In 2018 startte Waag in opdracht van de provincie Noord-Holland het project Hollandse Luchten waarbij de luchtkwaliteit gemeten wordt door burgers. Verspreid over vijf meetgemeenschappen in Noord-Holland hangen er nu zo’n 200 HoLu-kits: luchtkwaliteitssensoren die de fijnstofdruk meten. Deze sensoren zijn verspreid en worden beheerd door onze Hollandse Helden: betrokken deelnemers bij het project die gezamenlijk een meetgemeenschap leiden. Wij zijn benieuwd hoe Hollandse Luchten er in iedere gemeenschap voor staat, dus in deze serie gaan we langs bij de lokale helden.
Na de vorige keer in IJmuiden op bezoek te zijn geweest, steek ik nu het kanaal over naar Beverwijk. In café Brafoer naast het station spreek ik Gerard en Richard, de Hollandse Helden van meetgemeenschap Beverwijk en Heemskerk. Beiden werden in eerste instantie aangetrokken door de technische aspecten van het project: Richard werkt in IT en Gerard heeft ook een technische achtergrond. Trots laat hij de nieuwe sensor zien die vanaf de zomer op het Kennemercollege in Beverwijk in gebruik wordt genomen. Nadat Gerard vorig jaar een aantal scholieren heeft geholpen met een profielwerkstuk over Hollandse Luchten, treedt de school binnenkort toe tot GLOBE Nederland. En is deze organisatie op haar beurt partner geworden van Hollandse Luchten. GLOBE staat voor the Global Learning and Observation to Benefit the Environment en is een wereldwijd onderzoeksprogramma, opgezet door NASA, waarbij middelbare scholieren bij kunnen dragen aan onderzoek van organisaties zoals het RIVM en het KNMI in Nederland. Samen met twee aardrijkskunde docenten is Gerard bezig om een lesprogramma te ontwikkelen rondom het thema duurzaamheid, en fijnstof in het bijzonder.
Richard geeft aan dat het nu redelijk rustig is in het project Hollandse Luchten. Dat geeft tijd om aan de onderliggende infrastructuur te werken: op dit punt is het belangrijk dat het netwerk goed gaat draaien en stabiel blijft. In de beginfase van het project hadden de sensoren of het LoRa-netwerk nog wel eens kuren. Vanuit technisch aspect is het echter wel ontzettend interessant om gebruik te maken van de open-source technologie. Gerard vertelt: “ik werd laatst opgebeld door een bijenhouder die LoRa gebruikt om het gewicht van zijn bijenkasten te monitoren. Hij had gehoord dat Hollandse Luchten ook LoRa gebruikt en is geïnteresseerd in wat de luchtkwaliteit betekent voor de bijen. Samen met een andere deelnemer hebben ze toen een manier ontwikkeld om ook de temperatuur in de bijenkasten te meten via LoRa; die is gemiddeld 30 graden! Nu willen we het relateren aan de gegevens over luchtkwaliteit. Hoe mooi kan het zijn, dat geeft mij energie. Maar dan moet je het wel kunnen doorzetten en dat gaat soms moeizaam.”
Richard: “je moet het op langere termijn zien, jij en ik komen natuurlijk uit het bedrijfsleven, daar is het tak, tak, tak en dan heb je het doel bereikt. Dat heb je bij dit project niet, want het doel verandert over de tijd. En wat ik interessant vind: wie is nou wie aan het helpen? Ik heb een vrij brede belangstelling. Ik neem bijvoorbeeld ook deel aan het RIVM onderzoek over geluidsoverlast rondom Schiphol. Ik meet en leg de metingen vast via een app. Dat vind ik leuk en daarom doe ik mee.”
Vorig jaar zijn beide heren druk geweest met het repareren en onderhouden van de 47 sensoren in Beverwijk en Heemskerk. De huidige sensoren, die in 2019 onder de deelnemers van Hollandse Luchten zijn verspreid, zouden in eerste instantie maar voor een jaar de luchtkwaliteit meten. Op dit moment gaan ze dus al veel langer mee dan verwacht. Dat is onder andere te danken aan Gerard en Richard die in hun vrije tijd contact hebben gehouden met de verschillende deelnemers uit hun meetgemeenschap en waar nodig op pad zijn gegaan om de sensoren zelf te repareren. Wat soms wel lastig is, is dat deelnemers toch afhaken. “Dan heb je een sensor gerepareerd en teruggebracht, maar verschijnt ie niet meer op de kaart. Het is belangrijk om de deelnemers te blijven boeien en binden. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen meetvragen en sommigen hebben die van hun misschien al kunnen beantwoorden”, aldus Gerard.
Richard is juist geïnteresseerd in de lange termijn. “Straks heb je een hele grote bak data die voor heel veel mensen interessant is en ook beschikbaar is voor mensen buiten het project of zelfs buiten Nederland. Ook ben ik benieuwd: wordt het over tijd beter? We zijn er met z’n allen wel mee bezig, wat is het concrete resultaat daarvan?” Het doel is om na de zomer een data-analyse workshop te organiseren om verder in te gaan op deze en meer vragen uit de meetgemeenschap.