Verslag consortiumbijeenkomst

Op woensdag 22 februari vond een consortiumbijeenkomst van Hollandse Luchten plaats in het Provinciehuis in Haarlem. De aanwezigen vormden een goede weerspiegeling van Hollandse Luchten: er waren bewoners van verschillende meetgroepen en vertegenwoordigers van de Provincie Noord-Holland, verschillende gemeenten, TNO, RIVM, GGD Amsterdam, Smart City Haarlem, GLOBE en Waag Futurelab. Met een groep van ongeveer 25 mensen blikten we terug op het afgelopen half jaar en de start met nieuwe meetapparatuur en meetgroepen. De middag eindigde met een verkennend gesprek over de toekomst van Hollandse Luchten.  

De middag begon met een presentatie over waar het onderzoeksproject Hollandse Luchten nu staat. Er is naar aanloop van de startbijeenkomsten en sinds het begin van de meetperiode veel gebeurd! Hollandse Luchten heeft nu 8 meetgroepen die de luchtkwaliteit in kaart brengen, er zijn ruim 215 SODAQ AIRs actief en 30 (extra) Palmesbuisjes opgehangen. Ook zijn we gestart met een pilot geluid meten in de Gooi en Vechtstreek. In die pilot wordt met 4 sensoren en een belevingsplatform onderzoek gedaan naar geluid. Verder zijn er de afgelopen maanden 15 bijeenkomsten geweest! Tijdens deze bijeenkomsten kwamen bewoners, gemeenten en projectpartners bij elkaar.

Daarnaast is de bestuurlijke interesse in Hollandse Luchten ontzettend toegenomen. Vooral bij gemeenten is veel interesse in hoe Hollandse Luchten als methode ingezet kan worden om in gesprek te gaan met bewoners en gezamenlijk onderzoek te doen. Bestuurders en gemeenteambtenaren zijn bij de bijeenkomsten aanwezig en gaan in gesprek met bewoners. Ook is er op het Ministerie belangstelling voor Hollandse Luchten. Gerard, bewoner uit Beverwijk, heeft het project gepresenteerd aan de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties & Digitalisering Alexandra van Huffelen.

Na de presentatie stond de middag in het teken van een terugblik en een vooruitblik: Wat gaat er goed? Wat zouden we graag voor Hollandse Luchten in 2024 ontwikkelen? En welke vragen en ideeën zijn daar nu over?

Wat gaat er goed?
Antwoorden op de vraag ‘wat gaat er goed?’ kwamen op verschillende momenten naar voren. Bijvoorbeeld tijdens het rondgesprek over wat Hollandse Luchten bij de verschillende aanwezigen tot stand heeft gebracht. Bij het RIVM, TNO en de data-analisten van de Provincie Noord-Holland ging het vaak over dat zij door Hollandse Luchten meer zicht hebben op welke vragen er leven bij bewoners en zij daardoor scherper krijgen wat de waarde van hun werk moet zijn. Ook later op de middag werd in een co-creatie sessie vaak aangegeven de verbinding van de verschillende groepen als waardevol wordt ervaren en er een hoge betrokkenheid is.

Er kwamen ook vragen naar boven. Zo werd er door de deelnemende bewoners kritisch gereflecteerd op de hoge waarden van de SODAQ AIRs ten opzichte van de officiële meetstations. Het is erg belangrijk dat duidelijk wordt waardoor dit komt en hoe we dit kunnen oplossen. Dit wordt momenteel onderzocht door de Data Science werkgroep van Hollandse Luchten. Onlangs is hierover het artikel ‘Onderzoek naar hoge waarden SODAQ AIR’ gepubliceerd. 

Een andere vraag ging over tools en het analyseren van de data. Bijvoorbeeld vroeg een bewoner uit de Gooi en Vechtstreek: “Hoe houd je een logboek bij? En hoe kun je die data combineren?” Hij zou het fijn vinden als er een standaard manier is waarop observaties en ervaringen kwantificeerbaar kunnen worden gemaakt. Een data-analist van de provincie Noord-Holland reageerde hierop: je kunt een standaard manier maken, maar het is belangrijk dat die gefocust is op de vragen van de meetgroep. De data die je bijhoudt, is namelijk afhankelijk van de vragen die je wil beantwoorden. De meetgroep kan gezamenlijk kijken hoe het logboek eruit moet zien om de vragen te kunnen beantwoorden.
Momenteel wordt onderzocht hoe een logboek samen met de meetgroepen vormgegeven kan worden.

Toekomstverkenning van Hollandse Luchten
Een aantal ideeën en wensen waren: dat de data leidt tot impact op mensen en hun leefomgeving, dat de thema’s van de meetgroepen zijn uitgebreid van luchtkwaliteit naar geluid, geur en/of gezondheid, en dat er een uitgebreide set is aan data-analyse tools die gemakkelijk te gebruiken zijn. Een laatste belangrijke wens is om Hollandse Luchten door te ontwikkelen tot duurzame en verspreidbare organisatiestructuur met methodes voor het organiseren van bijeenkomsten en kruisbestuiving tussen verschillende groepen.

Aan de hand van deze ideeën zullen we verder werken aan Hollandse Luchten en verkennen op welke manieren Hollandse Luchten voortgezet kan worden.