Om te kunnen zeggen waneer de luchtkwaliteit slecht is hebben de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) onderzoek gedaan naar de relatie tussen luchtkwaliteit en gezondheidseffecten. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een luchtkwaliteitsindex voor Nederland. Deze resultaten staan in de tabel.
Gevoelige groepen krijgen daar eerder last van vergeleken met de overige bevolking. Het RIVM geeft als de luchtkwaliteitsindex slecht aangeeft onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing voor smog af, die is bestemd voor gevoelige groepen. Als de luchtkwaliteit nog verder verslechterd, geeft het RIVM een smogalarm af dat geldt voor de gehele bevolking. Zie hiervoor de RIVM website over smog. Bij luchtwegklachten kunt u terecht bij de GGD of bij de huisarts.
Fijnstof is in principe altijd schadelijk (behalve misschien als het zeezout is), dus er is geen waarde aan te geven waarbij fijnstof geen schade kan berokkenen. Wel is het zo dat minder fijnstof minder schade toebrengt. Een verlaging van de hoeveelheid fijnstof is dus altijd winst.
De normen voor de hoeveelheid fijnstof in de lucht worden bepaald door de Europese Unie. Er zijn normen voor jaargemiddelden en voor daggemiddelden (pieken). Voor fijnstof (PM10) mag het jaargemiddelde niet hoger zijn dan 40 μg/m3. Daarnaast mag het daggemiddelde jaarlijks maximaal 35 keer hoger zijn dan 50 μg/m3. Voor PM2.5 geldt een maximaal jaargemiddelde van 20 μg/m3.
Voor de jaargemiddelden gaan we voor fijnstof in Nederland niet over de Europese norm heen, ook niet in regio IJmond. Vraag bijvoorbeeld op Luchtmeetnet rapportages over de jaargemiddelde dagwaarde van PM2.5 aan.