit ongeveer 200 leden die de luchtkwaliteit op lokaal niveau meten en analyseren. Meestal hebben zij een doel met deze metingen. Zij willen weten of de luchtkwaliteit invloed heeft op hun gezondheid, hoe de lokale luchtkwaliteit zich verhoudt tot andere gemeenten in Nederland en of er iets te doen valt om de luchtkwaliteit lokaal te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders gemiddeld 9 maanden korter leven door blootstelling aan fijnstof en dat verschillende ziektes veroorzaakt of verergerd kunnen worden door luchtvervuiling.

Hollandse Luchten is meer dan een meetproject. In Hollandse Luchten bouwen bewoners, overheid en kennisinstellingen een samenwerking met elkaar op. Provincie Noord-Holland, Waag Futurelab, RIVM, GGD Amsterdam, TNO, AethiQs, lokale partners en de Hollandse Helden helpen in Hollandse Luchten de leden en partnerorganisaties om hun doelen te bereiken. In 2018 zijn we begonnen als pilot van de provincie Noord-Holland, en elk jaar leren we meer over hoe we onze leden het beste kunnen ondersteunen bij het behalen van hun doelen. In dit artikel kan je lezen wat we voor je kunnen doen.

Sensoren en data-analyse

Welke “middelen” hebben we dan? Het meest bekende hulpmiddel dat Hollandse Luchten biedt is het uitlenen van fijnstofsensoren in de vorm van de SODAQ Air. Deze fijnstofsensoren meten een bepaald soort fijnstof, namelijk PM 2,5. Lees hier meer over PM 2,5 en andere vormen van luchtvervuiling. Daarnaast kunnen leden locaties kiezen voor Palmesbuisjes, waarmee stikstofdioxide (NO2) wordt gemeten. Deze Palmesbuisjes worden opgehangen door de GGD Amsterdam, partner in Hollandse Luchten. De GGD Amsterdam analyseert de inhoud van de Palmesbuisjes elke vier weken.

De data van de SODAQ AIR sensoren wordt daarnaast weergegeven op de Hollandse Luchten Kaart en het Data Analyse Dashboard. Daarnaast verzamelen we allerlei andere mogelijkheden voor data analyse en open data op de kennispagina van Open Data

Middelen Hollandse Luchten Waag Futurelab CC BY-NC-ND, 2024

Bijeenkomsten en methoden

In een aantal regio’s in Nederland zijn Hollandse Luchten meetgroepen actief. Bij elke regio is een contactpersoon van Waag Futurelab betrokken die de leden van de meetgroep bijstaat en de bijeenkomsten organiseert. Waag Futurelab heeft veel ervaring met citizen science en open technologie. In Hollandse Luchten worden verschillende methoden gebruikt die de meetgroepen helpen om meetvragen op te stellen, doelen te bepalen en die te bereiken. De methoden die Waag ontwikkeld zijn open source, zodat ook andere burgermeetprojecten hier gebruik van kunnen maken. Hollandse Luchten werkt vraaggestuurd. Bij vraag naar een bijeenkomst over een bepaald thema, of een excursie naar bijvoorbeeld een meetstation van het luchtmeetnet, kan je contactpersoon je ondersteunen om dit te organiseren.

Samenwerkingspartners en lokale partners

Hollandse Luchten is een initiatief van de Provincie Noord-Holland waar inwoners middels open source en betaalbare meetsensoren meer inzicht kunnen krijgen op de luchtkwaliteit in gebieden waar de leefkwaliteit onder druk staat. Maar Hollandse Luchten is meer dan een meetproject. Het is ook een samenwerking tussen bewoners, overheid en kennisinstellingen.  Hier werken meerdere partners aan mee: Waag Futurelab, RIVM, GGD Amsterdam, AethiQs en TNO. Daarnaast zijn er lokale partners die betrokken zijn bij de lokale meetgroepen zoals gemeenten, een lokale GGD, een regiokantoor, de lokale omgevingsdienst, en in sommige meetgroepen ook de lokale bibliotheek, museum of een vergaderzaal. Je hebt als lid direct toegang tot deze partners. Wil je bijvoorbeeld een vraag stellen aan het RIVM? Een zaal gebruiken bij de bibliotheek? Of een idee delen met de gemeente? Je contactpersoon kan je verder helpen.

Werkgroepen en Hollandse Helden

De projectpartners komen regelmatig samen tijdens drie werkgroepen: de communicatie-, data-science- en techniek werkgroep. De werkgroepen bestaan uit een mix van projectpartners en een vertegenwoordiging vanuit de leden. Hollandse Helden zijn, naast lid van een meetgroep, ook het gezicht van de meetgroep en nemen een centrale rol in. Zij kunnen invulling geven aan hun rol in de meetgroep, bijvoorbeeld als eerste aanspreekpunt voor leden en het co-organiseren van bijeenkomsten of activiteiten. Ook vertegenwoordigen de Helden de lokale meetgroep in bijeenkomsten met Waag Futurelab en Provincie Noord-Holland. De Hollandse Helden komen een keer per maand samen tijdens een online overleg. Alle leden zijn welkom om deel te nemen aan een werkgroep of aan het team van Hollandse Helden.

Communicatiemiddelen

Op de website van Hollandse Luchten delen we kennis over luchtkwaliteit, open data en data-analyse. Leden van Hollandse Luchten kunnen ook artikelen insturen voor op de website, of ideeën aanleveren voor de nieuwsbrief. Dat kun je doen via je contactpersoon. We gebruiken het forum van SamenMeten om onderling te kunnen discussiëren over data en data-analyse. Daarnaast ondersteunt de werkgroep communicatie ook met perscontact en publicaties in de media.

Pilots en onderzoek

Hollandse Luchten is een onderzoeksproject. In 2018 zijn we begonnen als pilot van de provincie Noord-Holland, en elk jaar leren we meer over hoe we onze leden het beste kunnen ondersteunen bij het behalen van hun doelen. Als onderdeel van het Smart Citizens Lab deelt Waag de kennis die we opdoen zo veel mogelijk met een Creative Commons licentie, zodat ook andere burgerwetenschapsprojecten hiervan kunnen profiteren. Soms kunnen we onze kennis inzetten voor een nieuw pilotproject. Zo hebben we een onderzoek gepubliceerd over het meten van geluid in de Gooi- en Vechtstreek en onderzoeken we of we luchtvervuiling door houtstook aan kunnen tonen in het pilotproject houtstook.

Hoe kunnen we jou helpen?

Dit zijn allerlei manieren waarop wij onze leden als “team Hollandse Luchten” kunnen ondersteunen bij meten en verbeteren van de luchtkwaliteit. Het gaat dus veel verder dan alleen meten met sensoren! Staat je hulpvraag hier niet tussen? Zijn we iets vergeten? Neem dan contact met ons op.

Foto CC BY-NC-ND Jimena Gauna, Waag Futurelab, 2023

Verslag: Zaanstad richt zich op de industrie en wil graag meer weten over de data en sensoren

Tijdens de bijeenkomst Meetstrategie bepalen besprak de meetgroep Zaanstad gezamenlijke doelen.

In Zaanstad kwamen zeven leden van de meetgroep bij elkaar om de doelen voor 2024 te bepalen. De bijeenkomst was in broedplaats De Hellema, met zicht op de Zaan. Eline Verhoeven, onderzoeker gezonde leefomgeving en burgerwetenschap van het RIVM was aanwezig om haar expertise te delen en tips te geven over de meetstrategie. Annabel Thomas van Waag Futurelab was aanwezig om de meetgroep te ondersteunen bij het bepalen van de doelen en de avond te begeleiden.

Een focus op industrie

De grootste focus bij de meetgroep Zaanstad ligt op de industrie. Daarnaast zijn mensen op zoek naar meer kennis, over data, fijnstof en gezondheid en zouden zij graag door middel van kennis en data beleid en wetgeving willen beïnvloeden.

Industrie is een hot item in Zaanstreek. Er staan veel fabrieken dicht bij woonhuizen en scholen. Inwoners ruiken en zien uitstoot van deze industrie. De industrie heeft vergunningen in deze regio, maar niet iedereen vertrouwt erop dat deze vergunningen voldoende zijn, of dat de industrie zich aan die afspraken houdt. De aanwezigen concentreren zich op drie fabrieken; Olam, Tate & Lyle en de biomassacentrale. Rondom die eerste twee zijn al aardig wat sensoren gepositioneerd. Rond de biomassacentrale zouden er nog minimaal drie in verschillende windrichtingen omheen moeten hangen.

Overigens willen de aanwezigen ook graag in gesprek gaan. Één van de aanwezigen werkt voor een fabriek. Hij zou graag informatie geven over zijn werk en hoe zijn werkgever schadelijke uitstoot tegengaat. Ook de andere aanwezigen zijn naast het meten geïnteresseerd in het verhaal van de industrie zelf.

Kennis over sensoren en data

Een ander doel van de meetgroep is meer kennis over de sensoren en data opdoen, zodat zij bronnen van luchtvervuiling kunnen aanwijzen. We willen weten wat de sensoren precies kunnen meten en wat niet, wat de weersomstandigheden doen met fijnstof, en of fijnstof een indicatie is voor andere vervuilende stoffen in de lucht.

Naar aanleiding van een data-analyse zouden aanwezigen graag het beleid van de gemeente of de industrie beïnvloeden. Zoals het herzien of aanpassen van vergunningen, of het herzien van beleid van de gemeente.

Uitbreiding van het meetnet

Tot slot zien de aanwezigen een kans om gaten in de verspreiding van de sensoren in Zaanstad te dichten. Er is een nieuw lid aanwezig die in de buurt van de Westzanerdijk een sensor op wil hangen. Daar hangt nog geen sensor in de buurt, dus de meetgroep is het eens om daar een extra sensor te hangen.

Daarnaast hebben zij de wens om nog een sensor in Wormer of Wormerveer te hangen om het aantal meetpunten aan die kant van de gemeente te verhogen.
Een van de eerste stappen is nu om meer informatie te verzamelen over de biomasssacentrale en de meetresultaten die een van de leden daar al heeft verzameld. Daarna kunnen de leden op zoek naar locaties voor de extra sensoren.

Hollandse Luchten wil de leden graag ondersteunen met kennis, netwerk en experts. We kunnen bijvoorbeeld een mail of persbericht uitsturen over de gewenste extra locaties, of een themabijeenkomst houden over het meten van industrie. Neem hier voor contact op met Sylke, contactpersoon van Zaanstad via sylke [at] waag [dot] org.

Wil je ook lid worden van Hollandse Luchten? Meld je aan.

Blijf op de hoogte: Aanmelden nieuwsbrief .

Hoe beïnvloed ik het beleid van mijn gemeente

Online bijeenkomst trekt luchtkwaliteitsverbeteraars uit het hele land

De online bijeenkomst ‘Hoe beïnvloed ik het beleid van mijn gemeente‘ was erg druk bezocht. De Stichting houtrookvrij heeft het gedeeld op hun sociale media kanalen, en daardoor waren er ook veel aanwezigen die vooral interesse hebben in het beïnvloeden van het beleid van de gemeente op het gebied van handhaving tegen luchtvervuiling door houtstook.

De bijeenkomst vond plaats op zoom, en werd geleid door medewerkers van Waag Futurelab, dit is een verslag van deze bijeenkomst, met behulp van notities en berichten van alle deelnemers. Iedereen is gevraagd om zich voor te stellen in de chat. Van degenen die dat gedaan hebben is deze kaart gemaakt, de post-it is geplakt op de plaats in Nederland waar de deelnemer vandaan komt, je kan op alle plaatjes klikken om alles goed te kunnen te lezen:  

Pauline van Norden van de Natuur en Milieufederatie Utrecht start met een presentatie over de gemeente en hoe je als burger invloed kan uitoefenen op het beleid van de gemeente. Het leggen van contact met de gemeente is een project van de lange adem. Het is belangrijk dat je relaties opbouwt en dat je mensen blijft herinneren aan jouw onderwerp. In de presentatie van Pauline vind je een aantal geschikte contactmomenten daar voor. Volgens Pauline werkt honing altijd beter dan azijn. Het helpt als je met een positieve houding de beleidsmakers tegemoet gaat. Samen sta je sterk. Verzamel mensen om je heen die gelijke belangen hebben, dan sta je sterker, en je hebt steun aan elkaar. Je vindt Paulines hele presentatie hieronder.

Tips en vragen van de aanwezigen

Aanwezige raadsleden vullen de presentatie van Pauline aan: benader bijvoorbeeld politieke partijen om luchtkwaliteit in hune verkiezingsprogramma’s op te nemen. Het is altijd moeilijk om onderwerpen te vinden om je als partij mee te profileren. Daarop kun je inspelen met concrete voorstellen. Hiervoor moet je ongeveer een jaar voor de verkiezingen bij de lokale partij aankloppen. De aanwezige raadsleden moedigen de aanwezigen aan om toezeggingen en beleid via de politiek af te dwingen.

Aanwezigen die graag meer handhaving of een verbod op houtstook willen zien, maken zich zorgen om een gebrek aan een landelijke juridische basis. Anderen vinden dat handhaving geregeld kan worden in de APV of de omgevingswet. Er is ook iemand die artikel 5.37 van het Burgerlijk wetboek adviseert, dat gaat over onrechtmatige hinder. Tenslotte tipt een aanwezige om contact op te nemen met de lokale GGD. Zij brengen advies uit over gezondheid en luchtvervuiling door houtstook. Niet iedereen durft zich in het openbaar uit te spreken tegen luchtvervuiling door houstook. Dit komt bijvoorbeeld doordat ze bang zijn voor ruzie met de buren, en daarnaast ligt het onderwerp ook politiek gevoelig.

Deelgroepen in Zoom

Het helpt om samen op te trekken, en de aanwezigen worden uitgenodigd om in deelgroepen in zoom kennis te delen over een specifieke gemeente of een specifiek onderwerp. Hieronder volgen de afbeeldingen van de notities of een samenvatting van de deelgroepen. Als je op de afbeelding klinkt kun je de afbeelding groter bekijken. Zo delen we onze kennis!

Deelgroep Velsen

In de notities van de gemeente Velsen zijn vooral links naar meer informatie opgenomen. Raadsleden Teresa Marcos van D66 en Lara Segers van VVD uit Velsen zijn hierbij aanwezig en geven extra informatie en een blik achter de schermen bij de gemeente. Ontzettend nuttig als je iets wil bereiken in Velsen of elders in de IJmond!

Deelgroep Haarlem

In Haarlem wordt vooral besproken hoe het nu verder moet met de resultaten van Hollandse Luchten. Raadscommissielid Steven Jonker is hierbij aanwezig en geeft extra informatie. Hoe gaat het meer leven bij het college? Komen we wel verder? De belangrijkste tip is dat in maart ’24 in de voortgang van het Actieplan Schone Lucht wordt besproken in Haarlem. Dit biedt een haakje voor het bespreken van acties die volgend uit Hollandse Luchten.

Deelgroep Gooi- en Vechtstreek

In de Gooi- en Vechtstreek zijn de deelnemers al bezig met het benaderen van de provincie Noord-Holland. Als onderdeel van de pilot geluid meten gaan zij het eindrapport aanbieden aan de gedeputeerde. Hier hebben ze het over gehad tijdens de bijeenkomst.

De aanwezigen in de deelgroep Gooi- en Vechtstreek hebben al een paar contacten bij diverse gemeenten opgebouwd. Zij onderschrijven de aanmoediging van Pauline om de communicatie met de gemeente (en andere overheden) te zien als een “project van de lange adem”. Wat betreft de contacten met de gemeente gaat het om stapje voor stapje toewerken naar een nauwere band, niet direct alles willen, zorgen dat er steeds meer/beter geluisterd wordt en dat er wederzijds begrip ontstaat.

Alle aanwezigen uit de deelgroep Gooi- en Vecht zijn lid van Hollandse Luchten. De data die zij verzamelen  over luchtkwaliteit helpt hen om het gesprek aan te gaan met beleidsmakers. De aanwezigen zouden graag willen dat je hardere conclusies kan trekken uit de data. Momenteel vinden zij dit nu niet genoeg bewijslast. Het zou helpen als je een duidelijke bron van fijnstof of stikstofdioxide kan aanwijzen, en daardoor kan lobbyen voor maatregelen waardoor er gegarandeerd iets aan gedaan kan worden.

Gemeenten kennen beleid, wetten en regels. Bewoners kennen de context. Het helpt om experts uit te nodigen voor gesprekken tussen beide partijen. Gemeenten zouden zich niet alleen op beleid moeten richten, maar zich af moeten vragen ‘hoe kun je de bewoners vanuit hun behoeften ondersteunen?’ Politiek draagvlak creëren is het allerbelangrijkst; bewoners hebben invloed op lokale politieke partijen door hun stemgedrag. Als politieke partijen weten dat luchtkwaliteit een belangrijk thema is, kunnen zij daar ook een partijprogramma op samenstellen. Zo kunnen wij als activisten, mensen en buurtbewoners er weer op wijzen dat daar verschil kan worden gemaakt.

Het kan wel: het beleid van de gemeente beïnvloeden
  • Gebruik voorbeelden uit andere gemeenten in je gesprek met de gemeente: zoals het voorbeeld van Amsterdam dat nu overal 30 km/u heeft ingevoerd. Geef voorbeelden waarom het kan.
  • Bewonersgroep is een sterke partij: samen sta je sterk. Verschillende mate van betrokkenheid: een kerngroep, activisten, en misschien geïnteresseerden die af en toe aansluiten of slechts een handtekening zetten (bijvoorbeeld). Niet iedereen heeft de tijd of is in staat om actief een bijdrage te leveren, maar ziet het misschien wel graag anders. Maar hoe groter de groep: hoe beter.
  • Door blijven zetten: niet te snel en te veel willen.

Deelgroep gemeente algemeen

Omdat een aantal mensen uit verschillende gemeenten aansloten hebben we een groep ingericht die gaat over het beïnvloeden van de gemeente “in het algemeen”, dus niet gericht op een specifieke gemeente. Pauline van de Natuur en Milieufederatie Utrecht sluit aan bij deze groep. In de onderstaande afbeeling zie je dat er heel veel praktische tips in staan, van welke ambtenaren je zou kunnen benaderen, het indienen van een handhavingsverzoek tot de mogelijkheid tot subsidie bij het verwijderen van een houtkachel.

 

 

Deelgroep houtstook

In voorbereiding op deze workshop werd Hollandse Luchten benaderd door Goos Hageman, raadslid voor de PvdA in Rheden. Hij wilde graag onderzoeken wat de gemeente zelf kan doen om te handhaven op luchtvervuiling door houtstook. Een geweldig initiatief natuurlijk, en fijn dat er iemand bij is die juist vanuit de gemeente denkt. Hier onder vind je de notities van deze deelgroep. Je kan er weer op klikken om het plaatje groter te bekijken.

 

Conclusies en bevindingen

Tot slot kwamen alle aanwezigen terug in een grote online bijeenkomst en werd er gevraagd naar hun conclusies en bevindingen in de deelsessies. Deze vind je hieronder, geclusterd op onderwerp. Je ziet dat aanwezigen er echt iets aan hebben om samen kennis en zorgen te delen. Samen sta je sterker en weet je meer. Ook worden er tips, podcasts en links gedeeld om verder actie te kunnen ondernemen voor een schonere lucht.

 

 

Tot slot worden er nog een heel aantal links en bronnen gedeeld door de aanwezigen. Deze vind je onder dit artikel. Het was een zeer drukbezochte bijeenkomst met veel informatie, dus ik hoop dat dit verslag iedereen helpt om samen de luchtkwaliteit samen meetbaar beter te maken!

Foto: RIVM

Verkenning impact van Hollandse Luchten

Een burgerwetenschapsproject zoals Hollandse Luchten levert niet alleen wat op voor inwoners, maar ook voor samenwerkingspartners. Eline Verhoeven van het RIVM onderzocht voor de Provincie Noord-Holland, gemeenten, Waag Futurelab en het RIVM wat Hollandse Luchten voor hen teweeg heeft gebracht. Zij schreef deze blog over het onderzoek:

Begin 2023 kwamen de samenwerkingspartners en de Hollandse Helden samen tijdens een consortiumbijeenkomst. Hierin hebben we gesproken over de vraag ‘Wat heeft Hollandse Luchten binnen jouw organisatie teweeggebracht?’. Het gesprek hierover deed mij nadenken: het is leuk en interessant om met sensoren te meten en we hopen dat ons werk bijdraagt aan een gezonde en prettige leefomgeving. Daarbij zeggen we allemaal dat we er veel van leren, maar wat is dat dan precies? Over deze vraag mocht ik de afgelopen tijd nadenken, en het resultaat kan je lezen in deze RIVM publicatie getiteld Wat levert burgerwetenschap op? De tussentijdse resultaten van ‘Hollandse Luchten’. Ik deel graag een aantal hoogtepunten met jullie.

Over het rapport

Een burgerwetenschapsproject zoals Hollandse Luchten levert niet alleen wat op voor bewoners, maar ook voor samenwerkingspartners. En juist dat laatste staat centraal in deze publicatie. Samen met Annabel Thomas van Waag Futurelab heb ik ervaringen verzameld bij onze eigen collega’s van Waag en het RIVM, bij de provincie en bij de gemeenten Hilversum, Gooise Meren en BEL Combinatie. Deze ervaringen zijn gebundeld aan de hand van de drie doelen van Hollandse Luchten: kennis opbouwen, dialoog voeren, en handelingsperspectief verbeteren.

Met de provincie is afgesproken dat dit een verkenning zou zijn, en dat we eigen kennis aanvullen met de ervaringen van gemeenten en provincie. We hebben daarom niet met alle samenwerkingspartners gesproken.  Ik hoop dat deze verkenning aanleiding geeft om verder in kaart te brengen wat Hollandse Luchten teweegbrengt bij onze eigen organisaties!

Kennis delen: Samenwerkingspartners leren veel in Hollandse Luchten

Burgerwetenschap is voor sommige partijen nog best wel nieuw. We leren dan ook veel tijdens het meedraaien in Hollandse Luchten. Zo leren de provincie en gemeenten veel over hoe ze als overheidsinstelling kunnen samenwerken in co-creatie met inwoners. Waag leert welke onderzoeksmethodes goed werken, zoals het opstellen van een meetvraag en hoe je dat met elkaar kunt doen. Wisten jullie al dat deze methodes ook in andere burgerwetenschapsprojecten worden toegepast, zoals Thermo-Staat? En het RIVM leert in Hollandse Luchten steeds meer over de werking van sensoren, geholpen door de kritische blik van bewoners die bijvoorbeeld registreerden dat de meetkastjes te hoge waarden gaven.

Dialoog: In Hollandse Luchten ontstaan waardevolle gesprekken

In Hollandse Luchten is er bewust voor gekozen om ruimte te maken voor inhoudelijke dialoog. En we zien dit ook veel gebeuren. De provincie en gemeenten hebben door de gesprekken een beter beeld van de zorgen van bewoners over de leefomgeving, en zijn verrast door de veelzijdigheid aan vragen die bewoners hebben over luchtkwaliteit en gezondheid. Zo is in de ene gemeente houtstook een terugkerend thema, en in de andere gemeente verkeersoverlast. Het RIVM en Waag zien dat er veel uitwisseling is tussen lokale en wetenschappelijke kennis. Beide dragen bij aan het beantwoorden van de meetvragen. 

Handelingsperspectief: Handelingsperspectief verbetert en blijft een uitdaging

In het onderzoek staan allerlei voorbeelden die laten zien wat samenwerkingspartners momenteel doen met behulp van de meetresultaten of samenwerkingen in Hollandse Luchten: handelingsperspectief. Zo geven meerdere gemeenten aan dat de zorgen die in Hollandse Luchten worden gedeeld over bijvoorbeeld houtstook het thema op de gemeentelijke agenda versterken. En betrekt de provincie bewoners in de evaluatie van het Luchtmeetnet in de regio IJmond. Waag Futurelab en het RIVM zijn steeds vaker kennispartner over burgerwetenschap op nationaal en internationaal niveau en brengen daar ervaringen uit Hollandse Luchten in.

Voor de toekomst van Hollandse Luchten staat het verder ontwikkelen van handelingsperspectief voor bewoners en betrokken overheden centraal: Wat hebben zij nodig om hun handelingsperspectieven te verbeteren? En wat kunnen de projectpartners daarin bieden? Ik hoop dat we dit het komende jaar verder kunnen onderzoeken! Zo werken we toe naar nog meer impact.

Het RIVM publiceert de kalibratie voor Sensirion SPS30

Het RIVM heeft een algemene kalibratie voor alle Sensirion SPS30 sensoren ontwikkeld. Dat betekent dat de leden van Hollandse Luchten nu gecorrigeerde PM2.5 data kunnen gebruiken!

De meeste fijnstofsensoren zijn gevoelig voor luchtvochtigheid. Een hoge luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de sensoren regelmatig te hoge fijnstofwaarden aangeven. Ook andere omgevingsfactoren, zoals temperatuur, kunnen ervoor zorgen dat sensoren de hoeveelheid fijnstof in de lucht overschat of onderschat. Daarom heeft het RIVM een kalibratie voor de Sensirion SPS30* gepubliceerd om de waarden te corrigeren.

De correctie van het RIVM zorgt als het goed is voor een grotere betrouwbaarheid van de Sensirion SPS30 sensoren. Op het Samenmeten dataportaal kun je de correctiefactor voor de SPS30 sensoren al toepassen. Als je in het Samenmeten dataportaal je eigen sensor selecteert, zie je dat de correctie te zien is sinds 13 december 2023.

Komend jaar zullen we ervoor zorgen dat deze correctiefactor ook op de Hollandse Luchten kaart toegepast kan worden.

Kalibratie door het RIVM en Hollandse Luchten

De kalibratie die het RIVM publiceerde staat los van de specifieke kalibratie voor de Hollandse Luchten sensorkits (SODAQ AIR) waar de data-science werkgroep aan werkt. De kalibraties komen op verschillende manier tot stand. De kalibratie van het RIVM is gebaseerd op een vergelijking tussen sensoren op officiele LML-stations in een bepaalde regio. Lees meer over de kalibratiemethode van het RIVM. De data-science werkgroep van Hollandse Luchten werkt aan een kalibratie dat een regressiemodel gebruikt: het model wordt getraind door middel van historische data en andere datasets (bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheiddata).

*Sensirion SPS30 en SODAQ AIR

Er is een verschil tussen sensor en sensorkit. Een sensorkit bestaat uit allerlei onderdelen, die ervoor zorgen dat het apparaat werkt en data kan versturen. De sensor is één van die onderdelen in de sensorkit: het onderdeel dat iets meet (zoals fijnstof). De SODAQ AIR is een sensorkit en meet fijnstof met de ingebouwde sensor Sensirion SPS30. De kalibratie van het RIVM geldt voor alle SPS30-sensoren, dus voor de SODAQ AIR en voor andere sensorkits die meten met de Sensirion SPS30.

Foto CC BY-NC-ND Jimena Gauna, Waag Futurelab, 2023

Vul de eindenquête in

Team Hollandse Luchten maakt een plan voor 2024 en wil graag jouw mening mee nemen

Heb je in 2023 meegedaan als lid van Hollandse Luchten? Vul dan hier de eindenquête in. Op die manier helpen jullie ons om het plan voor het meetjaar 2024 te verbeteren voor alle leden van Hollandse Luchten!

Je mag natuurlijk ook altijd een mailtje met feedback en ideeën sturen naar de contactpersoon van jouw meetgroep. We gaan er weer voor om ook in 2024 samen de luchtkwaliteit meetbaar beter te maken!

 

 

 

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in Zaanstad

Tijdens deze data-analyse bijeenkomst werd de data van een jaar meten in Zaanstad geanalyseerd.

Op dinsdag 31 oktober 2023 vond de tweede Hollandse Luchten data-analyse bijeenkomst in Zaanstad plaats. Tijdens deze bijeenkomst analyseerden bewoners, het RIVM en de gemeente Zaanstad de data van een jaar lang meten met de SODAQ AIR. Hieronder vind je het verslag van de avond. Daarnaast is er ook een beeldende samenvatting van de avond gemaakt door cartoonist Danibal.

De meetgroep vond in de data van de fijnstofsensoren een lokale autobrand, een fijnstofwolk van Saharazand en een smogalarm van het RIVM terug. Ook was er een klein maar significant verschil te zien in de metingen van sensoren ten noorden van de wijk Koog aan de Zaan ten opzichte van de metingen ten zuiden van de wijk bij omgekeerde windrichtingen. Dit kan wijzen op een fijnstofbron, maar is nog niet met zekerheid te zeggen omdat de sensoren nog niet gekalibreerd zijn. Over het algemeen is de luchtkwaliteit bij noordenwind het schoonst wanneer je kijkt naar alle meetpunten in Zaanstad in het afgelopen jaar. De gemeente Zaanstad is hard bezig om de luchtkwaliteit in haar gemeente te verbeteren door middel van het Actieplan Luchtkwaliteit. Hierbij sluit de gemeente aan op de ambities van het Schone Lucht Akkoord (SLA).

Bewoners José en Henk presenteerden hun onderzoek naar de data van Hollandse Luchten.

Hoe gedraagt fijnstof zich?

José wilde onderzoeken wat zij terug zou kunnen vinden over de lokale industrie in haar data (Afbeelding 1). Zij ontdekte hoe fijnstof zich gedraagt. “Het is als het ware een deken die over heel Nederland ligt”, zegt José. Eline, gezondheidsexpert van het RIVM, beaamt dat. 

Tekening van een vrouw die wijst naar twee gekleurde grafieklijnen. In een tekstballon staat: 'Ik ging mijn eigen meetpunt vergelijken met andere. Mijn aanname was dat mijn meetpunt hoger zou zijn dan de andere, maar nee...

Afbeelding 1: de analyse van José

 

José kon de uitstoot van de Olam Cocoa (OFI)-fabriek niet terugvinden in haar data. Het zou kunnen dat het fijnstof door de hoge schoorsteen niet zo lokaal neerdaalt. Dan mengt het ook met andere bronnen van fijnstof in de lucht. Dit in tegenstelling tot de sterke cacao-geur die soms in de wijk te ruiken is. Uit de Hollandse Luchten data kunnen we op dit moment niet concluderen dat deze geur samengaat met extra fijnstof. Dit is positief voor de gezondheidsbeleving van de deelnemers in de wijk. Fijnstof is namelijk een van de schadelijkste stoffen wat betreft luchtvervuiling.

Fijnstof en normen

De aanwezigen discussiëren over de fijnstofdeken in relatie tot de normen van de WHO. Uit het onderzoek van Henk blijkt dat de fijnstofgemiddelden in Zaanstad onder de huidige EU-normen vallen, maar boven de WHO-advieswaarden uit 2021 (slide 13).

Afbeelding 2: Fijnstof in Zaandstad zit tussen de EU-norm en het WHO-advies.

Dit is op bijna alle plekken in Nederland zo. Dit onderzoek van het RIVM beschrijft een scenario waarin een land als Nederland aan de WHO-normen kan voldoen. Dit vergt ingrijpende maatregelen. Daarnaast heb je ook niet overal controle over. Sven-Erik vertelt bijvoorbeeld over een autobrand in zijn straat een paar weken terug. Daarbij lag het uurgemiddelde van de fijnstofpiek boven de 250 microgram per kubieke meter (figuur 1).

Figuur 1: de fijnstofpiek veroorzaakt door een autobrand

Sensoren gebruiken om relatieve verschillen te onderzoeken

Vervolgens presenteert Henk zijn technische analyse over de data van de sensoren in Zaanstad. Hij presenteert een aantal grafieken waarbij blijkt dat de data van de Sensirion sensor die in onze SODAQ Airs zit, vooral correct is bij een luchtvochtigheid onder de 80% (slide 14). Dit klopt met de technische specificaties van de sensor. Henk vindt veel overeenkomsten tussen de sensoren en komt tot de conclusie dat de data nuttig is om relatieve verschillen te onderzoeken.

Henk wijst de aanwezigen erop dat de windrichting lang niet in heel Nederland gelijk is. Voor een analyse in Zaanstad kan je winddata gebruiken van twee officiële KNMI-stations; één in IJmuiden en één bij Schiphol. Deze twee stations laten echter regelmatig verschillende windrichtingen zien, en dit heeft effect op je analyse. Henk is daarom voorstander van een KNMI-station in Zaanstad. Daarnaast stelt hij dat er voor grondig brononderzoek nu niet genoeg sensoren in Zaanstad hangen. Om bijvoorbeeld de invloed van verkeer te onderzoeken, zou je sensoren of Palmesbuisjes langs de provinciale wegen N203 en N246 willen hangen.

De meetgroep bespreekt een gebeurtenis die in de nacht van 8 op 9 september plaatsvond in heel Nederland. Er trok toen een grote fijnstofwolk over vanuit het westen naar het zuidoosten van de Provincie Noord-Holland. Het RIVM heeft op dezelfde dag een smogalarm uitgegeven vanwege ozon en fijnstof (zie Afbeelding 3). Henk heeft een vermoeden dat deze wolk op zee is ontstaan. In de groep zijn meer voorbeelden gezien van fijnstofwolken die vanaf de Noordzee het land binnen stromen. Zou het kunnen dat dit door scheepvaart of boorplatformen wordt uitgestoten? Wouter, data-analist van het RIVM, zegt dat het waarschijnlijker is dat het via een grootschalige circulatiestroom is aangevoerd. 

Afbeelding 3: Wat veroorzaakte de fijnstof piek op 8 op 9 september die in heel Nederland aanwezig was?

Het actieplan luchtkwaliteit

Dan presenteert Yvonne van de gemeente Zaanstad het actieplan luchtkwaliteit van de gemeente Zaanstad. Hier staan onder andere plannen in voor 0-emissieszones in het centrum van Zaandam, Wormerveer en Krommenie en een campagne voor bewustwording rondom houtstook. De aanwezigen denken mee over de manier waarop de gemeente dit soort maatregelen beter kan toelichten. De gemeente heeft ook al veel gedaan om de luchtkwaliteit te verbeteren; zo is er walstroom aangelegd voor riviercruises en andere schepen die Zaanstad aandoen en maakt de markt gebruik van vaste stroomaansluitingen waardoor er niet meer gewerkt hoeft te worden met dieselgeneratoren. Gemeente Zaanstad is aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord

Verschillende plaatjes van maatregelen voor de luchtkwaliteit gericht op houtstook, mobiele werktuigen, de markt en de scheepvaart
Figuur 4 Actieplan Luchtkwaliteit

Tot slot bespreken de aanwezigen of en hoe zij volgend jaar verder willen gaan met Hollandse Luchten. Het is belangrijk dat het project laagdrempelig is, zodat mensen gemakkelijk mee kunnen doen. Ook werd geopperd dat de gemeente ook een meetvraag kan onderzoeken waarmee zij de bewustwording rondom luchtkwaliteit zouden kunnen verbeteren. Hollandse Luchten zou ook meer laagdrempelige activiteiten kunnen aanbieden om zo diverse mensen aan zich te binden. Een idee voor de volgende bijeenkomst is om een excursie naar een meetpunt van het Luchtmeetnet te organiseren. Tot slot bespreken we nog dat er niet genoeg sensoren hangen om bepaalde vragen te onderzoeken, of dat de sensoren niet goed genoeg zijn voor de meetvragen die we willen beantwoorden. We hebben besloten dat meetgroep Zaanstad volgend jaar doorgaat met meten. Voornoemde zorgen kunnen dan worden meegenomen in het nieuwe meetplan.

Hulpmiddelen om je meetvraag te beantwoorden

Kom je er niet uit met je meetvraag? Hier zijn een aantal tips en tools!

Aan het begin van dit jaar hebben leden van Hollandse Luchten meetvragen opgesteld; een aantal hiervan kan je ook vinden op de Hollandse Luchten Kaart. We komen nu bijna toe aan de eindbijeenkomsten van dit jaar, waarop we de data van leden van Hollandse Luchten gaan bespreken. Dus het is tijd om te vragen; hoe gaat het er mee? Kom je er uit met je meetvraag? Waar loop je tegenaan?

Hier zijn een aantal hulpmiddelen die je kunnen ondersteunen bij het beantwoorden van je meetvraag: 

We hebben allerlei nuttige tools voor het analyseren en downloaden van data verzameld op de Open Data pagina. Deze tools kun je gebruiken om je eigen data te analyseren of aanvullende data te vinden die je kunt gebruiken in je analyse.

Tot slot kan het Samenmeten forum nog zorgen voor ideeën en antwoorden. Je kunt daar bijvoorbeeld zien wat andere mensen onderzoeken, en hoe zij dat aanpakken. Ook kun je op het forum vragen stellen. 

Kom je er niet uit? Heb je nog iets van ons nodig voor de aankomende data-analyse bijeenkomsten? Mail je vraag dan naar je eigen contactpersoon van Hollandse Luchten, of neem contact op via de support desk.

We hopen jullie allemaal te zien op de data-analyse bijeenkomst van jouw meetgroep. Kijk voor data en aanmelding in de agenda van Hollandse Luchten.

 

Foto: Jimena Gauna

De provincie Noord-Holland vraagt jouw inbreng voor het coalitieakkoord

De BBB, VVD, GroenLinks en PvdA werken momenteel aan het opstellen van een coalitieakkoord. In de komende weken zullen zij bespreken hoe ze de belangrijkste uitdagingen waar de provincie Noord-Holland voor staat willen aanpakken, waaronder huisvesting, stikstof, natuur, klimaat, economie en financiën.

Deel je ideeën
De Provincie Noord-Holland heeft een oproep gedaan waarin ze vragen om jouw inbreng. Je kunt je ideeën delen met de onderhandelende partijen in Noord-Holland door vóór zondag 11 juni een brief te sturen naar coalitievorming2023@noord-holland.nl. Door inbreng vanuit de provincie, hopen de partijen tot een breed gedragen coalitieakkoord te komen. Het zou natuurlijk mooi zijn als daar ook specifiek aandacht voor de luchtkwaliteit is.

De provincie zal alle ingezonden brieven publiceren.

Update: de Hollandse Helden hebben een brief gestuurd. Deze brief is door de Provincie Noord-Holland ontvangen en gepubliceerd op de website van de provincie. Lees de brief.

 

 

NO2 metingen op de Hollandse Luchten kaart

Ook de NO2 metingen met Palmesbuisjes zijn nu te zien en met elkaar te vergelijken

Er is een nieuwe datastroom te zien op de Hollandse Luchten kaart; de NO2-metingen van de Palmesbuisjes. De kaart laat de metingen zien van de Palmesbuisjes die in de Hollandse Luchten gemeenten hangen. NO2 staat voor stikstofdioxide, een verbinding van stikstof met zuurstof. Stikstofoxiden (NO en NO2) komen vooral in de lucht terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van de industrie. Teveel stikstofoxiden in de lucht is schadelijk voor je gezondheid. Daarom is het belangrijk voor Hollandse Luchten om in kaart te brengen. Meer informatie over Stikstofdioxide vind je op deze pagina van Atlas van de Leefomgeving en op deze pagina van het RIVM.

Wij meten NO2 met Palmesbuisjes, deze geven een 4-wekelijks gemiddelde van de NO2 concentratie op die plaats. In sommige gemeenten hingen deze Palmesbuisjes al, en in sommige gemeenten hebben we de buisjes laten plaatsen of extra locaties bepaald. De leden van Hollandse Luchten bepaalden in die gevallen de locaties, maar hangen de buisjes niet zelf op. Het ophangen, ophalen en analyseren gebeurt door de GGD Amsterdam. Op die manier wordt de data betrouwbaar geacht door alle instanties.

Een van de locaties in Haarlem als voorbeeld.

Je kan de 4-wekelijkse gemiddelden inzien als je de knop “NO2 Palmesbuisjes” aanzet op de kaart. Dan kan je een locatie aanklikken, en afhankelijk van de tijd die op deze locatie al gemeten wordt, zie je een serie 4-wekelijkse gemiddelden. Je ziet hier boven een voorbeeld van een meetlocatie in Haarlem. Daarnaast kan je ook meetlocaties met elkaar vergelijken, dat kan tot vijf verschillende meetlocaties.

Vijf verschillende meetlocaties met elkaar vergeleken.

Hierboven vergelijken we bijvoorbeeld een meetlocatie in Haarlem (H44), met een meetlocatie in Laren (LAR2), een meetlocatie in Zaanstad (Z14), een meetlocatie in Beverwijk (BW18) en een officieel RIVM meetstation in Haarlem (H12). Je ziet dat BW18 maar drie metingen weergeeft. Dat komt omdat in Beverwijk pas in 2023 is begonnen met het meten van NO2 door middel van Palmesbuisjes, alleen die metingen die geanalyseerd zijn zie je in de tabel terug. Bij Z14 en H12 zie je dat er incidenteel een meting mist. Dat komt doordat de buisjes na het ophalen soms moeten worden afgekeurd. Het kan zijn dat het buisje is verdwenen, door bijvoorbeeld werkzaamheden, of dat een spin heeft bedacht om een web in of om het buisje te maken. 

Je kunt nu zelf aan de slag met het analyseren van de data met behulp van de kaart. We zijn benieuwd waar je tegenaan loopt en welke bevindingen je hebt. Met vragen en bevindingen kun je terecht op het Samen Meten Forum. Op deze plek moedigen we burgerwetenschappers aan om kennis te delen en samen data te analyseren. Zo komen we samen verder.

Update onderzoek naar hoge waarden

Het onderzoek naar de hoge waarden van de SODAQ AIR loopt door. Om meer helderheid te krijgen over de behuizing van de sensor, is de co-locatie uitgebreid.

Het onderzoek naar de hoge waarden van de SODAQ AIR loopt door. Eerder verscheen een bericht over co-locatie: het ophangen van SODAQ AIR sensoren op officiële stations. Eerder waren de SODAQ AIRs 545 en 549 op officieel station NL49570: Beverwijk-Creutzberglaan en SODAQ AIR 420 op officieel station NL49701: Zaandam-Wagenschotpad geplaatst. Deze co-locatie is nu uitgebreid. Er zijn begin mei drie oude SODAQs (de Snuffelfiets-variant) opgehangen: twee in Beverwijk, en één in Zaandam. Deze sensoren zijn ook te zien op de Hollandse Luchten kaart als OZK 1845, OZK 1849 en OZK 1850. OZK staat hierbij voor ‘Onderzoek’. 

In deze Snuffelfiets-variant zit dezelfde fijnstof sensor als in de SODAQ AIR, namelijk de Sensirion SPS30. Het verschil tussen de twee sensorkits is de behuizing. De data science werkgroep verwacht dat de behuizing een rol speelt bij de te hoge metingen van de SODAQ AIR. Door de oudere versie van de SODAQ naast de SODAQ AIR sensoren op de officiële meetstations te hangen, kan er worden gekeken of de behuizing een verschil veroorzaakt in de gemeten waarden tussen de Snuffelfiets_v2 en de SODAQ AIR. 

Daarnaast is er nog een SODAQ AIR (sensor 541) op het Meetstation in Zaandam gehangen, omdat de waarden van sensor 420 lager lijken te zijn dan de waarden van de andere sensoren in Zaanstad. Door nog een SODAQ AIR op te hangen, kunnen we de data beter vergelijken. De sensor is ook te zien op de Hollandse Luchten kaart.

 

Het dashboard in power BI

Dashboard om zelf data te analyseren staat online!

Analyseer nu zelf de Hollandse Luchten data met het Hollandse Luchten data-analyse dashboard!

Je hebt hem waarschijnlijk al tijdens de data-analyse bijeenkomst voorbij zien komen: het Power BI Dashboard. Dit innovatieve dashboard stelt gebruikers in staat om de fijnstofdata van Hollandse Luchten te analyseren en te vergelijken. Voorheen werd het dashboard alleen gedemonstreerd tijdens data-analyse bijeenkomsten, waar een data-analist de bediening in handen had. Maar nu kunnen de leden van Hollandse Luchten zelf de touwtjes in handen nemen!

Voor iedereen die geïnteresseerd is in de data van Hollandse Luchten, is het nu mogelijk om gebruik te maken van het Hollandse Luchten data-analyse dashboard. Je kunt er ook via de knop ‘open data’ in de menubalk naar navigeren. Onderaan dit artikel vind je een werkblad met een vragenlijst die je kunt volgen om het dashboard uit te proberen. Daaronder vind je de powerpoint met de uitleg van het dashboard en de antwoorden op de vragen uit het werkblad. 

Deel je feedback
Het Hollandse Luchten data-analyse dashboard is nog in ontwikkeling en we waarderen alle feedback over mogelijke verbeteringen of onnauwkeurigheden. We nodigen je uit om feedback te geven via het Samen Meten Forum in het bericht: Data Analyse Dashboard nu openbaar toegankelijk.

Data
We zijn ons ervan bewust dat nog niet alle data van alle sensoren is ingeladen, zoals bijvoorbeeld in Hilversum. We werken eraan om dit op te lossen, maar we willen graag dat gebruikers eventuele ontbrekende sensoren blijven melden op het forum! Momenteel bevat het dashboard gegevens tot en met 16 april. Elk kwartaal zal er een update plaatsvinden om nieuwe gegevens in te laden.

De ontwikkeling van het Hollandse Luchten data-analyse dashboard
Het Hollandse Luchten dashboard (gemaakt in Power BI) is het resultaat van de samenwerking binnen de Data Science Werkgroep van Hollandse Luchten. Het dashboard is ontwikkeld door Hedy te Rietmole en Mark Verschuren van Aethics, in samenwerking met Smart City Haarlem en het team van Hollandse Luchten en is gebaseerd op het eerdere werk van datawetenschapper Gerda Edelman van de provincie Noord-Holland. Meer informatie over de samenwerkingsstructuur en de verschillende werkgroepen binnen Hollandse Luchten wordt uitgelegd in het filmpje Wat is Hollandse Luchten. Het gaat vanaf 5.27 minuut over partners, en vanaf 7.05 minuut over de werkgroep Data Science.

Verslag: Data-analyse bijeenkomst in Zaanstad

Op maandagavond 20 maart kwamen we weer samen in Het Brandtweer in Koog aan de Zaan. Dit was de eerste data-analyse met de meetgroep Zaanstad. Sinds de start van de meetperiode eind vorig jaar, hebben de leden drie maanden lang fijnstof kunnen meten. Samen met data-analisten Wouter Hendricx (RIVM) en Sven-Erik Haitjema (bewoner Zaanstad) bekeken we deze avond welke inzichten konden worden gehaald uit de meetresultaten. Zij werden daarbij ondersteund door Hester Volten van het RIVM, expert op het gebied van luchtkwaliteit. De presentatie van de avond vind je onderaan dit bericht. 

Dashboard
Samen met Wouter kijken we naar de data-visualisaties op het interactieve dashboard (in Microsoft Power BI). Op dit moment zijn er 17 sensoren actief in Zaanstad. Een grafiek toont de metingen van de sensoren ten opzichte van de WHO-advieswaarde en EU-grenswaarde gedurende de afgelopen drie maanden. De EU-grenswaarde wordt op de lange termijn niet overschreden, maar de metingen blijven nog boven de advieswaarde van de WHO. De fijnstof data van de SODAQ AIR sensoren worden in het dashboard gecombineerd met externe databronnen. Data van het Luchtmeetnet toont de officiële fijnstofmetingen. Het KNMI-weerstation wordt gebruikt voor data over windrichtingen, temperatuur en luchtvochtigheid. Met deze data van het KNMI kan bijvoorbeeld de gemiddelde fijnstofconcentratie worden weergegeven in een windroos (Figuur 1, rechts, boven).

Figuur 1 Verspreiding & windroos sensoren Zaanstad – klik voor grotere weergave

Al vrij snel komt er een belangrijk vraagstuk naar voren: soms meten de SODAQ AIRs flink hogere waarden dan de officiële meetstations. Dit was een aantal bewoners al opgevallen en is ook duidelijk terug te zien in de datavisualisaties. Alle SODAQ AIRs laten deze structurele overschatting zien. Wouter legt uit dat er onderzoek wordt gedaan vanuit het RIVM in samenwerking met de GGD Amsterdam naar een mogelijke correlatie tussen luchtvochtigheid en temperatuur en deze hoge waarden. Meer over dit onderzoek lees je hier.

Bronbepaling
Veel van de meetvragen in Zaanstad richten zich op de uitstoot van houtstook en verkeer. Wouter licht toe dat onderzoek naar bronnen op dit moment lastig is met de data die we hebben. Naast dat er nog niet veel data beschikbaar is, vraagt brononderzoek om een flink aantal aanvullende databronnen. In Zaanstad is PM2.5 namelijk afkomstig van verschillende bronnen en zijn de lokale bijdragen aan de concentratie relatief klein. Het grootste deel van de fijnstof in Zaanstad komt namelijk uit het buitenland (Figuur 2). 

Figuur 2 Herkomst luchtverontreiniging Zaanstad – klik voor grotere weergave

Hester vult Wouter aan: fijnstof kan zich over enorme afstanden bewegen, denk aan Saharazand dat ook hier in de lucht te vinden is. Aan de hand van een vergelijking tussen de twee sensoren SODAQ AIRs 326 en 332, die in Zaanstad relatief ver van elkaar vandaan hangen,  demonstreert Wouter nogmaals hoe lastig bronbepaling is. De meetresultaten lopen over de gehele periode ongeveer gelijk (onderste grafiek, figuur 1).

Dit is ook goed nieuws: de sensoren werken en reageren hetzelfde op de fijnstofconcentraties. De punten waar de metingen uit elkaar lopen zijn juist de interessante momenten voor de data-analist: wat heeft dat veroorzaakt? Hester benadrukt hier het belang van directe observaties bij burgerwetenschap: als bewoner ervaar je gebeurtenissen in je omgeving en dit kun je dan vervolgens in de data proberen terug te vinden. In sommige gevallen kun je er achterkomen waar een bepaalde piek vandaan komt.

De grafiek over de herkomst van luchtverontreiniging komt uit 2016 (figuur 2). Dit lijkt lang geleden, maar dat komt doordat het duiden van herkomst een grootschalig onderzoek vereist. In het onderzoek moet rekening worden gehouden met de vele factoren die een rol spelen. Recentere data is beschikbaar via de GCN-tool van het RIVM. Er wordt opgemerkt dat de uitstoot van houtstook, binnen de ‘consumenten totaal’ categorie, hoger uit zal vallen in de toekomst: volgens de nieuwe onderzoeksmethode wordt secundair fijnstof namelijk ook toegeschreven aan houtstook. Secundair fijnstof zijn de deeltjes die ontstaan nadat gassen die vrijkomen bij de houtstook in de lucht condenseren. Dit werd eerder niet meegerekend bij houtstook.

Oud en Nieuw
Er wordt op het dashboard ook ingezoomd op de jaarwisseling. Er stond die nacht veel wind, dus de fijnstofpiek door vuurwerk was lager en sneller verdwenen in vergelijking met andere jaren. Dit betekent niet dat er minder vuurwerk is afgestoken. Hester legt uit dat in steden waar een vuurwerkverbod gold (zoals in Amsterdam) er geen significant verschil was te zien in de data ten opzichte van jaren waarbij er geen vuurwerkverbod werd gehanteerd. Lockdownjaren toonden wel relatief lagere pieken tijdens Oud en Nieuw.

Windrozen
In Zaanstad worden er bij oostelijke wind hogere concentraties fijnstof gemeten. Dit is een bekend patroon; oostenwind gaat lang over land en draagt zo fijnstof uit het buitenland mee. Er is echter één uitzondering: de meest noordelijke sensor (SODAQ AIR 339) laat juist lage concentraties fijnstof zien bij oostenwind. De bewoner die deze sensor in zijn tuin heeft hangen zit in de zaal. Hij geeft aan dat zijn sensor geen oostelijke wind kan pakken vanwege een schutting. Dit stukje burgerwetenschap helpt de data-analisten verklaren waarom deze data afwijkt van het patroon.

Figuur 3 Gemiddelde fijnstofconcentratie per windrichting – klik voor grotere weergave

Sven-Erik merkt op dat bijna bij alle sensoren een piek vertonen bij 290 graden westelijke wind (Figuur 3). Er wordt geopperd dat dit mogelijk een industrieaandeel zou kunnen zijn. Een andere mogelijke verklaring is dat er een dag met 290-graden westenwind is geweest waarbij de sensoren hele hoge waarden hebben gemeten, en zo het beeld vertekenen. Hierom is het belangrijk om een heel jaar te meten: zo komen alle windrichtingen voorbij en krijgt men een duidelijker beeld van de patronen.

Stikstof
Sven-Erik heeft ook de NO2 meetresultaten van de Palmesbuisjes toegevoegd aan het dashboard. Daarbij kon hij geen verband vinden tussen de gemiddelde fijnstof- en stikstofconcentraties. Wel merkt hij op dat in het zuiden van Zaandam de NO2 gemiddeld hoger is dan in het noorden. Hoe zuidelijker, hoe hoger de concentraties. Een mogelijke verklaring hiervoor zou de scheepvaart kunnen zijn over het IJ of verkeer in Amsterdam. Maar om dit goed te kunnen verklaren is het nodig om meerdere data-bronnen te verzamelen, zoals verkeersdata. Deze data zou je dan moeten vergelijken met de verspreiding van NO2 over Zaandam.

We sluiten de avond af met een vooruitblik op de rest van de meetperiode. De leden zijn enthousiast om zelf met data-analyse aan de slag te gaan en hun meetvragen te beantwoorden. We spreken af om aan het einde van de zomer de voorlopige resultaten met elkaar te delen. Verder willen de leden graag meer databronnen in het dashboard terugzien, zoals windsterkte of verkeersdata. Sylke, de contactpersoon voor de meetgroep Zaanstad, gaat onderzoeken waar we deze data kunnen ophalen en of dit aan het dashboard toegevoegd kan worden. We nodigen jullie allemaal uit om meer ideeën voor het verdere verloop van de meetperiode op het Samen Meten Forum te plaatsen of met ons te delen. We denken graag met jullie mee!

 

Verslag startbijeenkomst II: sensoren in Zaanstad

De tweede Hollandse Luchten bijeenkomst in de regio Zaanstad staat in het teken van sensoren. Niet alleen krijgen de deelnemers aan het einde een sensor mee naar huis, ook wordt er door verschillende partners uitleg gegeven over het gebruik en de voor- en nadelen van de sensoren. 

Sylke van Duijnen van Waag Futurelab leidt de avond, in samenwerking met partners zoals het RIVM, de GGD Amsterdam en de Gemeente Zaanstad. We starten met de introductie van de nieuwe sensor: de Sodaq Air. Zo krijgen deelnemers instructies hoe en waar je de sensor het beste ophangt (zie de presentatie in de bijlage voor extra informatie).

Tobias Koster van de GGD Amsterdam houdt tijdens de avond een presentatie over Palmes-buisjes. Deze buisjes meten de hoeveelheid stikstofdioxide (NO2), die vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen. Op de kaart die Tobias laat zien (maps.amsterdam.nl/no2) is duidelijk waar de gemiddelde concentraties van deze stof het hoogst zijn: in de buurt van drukke wegen en nabij industrie. In Zaanstad hangen al ongeveer 23 Palmesbuisjes langs drukke verkeerspunten, het Noordzeekanaal en de Zaan. Een groot voordeel van deze buisjes zijn de kosten; die zijn laag. Een nadeel is echter dat je alleen de gemiddelde concentratie NO2 over vier weken kunt meten. Je kunt dus geen pieken in de concentratie van NO2 ontdekken op korte termijn. Verder geeft Tobias extra uitleg over het meten van fijnstof met sensoren.
 
Locaties van de Palmesbuisjes in Zaanstad

Tijdens de avond wordt ook besproken wat er gebeurt met de data die de leden ophalen. Belangrijk is dat de leden eigenaar zijn van de data. Zij bepalen wat er met de data gedaan wordt. Hollandse Luchten ondersteunt hierin het beantwoorden van de meetvragen en het nastreven van persoonlijke doelen.  Zo kunnen zij helpen om iemand uit de politiek of een expert uit te nodigen, of een bijeenkomst over een specifiek onderwerp te organiseren. Ook wordt de data gedeeld met partners als TNO en RIVM. Zij kunnen met de data aan de slag, zo kan de data over luchtkwaliteit in Zaanstad, maar ook in de rest van Nederland, nog beter worden.

Na een korte pauze gaan we verder met het bepalen van de locaties voor de sensoren. Na de vorige bijeenkomst in Zaanstad zijn vier relevante thema’s naar voren gekomen, waarover de deelnemers meer te weten willen komen door metingen uit te voeren:

  • Windrichting & de uitstoot van specifieke bronnen
  • Geuroverlast & gezondheidsbeleving in Oud Koog aan de Zaan
  • Verkeer & scheepvaart: NO2 meten met Palmesbuisjes
  • Vliegverkeer over Westzaan, Krommenie en Assendelft

We besluiten eerst te kijken naar potentiële locaties van sensoren, in plaats van locaties te zoeken bij de bovenstaande thema’s. De deelnemers plakken een rode sticker op een grote kaart van de regio Zaanstad. Hierdoor is goed te zien waar we de meetinstrumenten kunnen plaatsen. Al snel is duidelijk dat we met de aanwezigen een mooie spreiding van luchtkwaliteitssensoren in Zaanstad krijgen in aanvulling op het bestaande netwerk van Palmesbuisjes. Er komen zowel langs de Zaan sensoren om de uitstoot van schepen te meten, als in de buurt van industrie en onder de aanvliegroute van Schiphol. Daarnaast staat een aantal sensoren in de buurt van de snelweg A8. Dankzij deze locaties kunnen we naar verwachting een flink deel van de meetvragen, die tijdens de vorige bijeenkomst zijn opgesteld, beantwoorden.

Aan het einde van de avond nemen de deelnemers hun sensor mee naar huis en kan het meten beginnen. Over ongeveer drie maanden worden de eerste resultaten besproken tijdens een data-analyse bijeenkomst met experts.

 

Benieuwd naar hoe de eerste bijeenkomst is verlopen? Lees het verslag van de eerste bijeenkomst in Zaanstad.

Oplossing voor het buiten monteren van de SODAQ air. CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

Maakmiddag regenbestendig maken SODAQ air

Meetgroepen uit de IJmond komen samen om een oplossing te bedenken voor het buiten monteren van de SODAQ Air

Op 23 november kwamen een aantal leden van de meetgroepen in de IJmond samen om te bekijken hoe we de SODAQ air sensor buiten kunnen monteren als er geen afdakje is om de sensor onder op te hangen. De sensor moet om buiten te hangen continu aan de stroom verbonden zijn, maar de USB-aansluiting op de sensor is niet waterdicht. Daarom moet hij onder een afdakje hangen.  Omdat niet iedereen een goede plek met een afdakje heeft, gingen we in de Broedmachine in Beverwijk aan de slag met de kappen van de oude HoLu sensorkits. 

 

Dit is de uiteindelijke simpelste oplossing geworden! Met dank aan inspiratie van Angela op de bijeenkomst in de IJmond, en een stukje bezemsteel.

Oplossing voor het buiten monteren van de SODAQ air. CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

 

Onderstaande oplossing met de montage van de sensorkit in een afvoerbuis is gemaakt door Hollandse Held Gerard van Zelst. Deze moest boven op een school bevestigd worden, waar veel last is van wind en regen.

Hollandse Held Gerard had eerder een SODAQ Air in de omhuizing van een oude HoLu gemaakt, inclusief de grondplaat. Er waren vragen over de hoeveelheid fijnstof die door deze constructie in de sensor terecht zou komen, dus hebben we een kleine test opgezet.

We hebben gemeten of de sensoren beiden aangeven dat de leden van de Broedplaats hun sigarettenrook richting de sensoren blazen. We merkten dat de rook vooral in de overkapte sensor terecht kwam, omdat die dichterbij de rokers stond en de sigarettenrook snel vervloog. Echter, toen er file ontstond op de Parallelweg, tijdens de maaksessie, meten de sensoren gelijke waarden.

 

CC BY-NC-ND Annabel Thomas, Waag, 2022

Als de sensor eenmaal onder de kap bevestigd is, kan je hem met bijvoorbeeld een hoeklijn ophangen.

Gerard heeft naar aanleiding van de maakmiddag ene montagehandleiding gemaakt voor de SODAQ Air als je geen afdakje hebt. Deze vind je hier onder.

Verslag Startbijeenkomst I: Meetvragen in Zaanstad

Op de eerste bijeenkomst van Hollandse Luchten in Zaanstad komt een groep gemotiveerde Zaankanters samen in buurthuis Het Brandtweer in Koog aan de Zaan. Ze willen meer weten over de luchtkwaliteit in hun leefomgeving. Deze wordt onder andere beïnvloed door verkeer, industrie en scheepvaart over de Zaan. Hollandse Luchten is in 2020 in Zaanstad begonnen in de wijk Kogerveld, die is omsloten door de snelwegen A7 en A8. Via de gemeente is het project nu ook terecht gekomen in de wijk Koog a/d Zaan. Als we over de drukke A8 de wijk binnenrijden zien we dat hier fabrieken en woningen naast elkaar staan. Een andere groep, de Saense Onderwonenden Schiphol, heeft ook aan de gemeente gevraagd of zij mogen deelnemen; zij maken zich zorgen over de overlast van de aanvliegroutes over Krommenie, Assendelft en Westzaan.

Wethouder Wessel Breunesse is aanwezig om uit te leggen hoe de gemeente zich inzet voor de luchtkwaliteit. Zaanstad is onder andere aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord waarin er wordt gestreefd naar een gezondheidswinst van 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016. In de presentatie van Bart Poelman van GGD Zaanstreek & Waterland wordt duidelijk wat dat concreet betekent; de ziektelast in Nederland lag in 2014 voor 5.7% aan een ongezond milieu, grotendeels te wijten aan luchtverontreiniging. In 2018 was dit nog maar 3,5%, terwijl in datzelfde jaar 9,1% door roken en 8,1% door ongezonde voeding komt (zie figuur 1). Een fijnstofkaart van heel Nederland laat zien dat de luchtkwaliteit sinds 2014 gestaag is verbeterd.

Figuur 1: Ziektelast in Nederland door risicofactoren. Bron: Volksgezondheidtoekomstverkenning 2018 (RIVM)

In Zaanstad staan drie officiële meetstations van het Luchtmeetnet en hangt een netwerk van Palmesbuisjes rond de verkeersaders. In Hollandse Luchten gaan we dit aanvullen met zo’n 15 burgerwetenschapssensoren die fijnstof (PM2,5) meten. Tijdens de eerste bijeenkomst stelden we meetvragen op met bewoners, waarmee we tijdens de tweede bijeenkomst op 28 november de beste plaatsen voor deze sensoren kunnen bepalen. De meetvragen die werden gesteld, gaan onder andere over de invloed van vrachtverkeer en vliegverkeer op fijnstof bij verschillende windrichtingen. Een andere vraag die werd gesteld is of er een lineair verband is tussen de hoeveelheid fijnstof en afstand tot de snelweg. Leden zijn ook benieuwd of geuroverlast uit de fabrieken te linken is aan hogere fijnstofmetingen. Er was ook iemand die het project kwalitatief benadert: hebben de meetuitkomsten effect op de gezondheidsbeleving van de deelnemers?

Een deel van de meetvragen kan worden beantwoord door de data die de deelnemers verzamelen, maar niet alle vragen kunnen met deze data worden beantwoord. Het is bijvoorbeeld niet altijd mogelijk om een specifieke bron aan te wijzen. NO2 hangt meestal wel heel duidelijk rond een snelweg, maar fijnstof verplaatst zich in wolken en verstrooit. Ook komt er veel fijnstof uit het buitenland in Nederland terecht, hoewel we netto meer fijnstof exporteren. In de komende bijeenkomsten gaat Hollandse Luchten hier verder op in. Wat wil je met de data? En wat kun je met de data?

Op 28 november komen we weer samen in buurthuis Het Brandtweer in Koog aan de Zaan. Tijdens deze bijeenkomst stellen de leden samen een meetplan op voor hun meetvragen en worden de locaties van de sensoren bepaald. Het RIVM geeft tips over hoe de leden hun meetvragen kunnen beantwoorden en waar men aanvullende data kan vinden. Daarnaast geeft de GGD Amsterdam een presentatie over het netwerk van Palmesbuisjes. Mensen die niet bij de eerste bijeenkomst waren kunnen op 28 november nog aansluiten met nieuwe meetvragen.

Meld je aan

 

Inmiddels is ook de tweede bijeenkomst geweest. Benieuwd naar hoe die is verlopen? Lees het verslag over de tweede bijeenkomst in Zaanstad.

Ook Kogerveld kan gaan meten

Op 4 februari vond de eerste bijeenkomst plaats van de pilot Kogerveld (Zaanstad) in Het Element, Zaandam. Na een introductie over Hollandse Luchten en het meten van fijn- en stikstof benadrukte Hester Volten van het RIVM het belang van burgermetingen en hoe waardevol alle kleine stukjes kennis, inzicht en aandacht zijn voor het in gang zetten van beweging. Na een korte kennismaking werden doelen en meetvragen geformuleerd in drie groepen. Dat de luchtkwaliteit rondom de A7 en A8 in Kogerveld het belangrijkste punt van aandacht is, daar was iedereen het over eens. Tijdens de sessie kwamen echter nog vele andere interessante invalshoeken een meetvragen aan het licht.

De volgende doelen en meetvragen werden gedurende de avond opgesteld en zullen de meetstrategie van Kogerveld gaan bepalen.

Doelen: 

  • Een beter beeld krijgen van de luchtkwaliteit in Kogerveld en omgeving
  • Invloed van de ontwikkeling van de omgeving op de luchtkwaliteit onderzoeken
  • Verschillen van de luchtkwaliteit in de wijken in kaart brengen
  • Maatregelen nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren 

Meetvragen: 

  • Wat is de invloed van de A8 op het recreatiegebied?
  • Wat is het effect van de industrie op de luchtkwaliteit van de omgeving?
  • Wat is het effect van de biomassa centrale?
  • Wat is het effect van haal en breng gedrag rondom scholen op de luchtkwaliteit?
  • Hoe zit het met actief en passief gebruik van de sportvelden?
  • Kan ik veilig buiten zitten?
  • Wat is de rol van bouwplannen omtrent de Prins Bernhard Rotonde?
  • Vanaf hoeveel meter neemt de hoeveelheid fijnstof afkomstig van de snelweg significant af?
  • Heeft de hoeveelheid verkeer invloed op de piekniveaus?
  • Zijn er piekmomenten dat inwoners en scholieren misschien beter niet buiten kunnen zijn om bijvoorbeeld te sporten?
  • Wat is het effect van parkeerterreinen bij bijvoorbeeld de Lidl en de ALDI, heeft het constant in en uitrijden van autos invloed op het stikstof gehalte? 
  • Hoe zit het met verschillende kanten van een flat?
  • Wat gebeurd er als je de sensor naast een palmes- buisje van het RIVM plaatst?
  • En voldoet Kogerveld überhaupt nog aan de normen van het RIVM? 

Aan de hand van de doelen en meetvragen hebben de deelnemers op een grote kaart de meest logische meetlocaties uitgezocht. Op 11 februari vond de tweede bijeenkomst plaats om de locaties samen af te stemmen en vast te leggen. Daarna konden de sensoren worden verdeeld en in elkaar gezet worden. Het meten kan beginnen!

Versterkte netwerkdekking in IJmuiden, Zaanstad en Beverwijk

De afgelopen maanden zijn we hard op zoek gegaan naar hoge gebouwen om de netwerkdekking in de pilotgebieden te versterken. Goed nieuws: IJmuiden een Zaandam hebben beide een nieuwe LoRa Gateway. 

Op 25 november heeft aannemersbedrijf SkyLab B.V. twee LoRa Gateways geïnstalleerd, één op het dak van het Gemeentehuis in Velsen en de ander op een hoog gebouw in Zaandam. Beide getaways zijn in werking en dragen bij aan de versterking en uitbreiding van de netwerkdekking in de gebieden van de pilot. Deze apparatuur zorgt voor netwerkdekking, ook ver buiten de pilotgebieden. De LoRa Gateway in IJmuiden zal ook data van sensoren in delen van Beverwijk en Wijk aan Zee verwerken en de gateway in Zaanstad zal data van de pilot in Buiksloterham verwerken. Deze gateways zijn een aanvulling op de bestaande netwerkapparatuur voor de verzameling van de sensordata van de HOLU-sensorkits. 

Daarnaast krijgen de regio IJmond en Zaandam door deelname aan het project Hollandse Luchten ook toegang tot een openbaar en gratis Internet of Things netwerk. Dit netwerk is door iedereen te gebruiken voor slimme technologieën en andere toepassingen.

De partners van Hollandse Luchten zijn in gesprek met verschillende partijen in Heemskerk, Beverwijk en Amsterdam om nog meer LoRa Gateways te kunnen installeren. Hopelijk kunnen we op korte termijn wederom goed nieuws met jullie delen.


Ook in Beverwijk hebben we goed nieuws. Maandag 30 december zal een LoRa Gateway worden geïnstalleerd op de Dellaertlaan in Beverwijk.