De Stookwijzer geeft per postcodegebied advies of het verstandig is om hout te stoken. Dit gebeurt op basis van de windkracht en de luchtkwaliteitsindex voor fijnstof (PM2.5). Bij code rood luidt het advies: stook geen hout, omdat rook dan langer blijft hangen en de luchtkwaliteit (en gezondheid) sneller verslechtert.
In de houtstookpilot van Hollandse Luchten, uitgevoerd door TNO samen met bewoners en Waag Futurelab, is onderzocht of houtstook meetbaar is in fijnstofdata:
– Tijdens de pilot waren duidelijke pieken zichtbaar in roetmetingen wanneer een vuurkorf werd aangestoken. Deze pieken kwamen overeen met verhogingen in SODAQ sensor PM2.5-metingen.
– Sensoren dichtbij de stookplek registreerden hogere waarden dan sensoren verder weg.
– Het doel van de pilot is te bepalen of je met een netwerk van fijnstof en roetsensoren kwantitatieve uitspraken kunt doen over de bijdrage van houtstook aan luchtvervuiling en mogelijke overschrijding van de WHO-norm (15 µg/m³ per 24 uur).
– In een voorbeeld bleek het 24-uurs gemiddelde boven die norm uit te komen, waarschijnlijk door houtstook.
Dit laat zien dat houtstook zichtbaar is in fijnstofmetingen. Om het effect van de adviezen van de Stookwijzer te onderzoeken moet je het volgende weten:
1. hoe vaak zijn de adviezen bekeken voor een bepaald gebied?
2. hoe vaak is het opgevolgd? (en deze data heb je niet / kun je niet analyseren). Dit is dus een erg lastige opzet en praktisch lastig uitvoerbaar.