De eerste bijeenkomst van Hollandse Luchten in Haarlem vindt plaats op 1 december in de bibliotheek van het historische Rosenstock-Huessy huis in het hart van de stad. De avond staat in het teken van de bewoners: waar ligt hun interesse op gebied van luchtkwaliteit? En waar willen ze onderzoek naar doen?
De bijeenkomst wordt geleid door Annabel van Waag Futurelab. Na een uitleg over het project Hollandse Luchten en de introductie van de nieuwe sensor, de Sodaq Air, richten we ons op de luchtkwaliteit in Haarlem. Marc Plantaz van de gemeente Haarlem is ook aanwezig. Hij geeft aan dat de sensoren van Hollandse Luchten een mooie aanvulling zijn op de Actie Meten Luchtkwaliteit die al loopt binnen de gemeente Haarlem, waarin momenteel met zogeheten Palmes-buisjes NO2 wordt gemeten.
De luchtkwaliteit is de laatste jaren verbeterd in Haarlem, maar dat wil niet zeggen dat er geen zorgen zijn. Wat is de invloed van een drukke weg langs een school of speelplaats op de gezondheid van kinderen? Wat voor effect op de luchtkwaliteit hebben stilstaande auto’s voor een brug of stoplicht? En wat draagt rokend uitgaanspubliek bij aan de hoeveelheid fijnstof in de binnenstad? Het is duidelijk dat men zich bezighoudt met de luchtkwaliteit in de Spaarnestad.
De aanwezigen hebben het gehad over de data die zij ophalen, wat gebeurt hier mee? De data is van de leden, zij blijven altijd eigenaar van de data. Wel wordt de data gedeeld met partners van Hollandse Luchten, zoals het RIVM en TNO, zij gebruiken de data om betere voorspellingen en analyses te maken. Maar het belangrijkste aspect van het project is dat de leden van Hollandse Luchten zelf bepalen wat zij willen doen. Hollandse Luchten ondersteunt de deelnemers in het beantwoorden van hun meetvragen en het nastreven van hun persoonlijke doelen. Zo kunnen zij helpen om iemand uit de politiek of een expert uit te nodigen, of een bijeenkomst over een specifiek onderwerp te organiseren. Het is een burgerwetenschapsproject, waarbij de burgerwetenschappers bepalen, en Hollandse Luchten ondersteunt.
Na de pauze gaan de deelnemers in groepen aan de slag met hun prioriteiten en meetvragen. In kleine groepjes wordt er samen gebrainstormd over onderwerpen en worden interessante plekken op de kaart uitgelicht. Aan de hand daarvan komen nieuwe vragen naar boven. Wat is de invloed van houtstook of het bootverkeer op het Spaarne? Een andere bron van luchtvervuiling die aan de orde komt, is vliegverkeer. Bewoners maken zich zorgen over de nabijheid van de Polderbaan en de aanvliegroute van vliegtuigen boven de wijken Schalkwijk en Haarlem-Noord. Het is echter lastig om vervuiling veroorzaakt door vliegverkeer te meten. Deze uitstoot gebeurt hoog in de lucht en fijnstof verspreidt zich als een wolk in die hogere luchtlaag, daardoor heeft het meten ver van de bron weinig zin. Maar de vragen van bewoners staan centraal in Hollandse luchten. Zij mogen zelf bepalen waar ze de sensoren voor inzetten en wat ze willen meten.
Een andere deelnemer is geïnteresseerd in de luchtkwaliteit binnenshuis. Vaak is de luchtkwaliteit binnen slechter dan buiten. De sensoren van Hollandse Luchten mogen niet binnen opgehangen worden, maar misschien kan er op een andere manier worden gemeten.
Na de brainstormsessie schrijven de deelnemers hun meetvragen op een kaartje. Tijdens de volgende bijeenkomst op dinsdag 13 december gaan we verder aan de slag met deze meetvragen. Op basis van de meetvragen worden de vijftien sensoren in Haarlem verdeeld. Na drie maanden volgt de eerste data-analyse sessie, waarbij hopelijk al een deel van de vragen beantwoord kan worden.
Inmiddels is ook de tweede bijeenkomst geweest. Benieuwd naar hoe die is verlopen? Lees het verslag over de tweede bijeenkomst in Haarlem.