Hoge waarden van sensor in Krommenie

Het is Hollandse Luchten leden opgevallen dat sensor 439 aan het Bertrand Russell college af en toe hele hoge waarden geeft. Ook als alle andere sensoren lage waarden tonen. Daar lijkt wat aan de hand te zijn - maar wat?

Is het de Provincialeweg?

Zouden de hoge waarden kunnen komen door een lokale bron? Zoals de Provincialeweg, waar eerder dit jaar de bewoners het heft in eigen handen namen om zelf te gaan meten (lees het artikel in het Noordhollands Dagblad – betaalmuur). De uitstoot van verkeer is beter te meten met de Palmesbuisjes. Daarvan hangen er vijf in de buurt van de N203 in Krommenie. Als we naar die data kijken, zien we niet zulke hoge pieken als bij de SODAQ AIR.

Maar fijnstof en stikstof kun je niet zo makkelijk met elkaar vergelijken. Het is beter om naar de andere SODAQ AIRs in de buurt kijken, dat zijn sensor 363 en 434. De andere SODAQ AIRs die in de buurt hangen laten veel lagere waarden zien – op woensdag 19 juni om 16 uur laat sensor 439 een waarde zien van 387,1 mug/m3, terwijl de dichtstbijzijnde sensor – sensor 363 – een waarde toont van 1,2 mug/m3. Sensor 413 in Wormerland geeft 2,2 mug/m3 weer. In Heemskerk zien we waarden van 1,4 tot 2,1 mug/m3 (sensor 526). Een groot verschil dus.

Is de sensor kapot?

Fijnstof gedraagt zich als een wolk en beweegt mee met de windrichting. Ook weten we dat met burgerwetenschapssensoren juist de veelheid aan sensoren meer informatie biedt over de luchtkwaliteit dan een enkele burgerwetenschapsensor; één sensor is geen sensor. Wanneer een enkele sensor zulke hoge waarden meet, ligt het voor de hand dat de sensor kapot is of dat de sensor in ieder geval de fijnstofwaarden sterk overschat (SODAQ AIRs hebben een overschatting bij hoge waarden).

Een lokale bron?

Alleen in dit geval hangen er maar weinig sensoren dicht in de buurt van de school, dus bestaat ook nog de mogelijkheid van een zeer lokale bron. In Haarlem was bijvoorbeeld een bewoner die sigarettenrook meet. Zouden de hoge metingen veroorzaakt worden door bijvoorbeeld rokende scholieren of startende brommertjes? Op navraag bij de docent die de sensor heeft opgehangen, krijgen we hiervoor geen aanwijzingen. Op ongeveer 7 meter afstand is er een parkeerplaats waar in de ochtend en de middag wel wat auto’s langskomen, maar er is niet echt veel verkeer.

Nog geen antwoord

We weten dus nog niet waardoor de hoge pieken komen, maar we willen het wel graag onderzoeken. Daarom hebben we een sensor dichter bij het Bertrand Russell college geplaatst (sensor 456). Ook wordt er mogelijk nog een tweede sensor bij de school opgehangen. Wanneer deze meer data hebben verzameld, kunnen we verder met het onderzoek. Wordt dus vervolgd.

Vind je het leuk om mee te onderzoeken? Neem dan contact op via de Hollandse Luchten support desk en vermeld als meetgroep ‘Zaanstad’.