Wind op de kaart

Een nieuwe feature op de Hollandse Luchten kaart

Hollandse luchten presenteert vandaag een stormachtig nieuwe feature: windrichting op de kaart! Een langgekoesterde wens van veel leden is nu realiteit. 

Kijk vanavond nog hoe hard de wind van storm Conall gaat op de kaart: hoe groter de pijl, hoe harder de wind. Als je op een pijltje gaat staan, krijg je meer informatie over dat meetstation, de windrichting, windsnelheid en windkracht.

Met deze nieuwe feature kunnen de leden meetvragen beantwoorden over onder andere bronnen en de verspreiding van fijnstof. 

Waar komt de data vandaan?

De winddata komt van het KNMI, die hebben we mede dankzij de ontwikkelingen rondom de automatische sensorrapportages kunnen importeren in de data server van Waag Futurelab. Daarnaast halen we de sensordata van het Samen Meten platform van het RIVM.

Wil je meer van dit soort verbeteringen? Vul onze korte survey in! 

 

SODAQ maakt doorstart

SODAQ maakt een doorstart, het bedrijf zal verdergaan onder de naam QADOS.

Eerder dit jaar sprak de rechtbank Midden-Nederland het faillissement van SODAQ Products B.V. uit. De doorstart van SODAQ betekent dat Hollandse Luchten de diensten van SODAQ kan blijven gebruiken.

In Hollandse Luchten worden de volgende diensten van SODAQ gebruikt:

  • SODAQ is de leverancier van onze sensoren
  • SODAQ levert de netwerkconnectiviteit; dat betekent dat zij ervoor zorgen dat de sensoren zijn verbonden met het internet.
  • SODAQ beheert een deel van de datainfrastructuur; de data van de sensor wordt via het internet eerst verstuurd naar de servers van SODAQ (Know your air). Daar halen het RIVM en Hollandse Luchten de data vandaan voor het SamenMeten platform en de Hollandse Luchten kaart.

Contact met SODAQ loopt via de werkgroep techniek (aanspreekpunt) en de provincie Noord-Holland (als opdrachtgever).

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Laat het ons weten.

Ontvang maandelijks een automatische sensorrapportage

Hoeveel fijnstof zat er deze maand gemiddeld in de lucht? Je leest het in de automatische sensorrapportage van de sensor bij jou in de buurt.

Vanaf vandaag kun je maandelijks een sensorrapportage ontvangen! Deze rapportage geeft een overzicht van de data die de sensor heeft gemeten die maand. Zo kun je makkelijk zien wat de gemiddelde hoeveelheid fijnstof was in de maand of welke windrichting het meeste fijnstof meebracht.

Over de sensorrapportage

Het maandverslag van de sensor geeft een kort overzicht van de fijnstofmetingen van de afgelopen maand. Onder het kopje ‘De luchtkwaliteit in cijfers’ wordt een samenvatting gegeven van de afgelopen maand, zoals de gemiddelde waarde van fijnstof die de sensor die maand heeft gemeten, maar ook de gemiddelde gemeten waarde van een aantal omliggende sensoren. In de samenvatting staat ook welke weekdag gemiddeld de hoogste waarde fijnstof werd gemeten en welke windrichting gemiddeld het meeste fijnstof meebracht.

De andere onderdelen in het verslag geven meer informatie over die cijfers. Op de bijgevoegde kaart kun je zien met welke sensoren in de buurt de sensor vergeleken is. En in een jaargrafiek kun je zien tijdens welke maanden gemiddeld het meeste fijnstof is gemeten. De gemiddelde gemeten fijnstofwaarden kunnen handig zijn in onderzoek naar fijnstof en gezondheid.

Ook bevat het verslag een windroos die laat zien hoeveel fijnstof er gemiddeld werd gemeten bij de verschillende windrichtingen. Dat is vooral handig als je bronanalyse wil doen. Wanneer er bij een bepaalde windrichting vaak hoge waarden worden gemeten, is het waarschijnlijk dat er een fijnstofbron in die richting is. Lees meer over hoe je onderzoek naar bronbepaling kunt doen.

Hoe kan ik de maandelijkse sensorrapportage ontvangen?

Als je thuis een sensor hebt hangen ontvang je vanaf nu automatisch de sensorrapportage van jouw sensor in je inbox. Ben je benieuwd naar de verslagen van andere sensoren? Je kunt je ook inschrijven om een verslag van andere sensoren te ontvangen. Er worden geen persoonlijke gegevens in de rapportage vermeld. 

Wil je de rapportage niet meer ontvangen? Uitschrijven kan via de link onderaan de rapportage.

Klopt er iets niet in de rapportage? Neem dan contact met ons op.

Het Hollandse Luchten datadashboard

De sensorrapportages geven een mooi overzicht van de metingen. Zie je iets in de rapportage en wil je daar verder onderzoek naar doen? Dan kun je het Hollandse Luchten data-analyse dashboard gebruiken. In het dashboard kun je onder andere de data van verschillende sensoren met elkaar vergelijken en andere metingen meenemen in je analyse zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid.

 

Het RIVM publiceert de kalibratie voor Sensirion SPS30

Het RIVM heeft een algemene kalibratie voor alle Sensirion SPS30 sensoren ontwikkeld. Dat betekent dat de leden van Hollandse Luchten nu gecorrigeerde PM2.5 data kunnen gebruiken!

De meeste fijnstofsensoren zijn gevoelig voor luchtvochtigheid. Een hoge luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de sensoren regelmatig te hoge fijnstofwaarden aangeven. Ook andere omgevingsfactoren, zoals temperatuur, kunnen ervoor zorgen dat sensoren de hoeveelheid fijnstof in de lucht overschat of onderschat. Daarom heeft het RIVM een kalibratie voor de Sensirion SPS30* gepubliceerd om de waarden te corrigeren.

De correctie van het RIVM zorgt als het goed is voor een grotere betrouwbaarheid van de Sensirion SPS30 sensoren. Op het Samenmeten dataportaal kun je de correctiefactor voor de SPS30 sensoren al toepassen. Als je in het Samenmeten dataportaal je eigen sensor selecteert, zie je dat de correctie te zien is sinds 13 december 2023.

Komend jaar zullen we ervoor zorgen dat deze correctiefactor ook op de Hollandse Luchten kaart toegepast kan worden.

Kalibratie door het RIVM en Hollandse Luchten

De kalibratie die het RIVM publiceerde staat los van de specifieke kalibratie voor de Hollandse Luchten sensorkits (SODAQ AIR) waar de data-science werkgroep aan werkt. De kalibraties komen op verschillende manier tot stand. De kalibratie van het RIVM is gebaseerd op een vergelijking tussen sensoren op officiele LML-stations in een bepaalde regio. Lees meer over de kalibratiemethode van het RIVM. De data-science werkgroep van Hollandse Luchten werkt aan een kalibratie dat een regressiemodel gebruikt: het model wordt getraind door middel van historische data en andere datasets (bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheiddata).

*Sensirion SPS30 en SODAQ AIR

Er is een verschil tussen sensor en sensorkit. Een sensorkit bestaat uit allerlei onderdelen, die ervoor zorgen dat het apparaat werkt en data kan versturen. De sensor is één van die onderdelen in de sensorkit: het onderdeel dat iets meet (zoals fijnstof). De SODAQ AIR is een sensorkit en meet fijnstof met de ingebouwde sensor Sensirion SPS30. De kalibratie van het RIVM geldt voor alle SPS30-sensoren, dus voor de SODAQ AIR en voor andere sensorkits die meten met de Sensirion SPS30.

Hollandse Held in beeld: meetgemeenschap Buiksloterham

In 2018 startte Waag in opdracht van de provincie Noord-Holland het project Hollandse Luchten waarbij de luchtkwaliteit gemeten wordt door burgers. Verspreid over vijf meetgemeenschappen in Noord-Holland hangen er nu zo’n 200 HoLu-kits: luchtkwaliteitssensoren die de fijnstofdruk meten. Deze sensoren zijn verspreid en worden beheerd door onze Hollandse Helden: betrokken deelnemers bij het project die gezamenlijk een meetgemeenschap leiden. Wij zijn benieuwd hoe Hollandse Luchten er in iedere gemeenschap voor staat, dus in deze serie gaan we langs bij de lokale helden.

Na elkaar kort geleden te hebben ontmoet op de data-analyse sessie in Stadslab Buiksloterham, spreken we Repke, een van de Hollandse Helden uit Buiksloterham, online. Samen met Saskia Müller van het Stadslab heeft Repke de meetgemeenschap in Buiksloterham sinds september 2019 begeleid. De data-analyse sessie in juni was voor beiden een afsluitend moment, hierna gaan ze verder met andere projecten in de wijk. Samen blikken we nog even terug op de ervaringen van Repke in het project Hollandse Luchten. 

Hoe is de meetgemeenschap begonnen? “Voor mijzelf gaat dit terug naar een eerder project van Waag. Toen werkten we met kleine leefomgevingssensoren: de Smart Citizen Kits. Ik vond dat zo leuk, het idee dat je zelf je leefomgeving kon meten, dus toen Hollandse Luchten werd aangekondigd wilde ik graag meedoen. Saskia was vanuit het Stadslab Buiksloterham betrokken. Zij hadden een manifest geschreven, Buiksloterham Circulair, en men was veel bezig met duurzaamheid; er heerste een soort pioniersmentaliteit in de buurt. We moesten wel even wachten tot de meetgemeenschappen in de IJmond waren opgezet, die hadden natuurlijk een veel dringendere vraag. In Buiksloterham vonden we vooral de experimentele waarde van het project interessant. We zitten hier natuurlijk in een jonge nieuwe wijk en het is interessant om een soort ‘nulmeting’ uit te voeren. Met het vooruitzicht dat er veel gebouwd zou worden in de wijk en dat er van daaruit meer verkeersbewegingen zouden komen, en dus mogelijk meer fijnstof. Nou kwamen we er bij de afgelopen sessie dus achter dat die bouwactiviteiten zelf al een effect hebben op de luchtkwaliteit. Verder hadden we ook graag de scheepvaartbewegingen over het IJ gemeten, maar we konden geen sensor dichtbij genoeg plaatsen. Overigens kwam ik er wel later achter dat naar deze vraag ook al veel onderzoek is gedaan, bijvoorbeeld door de omgevingsdiensten rondom het Amsterdam-Rijnkanaal.”

Maar er zit nog steeds toegevoegde waarde in burgerwetenschap; het zelf meten. En specifiek bij Hollandse Luchten. Repke: ”Daar draag je bij aan iets wat organisatorisch zo in elkaar zit, dat je niet alleen lol kan hebben met citizen science, maar waarbij je ook weet dat je een goed meetstation hebt. En dat de data die je verzamelt ook echt bij een platform terechtkomt en bewaard blijft voor de langere termijn, voorbij je eigen betrokkenheid.” “Dat is de waarde van open data, en ik ben er trots op daaraan bijgedragen te hebben. We hebben samen veel data verzameld, die in ieder geval de komende tien jaar bewaard en open toegankelijk blijft,” aldus Repke.

Wel geeft hij ons nog mee: “onthoud waarvandaan jullie hierin staan, Waag is natuurlijk een enorm voorstander van open data, dus misschien is het leuk om daarom meer met deze dataverzameling te doen, bijvoorbeeld nieuwe toepassingen bedenken of het doorontwikkelen in de richting van een data commons. En deel daarnaast jullie ervaringen uit de experimentele kant van het project. Tijdens de data-analyse sessie kwam bijvoorbeeld naar voren dat de NO2-meter in de HoLu-kits gevoelig is voor luchtvochtigheid, en omdat het in Nederland heel luchtvochtig kan zijn, zijn hierdoor de NO2-metingen minder betrouwbaar. Dat is best een interessante bevinding, het zou leuk zijn om daar een kort rapport over te lezen.”

Daarnaast geeft Repke advies voor een volgende meetgemeenschap: “zorg dat het vanuit de bewoners zelf komt, en faciliteer ze dan met budget en materiaal. En zorg ook dat men weer kan stoppen als het niet werkt. Je kan ook voorwaarden stellen, bijvoorbeeld een minimum aantal deelnemers en minstens een jaar meten. Maar geef ze daarbinnen vooral ook de vrijheid om het zelf uit te zoeken. Zo voorkom je dat er een hiërarchie ontstaat, hoewel er altijd wel mensen zijn die het wat serieuzer oppakken. Dat heb je bij mijzelf en Saskia ook, maar voor mijn part kan je de term ‘Hollandse Held’ achterwege laten hoor. Misschien is dat is een generatie verschil, ik kom natuurlijk uit een tijd waarin je niemand je iets liet zeggen en dan wordt je in zo’n hokje gestopt.” 

Mensen kijken naar een geprojecteerde presentatieslide met grafieken

Een verslag van de data-analyse in Buiksloterham

Op woensdagavond 15 juni vond er in het Stadslab in Buiksloterham een data-analyse sessie plaats om te kijken wat er na bijna drie jaar meten te zien is in de data. (De meetgemeenschap in Buiksloterham is van start gegaan in september 2019). Tegelijkertijd was dit een afsluiting voor Hollandse Helden Repke en Saskia, die na zich lange tijd te hebben ingezet voor Hollandse Luchten, nu verder gaan met andere projecten. 

Sensorhouders uit de buurt waren uitgenodigd om hun meetvragen mee te nemen om deze te kunnen stellen aan de aanwezige leefomgeving adviseurs van de GGD Amsterdam en data-analisten van de provincie Noord-Holland. De sessie werd geleid door Gerda (provincie Noord-Holland) en Tobias (GGD Amsterdam). 

We deelden eerst een algemene impressie van de data. Een snelle eerste observatie is dat het gehalte stikstofdioxide (NO2) ‘s nachts hoger ligt dan overdag (zie linksboven afbeelding 1). Dit valt voor een groot deel toe te schrijven aan het feit dat de relatieve luchtvochtigheid ‘s nachts hoger is door de lagere temperatuur. De experimentele sensoren die zijn gebruikt in de HoLu-kits zijn hier gevoelig voor, waardoor de metingen hoger uitvallen dan de eigenlijke hoeveelheid stikstof. In de metingen is er een duidelijke correlatie tussen de NO2-metingen en de temperatuur/luchtvochtigheid (rechts afbeelding 1). Dit is bijv. ook te zien door metingen gedurende de zomermaanden met metingen in de rest van het jaar te vergelijken. Zie linksonder in afbeelding (1) de meetgegevens van juli en augustus 2021. Gedurende deze periode zijn de metingen accurater, omdat het relatief droog en warm was. Mogelijk spelen verkeersbewegingen (lees: de spits) ook nog een rol, we zien namelijk een piek in NO2 ‘s ochtends na 6 uur en ‘s avonds na 6 uur (zie linksboven afbeelding 1). Maar het is moeilijk om dit definitief te concluderen omdat luchtvochtigheid en temperatuur ook de aanwezigheid van NO2 beïnvloeden rond die tijden.

vier grafieken die luchtkwaliteitmetingen over tijd tonen
Afbeelding 1 (klik voor grotere weergave)

Een aanwezige bewoner vraagt of deze luchtvervuiling gevaarlijk is voor de gezondheid. Hierop presenteert Henke van de GGD Amsterdam kort een stukje over luchtkwaliteit en de gezondheid. Luchtvervuiling is een mengsel van allerlei stoffen, waaronder stikstofoxiden (NOx), maar ook fijnstof. Het is bekend dat luchtvervuiling effect heeft op onze gezondheid, maar omdat er geen laagste detectiegrens bekend is waarop geen effecten plaatsvinden, en het er dus op  lijkt dat elke vorm van luchtvervuling effecten heeft, wordt aangeraden: hoe lager de waarden, hoe beter. (Internationale) instituties spelen een belangrijke rol bij het stellen van normen; die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn bijvoorbeeld strenger dan die van de Europese Unie (EU), waar Nederland zich aan houdt. De gemeten waarden in Buiksloterham liggen in ieder geval netjes onder de EU-norm van 40 en er zijn gedurende de zomer van 2021 ook geen pieken boven de 200 gemeten (zie stippellijn in de grafiek linksonder afbeelding 1). Deze pieken mogen maar maximaal achttien keer per jaar voorkomen. 

Een van de sensoren in Buiksloterham gedraagt zich echter niet zoals de algemene trend. Dat is sensor 175 aan de Papaverweg (zie afbeelding 2, oranje lijn), deze hangt aan het Stadslab Buiksloterham. Saskia van het Stadslab legt uit dat de kavel aan de overkant wordt klaargemaakt voor nieuwe gebiedsontwikkeling. Hierbij moet er veel beton worden klein gemaakt en verwijderd en deze werkzaamheden vinden overdag plaats. Men was benieuwd wat voor effect dat zou hebben op de uitstoot van fijnstof. De datavisualisatie van Gerda laat inderdaad zien dat er overdag door sensor 175 meer fijnstof wordt gemeten dan ‘s nachts en ook meer dan bij andere sensoren in de omgeving (zie afbeelding 2). Hoewel er niet definitief geconcludeerd kan worden dat dit door de werkzaamheden komt, is het zeker het onderzoeken waard.

twee grafieken naast een gedeeltelijke kaart van Amsterdam die de luchtkwaliteit over tijd tonen
Afbeelding 2 (klik voor grotere weergave)

Als we een breder beeld van Amsterdam nemen, met daarbij ook de metingen van de GGD Amsterdam, kunnen we zien dat een paar jaar geleden de normen niet werden gehaald. Afgelopen jaren is er dus wel verbetering gekomen in de luchtkwaliteit en deze trend zal zich naar verwachting doorzetten. Dit heeft o.a. te maken met de milieuzones die de gemeente Amsterdam heeft ingesteld, maar ook met nieuwe regels voor de industrie en het feit dat er steeds schonere (nieuwe) auto’s op de weg komen, en oude auto’s uit het stadsbeeld verdwijnen.

De aanwezige deelnemers vragen zich vervolgens af wat zij als burger kunnen doen? Concreet kunnen mensen de bronnen van luchtvervuiling uit de weg gaan, en dit meenemen in de keuze om op een bepaald tijdstip een bepaalde route naar school/werk te lopen/fietsen, bijv. niet langs een drukke weg. Daarnaast benadrukt de GGD dat men het effect van houtkachels en open vuur niet moet onderschatten; in de rook zit namelijk veel fijnstof en andere ongezonde stoffen. Hollandse Luchten kan ervoor zorgen dat we met elkaar over dit soort thema’s in gesprek gaan. Door lokaal de luchtkwaliteit te meten, worden mensen zich meer bewust van het probleem.

Hollandse Luchten van start in Buiksloterham

Een volle zaal dinsdagavond 3 september bij de aftrap van Hollandse Luchten in Buiksloterham. 

Dit artikel is oorspronkelijk geplaatst op het platform van Buiksloterham door Daphne Meijer.

Een volle zaal dinsdagavond 3 september bij de aftrap van Hollandse Luchten in Buiksloterham. 

Hester Volten, wetenschappelijk medewerker luchtkwaliteit bij het RIVM, hield een inhoudelijke inleiding. Zij toonde enkele ontnuchterende landkaarten. Weliswaar is over heel Europa gezien de luchtkwaliteit toegenomen, Nederland (en België) behoren tot de gebieden met de meest vieze lucht. De luchtkwaliteit van de randstad en de provincie Brabant is bovendien veel slechter dan van de rest van Nederland. Hiertegenover stelde zij wat Citizen Science, zoals het Buiksloterham meetproject, kan bijdragen aan het totaal aan kennis over de luchtkwaliteit. En niet te vergeten: aan het totaal aan kennis over meten en meetapparatuur. 

De aanwezigen besloten vervolgens op basis van de grote landkaart op het kantoor van Hollandse Nieuwe op welke plekken de sensors best kunnen worden opgehangen. (Rekening houdend met de randvoorwaarden: niet in de zon, niet boven het water, niet te hoog, niet in de drup, buiten bereik van enthousiast-nieuwsgierige kinderen.) Hierna was het tijd voor een praktische uitleg en het hands-on gedeelte van de avond: de daadwerkelijke assemblage. De sensors hangen nog niet: ze worden nu eerst gecalibreerd door medewerkers van De Waag, en pas komende maand in Buiksloterham opgehangen. Enkele sensors verhuizen de buurt uit, want ook elders in Noord gaat men luchtkwaliteit meten. 

Vervolgens moeten de sensors contact maken met het netwerk, en als het goed is zullen zij binnenkort met meetresultaten opduiken op het dashboard van Hollandse Luchten. 

De pilot van Hollandse Luchten in Buiksloterham wordt mede mogelijk gemaakt door het Europese onderzoeksproject MUV, Mobility Urban Values.

This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No. 723521.