Tijdens de eindejaarsbijeenkomst op donderdag 14 november in buurthuis de Pelikaan in Krommenie, precies twee jaar na de eerste bijeenkomst van de meetgroep Zaanstad, blijkt dat er nog veel vragen spelen in Zaanstad. Zaanstad is een grote gemeente met negen verschillende kernen. Waar de leden van Hollandse Luchten Zaanstad eerder vooral kwamen uit de wijken Kogerveld (2020) en Koog aan de Zaan (2022), zijn nu ook bewoners uit andere delen van de gemeente betrokken. Dat betekent ook veel verschillende interesses en zorgen over luchtkwaliteit. Zo zijn er meetvragen die gaan over het vliegverkeer, wegverkeer en de scheepvaart, maar wordt er ook gemeten rondom de industrie, de afvalverwerking en de biomassacentrale.
Vorig jaar werd de meetvraag rondom de industrie in Koog aan de Zaan voor veel leden beantwoord (lees hier het verslag terug). Toch was er interesse om door te blijven meten: meer data kan leiden tot nieuwe inzichten. Ook zijn er nieuwe leden uit Westzaan met een interesse om houtstook te meten, en zijn er in het afgelopen jaar nieuwe vragen opgekomen in Krommenie.
Een gevarieerde groep mensen van Assendelft tot Zaandijk met achtergronden van politiek tot techniek, kwam samen om het afgelopen jaar te bespreken en vooruit te blikken. De provincie Noord-Holland en gemeente Zaanstad waren ook vertegenwoordigd, zowel politiek als ambtelijk. Elma Tenner, data-analist van het RIVM, beantwoordde vragen over de data en Sylke van Duijnen van Waag Futurelab begeleidde de bijeenkomst samen met stagiair Elzo Stijger.
Hoge concentratie fijn stof op de kaart
De bijeenkomst begint met een klein mysterie: op de luchtkwaliteitskaarten van het RIVM is een hoge concentratie fijnstof te zien in een klein gebied tussen Wormerveer en Krommenie. De kaarten zijn gebaseerd op modelmatige berekeningen, niet op metingen. In het gebied staat een fabriek waarbij de concentratie van fijnstof op basis van het model veel hoger uitkomt dan aannemelijk is. Dit illustreert de meerwaarde van lokale metingen bij de interpretatie van kaarten die voortkomen uit modellen.
Biomassacentrale en houtstook
Verder komt de biomassacentrale in Zaandam ter sprake (lees hier het verslag van de bijeenkomst in maart). Co, die in de IJdoorn flat woont, houdt de uitstoot in de gaten met foto’s en video’s en maakt zich zorgen om de uitstoot op schoolgaande kinderen, de mensen in het ziekenhuis, en sporters in het park en de sportvelden in de buurt. Hij heeft meerdere meldingen gedaan bij de OD NZKG. Henk, de data-analist van de groep, keek naar de data van Co’s sensor, maar vond geen effect. Momenteel hangen er niet genoeg sensoren rondom de biomassacentrale in Zaandam om een effect te kunnen meten. Henk legde uit dat de sensoren onderling best kunnen afwijken, dus dat de absolute gemeten waarden minder zeggen dan de relatieve waarden ten opzichte van andere sensoren.
Er zijn ook andere lokale bronnen, zoals houtstook, waar mensen zich zorgen over maken. Yvonne van den Berg, van de gemeente Zaanstad, heeft ook interesse in het meten van houtstook; dit is een belangrijke bron van luchtvervuiling, maar ook onderwerp van veel discussie, zoals we ook zagen bij de bijeenkomst over Gezondheid & Luchtkwaliteit. Yvonne: “Het meten van fijnstof met de sensoren van Hollandse Luchten, kan in combinatie met het bijhouden van een logboek, misschien meer inzicht geven in de bijdrage van houtstook aan de luchtkwaliteit.” Lees meer over het Hollandse Luchten logboek.
Nieuwe sensorlocaties
We blijven op zoek naar nieuwe sensorlocaties rondom de IJdoorn flat, alhoewel het vanuit Hollandse Luchten nu ook wachten is op nieuwe sensoren. Rita, voorzitter van Kontakt Milieubeheer Zaanstad denkt mee over mogelijke locaties, ook voor de andere onbeantwoorde meetvragen. Zo stelde zij zelf twee jaar geleden de vraag: wat is de impact van het toerisme rondom de Zaanse Schans op de luchtkwaliteit? Dit zou te meten kunnen zijn in het toegenomen wegverkeer, maar die is helaas moeilijk los te tellen van het andere verkeer door de gemeente.
In Krommenie zijn er ook veel zorgen om het verkeer over de Provinciale weg. Daarom is er in november een luchtmeetstation van TNO geplaatst, die een jaar lang blijft meten. Het is interessant om volgend jaar de resultaten te kunnen vergelijken. Pieter Out, projectleider Hollandse Luchten vanuit de provincie Noord-Holland, zou de twee projecten graag met elkaar verbinden. “Hollandse Luchten is de plek om met elkaar in gesprek te gaan over (onderzoek naar) de lokale luchtkwaliteit. De kennis en ervaring van de meetgroep is waardevol voor andere inwoners die vragen en zorgen hebben over de luchtkwaliteit nabij de N203. Andersom kan de data die de TNO-metingen oplevert, interessant zijn voor Hollandse Luchten.”
Als laatste sluiten we af met een korte oefening geleid door Elzo. Vanuit Hollandse Luchten zijn we namelijk benieuwd hoe mensen graag in contact zouden blijven. Hiervoor vullen de leden een handout in en gaan vervolgens in gesprek. Er zijn verschillende ideeën over online communicatie; fora, email en whatsappgroepen komen allemaal voorbij. Maar de waarde van fysieke bijeenkomsten zoals vanavond wordt ook benadrukt: dit houdt de groep bij elkaar.